Jan De Maeseneer
Ik vermoed dat iedereen in weldenkend Vlaanderen al wel eens gehoord heeft van Jan De Maeseneer. Hij is de geneesheer die nu al een half leven de discussies aanvuurt rond huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg.
Met de regelmaat van de klok verschijnt hij in de media om een of andere maatregel van een regering in België op de korrel te nemen, wanneer een groep met privileges (meestal de artsen-specialisten) via een minister hun positie wisten te verbeteren. Of wanneer die minister op een weinig sociale manier de eerstelijnsdiensten misdeelde via nieuw beleid. Een politiek geëngageerde professor geneeskunde, met het hart langs de linkerzijde, om het sloganesk te zeggen.
‘Een politiek geëngageerde professor geneeskunde.’
Maar dat is natuurlijk veel te weinig zeggen over de figuur De Maeseneer en wat hij allemaal heeft willen en kunnen realiseren in de voorbije drie decennia. In 2017 ging deze professor op emeritaat. Bij die gelegenheid bracht hij deze bundel uit van artikels over de zin, de verwezenlijkingen, maar ook de wetenschappelijke funderingen van een sterk sociaal, rechtvaardig en tegelijk wetenschappelijk rigoureus getoetst model van een basisgeneeskunde op grond van familiegeneeskunde en eerstelijnszorg . Het is deze bundel die hier gerecenseerd wordt.
Collega’s
Als hoogleraar had ik het genoegen om ongeveer twintig jaar een cursus te mogen geven, samen met De Maeseneer en een paar andere collega’s, aan de eerstejaars geneeskunde en de studenten van een schakelprogramma voor een postgraduaat Ziekenhuisbeheer en Verpleegkunde, samen goed voor 300 tot 400 studenten per jaar.
Ik vermeld dit om duidelijk te maken dat ik een beetje als een insider kan beschouwd worden, zij het natuurlijk niet met competentie over de medische aspecten. De informatie is ook relevant, omdat mijn bijdrage aan die opleiding paste binnen de opvattingen over geneeskundige zorg, zoals die door De Maeseneer ontwikkeld zijn en ook in deze bundel uiteengezet worden.
Uit het leven gegrepen
Geneeskunde is de voorbije decennia een wezenlijk deel van de menselijke activiteiten geworden. Een immens overheidsbudget stelt zich ten dienste van een algemene ziekteverzekering voor iedereen. Het gaat niet enkel over zeer veel geld en personeel, maar ook over een mens- en maatschappijvisie.
‘Geneeskunde gaat over mensen en hun omgeving.’
Dit boek start elk hoofdstuk met een ‘gevalstudie uit het leven gegrepen’, waarbij de dokter telkens ergens in de wereld beslissingen neemt in een medische problematiek. Telkens ook, en dat is de lijn van het boek, zijn andere aspecten van leven, van gezinssituatie, van levenskansen, van armoede en van hoop of wanhoop aan de orde. Want geneeskunde is natuurlijk geen afstandelijke, onbetrokken kennis over een orgaan of een ziektefenomeen, maar gaat over mensen en hun omgeving.
Dat wil De Maeseneer in een bevattelijk boek tonen, zonder ideologische discussie, maar door de medemenselijke kanten van deze vorm van kennis en actie te belichten. Hij slaagt daarin wonderwel: de ‘gevallen’ zijn pakkend en toch summier beschreven. De eraan gekoppelde meer academische hoofdstukken krijgen meer betekenis door ze te lezen vanuit de zeer herkenbare menselijke cases die als inleiding dienen.
Enig in België
Dit is ook een belangrijk thema voor De Maeseneer: goede geneeskunde vertrekt best vanuit eerstelijnszorg en erkent de belangrijke plaats van gezin of familie in ziekte en gezondheid voor de individuele patiënt. Het wordt daardoor ‘Family Medicine’.
‘Goede geneeskunde vertrekt vanuit eerstelijnszorg.’
Dat kan vanzelfsprekend lijken, maar dat was het geenszins toen De Maeseneer zijn loopbaan begon. Hij kreeg slechts na zijn eigen studies (doctoraat) de kans om een eerste onderdeeltje van opleiding en een eerste eigen onderzoeksgroep te starten aan de universiteit, enig in België toen nog en voor een groot deel in Europa.
Hoe moet het dan wel?
Want doordat de oude elitaire en nogal exclusieve opleiding geneeskunde ten tijde van zijn aanstelling een negatieve evaluatie kreeg van een internationale beoordelingscommissie van wetenschappelijke opleidingen werd hem gevraagd ‘hoe het dan wel moest’.
Zo kon hij starten met een totale ombouw van de opleiding, waarbij de focus op eerste lijn en familieverankering voor het eerst werd ingevoerd. Tevens werd de opleiding opengegooid naar bijvoorbeeld ondersteunende sociale wetenschappen, waardoor dus uw dienaar plots grote cohorten toekomstige artsen mee ging opleiden. Hij vermeldt het niet, maar ik heb nog mogen meemaken dat de laatste beoordeling van de opleiding arts aan de UGent de waardering ‘excellent’ kreeg, naar mijn weten als enige opleiding in België en Nederland.
Indrukwekkende verslaggeving
Dat verraadt een doorzettingskracht en een talent voor organisatie en overreding, zoals waarschijnlijk alleen een Jan De Maeseneer dat jarenlang kan invullen. Het boek straalt die mentaliteit uit. Het bespreekt hoe lokale discussies, maar ook internationale contacten en projecten in Latijns-Amerika, Afrika en Noord-Amerika langzaam maar zeker een wetenschappelijk perspectief doen ontstaan om een anders gegronde geneeskunde wereldwijd te kunnen opzetten.
‘Het boek straalt die doorzettingskracht uit.’
Die verslaggeving op zich is al indrukwekkend en geeft aan dit boek een documentwaarde die zeer groot is. Bovendien en in even belangrijke mate is het boek een diepe reflectie over het fenomeen gezondheidszorg zelf. Hoe kunnen de nodige middelen met een immense groei van de medische en farmaceutische industrie het best ingezet worden? Welke visies op menselijkheid en menswaarde kunnen de efficiëntienormen van vandaag aanvullen om optimale gezondheidszorg voor een maximaal aantal mensen mogelijk te maken? Die vragen zijn natuurlijk ‘links’ of misschien breder nog ‘humanistisch’ in een wereld waar ook uitsluiting van velen door kleine elites nog steeds voorkomt.
Tegelijk, en dat is natuurlijk een interessante uitdaging die De Maeseneer gretig opnam, is de schaalvergroting van de medische zorg dusdanig dat elitaire uitsluiting moeilijk leefbaar kan gehouden worden.
Wijkgezondheidscentra
In de praktijk heeft De Maeseneer, deels geïnspireerd door Ivan Illich schrijft hij, het systeem van wijkgezondheidscentra in ons land uit de grond gestampt. Dit is dan het vehikel bij uitstek om de uitdaging waarover ik hierboven sprak in een vorm te gieten die duurzaam, rechtvaardig en efficiënt is. De implementatie is een continue strijd en een leerschool. Daarover bericht dit boek ook, op nuchtere wijze.
‘Het boek geeft informatie uit de eerste hand.’
Deze publicatievorm lijkt me in grote mate uniek en zal de inzet van de groep rond deze voortrekker voor decennia als voorbeeld doen verderleven. De beschrijvingen in het boek geven de lezer en alle geïnteresseerden boeiend materiaal uit eerste hand.
Niet wereldvreemd
Dit is dus een boek dat een reeks wetenschappelijke bijdragen rond gezondheidszorg brengt, maar ook duidelijke beleidsvoorstellen bespreekt. Tegelijk legt het voortdurend de link naar de reële, menselijke ervaringen met ziekte en gezondheid, overal in de wereld.
Ik hoop dat het een breed lezerspubliek mag kennen. Alle artsen zouden het boek moeten lezen en onder collega’s bespreken. Maar vanzelfsprekend zouden ook alle beleidsmensen er grondig tijd voor moeten maken. Ik denk dat dit afscheidsboek een prachtig en lezenswaardig document is, dat toont hoe wetenschap zeker niet wereldvreemd of afgesloten van de sociale en existentiële realiteit kan gedijen. Ik kan enkel hopen dat het druk besproken wordt.
Reacties
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies