Opinie

‘Vrijwilligerswerk mag geen laatste strohalm worden’

Naomi De Bruyne

Vrijwilligerswerk is een meerwaarde: voor de vrijwilligers zelf, voor de organisaties die op hen kunnen rekenen en voor de brede samenleving. Toch kan niet iedereen vlot starten als vrijwilliger. “Werk de drempels weg,” vragen De Socialistische Mutualiteiten.

vrijwilligers

© Unsplash / Victoria Kubiaki

Troeven uitspelen

Voor sommige mensen is de stap naar vrijwilligerswerk niet evident. Ze botsen op drempels. Mensen met een werkloosheidsuitkering moeten hun vrijwilligerswerk verplicht melden aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Doen ze dat niet, dan verliest de vrijwilliger zijn uitkering.

Koen Michiels, vrijwilligerscoördinator van de oppasdienst van de Socialistische Mutualiteit Brabant getuigt: “We willen niet dat onze vrijwilligers plots zonder inkomen komen te staan, dus werken we ons door de paperassen heen. Maar het voelt wel aan als tijdsverspilling, zowel voor ons als voor onze vrijwilligers. Bovendien houdt de angst om alsnog de uitkering te verliezen, sommige mensen tegen om de stap te zetten. Dat is jammer, want bij de oppasdienst komen we altijd handen te kort.”

‘Vrijwilligerswerk brengt mensen dichterbij elkaar.’

Daarom moeten er zo veel mogelijk drempels weggewerkt worden. Speel de troeven van het vrijwilligerswerk uit en geef kansen aan iedereen die aan vrijwilligerswerk wil doen, van werklozen tot mensen met een migratieachtergrond, personen met een handicap en mensen in kansarmoede. Vrijwilligerswerk toont dat een inclusieve maatschappij geen droom is. Het brengt mensen dichter bij elkaar.

Vrijwilligerswerk opent deuren

Dat blijkt uit het verhaal van Helena.

Ze is 56 jaar en is al zeven jaar vrijwilliger bij de oppasdienst van de Socialistische Mutualiteiten. Ze houdt een aantal dagen per week, soms ook ’s nachts, ouderen gezelschap. “Toen mijn mama jaren geleden ziek werd, konden mijn zussen en ik niet voor haar zorgen. Wij woonden hier in België en zij in Afrika, waar ik geboren ben. Verschillende mensen droegen toen hun steentje bij en hebben haar geholpen. Ik was zo dankbaar voor hun vrijwillige hulp. Dat wou ik ook doen!”

Ze contacteerde Koen. Die loodste haar doorheen de administratieve mallemolen. In het vrijwilligerswerk voelde Helena zich meteen gewaardeerd en welkom. “Alle mensen waar ik bij oppas, zijn van Belgische afkomst. Ik kom bij hen thuis, in hun vertrouwde omgeving. Dat is nooit een probleem. Ze waarderen me en het klikte tot nu altijd. Ik heb nog nooit problemen gehad of racisme meegemaakt in mijn vrijwilligerswerk.”

“Meestal ga ik voor een langere periode een aantal dagen per week langs bij één persoon. Soms blijf ik er ook ’s nachts. Zo bouw je echt een band op met elkaar. Een aantal maanden geleden stierf de vrouw waar ik al vijf jaar naartoe ging. Dat afscheid was moeilijk. Maar ik heb mooie herinneringen aan onze tijd samen.”

‘Minder drempels lost niet alle problemen op.’

“Oudere mensen praten graag over vroeger. Ze tonen mij hun spulletjes en foto’s van toen ze jong waren. Het doet hen deugd om met iemand te kunnen praten die geïnteresseerd is en een luisterend oor biedt. Veel ouderen hebben niemand die voor hen kan zorgen of naar hen luistert. Terwijl ook zij nood hebben aan gezelschap en menselijk contact. Ik ken een oudere dame die soms een hele week niemand ziet of spreekt. Dat vind ik ongelooflijk. We hebben allemaal mensen rond ons nodig.”

Werk voor wetgever

Het verhaal van Helena duidt op de kracht van vrijwilligerswerk. Ze vond aansluiting bij de Belgische samenleving, leerde nieuwe mensen kennen en kon haar talenten ontwikkelen. De mensen waar ze bij oppast, hebben iemand die gezelschap en ondersteuning biedt.

Maar eerst moesten administratieve drempels genomen worden. Zonder de begeleiding van Koen was Helena in dat kluwen wellicht verloren gelopen. De wetgever maakt de stap naar vrijwilligerswerk onnodig ingewikkeld. Dat moet veranderen.

Geen kans op arbeidsmarkt

Toch lossen minder drempels om aan vrijwilligerswerk te doen niet alle problemen op. Kijk opnieuw naar het verhaal van Helena. Op de reguliere arbeidsmarkt kreeg ze geen kans. Voor haar stond enkel de deur van het vrijwilligerswerk nog op een kier.

“Eigenlijk wilde ik graag als professionele kracht, in een crèche of in de zorg aan de slag. Ik ging op zoek naar opleidingen maar viel telkens uit de boot. Thuiszitten is niets voor mij. Ook al ben ik momenteel werkloos, toch wil ik me inzetten voor anderen,” zegt Helena.

Vrijwilligerswerk heeft veel te bieden, ook aan kwetsbare mensen. Maar het mag niet de laatste strohalm zijn. Het mag niet de enige manier zijn om te participeren aan de samenleving of om je goed en thuis te voelen in ons land. We moeten dus niet alleen drempels wegnemen in het vrijwilligerswerk, maar ook op de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg, in onderwijs of cultuur. Een inclusieve samenleving zet meer dan alleen de deur van het vrijwilligerswerk open.

Reacties [1]

  • An Meert

    hier heb ik toch een reactie op: vrijwilligerswerk is vrijwilligerswerk. Ik doe het ook. Maar ik vraag me af waarom sommige organisaties toch een weliswaar, kleine premie, tussen 2,5 euro tot 5 euro kunnen betalen? En er zoveel vraag naar vrijwilligers. Waarom dit niet voor iedereen toepassen? Dit leidt misschien tot meer vrijwilligers. De mensen in schuldbemiddeling zouden hiermee tot zelfs 50 euro kunnen verdienen aan 5 euro voor 2 u per dag. Daarmee zou hun weekbudget omhoog kunnen gaan, of eventueel zouden er een deel van de schulden mee kunnen afbetalen bv in een systeem van 50/50. Ik doe vrijwilligerswerk van thuis uit. Ik krijg er geen centen voor. En dan ben ik soms jaloers, en dat besef ik dat dit niet fair is, als ik weet dat iemand anders wel wordt betaald. En toch blijf ik het vrijwilligers werk voortdoen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.