Verhaal

Maak kennis met Oskar en Eva, de presentatoren van de Sociaalwerkconferentie

Peter Jan Bogaert

Het enthousiasme spat van hun gezichten af. En of ze er zin in hebben! Oskar Stalpaert en Eva Kamanda zullen op 5 mei met plezier de Sociaalwerkconferentie aan elkaar praten. Het is nog maar de tweede keer dat ze samen het podium delen, maar het lijkt alsof ze elkaar al jaren kennen. Maak kennis met een onovertroffen duo. Oskar acteert en danst. Eva acteert, presenteert en schrijft.

Eva Kamanda en Oskar Stalpaert

© ID/ Lieven Van Assche

Oskar en Eva

Plaats van afspraak is de Vooruit, waar Oskar hoffelijk zijn gasten opwacht, deuren openhoudt en koffie serveert. Hij kent de binnenwegen van de Gentse cultuurtempel goed, want hij is er 2,5 dagen in de week bezig met Platform-K.

 ‘Ik heb het syndroom van Down. Ik weet niet of dit een beperking is of niet. Ik heb daardoor wel één grote troef: ik kan zijn wie ik ben.’

Platform-K geeft dansopleiding aan jongvolwassenen met en zonder beperking, en maakt hen klaar voor professionele dansvoorstellingen. Oskar schitterde voor het eerst op het podium van de Vooruit tijdens de première van ‘The Goldberg Variations’. Met die voorstelling toert hij nog altijd. Hij was ook korte tijd beroemd in Vlaanderen nadat een filmpje viraal ging waarin hij danst aan het Sint-Pietersstation in Gent.

Wanneer Eva toekomt, begroeten ze elkaar uitgebreid. Lachen, knuffelen. Ze kunnen het geweldig goed met elkaar vinden, ook al hebben ze nog maar een keer samen gepresenteerd, een trefdag voor Nederlandstalige Brusselse organisaties. Ze delen de liefde voor het spelen en het woord.

Zeg nooit nooit

“Uit mijn mond komen maar drie dingen”, bezweert Oskar ons bij de start van het gesprek. “Onnozelheden, stopwoorden en zaken recht uit het hart.”

Tijdens het gesprek vliegen de complimenten, de oprechte bewondering voor elkaar en de high fives in het rond. Onnozelheden en stopwoorden hebben we niet gehoord, zal Eva op het einde besluiten. Waarop Oskar: “Zeg nooit, nooit!” (Hilariteit alom)

Maar wie zijn de twee presentatoren van de conferentie nu? Oskar bijt de spits af: “Ik ben Oskar met een K. Ik ben 26 jaar, kom uit Gent maar woon in De Pinte. Ik heb het syndroom van Down. Ik weet niet of dit een beperking is of niet. Ik heb daardoor wel één grote troef:  ik kan zijn wie ik ben. Ik ben performer, danser, acteur, vlogger en werk af en toe in de keuken van een broodjeszaak.”

Oskar met een K, want..

Oskar: “Ja, ik zeg dat er altijd bij omdat er toch wel mensen zijn die mijn naam met een C durven schrijven. Als ik ooit een artiestennaam nodig heb, dan wordt het: ‘Oskar met een K.’”

Eva: “Cool. Dat is een toffe artiestennaam. Ik ben Eva Kamanda, ook met een K. Mijn achternaam wordt ook al eens verkeerd geschreven, met een C of met twee M’en… Ik begrijp je goed, Oskar.”

‘Vlak voor we op het podium gaan, zullen we elkaar eens goed vastpakken.’

Eva: “Ik ben dus Eva, een 30-jarige Brusselaar. Ik ben Belg, Congolees, wereldburger… Ik heb vlechten in mijn haar, en soms niet. (lacht) Ik ben actrice en presentatrice en zal dus straks met Oskar de sociaalwerkconferentie in goede banen proberen te leiden: sprekers aankondigen, zorgen dat er op tijd geapplaudisseerd wordt. We passeren ook eens bij Joris Hessels en Dominique Van Malder die voor de conferentie Radio Sociale maken.”

Oskar (zijn ogen blinken op): “Zo tof! Mijn mama Els werkt ook voor de Radio, Radio 2 in Oost-Vlaanderen.”

Jullie hebben al één keer iets samen gedaan. Hoe was dat?

Oskar: “Ja, dat was vorig jaar in Brussel in Cinema Palace voor de Trefdag van Brusselse organisaties. Dat was super wijs.”

Eva tot Oskar: “Zeg, heb je gezien waar het nu is: in de Elisabethzaal in Antwerpen?! Amaai, dat is pas groot. Dat is daar echt gigantisch.”

Slaat de schrik al om het hart?

Oskar: “Ik heb geen schrik, ik ben wel een beetje zenuwachtig. Maar daar heb ik een middeltje voor. Ik drink een kop heet water zonder thee, en daarna drie keer diep in- en uit ademhalen. Dat is een ritueel dat ik mezelf heb geleerd. Daar word ik echt rustig van.”

Eva tot Oskar:  “… en vlak voor we op het podium gaan, zullen we elkaar eens goed vastpakken, he. Zoals we de vorige keer hebben gedaan. Dat momentje vlak voor je het echt moet doen, helpt mij ook altijd.”

Oskar, je danst en speelt toneel in diverse gezelschappen waarmee je toert…

Oskar: “Ja, ik heb ook al veel bekende Vlamingen gezien.”

Eva: “Je bent er zelf één.”

Oskar (stralend): “Misschien. Zeg nooit nooit.”

Hoe is dat dansen begonnen?

Oskar: “Op mijn eigen veel geleerd. Toen kwam ik bij Konekt vzw terecht en heb ik gespeeld op een open les.Konekt vzw is een organisatie die via vorming en sensibilisering sterk inzet op inclusie.Daarna zeiden mensen me dat ik zeker kon spelen bij Platform-K. Platform-K is voor dansers met en zonder een beperking, maar we werken als professionals. Zo werk ik met choreograaf Michiel Vandevelde samen en treden we op tot in het buitenland. En er komt misschien een nieuwe voorstelling aan. Maar ik mag er nog niks over verklappen.”

Zit dat artistieke in de familie?

Oskar: “Een beetje van mijn mama. Mijn broer en zus doen vooral muziek. Maar ik heb het vooral van mijn eigen. Ik dans graag, maar theater doe ik eigenlijk nog liever.”

Eva Kamanda

Eva Kamanda: “In de humaniora had ik het even niet zo gemakkelijk, toen heb ik wel wat gehad aan de ondersteuning vanuit het CLB.”

© ID/ Lieven Van Assche

Eva, jij acteert ook.

Eva: “Ja, ik heb lang samengewerkt met de fantastische regisseur Prisca Heylbroeck, van in mijn tienerjaren tot ik een jaar of 26 was. Zij heeft mij niet alleen opgeleid, maar ze heeft ook een grote impact gehad op mijn persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing. Sinds een tijd focus ik me op fictie op het grote en kleine scherm. Ik heb ondertussen enkele rollen gehad – zo heb ik er net een aantal kortfilms op zitten en heb ik ook meegespeeld in de nieuwste clip van zanger Milow. Ik heb ook een nieuwe rol te pakken waar ik nog niet te veel mag over zeggen.

Oskar: “Je bent ook een BV aan het worden.

Eva: “Goh, liever niet, Oskar! Ik doe veel castings waar ik me echt heel gelukkig mee prijs. En ik combineer dat met presenteren.”

Druk, druk, druk…

Eva: “Ja, ik heb dat graag. Ik heb geen zittend gat, zoals ze dat zeggen.”

Oskar: “Ik ook niet. Ik doe ook veel dingen tegelijk. En graag.”

Eva: “De drang om te performen heeft er altijd wel al ingezeten. Als ik kinderfoto’s uit het familiealbum terugzie, verwondert het me niet dat ik hier nu professioneel mee bezig ben.”

Wat vinden jullie eigenlijk van elkaar?

Oskar: “We hebben elkaar nog niet veel gezien, maar van alles wat ik tot nu toe gezien en gehoord heb: Eva heeft heel veel capaciteiten.”

Eva: “Jaa??? Yes. Geslaagd!”

Oskar: “Ja, met glans geslaagd.”

Eva: “Maar jij ook hé. Jij hebt ongelofelijk veel talenten. Op dat eerste event samen: je had een beetje stress helemaal in het begin, maar toen we eenmaal bezig waren, ging dat supervlot. Het ligt je gewoon wel: dat acteren en presenteren. Ik vind het schoon om te zien hoe je je pad hebt gevonden.”

‘Ik heb één persoon waar ik absoluut fan van ben: Laura Tesoro. Zij is mijn grootste idool der idolen.’

Oskar: “Ik ben echt wel gepassioneerd. Ik heb ook één persoon waar ik absoluut fan van ben: Laura Tesoro. Zij is mijn grootste idool der idolen. Ik ken alles van haar. Haar muziek, wat ze doet, haar verjaardag…. Ik heb een poster van haar in mijn kamer. Zij is voor mij de max! Ik heb haar twee keer zien optreden. En ik heb zelfs een privé-concertje gekregen met een babbel en een knuffel achteraf. Dat was voor het tv-programma ‘Merci voor de Muziek’. Bart Peeters is toen zelfs in de broodjeszaak geweest waar ik werk, en alles werd gefilmd met verborgen camera’s. Een droom die uitkwam.”

Eva, had jij posters in je kamer?

Eva (lacht): “Nee, niet echt. Er zijn wel veel acteurs die ik bestudeer, bewonder en uit wie ik inspiratie haal, zoals Olivia Colman van de Netflix-reeks The Crown en de Franse actrice Adèle Exarchopoulos.

Oskar Stalpaert

Oskar Stalpaert: “Inclusie? Dat woord begrijp ik niet zo goed. Wat ik wel weet is dat ik graag bij anderen ben. Of ze nu een beperking hebben of niet, maakt op zich niet veel uit.”

© ID/ Lieven Van Assche

Even over de conferentie zelf. Waaraan denken jullie als het over sociaal werk, hulpverleners of ondersteuners gaat?

Eva: “Een goede sociaal werker of breder een goede hulpverlener is iemand die goed kan luisteren, connectie kan maken en zijn eigen capaciteiten inzet om de ander te helpen. Eigenlijk kan iedereen een sociaal werker zijn. Ik probeer dat zelf ook te doen, door me in Brussel in te zetten voor ToekomstATELIERdelAvenir (Tada vzw) waar ik workshops geef aan kinderen uit meer kansarme milieus om hen diverse beroepen te leren kennen.”

‘Mijn ondersteuners weten wat ik wil, wat mijn verlangens zijn, ze kunnen mij een boost geven. Ze zijn de crème de la crème.’

Heb je zelf ook ervaring met hulpverlening?

Eva: “In de humaniora had ik het even niet zo gemakkelijk, toen heb ik wel wat gehad aan de ondersteuning vanuit het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB).”

Oskar, jouw ondersteuners zijn ook belangrijk voor jou?

Oskar: “Ja, dankzij hen kan ik werken, dansen, spelen, acteren. Het zijn mensen die mij ondersteunen in de dromen die ik heb. Een goede hulpverlener is iemand die er is voor mij. Dat persoonlijk contact heb ik nodig. Niet altijd, maar soms wel. Zoals Hilde bij Konekt of Inge bij Platform-K, ze ondersteunen me, ze weten wat ik wil, wat mijn verlangens zijn, ze kunnen mij een boost geven. Ze zijn de crème de la crème.”

Het valt op dat je altijd heel positief bent over anderen. 

Oskar: “Ja, dat zit in mijn karakter.”

Zijn er dan eens geen dagen dat je boos bent op anderen of de wereld?

Oskar: “Ik kan wel eens kwaad zijn, vooral als mensen mij verraden. Dat heb ik een keer meegemaakt, met een beste vriend dan nog wel. Hij kon de hoogste boom in, en daar blijven zitten van mijn part. Ik heb hem dan een paar maanden genegeerd, maar ondertussen is het weer goed gekomen. Vergeven, maar niet vergeten, hé.”

Je vrienden zijn belangrijk voor jou, he.

Oskar: “Ja, naast mijn familie. En mijn lief. Het is nog pril, maar ik zie haar wel heel graag. Ik ken haar van school en van het dansen en acteren.”

Op de Sociaalwerkconferentie gaat het ook over inclusie.

Oskar: “Dat woord begrijp ik niet zo goed. Wat ik wel weet is dat ik graag bij anderen ben. Of ze nu een beperking hebben of niet, maakt op zich niet veel uit. In de lagere school was ik de enige in de klas met een beperking. En in het middelbaar waren er alleen jongeren met een beperking. In een toneelgezelschap speel ik liefst samen met mensen zonder beperking. Dat is het leukst van al.”

‘Iedereen mag dat weten: ik praat tegen denkbeeldige vrienden.’

Krijg je soms spottende of nare opmerkingen omwille van je syndroom?

Oskar: “Neen, totaal niet. Ik zou me er ook weinig van aantrekken. Iedereen accepteert me zoals ik ben. En als dat niet zo zou zijn, dan kan ik altijd terecht bij mijn denkbeeldige vrienden.”

Denkbeeldige vrienden, vertel eens…

Oskar: “Ja, iedereen mag dat weten. Ik praat tegen mijn denkbeeldige vrienden. Ik hou daar echt dialogen mee, zoals bij toneel, maar dan in mijn hoofd. Ik kan daar alles tegen vertellen. Ze zijn een vaderfiguur, een moederfiguur, een broederfiguur, een zusterfiguur… gewoon alles. Ik kan er al mijn emoties kwijt, ze troosten me – onlangs nog toen een nonkel van mij is gestorven – en begrijpen wat ik allemaal meemaak.”

“Niet dat ik zo’n dramatisch leven leid, zeker niet. Maar ik praat daar graag tegen. Ze zorgen er voor dat ik meer zelfvertrouwen en een boost krijg om verder te gaan.”

Een ander topic op de conferentie is diversiteit.

Eva: “Inclusie en diversiteit zijn broodnodig in de samenleving. De tijd is al lang rijp dat mensen met een donkere huidskleur meer op de voorgrond komen. Ben ik alleen daarom gekozen om deze conferentie te presenteren? Dat denk en hoop ik eerlijk gezegd niet, maar ik vind het fantastisch dat er meer ruimte komt voor mensen met een donkere huidskleur.”

Eva Kamanda en Oskar Stalpaert

Eva Kamanda: “Inclusie en diversiteit zijn broodnodig in de samenleving. De tijd is bijvoorbeeld rijp dat mensen met een donkere huidskleur meer op de voorgrond komen.”

© ID/ Lieven Van Assche

Je zegt expliciet dat je geen ‘andere’ maar een ‘donkere’ huidskleur hebt.

Eva: “Ja, woorden doen ertoe. Door ‘andere’ te gebruiken, impliceer je dat je eigen huidskleur de standaard is. Ik ben er ook al altijd bewust mee bezig geweest. Mensen die zeggen dat ze de kleur van mijn huid niet zien, dat begrijp ik niet. Je kan niet kleurenblind zijn. Ik zie dat jullie wit zijn en jullie kunnen zien dat ik bruin ben.”

Oskar tot Eva: “Voor mij maakt dat niet uit.”

Eva: “Dat is oké dat het niets uitmaakt voor jou, maar je ziet het toch wel. Net zoals ik zie dat jij wit bent.”

Oskar: “Dat is waar, maar je hoort bij ons…”

Eva: “.. en jij bij mij” (high five)

Eva, je bent ook een boek aan het schrijven over je Congolese overgrootvader, samen met je vriend die journalist is.

Eva: “Ja, we zijn nog druk bezig de laatste hoofdstukken aan het schrijven. Als alles goed gaat, verschijnt het in het najaar. Het is verhalende non-fictie en het boek vertelt het verhaal van mijn Congolese overgrootvader die in 1930 als boy naar België is verscheept om ook hier als knecht te werken. In oorlogstijd heeft hij dan zijn eigen kapsalon in Brussel kunnen openen.”

‘De tijd is al lang rijp dat mensen met een donkere huidskleur meer op de voorgrond komen.’

“We vertellen niet alleen zijn persoonlijk levensverhaal, maar willen ook een stem geven aan die vroege generatie Congolezen in België. Die groep is onterecht onder de radar gebleven binnen de geschiedschrijving. Op die manier hopen we een stuk Belgisch-Congolese geschiedenis te vertellen dat nog te weinig bekend is.”

Je zwarte overgrootvader heeft dan de liefde gevonden in België bij je witte overgrootmoeder?

Eva: “Ja, zij zijn getrouwd in 1942 en hebben drie dochters gekregen, onder wie mijn oma. Mijn oma heeft op haar beurt met mijn zwarte grootvader mijn vader gekregen, en die vormde dan weer een koppel met mijn witte moeder. De ‘metissage’ loopt dus door tot de vierde generatie.”

Ervaar jij in je dagelijks leven vormen van discriminatie en racisme?

Eva: “Zeker. Ik denk niet dat je iemand gaat vinden met een donkere huidskleur die dat niet meemaakt. Dat gaat van opmerkingen, non-verbaal gedrag, microkwetsingen tot beledigingen en pure discriminatie. Het zit in heel veel en in grote en kleine dingen. In het boek maak ik ook een brugje naar de Black Lives Matter-beweging en verwerk ik mijn persoonlijke ervaringen.”

Slotvraag: als we jullie binnen vijf jaar opnieuw interviewen, waarmee zijn jullie dan bezig?

Eva: “Hetzelfde wellicht. Doen wat ik graag doe: acteren en presenteren.”

Oskar: “Acteren, dansen, tegen mezelf en mijn denkbeeldige vrienden praten. Maar ik plan niks. Ik laat alles op mij afkomen.”

De tijd zit er op. De fotograaf is aangekomen. Locatie en licht zijn top, net als het duo van de conferentie. Naturel. Enthousiast. Gepassioneerd. Ze poseren alsof het niets is en het al jaren hun beroep is. De laatste afspraken voor de Sociaalwerkconferentie worden gemaakt. Het komt goed. Ze kijken er naar uit.

En dan plots toch nog de vraag der vragen: wat gaan ze aantrekken?
Oskar weet het meteen: “Zwart hemd, zwarte broek en blauwe vest.”
Eva: “Als jij strak in het pak komt, dan moet ik ook eens dringend gaan shoppen.” (High Five)

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.