Lokale voorzieningen zijn een recht

Nico Bogaerts

De Vlaamse regering wil vanaf 2016 lokale besturen vrijlaten in hoe zij de Vlaamse subsidies die ze krijgen voor lokaal beleid inzake jeugd, sport, cultuur, onderwijsflankering, kinderarmoede, ontwikkelingssamenwerking en integratie besteden.

Met de bestemming van de subsidies – de ‘oormerking’ – verdwijnt de garantie dat lokale besturen investeren in bibliotheken of culturele centra, in naschoolse kinderopvang of integratiebeleid, in sportkampen of jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare groepen. Lokale besturen kunnen die middelen dan inzetten voor “wat ze maar willen”. Dus ook voor wegenonderhoud, riolering of om hun financiële toestand in evenwicht te brengen.

De toegankelijkheid van collectieve voorzieningen voor informatie, cultuur, jeugd en sport wordt hierdoor onzeker. En de verschillen tussen betrokken, gedreven gemeenten en andere, tussen rijke en arme gemeenten, dreigen verder te groeien.

Middenveldorganisaties in de betrokken beleidsdomeinen willen niet dat Vlaanderen overhaast de bestemming van zijn subsidies aan de lokale besturen afschaft. Daarmee geeft Vlaanderen immers alle sturende en stimulerende instrumenten uit handen die het recht van alle burgers op de lokale dienstverlening garanderen. Nog vóór de zomervakantie komt de kwestie in het Vlaams Parlement. Hart boven Hard vraagt het Parlement om een toekomstgerichte hoorzitting en een debat over een beleidskader dat de rechten van alle burgers op lokale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening garandeert. Ze organiseren ook een petitie.

Op Sociaal.Net verscheen hierover recent een opiniestuk van Sven De Visscher.

Reacties