Wat zijn momenteel de grootste bezorgdheden van jullie leden?
Johan Van Eeghem (Federaal secretaris, BBTK Social Profit, vertegenwoordigt onder meer personeel in woonzorgcentra en gehandicaptenzorg): “Mensen hebben schrik om in onveilige situaties terecht te komen. De voorraad aan beschermend materiaal blijft een pijnpunt. Heel de wereld is momenteel op zoek naar hetzelfde materiaal. Er lopen bestellingen, maar die komen vertraagd toe. Er zijn woonzorgcentra die redelijke stocks hebben, maar in andere is het tekort nijpend.”
‘Iedereen in de zorg heeft recht op bescherming.’
Jan Mortier (Coördinator openbare zorgsector, ACV Openbare Diensten, vertegenwoordigt het personeel in openbare zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en woonzorgcentra): “Wij krijgen al weken heel veel vragen van personeelsleden over dat tekort aan beschermingsmateriaal. Oorspronkelijk dachten we dat dat met een tekort aan materiaal in de instellingen te maken heeft. Maar dat blijkt niet overal het geval te zijn. Sommige instellingen hebben grote voorraden, maar stellen die niet ter beschikking van hun medewerkers.”
Waarom niet?
Jan Mortier: “Tot gisteren zeiden de richtlijnen voor woonzorgcentra dat personeel zonder symptomen die werken met bewoners zonder symptomen geen beschermingsmateriaal nodig hadden. Ook geen mondmasker. Sommige instellingen volgden die richtlijn heel strikt.”
“Als vakbond vonden wij dat ronduit schandalig, zowel vanuit het oogpunt van de bescherming van het personeel, als de bescherming van bewoners. Voor ons heeft iedereen in de zorg recht op bescherming. We vroegen al weken aan het Agentschap Zorg en Gezondheid en de verantwoordelijke Vlaamse minister Wouter Beke om die richtlijn aan te passen.”
“Gisteren kwam die aanpassing er eindelijk. Voortaan kan al het personeel in de woonzorgcentra dat in contact komt met bewoners over een chirurgisch masker beschikken als er voldoende voorraad is. Het is nog afwachten hoe de richtlijn in de praktijk zal toegepast worden. We zullen dat goed opvolgen.”
In een open brief van een tiental dagen geleden kaartten jullie het gebrek aan coördinatie van de Vlaamse overheid aan.
Johan Van Eeghem: “Er is veel onduidelijkheid, weinig structuur. Veel beslissingen gebeuren ad hoc. Het lijkt wel gebricoleer. Op het terrein moet iedereen zich telkens aanpassen. We weten dat we in een crisis zitten en dat je dan niet alles kan voorzien, maar je mag mensen niet in onzekerheid laten. Mensen hebben vandaag behoefte aan duidelijkheid, ook al is het geen fijne boodschap.”
Jan Mortier: “Op vlak van coördinatie kan je je toch wel vragen stellen. De soap rond het al dan niet toelaten van bezoek in de woonzorgcentra is daar een mooi voorbeeld van. Dat toont dat de versnippering van het beleid op het vlak van gezondheid en welzijn toch problemen creëert.”
‘Mensen hebben vandaag behoefte aan duidelijkheid, ook al is het geen fijne boodschap.’
Johan Van Eeghem: “Sinds de open brief nemen we deel aan enkele werkgroepen die de Vlaamse Taskforce voorbereiden. Dat is een positieve evolutie. Nu hebben we een rechtstreeks kanaal om signalen van het werkveld door te geven. We kunnen zaken die mislopen aankaarten.”
Is er in het begin van deze crisis te veel aandacht gegaan naar de ziekenhuizen en pas te laat naar de woonzorgcentra?
Jan Mortier: “Ik vind het normaal dat de prioriteit daar lag, anders zou ons gezondheidssysteem imploderen. Dat kan je niet riskeren. Maar het besef dat de situatie in de woonzorgcentra een groot probleem kon worden, is te laat gekomen.”
Johan Van Eeghem: “Het virus bleek toch veel besmettelijker dan aanvankelijk gedacht. Wanneer een groot aantal besmettingen opdook in een woonzorgcentrum, heeft men veel te lang gedacht dat het om een geïsoleerd probleem ging. Dat maakt dat we achter de feiten aanhollen, al zijn we de achterstand stilaan aan het inhalen.”
“Er komt mogelijks nog een crisis op ons af in andere residentiële voorzieningen, zoals de gehandicaptenzorg. Zij lopen ongeveer veertien dagen achter. Ik hoop echt dat we leren van de aanpak in de woonzorgcentra en de catastrofe die we nu zien in enkele woonzorgcentra kunnen afwenden.”
Jullie zijn vooral kritisch voor de overheid, eerder dan voor de directies van de zorginstellingen?
Johan Van Eeghem: “Er zijn werkgevers die er vandaag de kantjes van aflopen, maar er zijn er zeker ook die het goed aanpakken. Maar het is de verantwoordelijkheid van de overheid om er in een crisis voor te zorgen dat iedereen genoeg gewapend is.”
“De minister heeft gelijk dat ons zorglandschap heel divers is, wat het moeilijk maakt voor de overheid om op alle problemen een eenduidig antwoord te formuleren. Sommige woonzorgcentra, zoals grote internationale groepen, hadden een voorsprong door hun ervaring in andere landen en konden zich snel wapenen. Andere kleine voorzieningen hebben er niet genoeg van wakker gelegen. Hun deuren waren gesloten, dus kon er niets gebeuren, redeneerden ze. Tot er plots toch een probleem opduikt.”
‘Er is geen schuldige in deze crisis.’
Jan Mortier: “Er is geen schuldige in deze crisis. We moeten voorzichtig zijn om nu met de vinger te wijzen, dat zou te gemakkelijk zijn. De evaluatie moet nadien gebeuren. Toch stel ik vast dat het telkens lang duurt voor er nieuwe maatregelen genomen worden. De overheid moet veel kordater optreden.”
“De woonzorgcentra in lockdown plaatsen, was bijvoorbeeld een hele goede maatregel. Maar die had gepaard moeten gaan met zorgen voor voldoende beschermingsmateriaal. Als dat gebeurd was, zouden er veel minder besmettingen geweest zijn. Al bijna een maand geleden vroegen we om te kijken of de Vlaamse industrie niet kon helpen met de productie met beschermingsmateriaal. Dat komt nu pas stilaan van de grond. Dat is veel te traag.”
Hoor ik jullie zeggen dat grote commerciële spelers beter gewapend waren in deze crisis?
Johan Van Eeghem: “Mij hoor je niet pleiten voor meer commerciële woonzorgcentra, integendeel. Zij wapenden zich misschien met meer beschermingsmiddelen, maar het zijn niet meteen de plekken die uitblinken op vlak van zorgkwaliteit. Zij werken vaak met het minste personeel. Van zodra er iemand uitvalt, komen ze in de problemen.”
Jan Mortier: “Ik ga zeker niet beweren dat in deze crisis een bewoner in een commercieel woonzorgcentrum meer kans heeft om besmet en ernstig ziek te worden. Maar er zijn genoeg andere reden om gekant te zijn tegen de privatisering van de zorg. Ik heb nooit begrepen waarom we commerciële woonzorgcentra überhaupt nodig hadden. Ik stel trouwens vast dat de commerciële groepen die in andere tijden zo weinig mogelijk met de overheid te maken willen hebben, vandaag wel hard op tafel kloppen met de vraag om waarborg van financiering en compensaties. Dat vind ik eigenaardig.”
Uit een bevraging bij zorgverleners blijkt dat zij tijdens deze crisis tot zeven keer meer negatieve gevoelens rapporteren dan in normale omstandigheden.
Johan Van Eeghem: “Wij vangen die signalen ook op. Je mag niet onderschatten onder welke druk iedereen in de zorg vandaag werkt. Veel mensen gaan met de bibber op het lijf werken. De stress is constant: het mondmasker juist aandoen, de handschoenen juist aandoen. Eén foutje kan betekenen dat je het virus mee naar binnenbrengt. Dat is niet te onderschatten als extra druk, bovenop de zorg die je moet bieden.”
‘Eén foutje kan betekenen dat je het virus mee naar binnenbrengt.’
“En ondanks alle goede zorgen, verlies je dan soms toch de strijd. Er sterven veel mensen. In woonzorgcentra en voorzieningen voor personen met een handicap is dat emotioneel vaak nog zwaarder dan voor ziekenhuispersoneel. Mensen die ze al maanden of jaren kennen sterven plots. In normale omstandigheden heb je dan contact met de familie, gesprekken met collega’s, kan je waardig afscheid nemen. Nu loopt dat allemaal anders en dat weegt.”
“We dringen al een tijdje aan voor extra ondersteuning en psychologische bijstand. Met het actieplan voor mentaal welzijn, dat minister Beke net aankondigde, wordt een mooie eerste stap gezet. Het zal echter nodig zijn op te volgen of dit initiatief werkt en of het voldoende is. Zo nodig moet er nog een tandje bijgestoken kunnen worden.”
Jan Mortier: “Het is in elk geval een betekenisvol signaal van de minister, maar veel zal afhangen van de praktische uitwerking van het actieplan. Er zijn veel organisaties die inspanningen doen. Voor ons is het belangrijk dat de drempel laag is. Zorgverleners moeten rechtstreeks toegang krijgen tot hulpverlening. Er moet een hulpaanbod zijn waarvoor mensen niet moeten passeren via hun werkgever of de arbeidsgeneesheer. Je moet in alle veiligheid kunnen praten.”
Begin maart kwamen jullie nog op straat om te protesteren tegen de besparingen in zorg en welzijn. Wreken die besparingen zich vandaag?
Jan Mortier: “Ja, heel zeker. Wij klagen al decennialang de onderfinanciering van de woonzorgcentra aan. De werkdruk is er te hoog. Er is al lang een personeelstekort. Op sommige plekken kon men al voor deze crisis de kwaliteit van de zorg niet meer garanderen.”
“De regering zal altijd zeggen dat er meer geïnvesteerd werd in zorg en welzijn. En dat klopt misschien, maar je zit met een vergrijzing van de bevolking, dus het is normaal dat de investeringen toenemen. Maar dat wil niet zeggen dat er verhoudingsgewijs meer personeel is bijgekomen, integendeel.”
‘Creëer dergelijke situaties in de Audifabriek en ze lag al lang plat.’
Johan Van Eeghem: “Op veel plaatsen is er te weinig personeel, op de grens van het wettelijke. De minste uitval is een probleem. De mensen in de zorg zijn nu vooral bezig met hun patiënt. Maar vergis je niet: veel mensen zijn woest om wat er gebeurt. Men heeft nooit naar hen geluisterd en plots ontdekt iedereen hoe belangrijk ze zijn.”
Jullie waarschuwden al voor stijgende sociale spanningen.
Johan Van Eeghem: “Vaak heeft dat te maken met een werkgever die niet genoeg doet om zijn personeel te beschermen. Er zijn er die beschermingsmateriaal achter slot en grendel steken. We krijgen ook signalen van directies die thuis werken en zich niet laten zien. Dat zorgt uiteraard voor spanningen. Als daarop geen antwoord komt, dreig je woede-uitbarstingen te krijgen. Dat wil niemand.”
Jan Mortier: “In sommige instellingen lopen de spanningen serieus op. In normale omstandigheden zouden we het werk neerleggen, maar dat willen we nu niet doen. We proberen het gesprek aan te gaan en aan te sporen om het probleem op te lossen. Meestal lukt dat ook. Het water staat bij iedereen al boven de lippen, ook bij directies. Daar hebben we begrip voor.”
Gebeurt het dat zorgverleners hun ontslag geven, opstappen uit onvrede?
Johan Van Eeghem: “Nee. Mensen in de social profit denken vaak veel te veel aan hun cliënten en te weinig aan zichzelf. Maar creëer dergelijke situaties in de Audifabriek en ze lag al lang plat. Die mooie houding siert zorgverleners, maar het mag van hen geen slachtoffer maken.”
Gaat de witte woede na de crisis eens te meer losbarsten?
Jan Mortier: “We moeten eerst zo goed mogelijk door deze crisis raken. Het zorgpersoneel ligt nu vooral wakker van de angst om besmet te worden of iemand anders te besmetten. Ze vragen zich ook af of ze de drukke werkregeling gaan blijven aankunnen. Nadien gaan we de eisen van voor de crisis opnieuw op tafel leggen.”
Johan Van Eeghem: “Wij gaan de structurele onderfinanciering blijven aankaarten. Het statuut van de mensen in de zorg moet verbeteren. Het personeel in de woonzorgcentra verdient bijvoorbeeld 20 procent onder het mediaaninkomen. Dat is echt wel een probleem. Als je gemotiveerd zorgpersoneel wil vinden, zal een eenmalige premie niet volstaan.”
‘We gaan ons niet laten afschepen met een eenmalige premie.’
Jan Mortier: “Er moet op een of andere manier een compensatie komen voor het personeel in de zorg, maar we gaan ons niet laten afschepen met een eenmalige premie. De loon- en arbeidsvoorwaarden moeten verbeteren, er moet meer geïnvesteerd worden en er moet meer personeel komen.”
Johan Van Eeghem: “Het aanzien van het personeel in de zorg is zeker gestegen. Iedereen beseft nu wel dat goede zorg een belangrijke basisbehoefte is. Dat is positief. Alleen zullen we dit na de crisis moeten verzilveren. Ik hoop dat iedereen de zorg dan nog wil steunen.”
Jan Mortier: “De mensen in de zorg zijn nu de grote helden. Maar wat na de crisis? Zal hun statuut dan verbeteren? Als ik sommige politici nu met hand en tand het Vlaams regeerakkoord hoor verdedigen, vrees ik dat we toch opnieuw de straat op moeten. Ik hoop dat de mensen die vandaag applaudisseren dan mee opstappen.”
Reacties [1]
Ik bedank al deze mensen vooral wat ze doen voor allen verzorgd verleningen voor die mensen van het rusthuizen waar ze willen inzetten voor deze mensen iedere dag en ook vooral en voor de mensen van de voorzieningen en ook mensen met een personen met handicap ook iedere dag willen inzetten .
Deze mensen zetten zich vooral heel erg in iedere dag nogmaals bedank voor de deze mensen .
Groetjes van Emmelen Liza.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies