Wonen is mensenrecht
Artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is duidelijk: “Eenieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding en huisvesting.”
‘Iedereen heeft recht op menswaardig wonen.’
De Belgische Grondwet bevestigt dit uitgangspunt: “Iedere Belg heeft het recht op een menswaardig leven. Dit recht omvat het recht op een behoorlijke huisvesting”. In de Vlaamse Wooncode luidt het:“Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd.”
Jammer genoeg betekent het inschrijven van een recht in de grondwet niet altijd dat dit recht ook effectief kan opgeëist worden. Als samenleving slagen we er niet in om het recht op wonen voor iedereen te realiseren. Met als gevolg dat nog heel wat andere rechten worden geschonden, zoals het recht op een privéleven, op een passende levensstandaard of het recht op zorg en bescherming. Het lijken wel dominosteentjes.
Wooncrisis
Cijfers zijn er nochtans genoeg. Rapporten ook. Interessante informatie is te vinden in de federale en Vlaamse jaarboeken tegen armoede. Stadsmonitoren zoomen er op in. De problemen worden in kaart gebracht.
Conclusie? Er is een nijpend tekort aan sociale huisvesting, er zijn huisjesmelkers die de dans van de wet ontspringen en bouwpromotoren die beleid mee dirigeren en welig leven dankzij de winsten die gemaakt worden op kap van mensen die een dak boven het hoofd zoeken.
Volgens FEANTSA leven in België minstens 17.000 mensen in een situatie van dak- en thuisloosheid. Dit zijn waarschijnlijk onderschattingen. Dak -en thuisloosheid is immers een veelzijdig begrip.
Sommige mensen wonen echt op straat en gebruiken tijdens de koude winterperiode de opvangplaatsen. Anderen kraken een pand of leven met te veel op een kleine oppervlakte. Zo zijn er gezinnen die wonen in een studentenkamer. Nog anderen bewonen een huis dat in feite onbewoonbaar is.
Kinderrechten
Regelmatig getuigen mensen over hun slechte levensomstandigheden. Kinderen blijven echter vaak buiten beeld. Dit terwijl ze wel degelijk deel uit maken van de gezinnen die dakloos zijn of in zeer slechte of onbetrouwbare omstandigheden wonen.Ackaert, L. (2017), ‘Nergens kind aan huis. Eén op drie daklozen is minderjarig‘, Sociaal.Net, 19 mei 2017.
‘Kinderen blijven vaak uit beeld.’
Op 20 november 1989 aanvaardde de Verenigde Naties unaniem het Verdrag voor de Rechten van het Kind. In dit verdrag is vastgelegd dat kinderen recht hebben op verzorging, bescherming en respect.
Vrijwel alle landen in de wereld hebben het inmiddels ondertekend. De meeste landen, ook België, hebben hun wetgeving aangepast aan dit verdrag, hebben een nationaal actieplan voor kinderen opgesteld of kinderrechten onderdeel gemaakt van hun grondwet.
Wat doet dit met een kind?
“Waar zijn de kinderen?” Het is een heel belangrijke en confronterende vraag die ons als jeugdwelzijnsoverleg sterk bezig houdt. Zeker als het over wonen gaat. Elke dag is er wel een confrontatie met kinderen die in angst leven om weer te moeten verhuizen, die leven in een huis vol tochtgaten, een dak met gaten…
‘Maakt een slecht huis een kind sterk?’
Hoe gaat een kind van negen om met de wetenschap dat er muizen in huis rondlopen? Dat er schimmel achter de muur kruipt. Dat hij niet weet waar hij morgen zal slapen? Maakt dit een kind sterk? Nee toch.
Stress en angst
De continue zorg, stress en vaak angst die kinderen in armoede torsen, zorgt er voor dat hun mentale ruimte kleiner wordt. Er is niet altijd plaats in het hoofd om te leren, lezen, schrijven en rekenen. De zoveelste ‘stomme’ opmerking van de juf, meester of klasgenoot kan zorgen voor agressie of stil verdriet… Omdat het op is.
‘Kinderen praten over hun erbarmelijke woonsituatie.’
Als jeugdwelzijnsoverleg willen we deze problematiek een gezicht geven. Vandaar deze minidocumentaire waarin we enkele kinderen laten getuigen. Ze praten ongedwongen over hoe zij hun erbarmelijke woonsituatie beleven. Ze vertellen over de zorgen die ze hierbij op deze jonge leeftijd hebben.
Een antwoord
Voor het antwoord op de wooncrisis kijken we naar de overheid. Beleidsmakers hebben de sleutels in handen. Concreet moet het aanbod aan sociale huisvesting omhoog. Er is ook nood aan strengere en moedige reglementering, zeker om huisjesmelkers aan te pakken.
Maar we kijken ook verder, onder meer naar de particuliere verhuurder. De modale middenklasser die een of meerdere huizen verhuurt, vaak geërfd of die een goede investering heeft gedaan. Zij hebben geen slechte bedoelingen, integendeel.
Wel is het een groep die vaak mee gaat met de flow van hoge huurprijzen. Of die een huurhuis te goedkoop verbouwen. Vaak zijn ze zich er niet bewust van hoeveel 100 euro waard is voor iemand die in armoede leeft.
Met deze groep huiseigenaars willen we graag in dialoog over de wooncrisis en de impact die dat heeft op kinderen. Laat dit een uitnodiging zijn om samen te bouwen aan een solidaire samenleving waar iedereen bij wint.
Reacties [1]
alles begint met de grondbeginselen onder komen eten en drinken en kleding enz
zo wel arm als rijk weg met de huisjes melkers als ze over al toe kijkt en de huren redelijk houden dan is er een begin van een oplossing
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies