Hij heeft iemand doodgereden.
Hij had niet gedronken.
Toen nog niet.
Nu zit hij voor me en ik word misselijk van de dranklucht die tussen zijn woorden opstijgt.
757 dagen en zes uren is het geleden.
Dat weet hij zo uit zijn hoofd.
Uit de keuken klinkt het verkeersbericht op de radio. Dat volgt hij nog elke dag.
Hij heeft zijn leven op de baan gesleten.
Tot hij het daar verloor.
‘In één klap werd hij een crimineel van de ergste soort.’
“Een kind.” Hij kan het bijna niet uitspreken. Zijn ogen schieten vol, hij trilt. Neemt nog een slok van zijn halve liter.
“Was het maar een volwassen man geweest. Die had het misschien overleefd. Of een bejaarde.”
Gek toch, hoe we zelf de ethische balans opmaken.
“Of was het maar gewoon niet gebeurd,” prevel ik.
Hij kijkt op, verbazingwekkend helder. “Het is dus wel gebeurd, Kaat.”
Dat weet hij, omdat het zich non-stop herhaalt in zijn verdwaasde hoofd.
Met die klap werd hij een crimineel.
En de ergste soort dan nog: een kindermoordenaar.
Dat het hem overkwam op een onbewaakt moment, een seconde die alles veranderde, doet er niet toe. De publieke opinie heeft daar geen oren naar. Zijn geweten laat geen relativering toe.
Hij heeft een kind gedood.
De rechter heeft hem vrijgesproken voor moord.
Hij zichzelf niet.
Levenslang rijverbod.
Dat heeft hij zichzelf opgelegd.
Hij doet alles te voet. Voor zover hij nog iets doet.
Hij is 757 dagen en zes uren geleden uit de auto gestapt maar nooit meer er terug in.
Dat is een probleem, want hij was koerier.
Of misschien is het dat niet, die job was hij toch met dezelfde slag kwijt.
‘Zijn gezicht is grauw, hij staart voor zich uit bij alles wat hij zegt.’
Hij heeft een strafblad.
Onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg.
Hij kent die term zo goed dat hij het als een spreuk van de Bond Zonder Naam boven zijn bed zou kunnen hangen.
Zijn gezicht is grauw, hij staart voor zich uit bij alles wat hij zegt. Rond zijn nagels zitten rouwranden.
De radio in de keuken kraakt verder.
De eerste noten van ‘Walking On Sunshine’ spelen. Ik wil bijna meezingen, tot ik zie hoe zijn gezicht verkrampt.
Hij strompelt naar de keuken, stoot zijn halve liter om en trekt de radio uit.
“Dat liedje…stond op…” Hij maakt zijn zin niet af.
Staat gebroken op het aanrecht te leunen. Hij zoekt steun bij de klink van de koelkast en haalt er een frisse halve liter uit.
Hij had niet gedronken.
Toen nog niet.
Reacties [3]
Jammer, dat hij de zorg voor anderen laat voorgaan op de zorg om zichzelf. Ik hoop dat dit mag keren, dat hij de rust mag terug vinden, van voorheen, zodat hij terug kan schijnen voor anderen. Dat hij zich de mooie momenten van het verleden mag herinneren, die waarbij een glimlach op zijn gezicht verscheen, en dat hij tot het besef mag komen dat er nog vele mooie momenten voor hem in het verschiet liggen. Genieten mag, ondanks wat gebeurd is, want hij is en blijft een mens, met het hart op de juiste plaats. Vandaar ook zijn schuldgevoel, omdat hij een groot hart heeft. Het zou goed zijn, mocht hij kunnen ondervinden dat hij nog heel wat kan betekenen, voor anderen, voor zijn omgeving. Kaat, bedankt voor dit verhaal, het toont hoe fragiel het leven is, hoe belangrijk het is dat we kunnen blijven genieten van de kleine dingen in het leven, dat we negatieve zaken een plaats dienen te geven, in het verleden, en beseffen dat de toekomst meer te bieden heeft.
Veroordeeld voor de wet, de maatschappij (die gelooft wat ze leest), maar misschien nog het meest destructief …… door zichzelf. Ik zeg niet dat ik ook maar iets ernstig heb meegemaakt dat in de buurt komt van wat deze persoon heeft meegemaakt, dus ik kan me nog niet een klein beetje voorstellen wat dit allemaal teweeg brengt. Maar als moeder zou ik niet willen dat er nog een bijkomend slachtoffer zou zijn. Al wat ik kan hopen is dat hij zelf terug gaat geloven in het feit dat het een ongeluk was, een samenloop van omstandigheden die hij niet zelf in de hand had. Een mama.
Hierbij hou ik de ogen niet droog. Niemand wil dit meemaken, geen slachtoffer, geen automobilist, geen kind, geen ouder, geen grootouder, …
Mijn gedachten zijn bij ieder die het toch meemaakte. aan alle anderen: be carefull out there!
En Kaat, ik ken jou niet en die man ook niet. Maar doe hem de groeten, warme groeten. Hij heeft godverdomste pech gehad. Ik hoop dat hij vroeg of laat nog iets kan met zijn leven.
Bedankt voor het eerlijke open verhaal.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies