Responsabiliseren en culpabiliseren
In tijden van toenemende psychische problemen van jongeren, probleemgedrag op school en steeds jongere jeugddelinquenten moeten ouders op hun verantwoordelijkheden gewezen worden. Dat is de overtuiging van de huidige federale en Vlaamse regeringen, die voluit de kaart trekken van ouderlijke verantwoordelijkheid.
‘Voor de overheid ligt de oorzaak van falen bij ouders die onvoldoende hun best doen.’
In die beleidsfocus liggen responsabiliseren en culpabiliseren dicht bij elkaar. De oorzaak van falen ligt bij ouders die onvoldoende hun best doen. Die logica vertrekt vanuit wantrouwen, controle en beheersing.
Deze visie staat ver af van de beleving van gezinnen die op diverse vlakken in de knel zitten. Of ouders door zo’n beleid gesterkt worden in hun ouderrol, is maar zeer de vraag. Toch tonen verschillende beleidskeuzes glashelder aan dat de huidige federale en Vlaamse regeringen kiezen voor deze weg.
Jeugddelinquentie
Die focus op ouderlijke verantwoordelijkheid is niet helemaal nieuw. Bij jeugddelicten acht de wetgever het al langer mogelijk dat ouders door hun ‘gemis aan toezicht’ het plegen van het delict hebben vergemakkelijkt. Ze kunnen daarvoor worden vervolgd. Het Vlaams Actieplan Jeugddelinquentie opperde zelfs om vanuit die redenering werkstraffen op te leggen aan ouders. Dit neigde naar vergelding en niet naar het inzetten op beter ouderschap of een betere ouder-kind-relatie. De complexe realiteit van die gezinnen werd herleid tot nalatigheid of verzuim.
De huidige Vlaamse regering zet verder in op deze ouderlijke verantwoordelijkheid, onder andere door het sanctiearsenaal van de rechter uit te breiden om nalatige ouders op hun taken te wijzen. Ook de verschijningsplicht van ouders zal ‘definitief verankerd worden’, terwijl een jeugdrechter nu al te allen tijde ouders kan oproepen om te verschijnen.
Vechtscheidingen
Deze Vlaamse regering ziet hoogconflictueuze scheiding als een vorm van kindermishandeling. De oplossing volgt dezelfde weg: responsabilisering van ouders. Van bijkomende middelen voor hulpverlening is nog geen sprake.
Moeten justitie-assistenten zich meer assertief betrekken bij echtscheidingen en sneller jeugdhulpverlening activeren? Vlaams minister Demir van Justitie lijkt hier op aan te sturen. Dezelfde beweging op federaal vlak: ook De Wever-I wil een ouderschapsplan invoeren, waarin gescheiden ouders afspraken maken over de opvoeding van hun kind(eren).
Oudercontract op school
Naar onderwijs dan. Ook daar is er een en ander aan de hand. Van oudsher zijn onderwijs, samenleving en gezin drie met elkaar verweven opvoedingsmilieus, die idealiter elkaar versterken. Die balans verschuift: de relatie tussen ouders en school wordt herzien, waarbij meer gewicht komt te liggen op de schouders van ouders.
Zeg bijvoorbeeld niet langer schoolreglement, maar schoolcontract. Dat contract moet bindende afspraken bevatten over de manier waarop ouders een bijdrage leveren in het ontwikkelings- en leerproces. Ze moeten actief de schoolloopbaan van hun kinderen volgen. De concrete invulling is nog niet helemaal helder. Is er bijvoorbeeld sprake van contractbreuk wanneer een ouder niet opdaagt voor een oudercontact of niet aan huiswerk- en studiebegeleiding doet?
Eerst Nederlands, dan de rest
Bij inschrijving op school zal een ouder zijn kennis van het Nederlands moeten bewijzen of een deelnamebewijs voor Nederlands taalonderwijs moeten voorleggen. Lukt dat niet, dan verliezen alle schoolgaande kinderen uit het gezin hun jaarlijkse schoolbonussen.
En nog iets: de stelling dat etnisch-culturele achtergrond er in al deze disciplinerende maatregelen niet toe doet, is een schijnvertoning. Een aantal maatregelen zijn overduidelijk gericht op ouders met een migratieachtergrond.
Schoolbonus en schooltoeslag
Als een school signalen opvangt dat ouders moeite hebben om hun verantwoordelijkheid op te nemen, dan kunnen zij dit via het CLB ‘discreet’ melden aan het lokaal sociaal beleid. Bij ‘onwil’ kan er lokaal beslist worden om schoolbonus en schooltoeslag rechtstreeks te laten toekomen bij de school.
‘Deze regering wil de schooltoeslag al kunnen terugvorderen na één jaar veelvuldige afwezigheidscodes.’
Voor sommige ouders hangt die schooltoeslag hoe dan ook aan een zijden draadje: zodra een leerling met een schooltoeslag twee schooljaren op rij te veel ongewettigde afwezigheidscodes heeft, kan dat vandaag leiden tot een terugvordering van de schooltoeslag. Diependaele-I wil nog straffer voor de dag komen: deze regering wil de schooltoeslag al kunnen terugvorderen na één jaar veelvuldige afwezigheidscodes. Ouders liggen aan de basis van afwezigheden, toch?
Verantwoordelijkheid voor het ongeboren leven
Een andere complexe gezinsproblematiek die al langer de gemoederen beroert: de zwangere ouder die omwille van ernstige verslavingsproblemen de gezondheid van het ongeboren kind in gevaar brengt. De roep om hard in te grijpen ten aanzien van de ouder wordt getemperd door aandacht voor de bijzonder precaire omstandigheden waarin die leeft. Achter de onverantwoorde ouder schuilt een geschiedenis van gemiste kansen en tekortkomingen in de hulpverlening.
Toch klinkt de roep om fors in te grijpen steeds harder, niet in het minst vanuit politieke hoek. Vandaag valt dat juridisch moeilijk te realiseren omdat een ongeboren kind volgens onze huidige wetgeving geen rechten heeft.
De nieuwe federale en regionale regeringen willen daar verandering in brengen en werk maken van de bescherming van het ongeboren leven tegen het schadelijke gedrag van de zwangere of haar context. Daarbij willen ze het toepassingsgebied van de jeugdhulp uitbreiden naar het ongeboren kind en de aanstaande ouders.
Vrijwilligheid onder druk
Het beeld van de foute of onverschillige ouder in het beleid wringt met de dagelijkse realiteit van veel gezinnen. Toch zien we dat de perceptie van een stijging in ‘onverantwoord of nalatig ouderschap’ dient om een basisprincipe van hulpverlening te ondergraven: eerst vrijwillige hulp en pas dan, en als het echt niet anders kan, gerechtelijke hulp.
‘Het beeld van de foute of onverschillige ouder in het beleid wringt met de dagelijkse realiteit van sommige gezinnen.’
De huidige Vlaamse regering zet dat principe op losse schroeven. Voor haar klinkt vrijwilligheid te vrijblijvend. Ze wil dat de effecten van vrijwillige hulpverlening op de feitelijke leefsituatie van een jongere sneller worden nagegaan. Die effecten moeten gelden als belangrijkste toetssteen om de hulpverlening aan te scherpen als de situatie van de jongere niet op korte termijn verbetert, ‘ongeacht de bereidheid in het gezin om in vrijwilligheid verder te werken’.
Wat het beleid hier vergeet: de feitelijke leefsituatie is ook het product van factoren waarop ouders en jeugdhulpverleners niet of nauwelijks vat hebben. Dat het schakelen naar gerechtelijke jeugdhulp meer garanties biedt op ‘verantwoord ouderschap’ is dan ook een illusie.
Stok achter de deur
Deze Vlaamse regering zal onze analyse temperen: de voorgestelde disciplinerende maatregelen zijn ‘slechts’ een stok achter de deur. We twijfelen of dat klopt: niet toevallig staat in het Vlaams regeerakkoord eerst dat ‘we ouders sterker moeten kunnen responsabiliseren’. Pas later volgt de toegift dat ‘ouders soms worden uitgedaagd in de opvoeding van kinderen met een complexe problematiek’. Diependaele-I wil hun vragen en noden beantwoorden door sterker te investeren in begeleiding en opvoedingsondersteuning.
‘Dat het schakelen naar gerechtelijke jeugdhulp meer garanties biedt op ‘verantwoord ouderschap’ is een illusie.’
Laten we kijken naar de feiten en de cijfers. Hoeveel middelen worden er deze legislatuur uitgetrokken voor preventieve gezinsondersteuning? Veel Huizen van het Kind zijn bij gebrek aan middelen nog steeds papieren tijgers. Het beleid zal hen ‘evalueren’. En de voorziene inzet van brugfiguren tussen school en jeugdhulp juichen we toe. Het Plan Samenleven voorzag een subsidiëring van lokale besturen voor die inzet. Maar een versterking van de capaciteit lijkt er vandaag niet in te zitten.
Gaat het over vertrouwvol versterken van ouderschap, dan blijven de plannen en intenties vaag. Gaat het daarentegen over responsabiliseren en sanctioneren, dan heeft de Vlaamse regering haar huiswerk klaar. De vraag is of gezinnen die het moeilijk hebben daar beter van worden.
Reacties