Column

Een glimlach waar het ijs van smelt

Groeiende groep mensen legt zich niet neer bij onmenselijkheid

Han Zinzen

Han Zinzen

Han Zinzen is freelancejournalist en schrijver van fictie en non-fictie.

© ID/ Bob Van Mol

maximiliaanpark

© ID/ Bob Van Mol

Nieuw jaar

En zo zitten we pardoes in de eerste maand van een nieuw jaar. Een grijs, donkernat, maar niet zo koud jaar tot dusver. Elders in de wereld vertaalt de opwarming van de aarde zich in onmetelijke sneeuwval en onmenselijke kou. Dan valt het hier nog mee. Wij ploeteren voort. We hebben immers geen keuze. De kinderen moeten eten, naar school, de sportclub. De ouders moeten werken om huis en auto af te betalen, en op vakantie te kunnen gaan. Sommigen zaten vast in een skigebied, maar hè, er zijn ergere dingen in het leven.

‘Wij ploeteren voort.’

Zoals een Amerikaanse pompoen die een ambtsgenoot uitdaagt tot een spelletje nucleaire roulette. Om over de Russen nog te zwijgen. Of de gevolgen van Europese deals die stilaan tot uiting komen. Vluchtelingen in Libië worden als slaven verhandeld, op de Griekse eilanden is alle menselijkheid verdwenen en ellende troef. In Soedan worden gerepatrieerde vluchtelingen gefolterd en mishandeld. Al moet dat nog onderzocht worden. Het is immers niet omdat het Internationaal Strafhof in Den Haag een arrestatiebevel tegen de president van dat land heeft uitgevaardigd voor de genocide in Darfur, dat terugkeerders er per se van de roe krijgen.

Geen keuze

We ploeteren voort omdat we geen keuze hebben. Zo lijkt het toch. Ja, het is allemaal wat, die bankencrisis van tien jaar geleden, de Lux Leaks, de Panama Papers. Joris Luyendijk vertelde het nog net voor nieuwjaar. We stevenen af op een financiële meltdown, het gaat daarbij niet over ‘of’ die zal plaatsvinden, maar ‘wanneer’.

We steken onze kop in het zand. De wegen zijn te kort voor de hoeveelheid auto’s, maar toch zijn er in 2017 nooit zoveel nieuwe wagens verkocht. Er staan al twee jaar soldaten op straat, met machinegeweren, maar we merken ze nog nauwelijks op. De stad Antwerpen koopt twee gepantserde voertuigen waartegen Kalasjnikovkogels afketsen als waren het rubberen stuiterballen, maar dat is in deze tijden van terreurdreiging een verantwoordelijke aankoop.

Er is de vervanging van de F-16’s, waarmee onze jongens absoluut geen slachtoffers hebben gemaakt in Irak of Syrië, die de overheid miljarden zal kosten, maar we hebben onze verplichtingen na te komen ten opzichte van de NAVO. Het structurele en geïnstitutionaliseerde racisme en seksisme wordt door de ene weggelachen en door de ander gerelativeerd, maar we gaan gezamenlijk over de rooie als een Nederlands flutrappertje van het zevende knoopsgat zichzelf onnoemlijk hard in de voet schiet.

Armoederapporten worden afgedaan als tendentieus. De onmetelijke wachtrijen in de zorg? Tja, we werken eraan. Het is heel jammer dat er minderjarigen in volwasseneninstellingen terechtkomen. Het is nog veel onfortuinlijker als er iemand doodgaat omdat die de hulp niet krijgt die hij verdient. Misschien moeten we eens kijken of de privé die hulp niet beter kan verzorgen. Want eigenlijk hebben we er de tijd, noch het geld voor.

Ploeteren

We ploeteren voort omdat we geen keuze hebben. Ik heb van ploeteren mijn handelsmerk gemaakt. Ongewild, maar het is wel zo. En het kan. Ik ben een witte middenklasser. Niet dat het gemakkelijk is, maar ik word niet geviseerd, laat staan gestigmatiseerd. Lang haar en drie oorbellen hebben niet meer het effect van twintig jaar geleden.

‘Ik ben een witte middenklasser.’

En toch nestelt de onmenselijkheid zich haast onmerkbaar in ons witte leven. Als een kankercel. Vergelijkingen met de jaren dertig zijn uit den boze. Ken je geschiedenis, man! Het zijn harde tijden. Voor iedereen. Blablabla. Bang om aan te zuigen. Blind voor het leed van een ander omdat we weleens zouden kunnen verliezen wat we hebben. Inboeten op onze rijkdom, onze manier van leven, onze normen en waarden.

Maximiliaanpark

En plots zag ik haar. Al surfend over het net, van fakenews naar snorrende poezen, zag ik die vrouw. Ze stond in de striemende regen, ik kon de snerende wind haast voelen door het scherm, helemaal ingepakt in waterdichte stof. Ze stapte op een man af, niet te zien in beeld. In haar ogen fonkelde lichtjes die gelovigen prompt aan de sterren van Bethlehem doen denken.

‘Een grote opgestoken middenvinger.’

Met een kamerbrede glimlach waarvan het ijs smelt, vroeg ze aan de man of hij al gegeten had, of hij slaapplaats had, dat ze ervoor gingen zorgen. Zij en de rest van de groep. Een steeds groeiende groep die zich niet neerlegt bij onmenselijkheid, die zich het lot aantrekt van vluchtelingen in het Maximiliaanpark in Brussel. En die daarmee een grote opgestoken middenvinger naar de overheid richt. En die daarnaast ook nog eens verder ploetert in het leven, maar niet zonder ervoor te zorgen dat er onderdak en warme soep is.

Hébergement plateforme citoyenne. In het Frans dan nog. Gewoon burgers. Mensen zoals jij en ik. Zonder bijbedoelingen of verborgen agenda. Uit menselijkheid.Lees ook het relaas van een Leuvens gezin dat jonge Afrikaanse migranten oppikt aan het Maximiliaanpark in hartje Brussel.

Verkiezingen

Er zijn lokale verkiezingen dit jaar. De politieke verpersoonlijking van onmenselijkheid staat met kop en schouders bovenaan in de populariteitspolls. Alsof de toekomst zich afspeelt achter grote betonnen muren, behangen met prikkeldraad. Zodat niemand nog binnen kan. Of buiten.

‘Een alternatief voor verkiezingen is wenselijk.’

Alsof de plek waar je geboren bent, de kleur die je hebt, het geloof dat je al of niet aanhangt, de naam die je draagt, doorslaggevend zijn bij de mens die je bent. Of de bedreiging die je vormt.

Alsof het niet de multinationals zijn die de wet dicteren en de politiek publiek wat met de spierballen laat rollen, maar wel met de centen gaat lopen. Alsof het niet de klimaatverandering is die voor een immens veel grotere bedreiging zorgt dan enkele Soedanezen die weigeren om asiel aan te vragen.

Er is nog niet onmiddellijk een alternatief voor verkiezingen, al vind ik dat om allerlei redenen wel wenselijk. Tot zolang ligt het nog steeds aan ons wie wij verkiezen als vertegenwoordigers, maar ook hoe wij ons eigen leven invullen, hoe we verder ploeteren, inconsequent en hypocriet zijn, waarvoor we verantwoordelijk zijn en verantwoording voor moeten afleggen, waarbij we vallen en opstaan, elkaar opvangen en steunen.

Uiteindelijk zijn we allemaal mensen die moeten eten en drinken. Dat is de enige keuze die we niet hebben.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.