Schot in de roos
Eigen volk eerst. Ergens in de jaren negentig, misschien in een vergaderzaal of waarschijnlijker in een bruin café, werpt iemand deze zin op als slogan voor de extreemrechtse partij Vlaams Blok. Een schot in de roos, zo blijkt. Dertig jaar later denken jij en ik onmiddellijk aan wat inmiddels het Vlaams Belang heet.
Op sociale media en in de commentaarsecties van bepaalde kranten strooien mensen met racistische ideeën, voornamelijk aanhangers van diezelfde partij, nog steeds gretig met deze woorden. Dat het hier niet gaat om een marginaal deel van de bevolking, blijkt onder meer uit de uitslag van de laatste parlementsverkiezingen.
‘Ik schrik wanneer ik de echo’s van extreemrechts hoor weerklinken in de boodschap van sociaal werkers.’
Niets nieuws onder de zon, hoor ik je denken. En daar heb je gelijk in. Hoewel ik wakker lig van de opmars van extreemrechts, doen en zeggen zij exact wat ik van hen verwacht. Angst en verdeeldheid zaaien en er de vergiftigde vruchten van plukken.
Ik schrik veel harder wanneer ik hun echo’s hoor weerklinken in de boodschap van sociaal werkers.
Wooncrisis
Als opbouwwerker werk ik rond het grondrecht wonen. Samen met mijn collega’s ontwikkel ik modellen die tegemoetkomen aan de wooncrisis. Bij de start van het project ‘Wonen met Kansen’ zaten we rond de tafel met medewerkers van tien lokale besturen uit de provincie Antwerpen.
Ons initiatief werd in de meeste gevallen met open armen ontvangen. Een kans om sociale leegstand op het grondgebied aan te pakken en mensen die (dreigend) dak- en thuisloos zijn een tijdelijke woonoplossing te bieden, wie kan daar iets op tegen hebben? In mijn ervaring nog niemand.
Lokale binding
Het probleem stelde zich pas wanneer het gesprek ging over de potentiële bewoners. “Dat zullen toch enkel mensen zijn die al op ons grondgebied verblijven, hè?” Die vraag en varianten erop, kregen we keer op keer te horen.
‘Prachtig initiatief, als het prioritair de eigen inwoners vooruithelpt.’
Elegant verpakt in woorden zoals ‘lokale binding’, met dank aan de Vlaamse regering, werd ons verteld dat het een prachtig initiatief was, als het prioritair de eigen inwoners vooruithelpt. Toen we uitlegden dat ook zij die nog niet in de gemeente woonden een gelijke kans zouden hebben, kregen we tegenwind, soms zeer hevig.
Not in my backyard
Iedereen was het erover eens dat mensen in (dreigende) dak- en thuisloosheid gehuisvest moeten worden, maar liefst niet in hun gemeente. Hoewel het hier niet noodzakelijk om migranten gaat, kan ik niet anders dan de link leggen met het Europese migratiebeleid.
In ‘Het Opengrenzenmanifest’ schrijft Naima Charkaoui “Veel landen sparen kosten noch moeite om ervoor te zorgen dat mensen vooral niét naar hen toe komen. Vaak zonder zich veel te bekommeren om de vraag welke menswaardige alternatieven er zijn, waar die mensen dan wél heen kunnen. Het is de NIMBY-logica (‘not in my backyard’) toegepast op mensen: laat ze maar migreren, zolang ze zich niet in onze eigen achtertuin vestigen.”
‘Laat ze maar migreren, zolang ze zich niet in onze eigen achtertuin vestigen.’
Dezelfde denkwijze lijkt nu door te sijpelen tot op gemeenteniveau waar lokale binding, zelfs als het niet gaat om sociaal wonen, een steeds grotere rol speelt.
Hoewel gemeentegrenzen niet gesloten zijn, zie ik toch een rode draad met wat op wereldvlak gebeurt: zij die door het leven reeds een slechte hand toebedeeld kregen, wordt het verdomd moeilijk gemaakt om zich ergens te vestigen. Ofwel: wie afhankelijk is van overheden om bepaalde grondrechten te laten gelden, moet in ruil allerlei keuzevrijheden opgeven.
Verademing
Het werd pijnlijk duidelijk hoe gewend ik was geraakt aan dit soort gedachtegoed, toen ik ‘de vraag’ in een gemeente niet kreeg. Ik was ervan overtuigd dat de leidinggevende waarmee ik in gesprek was het opzet niet goed begreep.
Ik benadrukte herhaaldelijk dat we niet konden garanderen dat de plaatsen enkel naar huidige inwoners van de gemeente zouden gaan. Ze begreep het. Meer nog, ze vond dat best vanzelfsprekend.
‘Het leek haast alsof sociaal werkers het leefloon uit hun eigen zak moeten betalen.’
We kwamen in een vreemd gesprek terecht waarbij ik de tegenargumenten op tafel legde en zij die netjes onderuithaalde. Zo legde ik uit dat de opstart van onze werking de financiële druk op de gemeente kon doen toenemen, omdat dit het aantal leefloongerechtigden mogelijk omhoog zou drijven.
“Maar als iemand recht heeft op een leefloon dan is dat toch geen argument”, kaatste ze warm terug. Een verademing. In de andere gesprekken leek het haast alsof sociaal werkers het leefloon uit hun eigen zak moeten betalen.
Waar de gesprekken mij voorheen de moed in de schoenen deden zinken, gaf deze sociaal werker mij hoop en energie. Tijdens ons afscheid vroegen we ons luidop af: als we halsstarrig vasthouden aan de grenzen van onze gemeenten, wat voor sociaal werk bedrijven we dan?
Sociaal werk voor eigen volk eerst, dacht ik bij mijzelf.
Reacties [7]
Het is inderdaad verschrikkelijk om te merken dat het gedachtengoed van “eigen volk eerst”, overal is doorgedrongen. Ook in de zorg, in de jeugdzorg, kom je steeds meer mensen tegen die deze gedachte koesteren, terwijl je toch van de “zorg” in het algemeen mag verwachten dat het om zorg gaat zonder meer, zonder eerst te kijken naar kleur, afkomst en perspectief. Mensen durven dat ook steeds meer openlijk aan te geven, er zijn geen scrupules meer. Ik vind dit zeer beangstigend!
Een verademing, merci!
Ik heb je stuk graag gelezen en voel me geïnspireerd door je woorden.
Beste Sarah. Ik weet niet wat die sociaal werkers precies hebben gezegd. Maar de voorwaarde ‘lokale binding’ geldt ook voor ‘witte’ mensen hoor. Ik heb er al op gevloekt, maar terzelfdertijd is het een soort bescherming. Neem nu Leuven, de duurste stad van het land. Waar ik ben geboren en opgegroeid. Mijn werk is daar, mijn familie, mijn vrienden. Kortom: mijn leven. De mensen met inderdaad ‘een lokale binding’ worden nu weggeconcureerd door rijke inwijkelingen. Door die voorwaarde van ‘lokale binding’ op de sociale woningmarkt hebben zij tenminste de kans om in verbinding te blijven met hun leven. Mensen zonder enige band met een bepaalde gemeente, kunnen evengoed ergens anders gaan wonen, waar er toevallig plaats is. Ik wil er niet aan denken hoe lang de wachtlijsten zouden zijn als elke ‘vreemde’ (los van kleur) zou mogen kiezen. Dus ik vind ‘lokale binding’ logisch hoor. Er zijn ook nadelen. Tegenwoordig speelt de ‘marktwaarde’ van de woning mee. Duurdere gemeente is meer dokken.
Dag Laura, bedankt voor je reactie. Ik ben mij ervan bewust dat ook witte mensen moeten voldoen aan de voorwaarden van lokale binding, vandaar dat ik ook schreef ‘Hoewel het hier niet noodzakelijk om migranten gaat …’. Je zegt: “De mensen met inderdaad ‘een lokale binding’ worden nu weggeconcureerd door rijke inwijkelingen.”. Dat is gentrificatie en dat kan niet opgelost worden met lokale binding, want die rijke mensen zijn niet de mensen die zich op een wachtlijst voor een sociale woning zetten of aanmelden voor een daklozenproject zoals het onze. Wanneer het aankomt op mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie dan is vooral de mate van nood belangrijk. Lokale binding kan een rol spelen, maar het enorme en disproportionele gewicht dat er nu aan wordt gegeven zorgt voor discriminatie. Bovendien is het zo dat veel mensen in armoede een onstabiele woonsituatie hebben en dus vaak niet lang ergens wonen, waardoor ze laag scoren op lokale binding en dubbel uitgesloten worden.
Goed initiatief, en ja, ook armoede is big business. Waarin iedereen zijn deeltje opeist, en zijn plaatsje onvervangbaar lijkt. Spreek niet van een leegloop, maar van een overleef loon. Zelfs wanneer je eindelijk die sociale woning te pakken krijgt. En vooral. Zorg in sociale woonwijken voor een evenwichtige mix van de Belgen in oorsprong, en de Belgen door migratie. Ander blijven we dweilen met de kraan open.
Mooi, Sarah! Ik vind verschillende van je stukken op sociaal.net die ik gelezen heb, zeer terecht, interessant, en de nagel op de kop! Zelf heb ik gelijkaardige redeneringen ondervonden toen ik in een OCMW werkte. Ik heb veel met asielzoekers en vluchtelingen gewerkt, en jammer genoeg is ook het sociaal werk vaak overspoeld door dergelijke gedachtengangen. Sterk dat je dit keer op keer aankaart! Je werkgever mag trots op je zijn!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies