Irshad, Mahmoud en Ali
“Ik ben Irshad (17) en kom uit Afghanistan. In Afghanistan ging ik nooit naar school. Ik kan niet lezen of schrijven in mijn moedertaal en ik stotter heel erg. Ik heb schrik voor mijn achttiende verjaardag: ik kan nog niet alleen wonen in België, daarom wil ik graag een assistent die mij hierbij helpt.”
‘Ik woon in een groot opvangcentrum maar daar ben ik bang.’
“Ik ben Mahmoud (16) uit Eritrea. Onderweg naar hier heb ik heel erge dingen gezien, in Libië hebben ze mij veel pijn gedaan. Ik woon in een groot opvangcentrum maar daar ben ik bang. Het lawaai, de vele mensen… Ik heb vaak nachtmerries maar ook overdag kan ik soms heel erg bang worden. Ik zou graag verhuizen naar een rustige plaats.”
“Ik ben Ali (12). Ik ben drie jaar onderweg geweest naar België. Het was een moeilijke weg. In Turkije moest ik werken in een schoenenfabriek om geld te verdienen voor mijn reis. Ik mis mijn ouders elke dag, ik vind het moeilijk om te bellen, want dan moet ik wenen. Ik wil graag verhuizen naar een plek waar ik me een beetje thuis kan voelen. Waar de begeleiders tijd hebben om met mij te spelen en te helpen met mijn huiswerk.”
Even wat meer context
Ik ben voogd van deze jongeren en ben vandaag hun spreekbuis.
Als voogd van niet-begeleide minderjarigen heb ik de opdracht om voor ‘mijn’ jongeren opvang te voorzien die voldoet aan hun begeleidingsnood. Heel concreet klinkt dit zo in de voogdijwet: “De voogd neemt contact op met de bevoegde overheden inzake huisvesting (Fedasil, Gemeenschappen, lokale besturen) met het oog op het aanvragen van huisvesting die geschikt en aangepast is aan de behoeften en individuele noden van de minderjarige.”
‘Ze hebben bijna altijd een duidelijke ondersteuningsnood omwille van hun jonge leeftijd, trauma en verlies.’
Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen hebben bijna altijd een ondersteuningsnood. In de eerste plaats psychosociaal omwille van trauma, verlies, het alleen zijn, de onzekere verblijfssituatie, hun jonge leeftijd, een beperking… Maar evengoed omdat ze verloren lopen in een nieuw land met een andere cultuur waar van hen verwacht wordt dat ze heel snel op eigen benen staan.
Het is als voogd mijn opdracht om deze jongeren met een ondersteuningsnood aan te melden voor een traject binnen de jeugdhulp. Alleen krijg ik te vaak dit antwoord: “Helaas hebben we beslist om jouw pupil niet op de wachtlijst te zetten. Of: wij begeleiden geen jongeren met een precair verblijf.” Collega-voogden botsen vaak op dezelfde muur in de jeugdhulp. Nochtans zegt de jeugdhulp er te zijn voor alle jongeren met een ondersteuningsnood.
Schrijnende situaties
In de grote opvangcentra van Fedasil doen begeleiders wat ze kunnen om deze jongeren te ondersteunen. Maar de realiteit is dat zij met bijzonder weinig collega’s een veel te grote opdracht hebben. Hierdoor staat de veiligheid en goede opvolging van de meest kwetsbare jongeren onder druk.
‘Een jongere die beide ouders verloor, kwijnt langzaam weg in de opvang.’
Dit leidt tot heel schrijnende situaties. Een jongere die beide ouders verloor, kwijnt langzaam weg in de opvang en laat zijn schooltraject schieten omdat hij het niet meer kan opbrengen om uit bed te komen. Een vijftienjarige jongen wordt in de collectieve opvang tot twee keer toe slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een andere getraumatiseerde vijftienjarige wordt na elk gedragsincident ‘getransfereerd’ naar een ander opvangcentrum…
Kortom: de collectieve opvang is niet de plek voor deze jongeren. De jeugdhulp is beter uitgerust voor de begeleiding van deze jongeren. Dat bewijzen meerdere voorzieningen in Vlaanderen en Brussel. Alleen zijn er ook te veel diensten en voorzieningen die twijfelen en weigeren deze jongeren op te nemen. Daardoor verblijven te veel minderjarigen te lang in collectieve opvangcentra. De gevolgen voor de ontwikkeling van jongeren met bijzondere ondersteuningsnoden zijn nefast.
Kinderrechten
Ik ben voogd geworden om de rechten van deze bijzonder kwetsbare groep jongeren te vrijwaren. Ik ben het ook gewoon om te moeten ‘vechten’, want hun kinderrechten staan op heel wat vlakken onder druk. Maar het feit dat voorzieningen uit de jeugdhulp – bij uitstek zij die er moeten zijn voor de meest kwetsbare jongeren in onze samenleving – hen geen plek kunnen geven, kan ik niet begrijpen.
‘Dat voorzieningen uit de jeugdhulp hen geen plek kunnen geven, kan ik niet begrijpen.’
Wat ik wel begrijp, zijn de individuele vragen en zorgen bij begeleiders: de wachtlijsten zijn enorm, er is een personeelstekort en de draagkracht van zij die wel nog aan de slag zijn, is niet oneindig rekbaar. De begeleiding van niet-begeleide minderjarigen doet vragen rijzen: Hoe moet ik communiceren als de jongere geen Nederlands kan? Hoe werk je met ouders die op afstand aanwezig zijn? Hoe werkt het vreemdelingenrecht? Wat doen we als die jongere geen wettig verblijf krijgt?
Het zijn legitieme vragen, maar ook vragen die een antwoord kennen. Net als bij alle andere kinderen en jongeren gaat het om maatwerk, trial-and-error en om het zoeken naar verbinding. Er bestaat in de jeugdhulp ook al heel wat expertise bij begeleiders en voorzieningen die de sprong wel waagden. Bovendien zijn er ook goede praktijken uit het welzijnswerk voor volwassen nieuwkomers die kunnen inspireren.
Daarom een oproep aan de jeugdhulp: maak er werk van! Maak ruimte voor de vragen en zorgen die er leven, maak uitwisseling mogelijk, zet de focus op de goede praktijken die er zijn en zet iedereen rond de tafel. Deze jongeren staan te trappelen om hun toekomst in Vlaanderen waar te maken. Laten we even ambitieus zijn in onze opdracht als de jongeren zelf.
Reacties [3]
Ik werk bij Joba Vluchtelingen werking voor jongeren. Ik stel voor om de jongeren van 17 jaar in te schrijven op de wachtlijst van het CBAW indien mogelijk
Ik ben zelf voogd en deel volledig deze visie. Ik heb veel bewondering voor de veerkracht die deze jongeren tonen. Ze verdienen respect.
Dit is hartverscheurend. Helaas kan ik niets – buiten hervormingen bepleiten via de stembus – concreet betekenen voor deze jongeren op dit moment.
Chapeau en die persoon die de zorgen op zich heeft genomen. Beschamend dat zulke zaken schering en inslag zijn verworden.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies