Klinkt mooi, toch?
Toen ik begin dit jaar als thuisbegeleider begon te werken, dacht ik dat het mijn job zou zijn om ouders met een kind met een verstandelijke beperking te ondersteunen.
‘Zo veel administratie had ik niet verwacht.’
Je komt bij gezinnen thuis en leert elkaar kennen. Je gaat samen op zoek naar hun krachten, om van daaruit manieren te zoeken om met de beperking van het kind om te gaan. Wat heeft dit gezin nodig en hoe kunnen we dat proberen te bereiken?
Na al dat denkwerk komen we dan tot een aanpak waar ouders zich goed bij voelen en word ik overbodig. Klinkt mooi, toch?
Mijn eerste begeleiding
Maar wat blijkt? De eerste vragen die komen, gaan altijd over ‘papieren’. Ik duik samen met het gezin in een gigantische papierberg: voor de zorgtoeslag, de aanvraag voor een persoonlijk assistentiebudget of terugbetaling van hulpmiddelen.
Zo veel administratie had ik niet verwacht. Voor alles is er een vragenlijst, die dan liefst telkens nog door een ander persoon moet worden ingevuld en die we naar allemaal verschillende instanties moeten opsturen. Bij voorkeur allemaal digitaal.
De meest geschikte onderwijsvorm kiezen
Na de papierberg, de volgende vraag: “Welke school en onderwijsvorm is het meest geschikt voor ons kind?”
In de bacheloropleiding orthopedagogie knoopten docenten het belang van die vraag stevig in onze oren: een goede schoolkeuze is bepalend voor de ontwikkelingskansen van het kind. Voor kinderen met bijzondere noden is maatwerk cruciaal. Als thuisbegeleider voel ik me verantwoordelijk om de ouders en het kind bij deze keuze zo goed mogelijk te begeleiden.
Gewoon of buitengewoon?
Ik stel hen de mogelijkheden voor. Kiezen voor gewoon of buitengewoon onderwijs? Ik voel de steun voor de inclusiegedachte. Als je kind dit sociaal-emotioneel aankan en de juiste ondersteuning krijgt, moedig ik dit natuurlijk aan. Het kan een mooi parcours worden voor een kind.
‘Het gewoon onderwijs is niet klaar voor kinderen met een verstandelijke beperking.’
Helaas is de praktijk vaak minder rooskleurig, zowel voor de kinderen, hun gezin als de leerkrachten. Voortdurend duiken dezelfde getuigenissen op: het gewoon onderwijs is niet klaar voor kinderen met een verstandelijke beperking. Scholen en leerkrachten krijgen te weinig ondersteuning om die complexe uitdaging waar te maken.
Leerkrachten zijn heel vaak bereid om op een fijne manier deze kinderen extra te betrekken in de les. Maar kan je van hen verwachten dat zij weten hoe ze een kind met een beperking kunnen laten participeren in klasgroepen van meer dan twintig kinderen? En hoe zorg je ervoor dat alle kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben als er een leerling met extra ondersteuningsnood in de klas zit?
Beloftevol maatwerk in zicht
Buitengewoon onderwijs dan maar? Een emotionele stap om te beseffen en te aanvaarden dat je kind nood heeft aan een aangepaste school.
Maar geen nood, ik leg uit dat de meeste kinderen die ik begeleid naar Type 2 gaan. Dat is een onderwijstype dat specifiek bedoeld is voor kinderen met een matig verstandelijke beperking. Op maat van het kind dus.
Dat is ook waar mijn eigen loopbaan ooit begon. Ik weet hoe ongelooflijk hard de scholen en de leerkrachten daar hun best doen. Dus ook voor het kind waarvoor we nu een school zoeken.
Volzet
De keuze is gemaakt, nu nog een school vinden. Tien telefoons en evenveel smeekbedes verder volgt een hard verdict: alle scholen zijn volzet. Tegen die muur lopen doet pijn, maar ik kan niet anders dan doorgaan voor dit gezin. Ik wil zo graag alle gezinnen helpen, maar ik merk dat ik hen vaak moeten teleurstellen. Dat frustreert.
‘Gezinnen moeten onmogelijke compromissen sluiten.’
Gezinnen moeten onmogelijke compromissen sluiten. Dat je kind te lang op de bus moet zitten, dat de klik met de school er niet is of dat het eigenlijk een vierde keuze is, moet je er maar bijnemen. Dat is nog altijd beter dan helemaal niets. Je bent namelijk gewoon blij dat je kind naar school kan. Hopelijk voelt het een beetje goed voor jou, je kind en de school.
Soms gebeurt het dat kinderen helemaal geen plekje vinden in een school of maar enkele halve dagen naar school kunnen. Sommige ouders zeggen daarom zelfs hun job op en vangen zelf hun kind op. De financiële en emotionele stress nemen ze erbij. Intussen blijven ze wanhopig zoeken naar de juiste hulp en mist hun kind belangrijke ontwikkelingskansen omdat het geen gepast aanbod krijgt. Dus ze wachten.
Wachtlijsten
‘Wachtlijst’ lijkt het meest gebruikte woord in mijn job.
Zoek je een school? Wachtlijst. Wil je je kind laten onderzoeken in het kader van een diagnose? Wachtlijst. Zoek je een internaat? Wachtlijst. Of een aangepaste kinder- of vakantieopvang? Wachtlijst. Wil je graag thuisbegeleiding? Ja hoor, ook bij ons is er een wachtlijst. Of een persoonlijk assistentiebudget? Wachtlijst. Kinderpsychiater? Wachtlijst.
Wat heb ik bewondering voor dit gezin en haar netwerk. Hun rugzak wordt steeds zwaarder. Steeds vaker loopt er een straat dood of wordt deze vlak voor hun neus afgesloten. Ze blijven doorgaan en wringen zich in bochten om toch een goede bestemming voor hun kind te vinden.
Daarom wil ook ik ervoor blijven gaan, ondanks alle frustraties.
Reacties [7]
Ik denk als u de zorg wat echt meer salaris geeft en de oude ministers hun salaris met veel honderden verminderd komt er evenwicht in de zorg
Als ik als docent vertel dat ik nog als maatschappelijk werker werkte zonder wachtlijsten, ze geloven het niet.
Ook voor mij is dit zo herkenbaar. Als sociaal werker in een centrum voor ambulante revalidatie bots ik dagelijks op onze grenzen. Twee jaar of langer wachten is de norm geworden. Stel je voor dat je bij de tandarts of oogarts te horen krijgt: we erkennen het probleem, kom bij 3 jaar eens terug, dan is het jouw beurt. Niemand zou dit aanvaarden.
En probeer maar eens als ouder door de mallemolen van administratie te geraken soms denk ik ze maken het zo moeilijk omdat ouders zouden afhaken.
Soms word ik er moedeloos van, hoe erg moet het dan voor een ouder zijn?!
1/ Wachtlijsten… moeten we er met een zucht moedeloos van worden? Verlamd worden door de ‘schaarste’? België is een van de rijkste landen ter wereld. Waar gaat het geld naartoe?
2/ Wachttijden… nog steeds moet je als ouders van een kind of jongere veel langer wachten op een persoonlijke assistentiebudget waarmee je zelf persoonlijke assistentie kan regelen en inzetten voor inclusie, dan een plaats in een internaat. Draagkracht versterken van het sociaal netwerk rond een persoon is een belangrijke sleutel. Wacht dus niet om dat te doen.
Ik werk al 29 jaar in de non profit sector: eerst bij een VAPH voorziening en toen ik echt niet meer kon aanzien hoe de persoonsvolgende financiering en fusies van VAPH organisaties net steeds minder zorg op maat dan meer betekende, heb ik de bewuste overstap gemaakt naar Pleegzorg Limburg. Opnieuw herken ik dezelfde hiaten: heel veel papierwerk zowel bij de pleegzorgers alsook heel veel interne administratie (om te voldoen aan alle procedures). Het woord wachtlijst heb ik doorheen de 29 jaren dienst en over de 2 sectoren steeds meer moeten gebruiken. Corona heeft het probleem van de wachtlijsten hier enkel doen toenemen. Ik hoop dat het ooit zal veranderen, dat men ooit oren naar de hulpverleners en gebruikers aan de basis zal hebben. En ondertussen blijven we maar door ploeteren en kan ik ook alleen maar enorme bewondering en respect tonen aan ouders en pleegouders/pleegzorgers die voor een kind of volwassene met een handicap zorg dragen!
Heel herkenbaar. Ik werk nu inde geestelijke gezondheidszorg. Overal wachtlijsten, ik doe mijn werk super graag maar dit is de grootste frustratie voor een sociaal werker.
Des te groter deze schrijnende wachtlijsten worden, des te meer gaat men in de toekomst gedwongen zijn om het genoegen te moeten nemen dat er met een sloophamer en bruut geweld een geforceerde politieke ‘oplossing’ naar voor wordt geschoven die voor meer ellende zorgt dan ze mensen een echte kans geven.
Momenteel zijn velen door schaarste tot concurrentie gedwongen, of voelen velen zich gedwongen om het genoegen te nemen met ontoereikende zorgvormen en hun recht op aangepaste vraaggestuurde hulp op te geven.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies