Opinie

De pragmatiek en haar grenzen

Partnergeweld verdient prioritaire aandacht

Bert Lambeir

De politie maakt haar Nationaal Veiligheidsplan voor 2016-2020 op. Daarbij overweegt de politietop ernstig om familiaal geweld niet langer als één van haar prioriteiten te beschouwen. De argumenten om deze keuze te staven zijn nogal uiteenlopend en bij nader inzien dun. Onverantwoord want deze geweldsvorm blijft onverkort alle aandacht verdienen.

Niet in shortlist

Zo zou het nog weinig zin hebben om van de politionele strijd tegen intrafamiliaal geweld een prioriteit te maken omdat de politiezones hun werking al op partnergeweld toespitsten. Ondanks die inspanningen staat de politie vaak machteloos tegenover partnergeweld. Preventie heeft haar grenzen, waardoor er vaak meer reactief opgetreden moet worden dan men wenselijk acht.

‘De politie staat vaak machteloos tegenover partnergeweld.’

En omdat de inzet van mensen en middelen beperkt is, moet nu prioritair ingezet worden op criminaliteitsfenomenen die een opgefriste aanpak verdienen. Exit intrafamiliaal geweld. Want minder prioriteiten houden de politionele focus scherp. En dus komen terreinen die eerder al de revue passeerden of waarvan de aanpak goed draait niet in aanmerking voor de shortlist.

Oud of nieuw?

Bij de beslissing welke fenomenen een prioritaire aanpak verdienen, wegen effectiviteit en actualiteitswaarde zwaar door. Op zich is daar niks mis mee. Maar prop je dat beslissingsproces vol met discutabele vooronderstellingen, dan sla je uiteindelijk alsnog de bal mis.

Zo moeten aldus bevoegde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon vooral fenomenen die een nieuwe, geïntegreerde aanpak vragen bovenaan de agenda komen.Jan Jambon in De Standaard, 2 mei 2015Radicalisering bijvoorbeeld.

Die redenering klopt niet want radicalisering is, net als familiaal geweld, zo oud als de straat. Radicalisering op basis van ideologieën is een vlag die een erg brede lading dekt. Voortdurend duiken nieuwe vormen op die onze aandacht verdienen. Nieuw is dat er de voorbije periode 450 jongeren naar Syrië vertrokken op basis van overtuigingen die ze zich onder onze ogen eigen konden maken.

Topprioriteit

Ook huiselijk geweld is geen statisch gegeven maar een veelzijdige realiteit: kindermishandeling, vechtscheidingen, geweld op mannen, eergerelateerd geweld, ouderenmisbehandeling, psychische terreur… De meeste vormen blijven verdoken, enkele zijn zelfs nog steeds een taboe, andere nog onvoldoende gekend. Er waren vorig jaar ‘slechts’ 40.000 aangiften.

‘Huiselijk geweld is geen statisch gegeven.’

Nemen we, samen met de politiek bevoegden, de omschrijving van wat een prioritaire aanpak verdient ernstig, dan drijft familiaal geweld boven als één van de absolute topprioriteiten.

Geen semantische kwestie

Door de keuze rond wat al dan niet prioritair is af te zwakken tot een ‘semantische kwestie’ maakt de minister een inschattingsfout. Iets is prioritair of niet-prioritair. Zoals in elke organisatie worden acties daar op uitgetekend, uitgevoerd en geëvalueerd. Dat de beperktheid der middelen en manschappen hiertoe doen, bevestigt dat alleen maar. Pragmatiek heeft wel degelijk haar grenzen.

Aandacht verslapt

Prioritaire aandacht zou ook niet meer nodig zijn omdat de politie inmiddels een routinematige aanpak gevonden heeft om op te treden bij situaties van familiaal geweld. Maar dat zijn te veel pluimen op eigen hoed. De ervaring leert dat de aandacht van alle betrokken partners zoals huisarts, welzijnswerk, onderwijs, parket, overheden – en dus ook de politie – gaandeweg verslapt als het thema niet met grote regelmaat expliciet onder hun aandacht wordt gebracht.

‘Iets is prioritiair of niet-prioritiair.’

Daarnaast blijven subcategorieën van de brede problematiek van familiaal geweld nog te veel onderbelicht. Deze benoemen en erop ageren is de enige manier om erkenning te geven aan zij die het geweld ondergaan. Ook daarom blijft prioritaire aandacht noodzakelijk.

Beter reactief dan inactief

Tot slot mag de politie haar belang en impact bij de aanpak van familiaal geweld echt niet onderschatten. Via onder meer 1712 (de hulplijn voor geweld, misbruik en kindermishandeling), huisartsen, de Centra voor Algemeen Welzijnswerk en slachtofferhulp in het bijzonder, vinden duizenden betrokkenen bij familiaal geweld hun weg naar professionele hulp. Toch blijft het taboe groot en de drempel hoog. Precies daarom is het zo belangrijk om aangifte te kunnen doen en hierop een gepast antwoord van de politie te krijgen. Bovendien heeft de politie met bijvoorbeeld de wet op tijdelijke uithuisplaatsing van de geweldpleger, bijzondere instrumenten in de hand.

‘Het taboe blijft groot en de drempel hoog.’

Dat is reactief, maar ook effectief. Inzet op preventie is immers een totaal ander, noodzakelijk maar complex verhaal. Een verhaal dat raakt aan vele levensdomeinen om greep op uitbarstingen van geweld te krijgen. De verantwoordelijkheid daarvan ligt lang niet alleen bij de politie maar sluit wel aan bij haar wens om ook op het maatschappelijk toneel een rol te kunnen spelen.

Dreigingsniveau 3

Hoe meer deuren naar interventie en hulpverlening worden open gezet, hoe beter. Ook de politie heeft daarin haar verantwoordelijkheid. Laat dat niet enkel afhangen van de prioriteiten van de lokale zonechef. Daarom pleit ik voor een onafgebroken nationaal dreigingsniveau 3 voor familiale terreur.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.