Frustratie
Het boek roept zowaar nostalgie op naar de jaren waarin 1.000 bloemen konden bloeien. Al wordt de neiging tot nostalgie snel bedwongen door de frustraties van de auteur over diplomafetisjisme, aanbodgestuurde logica en hokjesdenken. Hij formuleert scherpe kritiek op beleid en praktijk van sociaal werk, jeugdwerk inbegrepen. Die kritiek blijkt in een sterk veranderd werkveld nog steeds relevant.
‘Zijn kritiek blijkt nog steeds relevant.’
Wie zich afvraagt hoe we ondersteunend kunnen tussenkomen in de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare jongeren, vindt hier ongetwijfeld boeiende en inspirerende ideeën. Al is het opvallend hoe de auteur de geschiedenis van het jeugdwerk links laat liggen.
Methodiek
Van Lysebetten stelt dat hij op zoek ging naar “de bouwstenen van een ultiem jongerenproject”. Zo kwam hij tot de Habbekratsmethodiek: “Een concept waarin maatschappijgerichte vorming en persoonsvorming rechtstreeks werd aangeboden aan kinderen uit risicogroepen en dit in een context die uitsluitend positief is.” In zijn concept biedt jeugdwerk een permanent steunpunt in de leefwereld van jongeren.
Dat is mooi, want de laatste decennia horen we meestal een ander geluid. De jeugdbewegingen buiten beschouwing gelaten, wordt jeugdwerk steeds meer verengd tot projectmatig preventiewerk gericht op de vermindering van risicogedrag.
Het is wel eigenaardig dat Chris zijn concept voorspiegelt als iets compleet nieuw. Daarmee veegt hij Don Bosco, Cardijn en andere heiligen van het jeugdwerk vlotjes onder de mat.
Uitsluiting
Van Lysebetten demonstreert in zijn verhaal hoe aanbodgestuurd denken in jeugd- en welzijnswerk eerder uitsluiting dan insluiting veroorzaakt. Dat illustreert hij met pakkende verhalen van zijn ‘kind’ Habbekrats.
Hij vertelt hoe moeilijk het is om een initiatief uit de grond te stampen dat niet past binnen de lijnen van ons verkaveld en verkokerd werkveld. Hij demonstreert hoe maatschappelijke interventies, gebaseerd op de klassieke en gewenste jeugdfase, contraproductieve effecten hebben bij de meest kwetsbare jongeren.
Interventies
Getuigenissen illustreren hoe jeugdwerk meer kan betekenen dan laagdrempelige ontmoeting. De lat mag hoger. Hij toont met talloze verhalen hoe kleine, onverwachte interventies in het leven van jongeren soms grote uitkomsten hebben. Daarmee helpt hij ruimte te creëren voor jeugdwerkers om het verschil te maken in het leven van jongeren.
‘De lat mag hoger.’
Hij roept op tot meer vertrouwen in de praktijk van jeugdwerkers. Daaraan koppelt hij de vraag naar minder nadruk op cijferwerk en outputfinanciering. Hij toont hoe tomeloos engagement en idealisme ook kan leiden tot ondersteuning van onverwachte zijde. Dat kan, zoals bij Habbekrats het geval was, het koningshuis of een andere mecenas zijn.
Moeilijk evenwicht
Mij zet het boek aan om op te roepen om dat gevecht niet elk voor zich te voeren. Habbekrats is een bezield en bezielend pleidooi voor meer gemeenschapszin, voor authentiek leefwereldgericht werk, voor een gedifferentieerde en geëngageerde invulling van jeugdwerk, voor meer betrokkenheid bij jeugdwerk van andere sectoren én het bedrijfsleven. Habbekrats stapt over het hokjesdenken heen.
Tegelijk begeeft Chris zich op glad ijs. Het negentiende eeuwse filantropisme is nooit ver weg. De auteur heeft bovendien de neiging om zijn idealistisch project af te zetten tegen het klassieke werkveld. Het is het verhaal van een zeer moeilijk evenwicht tussen filantropie, managerialisme en idealisme.
‘Filantropisme is nooit ver weg.’
De auteur lijkt te willen zeggen dat je dat spanningsveld gemakkelijk kan omzeilen door gewoon te doen wat je moet doen. Maar zo eenvoudig is het niet. Niet iedereen heeft toegang tot een mecenaat dat leidt tot Surplas, een Habbekratshuis op de Grote Markt van Brussel. Waarmee ik niets afdoe aan de bezieling van Chris Van Lysebetten en de manier waarop hij toegang tot deze hulpbronnen heeft verworven. Zijn enthousiasme is zeker aanstekelijk.
Mandaat
Zijn boek moet daarom ook gelezen worden als een oproep om het sociaalpolitieke mandaat van het jeugdwerk terug op te nemen, in woord en daad. We mogen niet blijven hangen in een pleidooi voor meer gemeenschapszin en onderlinge steun.
Dat soort ‘strijdbare caritas’ is misschien nodig, maar zeker niet voldoende om een draagvlak te creëren voor een andere, meer rechtvaardige politiek. Enkel inzetten op caritas zou precies het draagvlak voor een andere samenlevingsordening ondergraven. There is an alternative.
Leefwereldgericht
Dit boek brengt een bezield en bezielend verhaal over de betekenis van leefwereldgericht sociaal en pedagogisch werk. Dat biedt een werkbaar alternatief voor ons verschraalde aanbodgestuurde beleid en onze uitkomstgerichte praktijken.
‘Goed jeugdwerk is altijd onaf.’
Het is tegelijk een beklijvende herinnering aan de constante valkuil van de methodisering van sociaal werk. Wat werkt, willen we zo graag in een methode gieten om die vervolgens feilloos toe te passen, ongeacht de omstandigheden.
Sociaal en pedagogisch werk is echter gedoemd tot het blijven analyseren van sociale, economische, culturele en politieke omstandigheden. En om van daaruit weer andere praktijken te ontwikkelen, altijd opnieuw. Goed jeugdwerk is altijd onaf.
Paradox
Ook Habbekrats zelf moet zich hoeden voor de methodisering waartegen het zich verzet. Chris Van Lysebetten komt uit op een pleidooi voor een apolitieke Habbekrats-methodiek. Dat is paradoxaal en dat blijkt ook in diverse passages, zoals over de GAS-boetes.
Maar zo is goed jeugdwerk nu eenmaal: een geïnspireerde omgang met de paradoxen van democratie en opvoeding. ‘Elk kind is een held’ is vooral een inspirerend verhaal dat veel vragen oproept en doet nadenken over goed jeugdwerk.
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies