Bewerkte vertaling
‘Goed ouderschap’ is een vertaling van een boek van dezelfde auteurs: ‘The Claims of parenting: reasons, responsibility and society’. De Engelstalige editie is geschreven voor de eigen academische achterban: mensen uit het vakgebied van de wijsgerige pedagogiek of filosofie van de opvoeding, vorming en onderwijs.
Deze bewerkte vertaling is bedoeld voor een breder publiek dat geïnteresseerd is in de huidige cultuur van opvoeden, opvoedingsondersteuning en ouderschap. Het richt zich tot ouders, leerkrachten, opvoedingsondersteuners, beleidsmakers.
Pedagogiseren
Eerst zoomt men in op de taal van de psychologie en de verwetenschappelijking van de opvoeding. Ouders kunnen niet meer vanuit hun buikgevoel opvoeden, maar krijgen al van in het begin instructies. Ze moeten bewust gemaakt worden om hun opvoedingsvaardigheden te verbeteren.
‘Men kan niet meer vanuit buikgevoel opvoeden.’
Ouders moeten zichzelf als het ware professionaliseren. Ze moeten dingen doen die doelgericht zijn. De succesvolle ouder is de pedagogische ouder. Men moet handelen als ouder in plaats van ouder zijn. Deze dominantie van expertise brengt ouders in een vreemde positie. Zij worden toeschouwers van hun eigen situatie.
Verantwoordelijke ouders
Gezinnen worden opvoedpartners van professionelen. Ze moeten het derde-persoonsperspectief van experts aannemen in plaats van het insidersperspectief. Het voorwerp van dagelijkse pedagogische zorgen is niet hun kind maar ‘het kind’. Het boek gaat onder meer in op dit eerste- en derde-persoonsperspectief.
‘Ouders moeten voortdurend waakzaam zijn.’
Pedagogisch verantwoordelijke ouders zijn in eerste plaats bezorgd om de goede ontwikkeling van hun kind. Ze zijn bereid daar alles voor te doen. Inclusief leren wat noodzakelijk is om de optimale ontwikkeling van vaardigheden, talenten en noden van hun kind te verzekeren. Ouders moeten voortdurend waakzaam zijn, elke dag zijn er nieuwe uitdagingen.
Goed genoeg of perfect?
In het boek komen verschillende opvoedingsstijlen aan bod. Er wordt ingegaan op de vraag wanneer opvoeden geslaagd is, en hoe we dat kunnen zien. Als onze kinderen gelukkig zijn? Of kunnen we dit pas meten als ze volwassen zijn?
De auteurs wijzen erop dat interacties van professionelen soms schadelijk zijn voor het zelfvertrouwen van ouders. Ze vragen zich af of opvoedingsondersteuning niet beter alleen gebeurt in extreme gevallen van slechte zorg.
‘Is perfect ouderschap een reëel vooruitzicht?’
Op het einde van het boek komt de existentiële angst, verantwoordelijkheid en publieke oriëntatie van het gezin aan bod. Vanuit de angst om het niet goed te doen gaat men op zoek naar oplossingen. Dan komt men terecht bij strategieën die door mensen als de ‘supernanny’ worden aangeboden. Deze stellen het perfect ouderschap voor als een reëel vooruitzicht.
Daarnaast is er ook iets als het ‘goed genoeg’ ouderschap. De blindheid van de ‘expertouder’ is de prijs die we moeten betalen voor onze fixatie op het doen van de juiste dingen. De drang naar zekerheid trekt als het ware een scherm op tussen ouder en kind.
Filosofie
Ik vond dat het boek niet zo vlot las. De zinnen zijn lang en je merkt dat het vertalingen zijn. De bedoeling komt wel over. Het boek doet je nadenken over de psychologische focus bij opvoeding.
‘Het boek doet je nadenken.’
Als thuisbegeleidster van gezinnen met een kind met een verstandelijke beperking moet ik opvoedkundig advies geven. Dit boek confronteert me met het feit dat hoe wij spreken over opvoeden en de tips die we geven, inderdaad de verwachting oproept dat ouders co-experts worden.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies