Preventie als pijler
Eindelijk zit preventie in de lift. Pas nog lanceerde Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Wouter Beke ‘Vroeg en nabij’, zijn plan voor een nieuw en geïntegreerd beleid voor kinderen, jongeren en gezinnen. Preventie is een belangrijke pijler van dat plan.
‘Eindelijk zit preventie in de lift.’
Vlaams Welzijnsverbond, koepel- en werkgeversorganisatie in de kinderopvang, gezinsondersteuning, jeugdhulp en ondersteuning van personen met een handicap, juicht die ontwikkeling toe. Maar de weg van wens naar daad is nog lang.
Preventie en hulpverlening
Jongeren en gezinnen ondersteunen, is een gedeelde opdracht van velen: cliënten, vrijwilligers en sociale professionals. Binnen dat professionale circuit legt elke organisatie eigen accenten.
De ene focust zich meer op het voorkomen van een probleem. Zo volgen bijvoorbeeld de consultatiebureaus vanuit een laagdrempelige instap de ontwikkeling van baby’s op. Dat legt de basis van kinderen en jongeren die zich goed kunnen ontwikkelen.
Andere organisaties gaan vooral aan de slag rond individuele problemen van gezinnen. Duikt er een probleem op dan kan een mobiele, ambulante of residentiële begeleiding dat aanpakken.
Samenwerking is cruciaal
Elke organisatie speelt haar rol, maar niemand kan alleen het hele spectrum van vroegtijdige preventie tot residentiële jeugdhulp voor zijn rekening nemen. Daarom zijn partnerschappen, netwerken en samenwerking zo belangrijk.
‘Het is onze verantwoordelijkheid om te vermijden dat problemen escaleren.’
Waar de expertise van één organisatie stopt, doe je beroep op de kennis en ervaring van partners. Vanuit dat perspectief geven de Vertrouwenscentra Kindermishandeling bijvoorbeeld een opleiding binnen de kinderopvang rond verontrustende situaties.
Kansen scheppen
Dat er meer aandacht komt voor preventie is een plus. Het is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om te vermijden dat problemen escaleren.
De voorkeur moet gaan naar een positieve invulling die kansen schept voor gezinnen. Lukt dat niet, bijvoorbeeld in geval van verontrustende situaties, dan moet ook een meer dwingend aanbod ingezet kunnen worden. Ook hier is het een en-en-verhaal.
Huis van het Kind als regisseur
Nu er terecht puzzelstukken toegevoegd worden, is de uitdaging meer dan ooit om de puzzel bij elkaar te leggen. Hier spelen de Huizen van het Kind, lokale initiatieven waar ouders en kinderen terecht kunnen voor alles wat met opvoeden en opgroeien te maken heeft, een belangrijke rol. Omdat hier zo veel partners elkaar ontmoeten, hebben deze Huizen ook een opdracht om de samenwerking tussen al die diensten te regisseren.
‘De Huizen van het Kind botsen op grenzen.’
Die regierol is niet evident. Als koepel- en werkgeversorganisatie staat Vlaams Welzijnsverbond permanent in contact met haar leden, terreinorganisaties. Zij melden dat het soms moeilijk loopt in die Huizen van het Kind. Initiatieven binnen kinderopvang, jeugdhulp en de zorg voor personen met een handicap, worden er wel individueel aangesproken, maar missen de verbindende kracht die deze Huizen moeten ontwikkelen.
Lokale verankering
Het valt te begrijpen dat Huizen van het Kind hier op grenzen botsen. Inzetten op alle levensdomeinen van gezinnen is een stevige ambitie. Trek je de kaart van preventie, dan gaat het ook over onderwijs, gezondheid, tewerkstelling, vrije tijd en wonen. Het is niet evident om de regie van zo’n drukbevolkte scene in handen te leggen van één regisseur.
Bovendien is die regisseur lokaal verankerd, terwijl veel welzijnsorganisaties regionaal werken. Huizen van het Kind worden vaak aangestuurd door lokale beleidsmakers en moeten voor financiële slagkracht rekenen op gemeentelijke welwillendheid. De regisseur heeft daardoor soms andere ambities dan zijn spelers en dat zet spanning.
Gemiste kansen
Zo raakt de puzzel niet helemaal gelegd en worden kansen gemist. De zo hoopvolle versterking van een meer preventief perspectief riskeert daarvan de dupe te worden.
Het Vlaams Welzijnsverbond trekt graag mee aan de kar van ‘meer preventie’, een beleid waarin ieder kind kansen krijgt, met prioritaire aandacht voor de vroegste levensjaren. Ronkende beleidsambities moeten realistisch ingevuld worden, met kans op succes.
Zo moeten de diensten die vandaag al actief zijn rond preventieve gezinsondersteuning meer zichtbaar worden, onder andere: burgerinitiatieven, inloopteams, consultatiebureaus , opvoedingswinkels of Overkophuizen. Te vaak liggen deze initiatieven verspreid en blijven ze onbekend. Ze moeten groeikansen krijgen en dat kan niet zonder een moedig uitbreidingsbeleid.
Vervolgens kunnen we werk maken van meer coördinatie en afstemming. Wat we nodig hebben, is een breed gedeelde visie die de lokale grenzen van de Huizen van het Kind overstijgt. Want wie of wat verbonden moet worden, hangt vandaag nog te vaak af van lokale keuzes en voorkeuren.
Geleerd van corona
Als we iets geleerd hebben uit de pandemie, dan wel het belang van werkzame preventie. We leerden bovenal hoe moeilijk het is om dat waar te maken. Sterk preventief werken, komt niet uit de lucht gevallen. Daarvoor heb je veel actoren nodig, die vanuit een gedeelde visie helder communiceren en handelen.
Dezelfde lessen gelden voor preventie bij de ondersteuning van jongeren en gezinnen.
Reacties [4]
Inzetten op preventie is de meest logische manier om structureel en constructief de dingen te benaderen. Vijgen na Pasen…dat is wat we tot nu toe goed genoeg kennen. Samenwerken op basis van collectieve gedeelde verantwoordelijkheid, dat is wat we nodig hebben!
Nog een aanvulling die de noodzaak van aanwezigheid in gezinnen door vrijwilligers laat zien. De aanmeldingen van gezinnen die steun nodig hebben komt via diensten die door gezinnen gekend zijn: clb, scholen, HvhK, jeugdverenigingen….maar ook uit de jeugdhulp. Dit laatste verdient toch speciale aandacht: bv. uit jeugdhulp Hageland (regio Diest tot Overijse 1G1P): 60 aanmeldingen, ELZ Leuven-Zuid 32 aanmeldingen, 1G1P Centraal 13 aanmeldingen. Er is nood aan structurele middelen om de ondersteuning door vrijwilligers, hier Home-Start, mogelijk te maken. Dringend tijd om die initiatieven als waardige partners te zien. Professionals raken meer overtuigd van de plaats van dit vrijwilligerswerk in preventie. Het zou goed zijn als de ‘gevestigde’ organisaties ook hun verdediging mee opnemen.
en dan de overheid nog.
Graag zie ik meer aadacht voor de rol van burger- en vrijwilligersorganisaties waarvan reeds aangetoond is dat goede samenwerking met een Huis van het Kind loont op lokaal vlak
Het vereist wel het voeren van een lokaal sociaal beleid …
De burger- en vrijwilligersorganisaties leveren goed werk.
Ik zou deze NIET willen uitbreiden omdat deze initiatieven uitgaan van ‘sympathie’ wat uiteraard erg menselijk is. Zo blijft de ‘kwaadwillige behoeftige’ met lege handen achter …
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies