Drie bomen en een tafel
“Onze eerste Kerstmis samen vind ik nog altijd de fijnste. We hadden alleen een tafel. Die kast was er nog niet en die kast was er nog niet. Maar we hadden wel drie kerstbomen in huis staan.”
Mimi lacht breed en kijkt naar Tine die tegenover haar zit aan de bewuste tafel. Twaalf jaar kennen ze elkaar. Zeven jaar samen, twee jaar getrouwd.
‘Vroeger was er chaos.’
Hun appartement is licht en ruim. Aan de muren hangen kaders met spreuken. Het aanrecht in de keuken is proper en leeg. Op een tablet wat hogerop staan een twintigtal plastieken smurfen, zij aan zij. De orde in huis lijkt afgemeten en is in absolute tegenstelling met wat er zich hier, in lijf en hoofd, heeft afgespeeld. “Voor Mimi is orde een houvast om het goed te doen”, zegt Tine. Mimi knikt. “Alles moet opgeruimd zijn”, zegt ze. “Het is een manier van overleven.”
Vroeger was er chaos. “Mimi liep van hier naar daar. Ze stond ’s nachts op om het huis te poetsen, kon niet stoppen met praten, sprong van de hak op de tak”, vertelt Tine. “Slaapwandelen, stampen. Vreetbuiten. Heel de ijskast leegeten. Van alles kwijtspelen: haar gebit, hoorapparaten, portefeuilles, sleutels. Hoeveel gsm’s hebben ze al van u gestolen?”
Ze kijkt Mimi aan. Het antwoord blijft uit. Tine benoemt de dingen, direct maar met liefde. “Het was echt nodig dat er een lijn getrokken werd in die chaos,” zegt Tine. “Ik denk dat het onhoudbaar zou geworden zijn als er geen hulp was gekomen.”
Rust
Aan de tafel, naast Tine, zit Els. Vier jaar lang was ze begeleidster van Tine, nu begeleidt ze Mimi. “In het begin dacht ik ‘Wie is die Els en wat komt die bij Tine doen?’ Ik zei wel goedendag maar dan was ik weg, ik liet ze alleen.” Mensen vertrouwen vond Mimi moeilijk.
“Ik denk dat het goed was dat Mimi mij langzaamaan heeft leren kennen”, zegt Els en ze kijkt Mimi aan. “Ik weet niet of je het anders een kans zou hebben gegeven om zo tot in de diepte te gaan”, zegt ze. Mimi schudt beslist haar hoofd.
Ze begonnen met papieren. Die zaten in een doos. “Ik propte daar maar bij en propte daar maar bij. Ik had geen overzicht meer”, zegt Mimi. “Nu heb ik een map voor het werk, een map voor gezondheid. Eén keer per maand pak ik mijn papieren vast, doe ik er gaatjes in en stop ze in de map. Ik kan het nu heel goed zelf bijhouden. Dat heeft me veel steun gegeven.”
‘Ik kan mijn verhaal doen, kom tot rust en kan verder met mijn leven.’
“Soms ben ik in paniek”, zegt Mimi. “Ik weet dat ik Els het beste kan bereiken op maandag en donderdag, dan heeft ze meestal een gaatje. Dan bel ik haar en staat ze er ook. Dan kan ik mijn verhaal doen, kom ik tot rust en kan ik weer verder met mijn leven.”
Samen zetten ze de eerste stappen naar een therapeut en een psychiater. Ze bouwden de schulden af die Mimi meedroeg uit haar vorig huwelijk. “Met het weinige geld dat ik had wou ik cadeaus kopen voor Tine, voor alles wat ze voor mij deed. Els deed mij daar anders naar kijken. Ik besef nu dat ik op een andere manier genegenheid kan tonen. Ik was Tines liefde aan het kopen, terwijl dat eigenlijk niet nodig was”, vertelt Mimi. Tine glimlacht. “Nee, dat was niet nodig.”
Partners
“Ik heb ook een zoon”, vertelt Mimi. “Hij heeft een tijdje in de gevangenis gezeten. Hij hoorde daar niet thuis. Hij had psychoses. Nu is hij opgenomen.” Samen met Els ging Mimi haar zoon bezoeken. “De eerste momenten in de gevangenis en in de psychiatrie waren heel zwaar voor Mimi, waardoor ze achteraf compleet crashte”, vertelt Els.
“In het begin ving Tine dat allemaal op, waardoor zij ook over haar toeren was. Ik ging mee zodat ik de eerste emoties kon opvangen. Daarna kon Tine Mimi wel steunen.” De laatste keer gingen Els en Mimi samen met de trein. “Het is de bedoeling dat Mimi dat op termijn alleen kan doen. Als het te emotioneel is, is die lange afstand met de auto gevaarlijk. Maar als het met de trein zou kunnen en we spreken daarna af om het erover te hebben, moet dat lukken, denk ik. De eerste stappen zijn gezet.” Mimi knikt. “Het zijn altijd de eerste stappen.”
‘We waren explosief naar elkaar toe.’
“In het begin stond ik er alleen voor en dat was voor mij… Dat was te veel. Te veel”, zegt Tine. Ze hapt naar adem. “Mimi en Tine hebben allebei heel sterk de neiging om voor elkaar te willen zorgen”, zegt Els. “Dingen die bij Tine zelf niet goed lukken, kan zij wel voor Mimi en omgekeerd. Ze hebben daar een evenwicht in moeten zoeken. Ze moesten partners leren worden.”
Luisteren en er zijn
“We waren heel explosief naar elkaar toe”, vertelt Tine. Wanneer Tine Mimi niet kon bedaren of ze hadden ruzie, belden ze naar Els. Els lacht. “Dan kreeg ik telefoon: ‘Els, kan jij nu komen?’ Op de een of andere manier kwam die telefoon altijd op een moment dat ik kon. Jullie voelden dat precies aan.”
Tine lacht, luidop. “Els kon hier dan tien minuten naar ons zitten kijken en vragen: ‘Wat is hier nu eigenlijk het probleem?’ Dan zaten wij met twee naar elkaar te kijken: ‘Is dit het maar?’” Els knikt. “Ik heb nooit veel advies gegeven maar door te luisteren en er te zijn, vonden jullie zelf de richting terug. Ik heb jullie nooit gestuurd. Jullie kwamen er zelf uit, omdat je het mocht en kon zeggen.”
Els gaf inzicht in de verschillende richtingen die ze uit konden gaan, vertelt Tine. En het hielp ook, zegt ze, dat Els haar kende: haar ontvlambaarheid, hoe ze dacht en wie ze was.
Identiteit
Ook Tine legde, samen met Els, een hele weg af. Toen Tine Els leerde kennen woonde ze samen met haar moeder. Dat liep heel moeilijk: “Mijn moeder had veel problemen. Laten we zeggen dat ze het nooit heeft kunnen verwerken dat ze mij op de wereld heeft gezet.” Tine benoemt de dingen.
“Om acht uur ’s avonds werd ik naar mijn kamertje verbannen. Tv komen kijken in de living, dat kon niet.” Het moest anders. Maar Tine kon niet weg, vertelt Els. “Omdat ze het appartement in vruchtgebruik had, kwam ze niet in aanmerking voor een sociale woning. De enige mogelijkheid was dat haar moeder zou vertrekken.”
‘Door de begeleiding werd ik sterker. Ik begon mijn leven zelf in handen te nemen.’
Samen met Els ging Tine het gesprek aan met haar broers. Ze hadden al lang geen contact meer met elkaar. Tines moeder had een beeld opgehangen van Tine die hulpbehoevend was en haar zorg nodig had.
In realiteit kon Tine veel. “En door de begeleiding van Els werd ik sterker en sterker. Ik begon mijn leven zelf in handen te nemen”, vertelt ze. “Die confrontatie met jouw broers, waarin je eigenlijk zei: ‘Ik ben meer dan alleen maar iemand in een rolstoel die bij mama woont’, was niet evident”, zegt Els.
Tine schudt het hoofd. Het was geen gemakkelijk gesprek. Maar Tine voelde zich gesteund en zei wat ze wou zeggen. “Op dat moment hebben ze hun weerstand een stukje afgebroken”, vertelt Els.
De wereld opengetrokken
Tines moeder verhuisde en Mimi trok in. “Onze wereld werd opengetrokken. Dat was gigantisch”, zegt Tine. “Nu is alles anders. Mimi heeft eigenlijk een beter contact met mijn broers.” Mimi knikt zelfzeker: “We hebben daaraan gewerkt. Ik vind familie belangrijk. Ze hebben drukke agenda’s maar ze maken wel tijd voor elkaar.”
“Het is dankzij de begeleiding dat ik een eigen identiteit kreeg”, vertelt Tine. “Als kind ben ik direct naar een speciale school gegaan voor mensen met een handicap. Ik ben door omstandigheden eigenlijk niet thuis opgevoed. Toen ik verplicht was om met mijn moeder te gaan samenwonen, kenden wij elkaar niet. Wij hadden geen moeder-dochterband.”
‘Het leven lacht ons toe.’
“Ik kon niet op tegen mijn moeder. Ik had de kracht niet om te zeggen: ‘Ik ben hier de dochter en ik heb ook iets te vertellen’. Op dat vlak heeft OpWeg mijn wereld opengeduwd en gezegd: ‘Je bent wel iemand en je durft dat wel’. Uiteindelijk heeft het een goed resultaat, want ik ben ondertussen twee jaar getrouwd, ik heb een eigen gezin en ik woon hier graag.”
Bodem
“Je ziet, het leven lacht ons eigenlijk toch toe”, zegt Mimi. Ze heeft plannen, om terug naar de naaischool te gaan, patronen te gaan tekenen. Samen met Tine neemt ze deel aan de activiteiten van OpWeg. Ze leert er andere begeleiders kennen. Ze leert mensen toe te laten. Ze leert te vertrouwen.
Vaak is het nog moeilijk. “Als ik echt in een dip zit, bel ik Els. En dan kom ik eruit. Vroeger bleef dat malen”, zegt Mimi. Els knikt. “Even dat contact voelen, is nu vaak al genoeg, voor allebei”, zegt ze.
Els heeft stapsgewijs elk vlak van ons leven aangepakt, vertelt Tine. “Mimi had het idee dat ze niet gelukkig mocht zijn. Dat is iets dat OpWeg haar heeft doen inzien, dat ze wel gelukkig mag zijn.” Ze kijkt naar Mimi. “En dat je veel kan doen, met je beperking.” Mimi knikt: “Ik ben gelukkiger nu. Ik ben blij dat ik rust heb gevonden.” Het was als een bodemloos vat, zegt Tine. Dan kijkt ze naar Els. “Els, jij geeft een bodem.”
In de hoek van de woonkamer, bij het raam, staat een oude, houten ladder. Die ladder is speciaal, zegt Mimi. “Hij stond in de kelder. Tine heeft hem met hart en ziel afgeschuurd. Ik heb er mijn planten mogen opzetten. We hebben altijd samengewerkt.” We redden ons wel, zegt Tine. “Mits wat hulp. Het maakt dat wij samen een gezin kunnen vormen.” Ze kijkt naar Mimi en glimlacht, zacht. “Ja”, zegt Mimi. “We redden ons wel.”
Reacties [1]
allemaal mooi en wel, hoe oud is Tine? Er wordt momenteel nog amper iets gedaan voor de ouderen, de senioren. De meest mogelijke activiteiten voor ouderen, daar zijn er geen subsidies voor of die worden afgebouwd. We hebben het gisteren samen nog gezegd – en we leven ook in armoede. Hoe ouder we worden, hoe meer we aans ons lot worden overgelaten. En zeg niet dat het niet waar is: ik ondervind het elke dag opnieuw. Ik heb ook een buddy gehad: 2 jaar. Daarna vond de organisatie dat ze zich meer moesten bezig houden met jongeren. En wij dan? De ouderen, de zieken, gepensioneerden. Man, man, ik kan boeken schrijven over organisaties, tijdelijke hulp, … Uiteindelijk sta je er toch terug alleen voor. Zeker als je alleenstaande bent, ouder wordt, zieker misschien!!! Denk hier eens over na. Wat daarachter. Ik voelde mij ook beter, maar nu sta ik weer ‘helemaal’ alleen, zoekend naar een uitweg!
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies