Opinie

Meer mensen aan het werk? ‘Werkgevers moeten waardig werk voorzien’

Bart Moens

Onderzoeker Bart Moens (Odisee Hogeschool) stelt vast dat het in de politiek veel gaat over de plicht tot werken. Maar ligt de verantwoordelijkheid alleen bij de werknemers? “Als we mensen aanspreken op hun plicht tot werken, mogen we ook werkgevers en beleid aanspreken op hun plicht om te voorzien in waardig werk.”

werkloosheid

© Unsplash / Ahmet Kurt

Gefronste wenkbrauwen

Vanuit mijn onderzoeksexpertise geef ik regelmatig lezingen over mensen die moeilijk werk vinden omdat ze niet over de door werkgevers gevraagde vaardigheden beschikken, onvoldoende taalvaardig zijn of vanwege een beperking of ziekte. Tijdens zo’n lezing reageerde ik op een andere spreker die het had over de plicht tot werken.

‘Wie iets ontvangt van de samenleving, moet er ook iets aan teruggeven.’

Ik vroeg me luidop af of we dan niet ook moeten spreken over een plicht van werkgevers om werk te voorzien dat haalbaar en waardig is. De vele gefronste wenkbrauwen motiveerden me om die die gedachte verder uit te werken.

Geven en nemen

Je hoort steeds vaker dat iedereen zijn steentje moet bijdragen. Iedereen die kan werken, moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Zo benadrukt Vlaams minister van Werk Zuhal Demir in haar beleidsnota dat meer mensen aan het werk moeten, zowel om de vele vacatures in te vullen als om de doelstelling van 80 procent werkzaamheid te halen.

Ook het federale regeerakkoord van De Wever I wijst met het oog op economische groei en het leefbaar houden van onze sociale zekerheid op het belang van een hogere arbeidsdeelname. Er wordt uitdrukkelijk gesteld: werken is een plicht.

Toegevoegde waarde

Die nadruk op de plicht tot werken vertrekt vaak vanuit het idee van wederkerigheid: wie iets ontvangt van de samenleving, moet ook iets teruggeven. Wie dat niet doet, zou profiteren op de kap van mensen die werken en wel hun bijdrage leveren.

Kan je vanuit die wederkerigheid mensen ook verplichten om om het even welk werk te verrichten? Wat verwacht je van mensen die om verschillende redenen niet in staat zijn om een vorm van betaalde arbeid uit te voeren? En moet het altijd om betaald werk gaan? Ook vrijwilligerswerk, mantelzorg of andere vormen van sociale inzet leveren waardevolle bijdragen die binnen de logica van wederkerigheid passen.

‘Er bestaat ook  werk dat geen waarde toevoegt.’

Bovendien moet die betaalde arbeid ook aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Werk kan nuttig en noodzakelijk zijn en een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven. Maar er bestaat ook  werk dat geen waarde toevoegt of zelfs indruist tegen welzijn en maatschappelijke vooruitgang.

Twee cruciale voorwaarden

Daarom is de plicht tot werken voorwaardelijk. Volgens de Amerikaanse filosoof Michael Cholbi kan je die plicht alleen installeren wanneer twee cruciale voorwaarden vervuld zijn.

Ten eerste moeten mensen daadwerkelijk de kans hebben om een eerlijke bijdrage te leveren. Dit betekent dat arbeid productief en zinvol is en eerlijk beloond moet worden. Als mensen geen eerlijke kans krijgen om bij te dragen, kan je hen niet verplichten om te werken.

Ten tweede moeten mensen in voldoende mate kunnen genieten van het systeem waaraan zij bijdragen. Als de samenleving wel profiteert van hun arbeid, maar hun in ruil geen voordelen biedt, dan worden ze gereduceerd tot instrumenten voor anderen.

Geen eerlijke wederkerigheid

Het debat over de plicht tot werken richt zich vooral op groepen die momenteel geen betaalde arbeid verrichten, waaronder zowel werkzoekenden als niet-beroepsactieven. Het gaat hierbij vaak om groepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Denk aan NEET-jongeren, 55-plussers, kortgeschoolden, personen met een migratieachtergrond, personen met een handicap, langdurige aandoening of ziekte.

Wanneer mensen uit deze groepen erin slagen werk te vinden, blijven zij kwetsbaar. De banen waarin ze terechtkomen, zijn precair: vaak tijdelijke en deeltijdse jobs met veel onzekerheid, veel flexibiliteit, een laag en onvoorspelbaar inkomen, een zwakke sociale bescherming, een grote gevoeligheid voor de economische conjunctuur en een grote machteloosheid voor de medewerkers.

Deze groepen verplichten om te werken, is niet gerechtvaardigd omdat de voorwaarden voor eerlijke wederkerigheid ontbreken. Deze kwetsbare groepen hebben namelijk vooral toegang hebben tot precaire en laagwaardige arbeid. Een werkplicht onder dergelijke omstandigheden reduceert hen tot instrumenten van economische behoeften, zonder dat deze mensen rechtvaardig kunnen profiteren van de vruchten van hun arbeid.

Sleutel tot waardig leven

Als de samenleving verwacht dat werkzoekenden en niet-beroepsactieven hun plicht tot werken nakomen, heeft zij op haar beurt de plicht om waardig, werkbaar en zinvol werk beschikbaar te stellen dat haalbaar is voor deze mensen en bijdraagt aan hun welzijn.

‘Waardig werk is een mensenrecht dat verder reikt dan de werkplek.’

Waardig werk omvat productieve arbeid in een omgeving van vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. Waardig werk is een mensenrechtVastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), Artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966) en Artikel 27 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (2006).dat verder reikt dan de werkplek. Zonder productief werk blijven economische zekerheid, sociale inclusie en persoonlijke ontplooiing onbereikbaar. Zo is waardig werk niet enkel een doel, maar ook de sleutel tot een waardig leven.

Waardige samenleving

Deze focus op waardig werk past binnen het streven naar een waardige samenleving. Volgens de Joodse denker Avishai Margalit is zo’n ‘decent society’ een samenleving zonder instituties die mensen vernederen. Vernedering treedt op wanneer instituties mensen systematisch uitsluiten, negeren, of behandelen alsof ze geen volwaardig lid van de samenleving zijn.

Meer nog: een waardige samenleving levert ook actieve inspanningen om een omgeving te creëren waarin mensen zichzelf kunnen ontplooien en volwaardig kunnen participeren. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet alleen bij instituties, maar ook bij individuen die deze waarden in hun dagelijkse handelen moeten uitdragen.

De realiteit is anders: kwetsbare groepen, zoals mensen met een beperking of migratieachtergrond, worden op vlak van cultuur, gezondheid, onderwijs, huisvesting of werk systematisch uitgesloten. Ze krijgen minder kansen en kunnen moeilijker deelnemen aan het maatschappelijke leven.

Rechten en plichten

Ook loopbaanmogelijkheden worden sterk bepaald door factoren waar mensen zelf weinig invloed op hebben: geslacht, etniciteit, sociaaleconomische achtergrond. Inclusie gaat niet alleen om het bevorderen van gelijke toegang tot bijvoorbeeld onderwijs en werk, maar ook om ervoor te zorgen dat iedereen deze middelen daadwerkelijk kan benutten.

‘Loopbaanmogelijkheden worden sterk bepaald door factoren waar mensen zelf weinig invloed op hebben.’

Het recht op waardig werk impliceert ook de plicht van de samenleving om ervoor te zorgen dat iedereen er gebruik van kan maken. Deze plichten rusten niet alleen bij de overheid, maar ook bij werkgevers en andere maatschappelijke actoren, die samen de randvoorwaarden voor waardig werk creëren.

Dit verband tussen rechten en plichten wordt te vaak genegeerd: wanneer iemand recht op iets heeft, moet iemand anders dat logischerwijs verschuldigd zijn en dus de bijbehorende plicht of verplichting dragen. Zonder plichten komen rechten in de lucht te hangen, worden het loze kreten en onvervulbare verlangens.

Plicht van de overheid

Het is de plicht van de overheid om de noodzakelijke veranderingen richting waardig werk voor iedereen te faciliteren, onder meer door passende regelgeving in te voeren en via stimulerende maatregelen zoals subsidies en belastingmaatregelen.

Daarnaast speelt de overheid een cruciale rol in het bevorderen van de sociale dialoog, bijvoorbeeld over kwesties als de passende sociale bescherming binnen de arbeidsmarkt van de toekomst en het waarborgen van rechtvaardigheid voor kwetsbare groepen.

Waardig management

Investeren in waardig werk en inclusie is geen exclusieve taak van overheden: ook bedrijven dragen hierin verantwoordelijkheid. Niet alleen omdat zij daar zelf baat bij hebben, maar ook omdat zij bijdragen aan het bredere maatschappelijke belang. Bedrijven creëren banen en bepalen wie toegang krijgt tot werk. Hierdoor hebben zij directe invloed op de verdeling van kansen en uitkomsten. Dat brengt de morele verantwoordelijkheid met zich mee om actief bij te dragen aan een inclusieve en waardige samenleving.

Die verantwoordelijkheid vraagt om waardig management: het respecteren en bevorderen van menselijke waardigheid, sociale rechtvaardigheid en inclusie, zowel binnen als buiten de organisatie. Dit betekent dat managers niet enkel handelen vanuit eigenbelang of efficiëntieoverwegingen, maar ook actief zorg dragen voor de impact van hun beslissingen op werknemers, werkzoekenden en de bredere samenleving.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Wanneer werkzoekenden en niet-beroepsactieven worden aangesproken op hun plicht om bij te dragen, moet de samenleving op haar beurt haar verantwoordelijkheid nemen om werk beschikbaar te stellen dat rechtvaardig, werkbaar en zinvol is. Dit vraagt om een beleid dat niet alleen gericht is op economische productiviteit, maar ook op het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt waarin iedereen de kans krijgt om volwaardig deel te nemen. Ook werkgevers spelen een cruciale rol in de verdeling van kansen en moeten voorbij de grenzen van winstoptimalisatie kijken.

Pas wanneer de samenleving als geheel haar verantwoordelijkheid neemt, kunnen we spreken van een rechtvaardige wederkerigheid tussen rechten en plichten.

Reacties [1]

  • Karine Van Daele

    Ook al beschik je over alle vereiste kwalificaties. En wil je elke dag het beste van jezelf blijven geven en met plezier en inzet doorwerken tot je 66ste, zoals het van werknemers wordt verwacht. Dan nog wordt je keihard geconfronteerd met de economische realiteit dat een werkgever liever niet kiest voor die dame van 63, die op zoek moet naar een nieuwe job. Ze mag dan over heel veel werkervaring beschikken en onmiddellijk inzetbaar zijn, toch maar liever niet. De redenen behoeven hier geen verdere uitleg, zeker?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.