Column

Grinta: kracht en bedreiging

Mohamed Barrie

Mohamed Barrie

Mohamed Barrie is sociaal werker. Hij coördineerde tot de zomer van 2021 de meisjeswerking van voetbalclub City Pirates. Hij richtte studentenvereniging AYO mee op en is een van de drijvende krachten achter projecten zoals Black History Month Belgium. Nu woont hij in Boston (USA).

grinta

© Unsplash / Carlos Arthur

Paradox

Wat betekent het om als jongere op te groeien in België met niet-Belgische roots? Vaak in combinatie met een precaire socio-economisch positie en daarbovenop de verwachtingen van ouders en jezelf om absoluut te streven naar een beter leven.

Dit streven zou het ticket zijn naar een betere toekomst. De vraag is echter of deze eis die jongeren wordt opgelegd niet verlammend werkt.

‘Grinta is Radja zien voetballen, als belichaming van een strijd.’

“We are made up of all the things that broke us just to keep us alive.” Deze zin uit het gedicht ‘I’m not a Poet and this is not a Poem’ van de Engelse dichter en schrijver Anthony Anaxagorou belichaamt misschien wel het best wat het betekent om een jongere te zijn van Afrikaanse komaf of als jongere te leven in een kwetsbare socio-economische positie.

Over mijn lijk

Je kracht ligt in het begrijpen van je startpositie. Dit besef kan zorgen voor ‘grinta’. Een mentaliteit van: over mijn lijk! Een mentaliteit van: alles doen om er te geraken.

Grinta mondt uit in uitspraken zoals “Je moet twee keer zo hard werken om er te geraken.” Een idee dat velen met de paplepel ingegoten kregen, van generatie op generatie. Grinta is Radja zien voetballen, als belichaming van een strijd, steeds weer een strijd. Grinta als brandstof geeft een leeuwenvermogen. Het zorgt ervoor dat je hongerig blijft. Wanneer anderen naar huis gaan, wil je nog blijven doorgaan.

Maar grinta heeft een ook een keerzijde. Burn-out en mentale uitputting loeren steeds om de hoek. Het is een eerste paradox.

‘Grinta als brandstof geeft een leeuwenvermogen. Het zorgt dat je hongerig blijft. Maar grinta heeft ook een keerzijde.’

De paradox is dat de brandstof die je haalt uit een gevoel van onrecht er uiteindelijk toe leidt dat het spartaanse streven zich tegen je begint te keren. Wanneer ben je voldaan? Wanneer vertrek je vanuit de liefde voor jezelf en de liefde voor wat je graag doet?

Ik deel hier een stuk uit mijn notitieboekje (2016): “That which makes us strong and keeps us away from living inside the cages of rage and constant struggle. Away from that which keeps us from being human. Just human, average and perfectly okay.”

Passen in het neoliberale kader

Zij die het maken, leven in een tweede paradox.

Zij zijn het toonbeeld voor de neoliberale samenleving: met hard werken kom je er wel. Denk maar aan Assita Kanko’s recente uitspraak in De Afspraak: Er zijn kansen, mensen moeten die grijpen.

‘We leiden een generatie jongeren naar stille burn-out.’

Wat hier zo pijnlijk duidelijk wordt, is dat men al dan niet bewust vergeet welke onnodige obstakels er zijn voor jongeren om ‘een grinta-mentaliteit’ te kweken. De mentale druk zie je weerspiegeld in een samenleving met schoolmoeheid en steeds hogere burn-out cijfers.

Toch blijft men deze weg kiezen.

Zo leiden we een generatie naar stille burn-out. Hoogpresteerders raken opgebrand. Het verzwijgen van obstakels die je rechten schenden omdat mensen je nog altijd toegang weigeren vanwege je identiteit. Al die zaken verdwijnen ver uit het zicht omdat jij het hebt ‘gemaakt.’ Maar wat met je kinderen? Wat met iedereen die het niet heeft ‘gemaakt’?

Het verheffen van individuele succesverhalen is een tool om te empoweren, maar daardoor wordt systematische uitsluiting verdoezeld. Hierover schreef ik reeds uitvoerig in het stuk ‘Het rookgordijn van rolmodellen’.

Institutioneel racisme 

De afgelopen vier maanden vonden niet plaats in een vacuüm. Kruip even in de huid van al deze kinderen en jongeren die opgroeien met een grinta-mentaliteit. Wat hebben ze meegemaakt tijdens de Covid-maatregelen?

‘Bovenop de Covid-maatregelen kwam er een opnieuw zichtbaar gemaakte strijd tegen institutioneel racisme.’

De destabilisering van het leven zoals ze het kennen, en vooral het ontbreken van hun fysieke veilige havens. Daar bovenop kwam er een opnieuw zichtbaar gemaakte strijd tegen institutioneel racisme. De jongeren van vandaag maken hun eerste Eric Garner moment mee. Hoeveel oude wonden en opgekropte ervaringen met racisme zijn opgeborreld sinds het nieuw Black Lives Matter-protest?

Hoe ontspannen? 

Momenteel weerklinken stemmen om ervoor te zorgen dat jongeren in precaire situaties naar zomerscholen gaan. Zij moeten hun ‘leerachterstand’ inhalen. Klonken die stemmen maar even luid als het gaat om het ontmantelen van de systemen die hen in die precaire situatie hebben gebracht.

De vraag blijft hoe jongeren vandaag kunnen ontspannen? Welke ruimte creëer je best om de grinta-mentaliteit te onderhouden en deze jongeren tegelijk te wapenen tegen de burn-out die altijd op de loer ligt?

‘Praat met jongeren, maak ruimte voor gesprekken.’

Leer ze spelen. Leer ze opnieuw onbezorgd spelen, neem ze op verkenning en verruim mentale en fysieke horizons. Praat met hen, maak ruimte voor gesprekken. Als je organisatie niet de juiste profielen heeft, omdat je nog geen weerspiegeling bent van de wereld, vraag dan experten om met jongeren deze gespreken te voeren.

Zorg dat deze zomervakantie gebruikt wordt om batterijen op te laden. Om jongeren te versterken. Neem hun grinta niet af, want dit zou betekenen dat je alle obstakels van deze jongeren ontkent. Wat je kan doen is hen tools geven, zodat ze grinta als brandstof behouden maar zichzelf ook positieve rust gunnen. Zij verdienen dat.

De rol van professionals

Sociale professionals moeten dit omzetten in actie. Maak er plaats en tijd voor. Creëer fysieke ruimtes en zorg dat je organisatie gevrijwaard is van racisme. En ja, dit betekent pijnlijke reflecties en jongeren spiegels laten voorhouden. Veeg voor de eigen deur. Ga dat leerproces aan.

Dus, dans, zing en eet. Ga op stap, trek de natuur in, creëer rustmomenten. Laat geloof en muziek hierbij hun ding doen. De komende maanden zijn cruciaal voor een hele generatie jongeren. Want grinta is hun brandstof. De vraag? Kunnen welzijnswerkers zorgen dat deze brandstof een bron wordt waaruit jongeren doorheen hun leven kunnen blijven putten?

Reacties [2]

  • Mark Bogaerts

    Ontzettend mooi geschreven en raak. Bedankt aan Zeno Nols om dit te delen.

  • znidardsic eduard

    Een generatie jongeren opofferen is een misdaad, in de jaren 60 konden jongeren een beroeps opleiding volgen door ze 2 jaar mee te nemen met een gekwalificeerde werknemer, na die twee jaar was de opvolging gegarandeerd met zijn kwalificaties, de kosten voor die opleiding werden gedeeld voor de helft de staat de andere helft voor de werkgever,het is een win win operatie voor iedereen en geeft vooruitzicht aan de jongeren, door de jaren heen is deze methode afgeschaft met gevolg dat er meer werlozen zijn

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.