Gefronste wenkbrauwen
De Vlaamse regering is bijna twee maanden oud. Zoals blijkbaar de gewoonte begint te worden, gaat het dan in de (sociale) media over besparingen en wie moet inleveren. Middenveld en oppositie mobiliseren zich met quotes en slagzinnen. “Die bezuinigingen zijn een schande.”
‘Iedereen kijkt naar zijn deel.’
Daarbij frons ik de wenkbrauwen. In de opgeklopte polarisatie en de waan van de dag gaan begrippen zoals ‘visie’, ‘het bredere verhaal’ en ‘de lange termijn’ verloren. Iedereen kijkt naar zijn deel en zet de hakken in het zand om dat te vrijwaren.
De cijfers
Laat ons eens, voorbij de slogans, naar dat bredere verhaal kijken. Wat zijn de feiten over het beleid ten aanzien van de meest kwetsbaren?Cijfers op basis van Eurostat, Oeso en Vrind.
93 procent van de Vlamingen is tevreden met het leven. Gaat het meer specifiek over welzijn en zorg, dan heeft 2 tot 4 procent het overduidelijk moeilijk in ons land. Die groep zit vooral geconcentreerd bij mensen in armoede. Om duidelijk te zijn: het gaat hier wel degelijk over enkele honderdduizenden mensen.
Kleine groep, grote hap
Hierop ingrijpen, is een ‘selectieve’ uitdaging waar we gericht werk van moeten maken. Niet alleen vanuit sociaal, maar ook economisch belang. Zoals Ri De Ridder in zijn nieuw boek correct vermeldt: 5 procent van de bevolking neemt een grote hap uit de publieke middelen. Toch lossen we de problemen van die groep onvoldoende op.
Wat zeggen de cijfers als het gaat over functioneren en participatie? 9 procent van de bevolking ervaart een ernstige beperking bij dagelijkse activiteiten. Bij de jongeren valt 24 procent uit op school. Slechts 20 procent behaalt een universitair diploma. En 40 procent is later in het leven professioneel aan de slag.
De toplanden, vooral te vinden in Scandinavië, scoren veel beter op al die indicatoren. Nochtans heeft België het tweede hoogste overheidsbudget voor sociale uitgaven ter wereld. Toch slagen we er niet in om ‘excellent’ te zijn.
Wisselende posities
Dat heeft duidelijk te maken met waar we dat budget aan besteden.
Binnen de zestien West-Europese landen staan we op nummer twee als het gaat over hoeveel geld we investeren in infrastructuur en bijhorende apparatuur. We lossen ook graag veel op met medicatie: daar staan we op nummer vier. En ook voor de uitkeringen die breder onder de bevolking verdeeld worden, zoals de kinderbijslag, bekleden we de derde positie.
‘Voor thuiszorg hangen we achteraan het peloton.’
Maar we bengelen ook achteraan het peloton: tiende plaats voor preventie, positie veertien voor kinderopvang en jeugdhulp, en op de laatste plaats voor thuiszorg, als we de verhoudingen vergelijken binnen de totale pot van welzijn- en zorgmiddelen.
Die verhoudingen zeggen genoeg: de totale sociale subsidiepot is groot genoeg, maar wordt niet optimaal ingezet.
Ik ben kwaad
Dagelijks bots ik op de gevolgen. Die maken me kwaad.
De groep mensen met een beperking die ondersteund worden in het reguliere onderwijs, blijft veel te klein. Stap je op de trein, dan is er geen verschil tussen het ‘sociale tarief’ en een doorsnee abonnementsformule.
De administratieve drempel voor terugbetaling van psychotherapie is zo hoog, dat de meest kwetsbaren er nauwelijks gebruik van kunnen maken. De taalbegeleiding van kwetsbare migranten is ronduit belabberd.
Onrechtvaardige betonnering
Maar ik word ook kwaad als het middenveld opnieuw scandeert: “meer geld, meer geld, meer geld”. Want dat geld is er dus al, maar zit op de verkeerde plaatsen. Durf die angel te benoemen in plaats van de zwarte piet meteen door te schuiven naar de politiek.
‘Het geld zit op de verkeerde plaatsen.’
En ja, ik heb het hier ook over armoede- of gezinsexperten die bijkomende middelen eisen zonder zich af te vragen hoe het beschikbare budget beter ingezet kan worden. Vastgeroeste structuren, gewoontes en systemen belemmeren ook hen om fris en vernieuwend te denken.
Kijk naar de kinderbijslag. Waarom moeten welgestelde gezinnen hun royaal deel van de koek per se behouden? Dat is toch te gek voor woorden, zeker als je het vanuit internationaal perspectief bekijkt.
Pappegaaienwerk
Het lijkt soms alsof het middenveld slechts één kernboodschap gezamenlijk kan formuleren: de eis voor meer geld. Die indruk is niet uit de lucht gegrepen. Ik zit zelf mee rond de tafel in adviesraden over budgetten en prioriteiten. Telkens belandt dezelfde boodschap in die beleidsadviezen: meer geld. Dat papegaaienwerk is te gemakkelijk en stelt de meerwaarde van adviesstructuren in vraag.
We zouden aan die tafels beter wat meer Habermas lezen, over communicatief handelen en het overstijgen van tegenstellingen via een overleg rond inhoudelijke argumenten. We beseffen onvoldoende dat deze adviesraden het verschil moeten maken op vlak van algemeen belang. En daar presteren we ondermaats.
Nieuw overlegmodel
Het kan ook anders. Maar dan wel met een middenveld dat zelf verantwoordelijkheid opneemt voor gedeelde engagementen en daarover rechtstreeks in overleg gaat met regeringspartners.
Er zijn kansen. Recent werd een nieuwe overlegstructuur in het leven geroepen: de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volkgsgezondheid en Gezin. Die kan voor een stijlbreuk zorgen en een positieve responsabilisering in gang zetten. Dat zal bepalend zijn voor de slagkracht en performantie van de toekomstige Vlaamse sociale zekerheid. Ik ben benieuwd of ook de kersverse minister er zo naar kijkt.
Te braaf
Want het grote plaatje is duidelijk. Er zijn heel wat ‘coalitions of the willing’ in het werkveld. Als je in een zaal van vijftig stakeholders informeel een gedeelde visie en structurele hervormingen op tafel legt, knikken er achtenveertig oprecht instemmend.
We weten waar binnen welzijn en zorg middelen verkeerd of overdreven ingezet worden. En soms weten we het niet, omdat sommige deelsectoren nauwelijks gegevens verzamelen, objectiveren of eens over het muurtje kijken.
En toch is dat middenveld, waar ikzelf toe behoor, te braaf, te mak of te stil om taboes te benoemen. En ja, soms te veel politiek verweven om iets anders te zien dan het grote gelijk van een partij.
Mijn boodschap
Nieuwe legislatuur, nieuwe regering, nieuwe kansen.
Mijn boodschap aan de nieuwe minister: u bespaart en investeert grotendeels evenwichtig. Als iedereen klaagt, is dat geen slecht teken. U formuleert ook bouwstenen die het verschil kunnen maken: integratie, transparantie, herinvesteren, impact, belonen, gegevensdeling, flexibiliteit, ondernemerschap en verder inzetten op persoonsvolgende financiering.
‘Als iedereen klaagt, is dat geen slecht teken.’
Kunnen we in de komende vijf jaar hier samen werk van maken? Ambiëren we een topland te zijn? Kiezen we voor meetbare doelstellingen, een concreet stappenplan en duidelijke timing? Laten we achterhoedegevechten en machtsspelletjes achter ons?
Want ‘the proof of the pudding is in the eating’. Willen we binnen vijf jaar positieve verschillen ervaren op vlak van psychisch, sociaal en lichamelijk welzijn, dan zal het er vanaf hangen of we dromen samen konden concretiseren in daden.
Daarbij is iedereen aan zet, niet enkel de minister.
Reacties [1]
Natuurlijk kunnen de middelen op sommige plaatsen anders ingezet worden. Inzake kinderbijslag en gezondheidszorg zijn deze maatregelen al lang door verschillende professoren uit het sociaal beleid voorgesteld. Kiezen voor een lineaire kaasschaaf van 6% en ondersteunende diensten quasi monddood maken is een stappenplan, een politieke keuze die niet de mijne is. Het is de minister zelf die de taboes niet aanpakt., zoals een kinderbijslagregeling die echt een verschil maakt inzake armoedebestrijding. Pleiten voor meer overleg ,terwijl net op dat vlak bespaard wordt is als roepen in de woestijn om meer water.Als iedereen klaagt zal het wel goed zijn, is erg kort uit de bocht en weinig respectvol naar de sector toe. Het primaat van de politiek maakt hier geen goede beurt en doet best haar huiswerk opnieuw!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies