De cijfers
Het aantal uithuiszettingen in Vlaanderen blijft een blinde vlek. Een gebrekkige registratie bij justitie is daar niet vreemd aan. In 2016 kregen de OCMW’s door dat bij 12.242 huurders een juridische procedure werd gestart waarin de uithuiszetting werd gevorderd. Dat zijn meteen ook de meest bruikbare cijfers.
‘Het aantal uithuiszettingen blijft een blinde vlek.’
We weten echter niets over het aantal effectieve vonnissen tot uithuiszetting. Wat we wel weten, is dat het niet om een faits divers gaat. Niet in aantal en niet in impact. Elke uithuiszetting is een aantasting van het recht op wonen.
Begeleiding
Aan elke uithuiszetting gaat natuurlijk een geschiedenis vooraf. Wanneer een geschil aansleept, dan kan de verhuurder de uithuiszetting verzoeken bij de vrederechter.
In een ideale wereld hoeft het zover niet te komen. Wanneer de dreiging reëel wordt, zou de huurder meteen beroep moeten kunnen doen op ondersteuning. Projecten van CAW’s rond preventieve uithuiszetting spelen hier op in. Deze aanpak blijkt behoorlijk succesvol, maar wordt nog niet over gans Vlaanderen uitgerold.Vancoppenolle, V. (2016), ‘Mensen willen vooral een dak boven hun hoofd. Preventie van dak- en thuisloosheid’, Sociaal.Net, 10 november 2016.
Verstek
Wanneer het toch tot een juridische procedure komt, blijven huurders vaak afwezig in de rechtszaal. Die vaststelling is betreurenswaardig, maar heeft een aantal redenen. Denk bijvoorbeeld aan het moeilijk begrijpen van juridische taal, weinig vertrouwen in de rechtbank of aangetekende brieven die niet worden afgehaald.
Laagdrempelige ondersteuning kan hier soelaas brengen. Geef huurdersbonden bijvoorbeeld de bevoegdheid om hun leden te vertegenwoordigen voor de rechtbank.
Wanneer de verhuurder de uithuiszetting vraagt aan de vrederechter, wordt het OCMW hiervan op de hoogte gebracht. Vaak is het dan al te laat om nog echt in te kunnen grijpen, maar soms kan een aanklampende aanpak toch nog het verschil maken.
Sociale huur
Niet alleen op de private, maar ook op de sociale huurmarkt vinden uithuiszettingen plaats. We stellen vast dat heel wat sociale verhuurders intensief proberen om uithuiszettingen te vermijden. In samenspraak met de betrokken huurders en met welzijnsorganisaties kunnen ze al in een vroeg stadium stappen ondernemen om het probleem te ontmijnen. Vaak met positieve resultaten.
‘Wat is het alternatief?’
Tegelijkertijd merken we dat een aantal sociale huisvestingsmaatschappijen bij elke juridische betwisting meteen dreigen met de mogelijke verbreking van de huurovereenkomst. Deze zware sanctie zou vaak juridisch niet standhouden, maar zorgt wel voor heel wat bezorgdheid bij de huurder. Laat ons wel wezen. Alleen al de dreiging van een uithuiszetting zorgt voor grote ongerustheid bij de betrokken huurders en brengt onnodig zijn woonzekerheid in gevaar.
Daarnaast moeten we ons er van bewust zijn dat een uithuiszetting uit een sociale woning vaak het begin is van een uitzichtloze zoektocht naar een andere woonoplossing. Want wat is het alternatief?
Huurder als slachtoffer
In principe is er pas sprake van een uithuiszetting nadat de vrederechter dit oordeel velt. Toch nemen sommige private verhuurders het heft zelf in handen. Denk aan verhuurders die zelf de deursloten vervangen of de woning laten leeghalen. Deze vorm van huisvredebreuk is illegaal en ontoelaatbaar, maar het gebeurt wel. Dit zijn malafide verhuurders die profiteren van machteloze huurders die vaak niet goed geïnformeerd zijn, geïntimideerd worden of een onzeker statuut hebben.
‘Een gericht en effectief woonbeleid is nodig.’
Soms verklaart de burgemeester ook een woning onbewoonbaar en moeten de huurders het pand verlaten. De onbewoonbaarverklaring komt er vaak doordat de verhuurder zich niet bekommert om de minimale woningkwaliteit en veiligheid. De lokale overheid zou dan in herhuisvesting moeten voorzien, maar daar loopt het vaak spaak. De huurder is dan dubbel slachtoffer. Eerst van het wonen in een niet-kwaliteitsvolle, soms zelfs gevaarlijke, woning. Daarna omdat er geen deftig alternatief is.
Huurachterstal
Veruit de meeste uithuiszettingen ontstaan door oplopende huurachterstallen. De beste preventie van uithuiszettingen is dus zorgen dat wonen betaalbaar blijft. Daarvoor is het in eerste instantie belangrijk dat huurders hun rechten opnemen. Schrijf je in bij de sociale huisvestingsmaatschappij of het sociaal verhuurkantoor en ga na of je recht hebt op een huursubsidie of huurpremie zolang je op de private huurmarkt huurt.
Daarnaast is er een gericht en effectief woonbeleid nodig. Dat zorgt naast een pak meer sociale woningen ook voor toegankelijke huurtoelages met beperkte en realistische voorwaarden.
Huurgarantiefonds
Een gerichte maatregel om uithuiszettingen tegen te gaan, is de hervorming van het bestaande huurgarantiefonds. Wanneer een huurder zijn huur niet meer kan betalen, door bijvoorbeeld het verlies van zijn job, dan neemt het fonds dit een tijdje over zodat de verhuurder de huur blijft ontvangen. In de praktijk werkt het fonds echter niet. Teveel onnodige voorwaarden kelderen de nochtans mooie uitgangspunten.
‘Het huurgarantiefonds werkt niet.’
Uithuiszettingen in de winter zorgen altijd voor nog meer beroering. Uithuiszettingen uitstellen tot na de winter, waardoor de schuld bij de verhuurder oploopt, is ook niet de goede oplossing. De kans bestaat dan dat de verhuurders nog sterker hun huurders zullen selecteren. Door het fonds in bepaalde gevallen langer te laten tussenkomen in de winter zou je echter wel de huurder nog iets beter kunnen beschermen zonder dat de verhuurder daar slachtoffer van is.
Vlaamse Woninghuurdecreet
Door de bevoegdheidsoverdracht van de huurwetgeving, kreeg deze Vlaamse Regering een sterke hefboom in handen om het verschil te maken. Die kans blijken ze echter niet te grijpen.
In het Vlaams Woninghuurdecreet, dat binnenkort naar het parlement gaat, is hierover maar één uiterst beperkte wijziging terug te vinden. Namelijk dat huurders niet langer de mogelijkheid zullen krijgen om zich te verzetten tegen de kennisgeving aan het OCMW. Zo is er minder tijdverlies en wordt het OCMW sneller op de hoogte gebracht. Een grote verandering hoeven we dus niet meteen verwachten.
‘De Vlaamse Regering grijpt haar kans niet.’
Deze regering heeft nog een jaar tijd om werkelijk het verschil te maken en uithuiszettingen tegen te gaan. Dit moet nu tot één van haar prioriteiten uitgroeien.
Reacties [4]
Transparantie tussen de hulpverleners/begeleiders, preventief werken, en samenwerken met de sociale dienst van de sociale huisvestingsmaarschappijen zou al heel wat leed kunnen voorkomen.
Ook schulden zijn vaak een oorzaak van uithuiszetting. Gerechtsdeurwaarders en vooral de schuldeisers houden vaak geen rekening met het totaalplaatje van kosten die en cliënt heeft. Werk maken van een cliëntvriendelijker schuldinvordering kan misschien ook al leiden tot minder uithuiszettingen.
Psychische kwetsbaarheid en/ of verslavingsproblematiek kunnen ook leiden tot uithuiszetting. Het is telkens een traumatische ervaring. Vermaatschappelijking van zorg zou ook moeten betekenen dat GGZ werkers meer op het terrein zijn, outreachen en samenwerken met OCMW’s, sociale huisvesting, CAW…
Deze Vlaamse regering bemoeilijkt bovenop het werk van de ocmw ‘s en duwt de mensen nog meer de armoede met de herinvoering van de 3 maanden huurwaarborg!
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies