Vrouw achter de toog
“Ok. Nog even wachten.” Ze zegt het zuchtend alsof ik haar lastig val. Ze tapt een pint voor iemand en heeft allicht nog wat bestellingen af te werken. Ik keer terug naar hem aan het tafeltje. Hij heeft een hele grote zak naast zich neergezet, een lederen jas ligt bovenop. Er speelt luide muziek in dit café dat hij heeft uitgekozen. Hij zegt hier graag te komen.
Hij heeft het over het bezoek aan zijn familie de dag ervoor en hoe hij werd weggestuurd onder begeleiding van de politie. Niet dat er iets verkeerd was gegaan, hij wou gewoon na al die tijd nog eens goeiedag zeggen. Hij werd naar een psychiatrisch centrum overgebracht. Daar moest hij enkele uren wachten vooraleer een psychiater de intake kwam doen. Hij vertelde dat hij zeer moe was en wou daar overnachten maar de psychiater stond het niet toe. Hij moest weer de straat op.
Een andere psychiatrische instelling waar hij wel welkom was lag te ver af voor hem. Hij is blij me te zien. De laatste dagen waren bijzonder moeilijk. Hij sliep deze nacht in de inkomhal van een bank. Hij praat snel, te snel. Hij wil me alles vertellen.
Geen koffie
De vrouw achter de toog wast glazen. Mensen die na ons zijn binnen gekomen kregen al een drankje. Ik vraag nog eens naar de bestelde koffie en ga er van uit dat ze die vergeten is. Ze kijkt me zonder echte reactie aan. Hij ziet me kijken naar de vrouw maar praat gewoon verder. Na enkele minuten doe ik een nieuwe poging maar krijg opnieuw geen reactie. “Ze zal die koffie niet brengen”, zegt hij.
‘Dakloos zijn problematiseert hij nooit.’
“Laten we weggaan.” Ik twijfel. Zal ik haar aanspreken? Zal ik haar vragen of ze iets heeft tegen de man die hier bij me zit? Kent ze hem? Heeft hij hier al eens problemen gemaakt? Heeft ze zijn grote zak met kledij gezien? Weet ze dat hij dakloos is? Hij lijkt heel duidelijk te beseffen dat hij hier niet welkom is en hij wil weg. Zelf geeft hij me geen info over een mogelijke reden. Hij wil er blijkbaar geen woorden aan vuil maken. Ik besluit hem te volgen in zijn beslissing en we gaan weg.
Misschien wordt het gesprek dat ik zou voeren met de vrouw achter de toog te beschamend voor hem? Misschien doorprik ik iets van het beeld van zijn mooie wereld vol vrienden als ik doorvraag? Het dakloos zijn problematiseert hij nooit. Hij wil ook niet dat ik het problematiseer.
Het herhaaldelijk geuite “luister” waarop dan lange soms wat onverstaanbare zinnen volgen, geven me weer wat hij echt wil. Door te luisteren naar de herhaling van de zinnen, door telkens weer te geven naar wat ik eerst niet begreep, krijg ik een helderder beeld van wat hij de laatste dagen heeft meegemaakt met de voor hem belangrijke mensen rondom hem. De vrouw achter de toog hoort daar duidelijk niet bij.
Chique hotel
Hij wil me een andere plaats tonen. We lopen verder de stad in en houden halt aan een chique hotel. Het is aangenaam warm in de bar. Drie jonge vrouwen vragen de ober om een foto te nemen met de mooie wand op de achtergrond. Hij en ik nemen plaats in zeteltjes. De bediening is vriendelijk en afstandelijk. Hij ontspant en lijkt net als de jonge vrouwen op te gaan in de omgeving. De grote zak moffelt hij onder de tafel. Hij zet een andere pet op. Ook hier zegt hij vrienden te hebben. Het is alsof hij hier alle dagen komt en hier ook overnacht. Hij lijkt hier thuis te horen, toch voor even.
Twee dampende koffies met pralines en chocoladeschijfjes staan even later op de tafel. We hebben het over zijn familie en wat er in het verleden is gebeurd tussen hem en hen. Hij erkent zelf een aantal zaken die hij anders had kunnen doen. Een aantal breuken in zijn leven werkten traumatiserend zowel voor hem maar ook voor zijn familie.
‘In dit hotel vond hij zijn trots terug.’
Herstelgesprekken met plaats voor verbinding maar misschien ook rouw kunnen helend werken en een nieuwe toekomst mogelijk maken. Hopelijk komen we ooit samen met deze voor hem belangrijke derden. Anderen zoals de vrouw achter de toog, zijn voor hem slechts figuranten in een leven dat in wacht staat.
In de bar van dit chique hotel vond hij vandaag heel even zijn trots terug. Bij het naar buiten gaan houden we halt op de drempel om elkaar een knuffel te geven. Ik stap naar de plaats waar ik mijn fiets achterliet. Hij lijkt te twijfelen of hij naar rechts of naar links zal gaan, nog niet wetend waar hij de nacht zal doorbrengen.
Reacties [1]
Het is de kille realiteit van een omgeving hetwelk een verlangen naar zingeving bevriest. Er rest dan enkel nog te schuilen voor de koude, vertwijfeld en ontredderd neem je gekortwiekt een bibberende vlucht in de warme baarmoeder van de fantasie. Schrijnend.
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies