Budget neemt toe
Over de kwaliteit van onze ouderenzorg en woonzorgcentra is de laatste tijd al veel inkt gevloeid. Eén actor kwam tijdens die heisa weinig aan bod: de ziekenfondsen.
Door de zesde staatshervorming is de financiering van de woonzorgcentra overgeheveld naar de gemeenschappen. Voordien maakten de ziekenfondsen en de belangenvertegenwoordigers van de woonzorgcentra afspraken over de financiering van de centra.
‘Een woonzorgcentrum is duurder dan een ziekenhuis.’
De ziekenfondsen bepaalden mee of en hoe het budget van de ziekteverzekering voor de woonzorgcentra zou stijgen. Ze beslisten ook hoe dit budget best ingezet werd. En dus hoeveel en welk personeel er in een woonzorgcentrum moest werken.
Op die manier steeg het budget voor de woonzorgcentra de voorbije tien jaar met gemiddeld 10%. Dat geld werd vooral gebruikt voor uitbreiding van het aanbod. De ziekenfondsen zorgden dus samen met de werkgevers en vakbonden voor enorme groeicijfers in de residentiële ouderenzorg.
Inspectie ouderenzorg
De ziekenfondsen zijn via hun adviserend geneesheren al jaren inspecterende bezoekers van de woonzorgcentra. Deze inspecties blijven beperkt tot de controle op de inschaling van de zorgzwaarte. Controle op de kwaliteit van de verleende zorg was veelal afwezig.
Terwijl de ziekenfondsen praktisch elk jaar opnieuw rapporteren over de stijgende prijzen van éénpersoonskamers in ziekenhuizen, zwijgen ze over de dure dagprijzen in de woonzorgcentra of de kosten voor de gebruikers in de thuiszorg. Er zijn ook geen rapporten vanuit de ziekenfondsen over de kwaliteit van de woonzorgcentra.
Nochtans is de kostprijs van de opvang in een woonzorgcentrum een pak duurder dan de verzorging in een ziekenhuis. Ook liggen de kosten voor een chronisch zieke van niet-medische zorg zoals gezinszorg of incontinentiemateriaal veel hoger dan de medische kosten.
Waarom blijven de ziekenfondsen achter?
De laatste jaren zijn de ziekenfondsen verwikkeld in een onverbiddelijke strijd. Allemaal willen ze de jonge, gezonde generatie binnenhalen. Jonge leden moeten overtuigd worden met voordelen die specifiek op hen gericht zijn.
‘Ziekenfondsen zijn verwikkeld in een onverbiddelijke strijd.’
Deze strijd tussen de ziekenfondsen wordt gevoerd met ledenbijdragen van alle leden, ook die van chronisch zieken, oudere zorgbehoevenden of personen met een handicap.
Een pact met Maggie De Block
De federale minister van Volksgezondheid Maggie De Block sloot een pact met de ziekenfondsen over hun toekomstige rol. Centrale boodschap: het ziekenfonds moet een gezondheidsfonds worden.
De ziekenfondsen hebben een belangrijke rol binnen de verplichte ziekte -en invaliditeitsverzekering. Ze betalen een doktersbezoek terug en zorgen voor een uitkering als je ziek valt.
Maar daarnaast innen de meeste ziekenfondsen via de ‘verplichte’ ledenbijdrage een enorm groot bedrag, dat hoger is dan bepaalde overheidsbudgetten in de zorgsector. Deze miljoenen gebruiken ze om voordelen en diensten aan te bieden aan hun leden.
Wie zijn de leden?
‘Die leden staan in het centrum van de dienstverlening’, zo luidt het bij de meeste ziekenfondsen. Maar wie zijn die leden? Hét lid bestaat niet. De leden zijn zowel jonge gezonde twintigers als zorgbehoevende tachtigers. De leden zijn jonge gezinnen met kleine kinderen, maar ook chronisch zieke senioren die in een woonzorgcentrum verblijven.
‘De Block wil een doelmatiger gebruik van de geïnde gelden.’
Gelukkig blijven de ziekenfondsen mensen met hoge zorgnoden door ziekte, handicap of zorgbehoefte informeren, adviseren en begeleiden. Gelukkig gaat een deel van de ledenbijdragen naar voordelen voor zieken en ouderen zoals tussenkomsten bij gezinszorg, dagverzorgingscentra en kortverblijf.Goris, P. (2018), ‘Achter elk formulier schuilt een verhaal. Maatschappelijk werk in het ziekenfonds’, Sociaal.Net, 14 mei 2018.Maar in vergelijking met vroeger gaat vandaag veel meer geld naar voordelen voor jonge gezonde leden zoals bosklassen, lidmaatschap jeugdverenginng, kinderoppas en remgeld voor zieke kinderen. Anders dreigen die gezinnen te verhuizen naar een ander ziekenfonds…
Maggie De Block wil met haar pact zorgen voor een doelmatiger gebruik van de verplicht geïnde gelden, hoofdzakelijk ten bate van de zieken, niet voor de werving van jonge leden via snoepvoordelen. Alle geboden voordelen moeten volgens De Block evidence-based zijn: “Zo dienen voordelen daadwerkelijk te gaan over gezondheid. Tussenkomsten die in tegenspraak zijn met de stand van de wetenschap zullen geschrapt worden.”
Beter besteed geld
De overheid kampt met weinig middelen en lange wachtlijsten, zeker in de zorgsector.
Is het niet zinvoller dat ziekenfondsen die miljoenen euro’s aan lidgelden inzetten voor mensen met een hoge zorgnood dan te zorgen voor een korting op wellness, fietskarren, Weightwatchers of Bobbejaanland? Moeten solidair geïnde bijdragen niet bij voorrang gebruikt worden voor leden met de grootste risico’s en kosten?
Een pact met Vlaanderen
Een deel van de tussenkomsten van de ziekenfondsen hebben te maken met zorgsectoren waarvoor Vlaanderen bevoegd is. Denk aan de zorg voor personen met een handicap of de ouderenzorg. Waarom zoeken de ziekenfondsen niet naar meer interferentie met het welzijnsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap?
‘Vlaanderen kan extra financiële inbreng gebruiken.’
Het ligt voor de hand dat beide elkaar kunnen versterken. Een Vlaams welzijnsbeleid met een tekort aan middelen kan de bijkomende financiële inbreng goed gebruiken. Ik pleit dan ook voor een pact Vandeurzen: Laat op een gecoördineerde wijze het overheidsgeld en de middelen van de ziekenfondsen elkaar versterken.
Vlaanderen kan de tekorten in de ouderenzorg, thuiszorg, gehandicaptenzorg zo een stuk wegwerken.
Doelmatig beleid
Vlaanderen besteedt 1.6 miljard euro aan de financiering van de zorg voor personen met een handicap, 653 miljoen gaat naar de thuiszorgdiensten en nog eens 2 miljard naar de financiering van de woonzorgcentra.
Aan de zorgbehoevende ouderen keert Vlaanderen 250 miljoen euro uit via de zorgverzekering en 360 miljoen via de Tegemoetkoming voor Hulp aan Bejaarden, intussen herdoopt tot Vlaamse Sociale Bescherming. Met dit geld is doelmatiger beleid mogelijk dan nu. En dit zonder één euro meer.
‘We hebben nood aan een pact Vandeurzen.’
De verplichte ledenbijdrage brengt de Vlaamse ziekenfondsen ongeveer 500 miljoen euro op. Via een pact Vandeurzen zouden ziekenfondsen en de Vlaamse welzijnsminister ervoor kunnen zorgen dat een groter deel van de verplichte ziekenfondsbijdrage gaat naar de leden met de grootste zorgnood. Tussenkomsten kunnen bijvoorbeeld gaan naar de kosten van het woonzorgcentra, dagcentra, kortverblijf en diensten gezinszorg.
En waarom installeren we voor de ouderenzorg, net zoals in de ziekteverzkering, geen systeem van maximumfactuur? Of waarom maakt de minister met de ziekenfondsen geen afspraak dat ze naast hun hospitalisatiepolis ook een zorgpolis op de markt brengen die de kosten van een woonzorgcentrum of thuiszorg dekt?
Vertegenwoordigers van de gebruikers
Vlaanderen en de ziekenfondsen worden best partners in de verdere uitbouw en financiering van een Vlaamse ouderenzorg. De ziekenfondsen kunnen dit door hun ledenbijdragen, die best lager zouden zijn voor de lagere inkomens, aan te wenden voor meer, betere en vooral betaalbare zorg.
Een pact Vandeurzen kan het pact De Block versterken. Op die manier maken de ziekenfondsen hun rol als vertegenwoordiger van de gebruikers echt waar. Ze kunnen ervoor zorgen dat de zorg voor mensen met een grote zorgnood betaalbaar blijft. Ze moeten het alleen willen.
Reacties [4]
beste,
De studie vd Bond Moyson, inderdaad hebben zij regelmatig aandacht voor de problematiek van de betaalbaarheid in de woonzorgcentra. Een vd oplossingen mi nemen ze niet mee, nl de integratie vd zorgverzekeringsbudgetten voor +65 in het systeem THAB. Zie een vorig artikel van mij waaruit blijkt dat door meer selectiviteit armoede bij zorgbehoevende ouderen kan opgelost worden,
Toch even een oproep aan I. Leus om de rusthuisbarometer van socmut te lezen: een hele analyse van de problematiek + een reeks van aanbevelingen:
https://www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Pers%20en%20studiedienst/300/Rusthuisbarometer_december2017.pdf
Ik sluit me aan met de reactie van Piet Messiaen.
Al zijn er wel niet-gepubliceerde gesprekken binnen CM en cd&v
Inderdaad, nog geen coherente plannen…
Het artikel van Ignace Leus kan daar zeker toe bijdragen.
Hoe evident , vanuit het standpunt van doelmatigheid en efficiëntie van de besteding van de middelen van de ziekenfondsen, de bijdrage van I. Leus ook is, toch blijft hij vooralsnog een roepende in de woestijn. Noch vanuit de studiediensten van de ziekenfondsen, noch vanuit die van politieke partijen krijgt we een dergelijke kritische analyse , laat staan een coherent plan.
Spijtig dat ook het publieke debat over bijdragen, kosten en besteding van middelen voor sommige partijen beperkt blijft tot voor of tegen de ziekenfondsen/middenveld.
Welke partij, welke academicus neemt de uitdaging, die I. Leus schetst, op?
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies