Zonder empathie is de zorg mank
Blijkbaar zien, in navolging van politici, nu ook artsen de leefstijl als volstrekt vrije keuze. In deze visie zijn niet alleen het leven en het lichaam maakbaar, maar zijn de burger of de patiënt er ook persoonlijk verantwoordelijk voor en dus schuldig aan als het niet goed gaat.
‘Een arts die zijn patiënt veroordeelt, kan niet meer helpen.’
Om te beginnen is dit wetenschappelijk aanvechtbaar: keuzes worden grotendeels onbewust gemaakt. Omgeving, marketing en persoonlijke omstandigheden zoals stress spelen een zeer grote rol in het keuzeproces. Keuzes worden altijd gemaakt in een context. De mate waarin mensen deze kunnen beïnvloeden, is maar heel beperkt. Daarbij kan er weliswaar een statistisch verband zijn tussen leefstijl en aandoening, maar op individueel niveau is dit niet altijd bewijsbaar, laat staan dat er van een echte vrije keuze en dus schuld sprake is. Statistische gegevens mogen nooit naar individueel niveau worden vertaald. Maar los daarvan: een arts die zijn patiënt veroordeelt, kan niet meer helpen en kijkt niet meer naar de mens achter de ziekte.
Dobbernegers, labbekakken en lillende vleeshompen
Maar hier blijft het niet bij. Helaas. Want wat te denken van de term ‘dobbernegers’ voor wanhopige vluchtelingen die omkomen op hun tocht naar een toekomst? En Hans de Boer van de Nederlandse werkgeversorganisatie met zijn ‘labbekakken’ die, niet gehinderd door enige kennis van cijfers en feiten, vond dat mensen met een bijstandsuitkering maar asperges moesten gaan steken in plaats van thuis zitten en geld vangen. Je zult maar net wanhopig je honderdste sollicitatiebrief hebben gestuurd.
En net toen ik dacht dat we alles gehad hadden, kwam Pro-Rail voorman Eringa met het verwijt dat zelfmoordplegers geen rekening houden met vertragingen van zijn schema. Hoe komen mensen zo kil, zo wreed, zo dom? Sinds wanneer is het uurschema van de treinen belangrijker dan het leed van de achterblijvende familie, of van de machinisten, treinpersoneel en inzittenden die zoiets gruwelijks meemaken?
Het lijkt wel steeds vaker voor te komen dat we volstrekt gevoelloos reageren op mensen die het moeilijk hebben. En dat geldt niet alleen voor de Grieken, vluchtelingen en mensen in conflictgebieden. Want sinds wanneer is het oké om openlijk te spreken van de vreselijke aanblik van wit lillend vlees, waar het iemand betreft die net als ieder ander van het zonnetje wil genieten? En hoezo vindt 55% van de Nederlanders dat mensen met longkanker het aan zichzelf te danken hebben en is het nodig dat de Stichting Longkanker daar een campagne tegen moet opstarten? En gaat dat helpen?
Een nieuwe golf wreedheid en domheid
Het lijkt me goed om eerst eens te kijken wat er aan de hand is. De geschiedenis laat ons zien dat wreedheid, domheid en een gebrek aan empathie beslist niet alleen kenmerkend zijn voor onze tijd. Toch lijkt me dat er sprake is van een patroon. Een samenloop van krachten die alles te maken hebben met onze neoliberale, meritocratische samenleving: hierin staan de waarden eigen keuze, eigen verantwoordelijkheid en eigen verdienste centraal. Dit betekent dat de invloed van sekse, kleur en klasse het liefst ontkend worden. Iedereen heeft immers gelijke kansen, toch?
‘Iedereen heeft gelijke kansen, toch?’
Dat niet iedereen evenveel mazzel heeft gehad in het leven is dan een spelbreker van jewelste, dus dat zien we liever niet. Roken en overgewicht worden liever niet gezien als een gevolg van lagere sociale klasse, armoede en stress. Laat staan van een op totale verslaving uit zijnde voedings- en tabaksindustrie. Mensen hebben geen pech meer, omstandigheden zijn geen excuus en wie nog durft te mekkeren over een slechte jeugd neemt zijn eigen verantwoordelijkheid niet serieus. Nee: deze mensen zijn zelf schuldig en kosten de samenleving, óns, alleen maar geld.
Welk probleem lossen we hiermee op?
Want wat gebeurt hier? Als je goed kijkt, zie je dat elke keer dat een bepaalde groep mensen worden uitgesloten van onze empathie, ons medegevoel. Dat gebeurt door hun situatie te herdefiniëren als verwijtbaar, eigen schuld, een gebrek aan moraal. Die luie Grieken verdienen onze steun niet, ze moeten maar eens werken in plaats van in de schaduw hangen. Dat de werkloosheid daar oploopt tot vijftig procent, dat kinderen in armoede opgroeien, dat hypotheken onder water staan, ach, tja.
‘Dat een ziekte je kan overkomen, past niet in het maakbaarheidsdenken.’
Het lijkt heel prettig om je af te sluiten van anderman’s leed. We hoeven niet mee te lijden en we kunnen geloven dat ons geluk te danken is aan onze eigen superioriteit, je weet wel: meritocratie, eigen verdienste, eigen keus, eigen verantwoordelijkheid. Het leven is toch maakbaar? Een vriend van me heeft alvleesklierkanker en vertelde dat sommige mensen bijna teleurgesteld reageren als hij zegt dat hij nooit heeft gerookt. Dat zo’n ziekte je ook zomaar kan overkomen, past niet in hun maakbaarheidsdenken.
Als mens zijn we sociale dieren. We worden geboren met empathie, die nodig is om sociaal te kunnen leren en functioneren. Daarbij maken we voortdurend onderscheid: wie hoort bij ons en wie is de vijand, de ander? Sociale uitsluiting, via de definities van de situaties uit de voorbeelden hierboven, is een actief proces van ont-empatisering. Zo hoeven we de pijn van anderen niet te voelen: ze verdienen het, hebben er zelf om gevraagd. We kunnen opgelucht verder met leven.
Het ont-empatiseren lost wel degelijk een conflict op, namelijk de spanning tussen je eigen neiging tot empathie en een wereld waarin pech en geluk ongelijk verdeeld zijn. Met het uitbannen van dat gevoel is de orde hersteld: de pech is eigen schuld, daar hoeven we geen medelijden voor te voelen.
De definities zijn niet bedoeld om problemen op te lossen, maar als excuus om juist onze handen ervan af te trekken. Het gaat niet meer om helpen, maar om het legitimeren van onze eigen houding van uitsluiting. De afwijzende arts zal zijn handen van de patiënt willen aftrekken, mensen met overgewicht durven nauwelijks meer op het strand te zitten, zieken krijgen verwijten in plaats van compassie, en Hans de Boer hoeft zijn achterban, de werkgevers, niet tot de orde te roepen.
Een pleidooi voor empathie
Wie is gebaat bij dit gedrag? Je zou zeggen: wijzelf, maar dat is schijn. De keerzijde van deze houding is dat daarmee de druk in de samenleving toeneemt. De onveiligheid, de dreiging om zelf ook uitgesloten te worden, raakt iedereen. We moeten presteren, slank zijn, gezond leven, hard werken, succesvol zijn, want de afwijzing zit ons op de hielen. Steeds meer mensen bezwijken onder de hoge druk en zitten thuis met burn-out of psychische klachten. En denken vervolgens dat het aan hun eigen falen ligt.
‘De dreiging om uitgesloten te worden, raakt iedereen.’
We lossen dus niets op. Voor onszelf niet, en zeker niet voor de buitengesloten ander. Dus, mochten jullie iets over Griekenland willen zeggen (of in alle andere bovengenoemde voorbeelden): verplaats je eerst eens in de situatie van de ander en vraag je af of je zou willen ruilen. Als het antwoord nee is, dan weet je waar het fout gegaan is en wat je te doen staat. Mededogen is zoveel fijner voor de gever en de ontvanger. Probeer het, je kunt het!
Reacties [4]
Terechte overwegingen
Vanuit de Taborgroep proberen we een kader – ons eiD- te hanteren waarin empathie het beginpunt is en leidt naar duurzame praktijken. Lees meer op onze website: http://tabor.be/wp-content/uploads/2013/11/Waardegericht%20ondernemen%20in%20de%20praktijk.pdf
De oproep tot meer empathie richt zich naar iedere individuele mens, en dat lijkt me de goede toon en de verantwoordelijkheid die eenieder kan opnemen. Waarom lijken mensen (jongeren én volwassenen ) dit te verliezen? Lezend in De Correcties van Jonathan Franzen heeft hij het onder andere over de ‘geestdodende amusementscultuur waarin we leven en opgroeien’. Dit zal er toch wel iets mee te maken hebben… Anderzijds herhaalt de geschiedenis zich voortdurend. Hannah Arendt (overleden filosofe en politiek denker maar nu terug zeer veel gelezen ) analyseert haarfijn hoe mensen en een volledige samenleven evolueren naar ‘gedachtenloosheid’…. Dus laten we de moraliteit van individuele jongeren zoveel mogelijk ondersteunen, aanscherpen en ook empathie als basishouding versterken. Veranderingen op macrovlak leggen we in handen van politiek verkozenen, zij richten met ons mandaat onze samenleving op structureel niveau in. Maar een groep, een massa op zich heeft geen moraliteit en ook geen empathie, individuen geven vorm aan menswaardig handelen …
Goede tekst met de boodschap: “Empathie is belangrijk in de intermenselijke verhouding tussen sociaal werkers en cliënten”. Maar waar komt dat vandaan? Wat is het kader waarin een volhoudende empathie plaats kan krijgen? Vaak klinkt dit soort pleidooien pro-empathie nogal psychologiserend en individualiserend. Kortom, een bepaalde gevoeligheid die je als sociaal werker door je gedrag via competenties moet ontwikkelen om hardvochtigheid te weren.
In de tekst worden veel asociale voorbeelden gegeven: vooral mensen die weinig tot niks met de sociale sector of iets sociaals te maken hebben. Echter, ook in de sociale sector kalft de empathie vaak af. Nogal anekdotisch, maar de keren dat ik dezelfde soort taal en hardvochtige meningen hoorde van Sociaal werkers zijn niet meer op twee handen te tellen. Hoe komt dat?
Het lijkt alsof de roep om meer empathie en het verlies ervan iets gemeenschappelijks hebben: de psychologisering en individualisering die het werkveld en de praktijk/handelen bezet. Ga op de gemiddelde sociale hogeschool langs en de roep om meer empathie is een individuele vaardigheid of competentie die je moet ontwikkelen.
Dat staat in schril contrast met de sociale en politieke vraag waarom de empathie afkalft en hardvochtigheid toeneemt. In opleiding en werkveld smelt dat grotere plaatje weg als sneeuw voor de zon. Hoe minder mensen verantwoordelijkheid en oorzaak-gevolg in “politieke termen” kunnen plaatsen, hoe meer ze overgaan tot individuele schuldmodellen: zelfbeschuldiging (“ik ben geen goede persoon voor sociaal werk: met veelal psychologische burn-out tot gevolg) of het beschuldigen van de doelgroep/client door allerlei clichés te lanceren…(“ze zijn sus of zo”) of ze met individuele verantwoordelijkheid en plichten te beladen.
Kortom, een oproep tot meer empathie zal enkel effectief zijn als ze onderstut wordt door een ontwikkeling van een politieke vraagstelling en een structurele omkadering (zowel op (1) structureel niveau waar men politiek en beleid mag betrekken in “het waarom zaken niet goed lopen” en (2) in de creatie van een reflexieve ruimte waarin dit soort vragen over functioneren mogen/kunnen/willen gesteld worden). Meer empathie vanuit noodzaak alleen, is weinigzeggend op zichzelf.
Het zou kunnen dat je gelijk hebt maar toch blijf ik geloven dat alles zo achteruit aan het gaan is… empathie is natuurlijk heel belangrijk voor de gezondheid van onze relaties… als ik kijk met hoeveel liefde de wereld is tot stand gekomen blijf ik geloven dat wij mensen vroeg of laat zullen begrijpen dat alleen de echte liefde ,die in staat is om zich zelf een beetje op zij te zetten voor de ander , in staat is om een echte samenleving op te bouwen… de echte liefde stelt zichzelf nooit boven de andere wie dat ook kan zijn…
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies