Wonen is een grondrecht
Wonen is een grondrecht. En in ons land spijtig genoeg ook een kostbaar goed.
Vandaag slagen veel mensen er niet in om een betaalbare woning te vinden. De afgelopen jaren stegen de huisprijzen aan een duizelingwekkend tempo. Dat komt omdat we huizen zijn gaan zien als investering en mensen fiscaal aanmoedigen om eigenaar te worden van één of meerdere huizen. Deze politieke keuzes vormen een toxische cocktail voor onze woonmarkt.
‘De nood aan sociale woningen is gigantisch.’
Steeds meer gezinnen trekken dit niet meer. Zelf een woning aankopen lukt niet, een betaalbare huurwoning vinden is quasi onmogelijk. Gevolg? De wachtlijsten voor sociaal wonen waren nog nooit zo hoog.
De nood aan sociale woningen is in Vlaanderen gigantisch: 170.000 gezinnen staan op de wachtlijst, 250.000 gezinnen komen in aanmerking voor een sociale woning.
Politici over sociaal wonen
Afgelopen dagen hadden verschillende politici hier ‘oplossingen’ voor.
Vlaams viceminister-president Bart Somers (Open VLD) voegde daar een extra ballonnetje aan toe: hij stelt voor om de sociale huur van ‘arbeidsgeschikte’ huurders sowieso stop te zetten na negen jaar. Want wie na negen jaar en met intensieve begeleiding nog geen voldoende inkomen heeft om op de private huurmarkt terecht te kunnen… tja, die zal het wel aan zichzelf te danken hebben en die sociale woning niet verdienen, zeker?
Kinderen van de sociale woonwijk
Als kinderen opgegroeid in een sociale woonwijk, stoten al deze voorstellen ons tegen de borst. Letterlijk, we waren erdoor aangedaan, en nog meer door de reacties die volgden.
‘Het kwetst als er met zoveel dedain over je wordt gesproken.’
Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert feliciteerde zijn partijgenoot met het voorstel en voegde er op Twitter aan toe dat sociaal wonen geen ‘ticket 4 life’ mocht zijn. Lachaert stelde bovendien in de krant De Morgen dat het voor de kinderen belangrijk zou zijn om uit deze wijken te “klimmen” naar een meer dynamische en hoopvolle context.
De minister van Wonen sprak eerder al van sociaal wonen als “hangmat”. Andere reacties uit de onderbuik op sociale media hebben het over “profitariaat”. Het kwetst als er met zoveel dedain over je wordt gesproken, het schoffeert nog meer als er zo naar het gezin waarin je bent opgegroeid wordt gekeken.
Sociale mobiliteit
We zijn ervan overtuigd dat, naast de ongelooflijke grote inspanningen en opofferingen van onze ouders, kunnen opgroeien in een sociale woonwijk één van de belangrijkste redenen is geweest dat wij allebei sociale mobiliteit gekend hebben. Dat we wel hoger onderwijs konden volgen, ons wel professioneel hebben ontplooid, wel maatschappelijk konden participeren.
‘Sociaal wonen gaf ons niet alleen een dak boven het hoofd maar vooral stabiliteit.’
Sociaal wonen gaf ons als kind niet alleen een dak boven het hoofd en doenbare woonomstandigheden, maar vooral ook woonzekerheid en stabiliteit. Die stabiliteit kwam er na een lange periode van onzekerheid, met alle financiële, mentale en sociale gevolgen die daarmee gepaard gaan en waarvan de effecten veel verder gaan dan louter het materiële.
We zijn er ook van overtuigd dat de kans groot was, als na negen jaar een einde was gekomen aan ons sociaal wonen, dat het met ons anders was afgelopen. Na negen jaar moeten kijken naar de private woonmarkt was een ramp geweest.
Onze ouders
De hele periode dat wij opgroeiden was een permanente evenwichtsoefening, in de eerste plaats voor onze ouders. Hardwerkende ouders trouwens, dat soort verantwoording moet je blijkbaar geven om enig begrip te krijgen.
‘Onze ouders hebben zichzelf veel ontzegd, maar hebben hun kinderen wel de mogelijkheid gegeven kansen te grijpen.’
Ouders die steeds opnieuw moesten puzzelen om rond te komen, doordat tegenslagen uit het verleden nog niet helemaal overwonnen waren of omdat ze geconfronteerd werden met extra zorgnoden binnen het gezin. Ouders die zichzelf veel hebben ontzegd, maar zo hun kinderen wel de mogelijkheid gaven kansen te grijpen.
Ouders die geen leven in luxe konden bieden en die heel wat vragen van hun kinderen moesten beantwoorden met: “Het spijt ons, maar dat lukt niet”. Maar soms ook “ja” konden zeggen en net genoeg overhielden om ons toch die schoolreis naar Londen, een zomerkamp of hobby’s te gunnen.
Hardwerkende ouders die er alles aan deden om ons zo ‘normaal’ mogelijk leven te geven. En daar zijn ze ook in geslaagd.
Puzzelen
Ook voor ons was het puzzelen. Want opgroeien in een sociale woonwijk, betekent ook de confrontatie met stigmatisering en vooroordelen.
‘Opgroeien in een sociale woonwijk, betekent ook de confrontatie met vooroordelen.’
Vriendjes die niet mochten komen spelen, omdat je in “de wijk” woont. Leerkrachten die je slaagkansen laag inschatten want voor ons was hoger onderwijs te hoog gegrepen. Mensen horen spreken over het “getto” en daarom vaag blijven als je gevraagd wordt waar je woont. Een nieuw lief horen vertellen dat de ouders op hun hoede zijn, want “dat is toch ene van zo’n wijk?”…
Sociaal wonen heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het feit dat we als gezin niet in de armoede zijn verzeild. Maar, nogmaals, dat heeft bijzonder grote inspanningen, opofferingen en permanent gepuzzel gevraagd. Net daarom is het zo kwetsend dat je politici hoort beweren dat als je na negen jaar je zaakjes nog niet op orde hebt, je die tijd wel in een hangmat hebt doorgebracht of dat je ervan uitging dat je een loterijprijs voor het leven had binnengehaald.
Anno 2022 wordt het stigma waar je vroeger mee geconfronteerd werd, nog maar eens bevestigd en versterkt.
Geen cadeau
Sociaal wonen wordt opnieuw voorgesteld als een cadeau waarvoor je dankbaar moet zijn, en waar we als gezin dan blijkbaar nog te lang oneigenlijk gebruik van hebben gemaakt. Hier door politici niet positief in erkend worden, geeft mensen die opgroeien of opgegroeid zijn in een sociale woning mentaal een knauw.
Terwijl sociaal wonen in de eerste plaats gaat om correcties op systeemfouten en het garanderen van grondrechten – iets waarvoor noch onze ouders, noch wij dankbaar moeten zijn. Tenzij dankbaar om te kunnen leven in een samenleving waar je op zo’n georganiseerde solidariteit mag rekenen. Solidariteit waaraan door ons gezin overigens ook werd en wordt bijgedragen.
Solidariteit
Voor veel gezinnen schiet die gemeenschappelijke solidariteit trouwens nog te kort. Want wij weten en begrijpen dat het heel wat gezinnen niet lukt om de inspanningen te leveren die wij in onze gezinnen wel hebben gezien, zonder dat dat betekent dat er sprake is van onwil of profitariaat. Soms zijn de uitdagingen gewoon te groot, het dal te diep of wordt er meer draagkracht verwacht dan beschikbaar is.
‘Wij zijn er inmiddels trots op ‘ene van de wijk’ te zijn.’
Voor ons is het anders gelopen, dankzij een sterk sociaal systeem van woonondersteuning en woonzekerheid. Wij zijn er inmiddels trots op ‘ene van de wijk’ te zijn. Maar met de recente voorstellen wordt dat sterke systeem van sociaal wonen ondergraven.
Vertrekkend vanuit onze eigen ervaring, vinden we dat het politiek debat rond wonen van andere premissen moet vertrekken dan het wantrouwen tegenover sociale huurders dat nu de boventoon voert. Vertrek vanuit de grote nood die er is aan betaalbaar wonen, werk goede woonoplossingen uit en besef dat heel wat mensen langdurige ondersteuning nodig hebben.
Armoede gaat over meer dan een tekort aan middelen. Armoede gaat over uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Zorg er dan ook voor dat mensen de kans krijgen ook aan die andere levensdomeinen te werken. Zo niet, dan kiezen we voor armoedemanagement en beperken we ons er als samenleving toe om mensen in staat te stellen te overleven. Maar laten we dan niet doen alsof het discours over “kansen grijpen” en “opklimmen” meer is dan een manier om de verantwoordelijkheid van je af te schuiven.
Reacties [8]
Ik groeide op in een sociale woning en ben er fier op. Ook vandaag strookt de doorsnee sociale huurder niet met de heersende beeldvorming. Hoog tijd om die te doorbreken.
Ik ben opgegroeid in een sociale woonwijk. De zekerheid dat je kan blijven wonen én dat de huishuur wordt aangepast als je pech hebt dat je vader werkloos wordt, zorgen voor minder stress in een gezin. Dat geeft ruimte in het hoofd om andere dingen te doen dan je chronisch zorgen te maken: ruimte om te gaan studeren en het op financieel vlak beter te hebben dan jouw ouders. Ze zijn er in geslaagd, mijn ouder, om ons (vijf dochters) alle kansen te geven. En de ondersteuning van de zekerheid op wonen heeft hier een grote rol in gespeeld.
Als samenleving kunnen we de keuze maken om iedereen het recht te geven op betaalbaar en betrouwbaar wonen. Als het de politiek echt menens is om mensen uit armoede te houden of te halen: zorg voor meer sociale woningen (mét zonnepanelen op het dak zodat ook de energiefactuur onder controle blijft)
Zo herkenbaar. Ik heb zelf een dochter opgevoed en we woonden in een sociale woonwijk. Heel soms was er financiêle steun voor de opvoeding door papa, maar meestal niet. Ik werkte – voltijds – en toch ben ik ervan overtuigd dat ik heel wat kansen niet had kunnen bieden aan mijn dochter wanneer ik niet in aanmerking was gekomen voor sociale huur. De huurprijzen in Leuven waren veel te hoog voor mijn beperkte inkomen. Het gaf me rust in mijn hoofd, een korte periode van werkloosheid maakte me niet dadelijk bang voor de toekomst, en er was ruimte voor een extraatje. Als er iets stuk ging waren de kosten voor herstelling betaalbaar voor mij. Mijn dochter is nu assistent aan de universiteit…
Ik begrijp dat politici iets willen doen aan de lange wachtlijsten voor sociale huisvesting, maar dit laatste voorstel was niet de oplossing. Creativiteit is noodzakelijk en er zal écht iets moeten gebeuren aan de huurprijzen, vooraleer men zo’n voorstellen lanceert.
Succes ermee !
De ‘roots’ van politici met dergelijk (gemanipuleerde) afgunstige “ballonnen” kunnen onmogelijk ‘Liberaal’ zijn… Zou wijlen Willy De Clercq er nog zijn geweest, dan werden zij al zeker stante pede uit de partij gezwind. (De dissident)
Toch graag een opmerking, door sommige mensen inderdaad heel lang in een sociale woning te laten wonen blijven velen die het echt veel meer nodig hebben letterlijk in de kou staan. Als ik als alleenstaande, gehandicapte moeder van het sociaal verhuurkantoor te horen krijg “dat ik teveel verdien” en ik moet daardoor in een onaangepaste woning blijven en me blauw betalen ,niet alleen aan huur maar ook aan gas en electriciteit ( slecht epc) dan doet dat toch weer zeer als anderen, met 2 werken en recht hebben op sociale woning
Met twee werken is niet noodzakelijk een vetpot, en misschien hebben deze mensen ook nog andere niet zichtbare redenen om er te blijven.
Bvb om eindelijk wat stabiliteit te hebben, na jarenlange onzichtbare miserie
Wel een moeilijke ook is als men gezinnen te lang in een te grote woning laat als het gezin minder groot is doordat kinderen uit huis gaan.
Maar ook hier weer de vraag of men hen dan moet laten verhuizen of wegsturen, een zeer moeilijke.
Huur is volgens inkomen, misschien betalen die mensen een hogere huur, net wat minder dan dat ze op de private markt zouden betalen.
Nogmaals een bewijs hoe ver dat politici van de gewone, hard werkende mens staan.
Ik groeide zelf ook op in sociale woonwijk wat mij vooral bij gebleven is dat kleine kinderen gelijk zijn en het tof om met zoveel samen buiten te spelen. Eens een jaar of 12 a 14 word heb ik zelf een verschil ondervonden in opvoeding , vrije tijdsbesteding en opleidingskansen. Of dit een verschil had gemaakt in een niet sociale wijk laat ik in het midden. Gevolg gëen ervaring in verenigsleven, taalarmoede en andere waarden en normen als hoogschoolden ook al ik heb mijn bachelor soc. Werk behaald. Het verleden is volgens mij wel belangrijk.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies