Hoera
Heel wat ouders vragen zich af of educatieve momenten essentieel zijn voor de kinderopvang. “Is dat wel nodig?”, vroegen ze zich op de radio bij Hautekiet af. “Wat een onzin. Laat jonge kinderen toch gewoon kinderen zijn!”
De kinderopvang is blij met dit debat. Het toont aan dat mensen de kinderopvang belangrijk vinden.
‘Kinderopvang is meer dan een plek waar we kinderen droppen.’
De discussie gaat ook over kwaliteit. Kinderopvang is duidelijk meer dan een plek waar we onze kinderen droppen. Ouders en samenleving verwachten iets extra.
Eindelijk gaan we in gesprek over wat een goede crèche of onthaalouder moet doen. Deze dialoog over de kinderopvang als pedagogische ruimte is een belangrijke verdienste van het onderzoek.
Stimulans
Wat is nu precies die pedagogiek voor baby’s en peuters? Stimulansen voor kinderen zijn niet gebonden aan voorbereide activiteiten of bepaalde inhouden. Kinderopvang geeft dus niet eerst een lesje waarin peuters vijf nieuwe woorden leren, gevolgd door tien minuten fijne motoriek.
Neen, de hele dag door lopen zorg, spelen en leren door elkaar. Kijkt een baby geboeid naar een dansend lichtvlekje op de muur? Dan spreekt de kinderbegeleider die baby aan: “Leuk, hé? Ik breng morgen een spiegeltje mee, dan kun je nog een keer zo’n lichtje volgen.”
Valt de blokkentoren van een peuter om? Dan kijkt de kinderbegeleider naar de reactie. Een kind dat meteen opnieuw gaat stapelen, krijgt extra blokken aangereikt. “Nu kun je nog meer bouwen.” Reageert een kind eerder geschrokken, dan geeft een begeleider daar woorden aan. “Was dat veel lawaai? Zullen we samen een nieuwe toren bouwen?”
Kijk
Dit lijkt makkelijk, maar dat is het niet. Je hebt een bepaalde pedagogische kijk en competenties nodig om de hele dag door en in een groep met verschillende kinderen momenten te zien die je kunt aangrijpen.
‘We moeten kinderen stimuleren met extra prikkels.’
Een valpartij, een snotneus, een propere luier, eten geven, te slapen leggen, billen afvegen, schoenen aantrekken om naar buiten te gaan… In een opvangdag zijn er duizenden kansen om kinderen te stimuleren.
Spreken met kinderen en hen nieuwe dingen leren, start niet vanaf de kleuterklas. Precies in die eerste jaren zetten baby’s en peuters enorme stappen in hun ontwikkeling. Ze zijn nieuwsgierig en willen vanalles ontdekken, ze zijn leergierig en door alles verwonderd.
En net dat beklemtonen de onderzoekers: kinderopvang kan daar nog meer op inspelen, de exploratiedrang van kinderen moeten we ondersteunen met goed gedoseerde extra prikkels.
Groeien in kwaliteit
De kernvraag is nu hoe we kinderbegeleiders kunnen ondersteunen in die pedagogische interactie met kinderen. In opdracht van de Europese Commissie onderzochten we recent zelf nog welke condities kunnen bijdragen aan een hoge pedagogische kwaliteit.
‘Er zijn te weinig pedagogische coaches actief.’
Het is een combinatie van leren in groep, voldoende tijd en ruimte hebben voor reflectie op de praktijk, ondersteund worden door een pedagogisch coach en werken op basis van een wetenschappelijk onderbouwd raamwerk.
Dankzij MeMoQ hebben we in Vlaanderen alvast een goed pedagogisch raamwerk. Er zijn ook vormen van pedagogische en taalondersteuning. Het knelpunt blijft evenwel dat in het werkveld te weinig pedagogische coaches zijn die tegelijk een team coachen en ook rechtstreeks met kinderen en gezinnen werken. Er zijn vaak ook te weinig kindvrije uren om – in groep en ondersteund door een pedagogisch coach – te reflecteren op de eigen praktijk.
Pedagogische interactie
In landen waar dit wel gebeurt, komt telkens opnieuw tot uiting dat dit net op het interactieniveau met de kinderen verschil maakt. De kiemen om in de Vlaamse kinderopvang stevig in te zetten op professionalisering, zijn er.
Sinds een aantal jaren bestaat de bachelor Pedagogie van het Jonge Kind. Maar liefst drie hogescholen bieden deze opleiding aan. Nu onderzoek aantoont dat kinderopvang baby’s en peuters onvoldoende stimuleert, is het zaak om meer pedagogische coaches op de werkvloer in te zetten.
De pedagogische interactie met jonge kinderen die we allemaal belangrijk vinden, kan er alleen maar wel bij varen.
Reacties [3]
De begeleider-kind-ratio is inderdaad een belangrijke voorwaarde om goeie pedagogische kwaliteit te kunnen bieden, zoals Patricia Merens ook aangeeft. Ik ben zelf al een aantal jaar werkzaam in de gesubsidieerde kinderopvang en doe mijn werk met veel plezier. Mezelf bijscholen door het lezen van relevante info behoort niet verplicht bij mijn takenpakket, maar doe ik vooral uit interesse en vanuit een streven naar verbetering van eigen handelen in de praktijk. Op drukke dagen merk ik dat wat ik de kinderen kan bieden (liefdevolle nabijheid, activiteiten, stimuleren in hun ontwikkeling op verschillende domeinen,…) beperkter is. En ja, een verzorgingsmoment kan ook een moment zijn om bijvoorbeeld de taalontwikkeling te stimuleren, maar als je weet dat je tal van andere taken uit te voeren hebt, kan je hier minder aandacht aan schenken. Tijd en ruimte zijn dus essentieel!
Misschien eerst de werkdruk wat verlagen en ons niet overladen met té veel kinderen per begeleidster !De opleidingen voor onze toekomstige begeleidsters eens aanpassen, een langere stage en meer tijd voor de begeleiding van deze zou niet slecht zijn.
Hoera eindelijk bevestiging, eindelijk gaan we allen meer werken aan onze grote wondertjes, want dat zijn ze echt!
Als je goed oplet heb je zo een dagje gevuld met leuke activiteiten, kijk naar het spelgedrag en zoek wat je kan doen om dit uit te breiden. Zo houden wij ons al jaar en dag bezig en het is zo zalig! Ook zeer fasinerend, je krijgt dan ook zo veel in de plaats. Niet te vergeten dat je zo ook je ouderparticipatie kan vergroten. Waarom je die activiteit doet en wat je hiermee stimuleren kan.
Voor ons is het een echte bevestiging van ons werk en hopelijk mag dit andere ook inspireren en laten stil staan bij wat wij betekenen bij het opgroeien van onze kleine wonders.
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies