Spoorloos verdwenen
Diezelfde dag had de Cel Vermiste Personen al opgeroepen om extra alert te zijn op kwetsbare personen. Ingrijpen bij schijnbaar verdwaalde of duidelijk te licht geklede personen, was de boodschap. En dat naar aanleiding van de recente en kortstondige vermissing van een 57-jarige vrouw met jongdementie. Zij kwam niet thuis van een fietstocht in de omgeving van Brugge.
‘Zorginspectie en parket schoten meteen in actie.’
En meteen ging het weer mis. Een woonzorgcentrum in Overijse ontdekte ’s morgens vroeg dat een 91-jarige bewoonster spoorloos verdwenen was. Opnieuw iemand met dementie. Ze werd wat later zwaar onderkoeld en in levensgevaar in de tuin teruggevonden. Blijkbaar was ze ’s nachts het woonzorgcentrum in nachtkledij uitgewandeld.
Het regende verontwaardigde reacties. Zorginspectie en parket schoten meteen in actie. Er volgde er een parlementaire vraag van Peter Persyn aan minister Jo Vandeurzen.
Geborgenheid vermijdt gevaren
Dwaalgedrag bij personen met dementie komt helaas voor, al is dat lang niet altijd problematisch. Meestal gaat het om een onschuldige ongeplande wandeling en wordt de persoon snel en veilig teruggevonden. Maar de aandoening kan inderdaad aanleiding geven tot desoriëntatie in tijd en plaats. Mensen weten niet meer welke dag van de week het is of hoe ze thuis geraken.
Fixatie is niet de oplossing. Fysiek actief blijven, is ook bij dementie belangrijk om kwaliteit van leven te behouden. We moeten ons richten op autonomie in geborgenheid: het normale dagelijkse leven zoveel mogelijk laten doorgaan. Maar wel in geborgenheid, zodat mogelijke gevaren vermeden worden. Autonomie in geborgenheid is daarom een van de fundamenten van ons net gepubliceerd referentiekader voor dementiezorg.
Verschillende ingrepen kunnen het gevaar op problematisch dwaalgedrag opvangen. Zo kan er gedacht worden aan de inzet van technologie. Door bijvoorbeeld een code op de buitendeuren aan te brengen, kan je problematisch dwaalgedrag vermijden.
Nepcamera
Mijn vader (90 jaar, vasculaire dementie) verbleef enkele jaren geleden in een woonzorgcentrum. Hij ‘ontsnapte’ geregeld via de personeelsuitgang en genoot van die korte wandelingen. Maar ze bezorgden ons en het zorgpersoneel steeds stress.
‘Technologie kan helpen.’
We losten dat op door in overleg met het woonzorgcentrum bij die uitgang een nepcamera te installeren. Vanaf dat moment sloot het personeel die diensuitgang telkens netjes af. Sluiproute weg, probleem opgelost. En beweging organiseerden we met de verhuis van zijn hometrainer naar het woonzorgcentrum en samen uitstapjes maken.
Location sharing
Ook bij daadwerkelijke vermissing kan technologie helpen. Iemand met een smartphone kan je makkelijk volgen. Zet op de telefoon 4G aan en activeer in Google Maps ‘location sharing’. Of gebruik de Glympse app. (Probeer maar eens met je partner of kinderen.) Er kan ook gedacht worden aan specifiekere technologie zoals een in de broeksriem of horloge ingebouwde gps-tracker.
Die technologie wordt steeds kleiner en gebruiksvriendelijker. Prima oplossing, op voorwaarde dat je het gebruik afstemt met de persoon met dementie en de mantelzorgers (ook met je partner en kinderen, als je de test doet).
Vermissingsprotocol
Minder technologisch maar minstens zo belangrijk: wees voorbereid op een problematische situatie door een vermissingsprotocol op te stellen.
‘Elk verstreken uur halveert de kans op terugvinden.’
Op basis van goede ervaringen met samenwerking tussen zorg en politie stelden enkele politiezones richtlijnen op.Crabbé, P., Masselis, I., e.a. (2017), Zekerheid voor mensen met dementie: hoe zorg en politie elkaar kunnen helpen, Brussel, Politeia.Wat kan je doen om vermissing te voorkomen? Hoe start je zoekacties op? Wat kunnen zorgvoorzieningen doen? Wanneer schakel je de lokale politie of de Cel Vermiste Personen in? En aarzel niet te lang met zoeken, want elk verstreken uur halveert de kans op terugvinden.Dely, H., Verschraegen, J., en Steyaert, J. (2018), Ik, jij, samen mens. Een referentiekader voor kwaliteit van leven, wonen en zorg voor personen met dementie, Antwerpen, EPO, p.152.
Die richtlijnen moet je niet pas ter hand nemen als het fout gaat, zoals bij de dame in Overijse, maar lang voordien. Je moet voorbereid zijn en bijvoorbeeld vermissingsfiches van al je bewoners klaar hebben liggen.
Slechte zorg
Als een zorgvoorziening niet investeert in interventies om dwaalgedrag te voorkomen, dan is het dwalen geen gevolg meer van de aandoening, maar van slecht bestuur van de organisatie, van slechte zorg.
Dat blijkt ook uit het antwoord van minister Vandeurzen op de huidige en vroegere parlementaire vragen. Het woonzorgcentrum in Overijse kreeg in 2015 al een schorsing van zes maanden. Er volgde een reeks van inspectiebezoeken met telkens reactie en remediëring. Als je bovendien weet dat hun dagprijs significant lager is dan de gemiddelde dagprijs in Vlaanderen, is het duidelijk dat er meer aan de hand is dan dementie bij een oude dame.
In beweging
Goede zorg haalt zelden het nieuws. Drama’s zoals deze onderkoelde oude dame wel. Zo’n ernstige incidenten wegen zwaar op beleid en praktijk, meer dan jarenlang beleidswerk.Steyaert, J.(2013), ‘Schandalen in de sociale sector: viagra voor praktijk- en beleidsontwikkelingen’, Alert, 57-63.Denk maar aan het effect op de zorgpraktijk van schandalen als Vrij & Vrolijk midden jaren ’70, Jolanda Venema eind jaren ’80 of recenter nog Jordy en de Vlaamse jeugdzorg.
‘Als een zorgvoorziening niet investeert in interventies om dwaalgedrag te voorkomen, dan is het dwalen geen gevolg meer van de aandoening, maar van slechte zorg.’
We hopen dat dit drama in Overijse beleid en praktijk in beweging brengt.
Honderd procent
Als Expertisecentrum Dementie Vlaanderen verzamelen en verspreiden we al jaren informatie over hoe zorgvuldig om te gaan met dwaalgedrag. We promoten in binnen- en buitenland goede initiatieven zoals het zorgprotocol.
Wij zorgen voor ‘de wortel’ voor goede zorg. De zorginspectie kijkt regelmatig na of de uitvoering voldoende kwaliteitsvol is. Ze kunnen sancties uitspreken, zij zorgen voor ‘de stok’ voor goede zorg.
Toch levert dat niet altijd het verhoopte resultaat op. Misschien moeten we meer investeren in de wortel en de stok, in de dynamiek tussen beide, en vooral in de doorwerking van inzichten in goede zorg naar de alledaagse praktijk. En niet in een reeks inspirerende voorbeeldvoorzieningen, maar overal. In honderd procent van de zorgpraktijken.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies