Buiten de lijntjes
Cellen bijbouwen is geen fundamentele verandering, maar wel meer van hetzelfde. Dat strooit zand in de ogen: er gebeurt wel wat in de strijd tegen overbevolkte gevangenissen, maar de nood aan meer fundamentele verandering was nooit zo hoog.
‘Cellen bijbouwen is geen fundamentele verandering.’
Ideeën over meer ingrijpende alternatieven liggen nochtans voor het grijpen. Detentiehuizen bijvoorbeeld. De detentie grijpt daar plaats in kleinschalige, gedifferentieerde detentievormen die beter dan gevangenissen verankerd zijn in het maatschappelijk weefsel. Problemen blijven daardoor beheersbaar en gedetineerden worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden.
Deze detentievorm is een constructief voorstel voor een veiligere samenleving. Het is dus veel meer dan een variant op de gevangenis. En het blijft niet bij ideeën. De proefprojecten die op dit moment ingediend worden, hebben de ambitie om baanbrekers te zijn in een omslag van de strafcultuur.
Tijd nodig
Maar de tijd is nog niet rijp voor een algemene doorbraak. Daarvoor is het maatschappelijk draagvlak te broos. Een democratische samenleving heeft tijd nodig om te wennen aan de idee van een re-integratiegerichte detentie.
Historisch besef kan het ongeduld temperen. Het heeft ook enkele eeuwen geduurd vooraleer de lijfstraffen in dit deel van de wereld uit de markt werden gewerkt door de gevangenisstraf, tot men die laatste dus ‘straf genoeg’ vond. Hopelijk duurt het in tijden van grote maatschappelijke veranderingen iets minder lang om de detentie te herijken.
Eb en vloed
Sleutelactoren in deze grondige omwenteling zijn moedige politici die hun schouders zetten onder een ‘gedifferentieerde strafuitvoering’. Vaak zijn het vooruitziende justitiespecialisten die hun partijgenoten met de nodige moeite overtuigen. Het valt me op dat in deze materie de scheidingslijn tussen progressief of conservatief van weinig belang is. Hier wordt het verschil gemaakt door het inzicht, de moed en het soortelijk gewicht van de politicus in kwestie.
Ook budgettaire krapte bepaalt of en wanneer een echte ommezwaai het daglicht ziet. Nu eens werkt dat vertragend, dan weer versnellend. Zo kan je verwachten dat een overheid die krap bij kas zit, sneller kleine detentiehuizen ontplooit dan peperdure megaprojecten zoals de nieuwe gevangenis van Haren. Maar wanneer private partners hun duit in het zakje willen doen, ziet dat plaatje er ineens heel anders uit. Of plots duiken gevangenissen op in de media als broeihaarden van radicalisering. Dat geeft dan weer even zuurstof aan een meer kleinschalige en persoonlijke aanpak van gedetineerden.
‘Cijfers tonen veel recidive en weinig re-integratie.’
Vele kaarten moeten gunstig liggen om dat moment vast te houden als katalysator voor verdere verandering. En niet vergeten dat ook wetenschappelijk onderzoek mee aan de kar trekt van grondige verschuivingen in het penitentiair beleid. Cijfers en statistieken tonen veel recidive en weinig re-integratie. Al dat overtuigend materiaal moeten we vasthouden om een aftands penitentiair beleid te onderwerpen aan een grondige vernieuwingskuur.
Late start
De druk om met zoveel mogelijk partners een realistisch maar ingrijpend alternatief uit te werken, is groot. Het na te streven doel is helder: het realiseren van kleinschalige detentievormen die beter geïntegreerd zijn in de samenleving. Die detentievormen bieden een meer humaan en constructief antwoord op verschillende onderliggende problemen, onder andere door een plaats toe te kennen aan de talenten van gestrafte burgers.
‘De trein van verandering draait nog niet op volle toeren.’
Maar die trein van verandering draait nog niet op volle toeren. Daardoor hebben we ondertussen een aanzienlijke achterstand opgelopen. Criminologen, waaronder ikzelf, moeten een mea culpa slaan. Al bestaat er een diepgeworteld ongenoegen over de huidige detentie, we geraakten met onze kritiek niet veel verder dan het abolitionistisch discours of het botte ‘afschaffen die boel’. We sprongen wel in de bres voor elektronisch toezicht of autonome werkstraffen, maar lieten toe dat het aantal gedetineerden verder aandikte. Die eigen intertie werd genadeloos afgestraft toen we voorbij gestoken werden door de aankondiging van het eerste masterplan voor het bijbouwen van nieuwe stervormige gevangenissen.
Geen recuperatie
Die zelfkritiek is nu een opportuniteit om eindelijk de mouwen op te stropen voor de grote ommekeer. Het is hoog tijd om werk te maken van een nieuw penitentiair paradigma waarin een een herstel- en re-integratiegerichte detentie centraal staat. Met de conceptuele uitbouw van het ‘Detentiehuis’, in de schoot van de Liga voor Mensenrechten, zijn we met vzw De Huizen uit de startblokken geschoten. De geboorte werd in 2013 aangekondigd met het boek ‘Huizen naar een duurzame penitentiaire aanpak’ en de studiedag ‘Van gevangenis naar detentiehuis’. Ondertussen werden er ook proefprojecten ingediend.
‘Door volharding heeft het idee een stevige voet aan wal gekregen.’
Bij de aankondiging van de geboorte van dit buitenechtelijk kind, steigerde de penitentiaire familie. Want gewoontes en zekerheden werden op de helling gezet. Het kind werd niet levensvatbaar verklaard, laat staan dat het erkend zou worden. Maar door volharding heeft het idee ondertussen een stevige voet aan wal gekregen. Nu moet het verder zijn eigen weg gaan. En oppassen dat het niet gerecupereerd wordt door een lange en taaie gevangenistraditie.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies