Achtergrond

Sterke moeders, sterke kinderen

Najima El Kasmi

In de groep ‘Sterke moeders, sterke kinderen’ worden jonge vrouwen uitgenodigd om hun ervaringen met opvoeding te delen en van elkaar te leren. Het was voor elke deelneemster en hun kinderen een keerpunt.

opvoedinsondersteuning

© Unsplash / Olivia Bauso

Samen sterker worden

Opvoeden is nooit gemakkelijk, zeker niet in tijden waarin regels noch waarheden bestaan die voor iedereen gelden. Iedereen probeert op zijn eigen manier zijn kinderen weerbaar te maken. Wanneer waarden en normen verschuiven, bieden tradities houvast, maar ze verlammen soms ook. Voor kwetsbare mensen zijn de uitdagingen van opvoeding nog groter.

Kind en Preventie, dat preventieve gezondheidszorg en opvoedingsondersteuning biedt aan kwetsbare gezinnen, ging de afgelopen drie jaar intensief aan de slag met twaalf vrouwen. Drie jaar is lang, het is een intensief proces. Ondanks hun vaak moeilijke startsituatie, hielden deze jonge moeders dit engagement tot het einde vol. Eén vrouw moest afhaken wegens verhuis.

‘De moeders hielden het engagement vol.’

Ze boekten successen, wat hen motiveerde om naar de groep te blijven komen, nieuwe inzichten te verwerven en te blijven oefenen. Hun persoonlijk groeiproces was een belangrijke stimulans. De warme betrokkenheid en de nieuwe vriendschappen maakten van de groep een rustpunt in hun leven, iets om naar uit te kijken.

Levenservaring

Alle vrouwen beschrijven het als een levenservaring die hen niet enkel heeft gevormd als moeder, maar ook als vrouw. Ze werden sterker en veerkrachtiger.

Ze benoemen ook hoe dat komt: door de aanpak die vertrekt van wat bij hen leeft, door de interactie in de groep en met de begeleiding, door de veilige leercontext en door het respect voor elkaars eigenheid en cultuur.

Ook voor de begeleiding was het een intensief proces: elke twee weken de groep bij elkaar krijgen, creatief inspelen op wat er leefde en aandacht hebben voor wat er bij iedereen in haar leven gebeurde. Present zijn: fysiek maar vooral ook mentaal, telkens weer.

Zelfreflectie als motor tot verandering

Pas als iemand contact heeft met zichzelf, kan zij ook een sterke moeder worden. Het leerproces van de vrouwen vertrok telkens van vragen: Wie ben ik en wat wil ik? Welke vaardigheden heb ik? Wat is mijn referentiekader? Waar wil ik beter in worden? Waar voel ik me goed bij?

Wat op papier eenvoudige vragen lijken, is in de praktijk vaak confronterend. Er werden dingen in vraag gesteld, zekerheden niet zomaar voor waar aangenomen, keuzes gemaakt die onzeker maakten, confrontaties aangegaan, dingen op scherp gesteld. Niet gepamperd.

‘Er werd niet gepamperd.’

Enkel wie naar zichzelf in de spiegel kan kijken, kan ook zijn kinderen recht in de ogen kijken. Nadenken over zichzelf, deed de moeders ook nadenken over hun omgeving, de maatschappij, heersende waarden en normen en alledaagse leefregels. Ze leerden keuzes maken en daar verantwoordelijkheid voor nemen, telkens met als doel hun eigen welzijn en dat van hun kinderen te bevorderen.

Impact op omgeving

Een opmerkelijk effect van de werking was dat alle vrouwen impact begonnen te krijgen op hun omgeving. Ze leerden nieuwe mensen kennen, versterkten hun netwerk, oefenden invloed uit op hun naasten.

Thema’s die vroeger onbespreekbaar waren, werden nu wel vrank en vrij aangepakt. Religieuze dogma’s werden niet meer als enige leidraad gezien. Deelneemsters die elkaar met argusogen bekeken, werden vriendinnen.

Ze leerden ook terugblikken op gebeurtenissen in hun leven. Ze leerden spiegelen, nadenken en zoeken naar de betekenis en de essentie van wat ze hadden gezien, ervaren, gedacht of gedaan, om van daaruit verder te leren.

‘Ze leerden nieuwe mensen kennen.’

De positieve effecten werden ook door hun omgeving gezien en gewaardeerd. Een moeder van een deelnemer getuigt: “Onze dochters zijn door dit project veel zelfzekerder geworden. We zien een grote verandering bij de opvoeding van hun kinderen. Ze zijn meer gestructureerd, kunnen beter grenzen stellen. Ze zijn zeer betrokken.”

“Hun denkgewoonten zijn veranderd. Ze hebben nieuwe inzichten en zijn minder gestresseerd wanneer iets minder goed gaat. Bij moeilijke familiale situaties denken ze beter na over hoe het probleem op te lossen, door ‘het probleem’ eerst te omschrijven, daarna te analyseren om dan te zoeken naar een oplossing en die dan toe te passen.”

Leercurve

De leercurve die de deelneemsters doormaakten, kan nooit op korte tijd gerealiseerd worden. Tijd is een belangrijke factor, om vragen te stellen, dingen onder ogen te zien, afwegingen te maken, dingen uit te proberen, riskante keuzes te maken, drempels te overwinnen.

Net daarom is ook een veilige leeromgeving zo belangrijk, met individuele nazorg om weerstanden en emotionele reacties op te vangen.

Er waren niet alleen zware momenten. Vaak maakte de groep het leuk en gezellig. Alle moeders kregen de tijd en ruimte om op eigen tempo hun weg te zoeken. De vrouwen steunden elkaar om hun leven in handen te nemen. Samen voelden ze zich sterker worden.

De kinderen veranderen mee

Een van de deelneemsters verwoordt het zo: “In de WhatsApp-groep praten we vaak over wat we willen. Als we zelf sterker staan in ons leven, in ons zelf geloven, groeien, veranderen, zijn we een voorbeeld voor onze kinderen. De kinderen zien dat nu al, en dit geeft ons zoveel kracht. Ik voel me in elk geval veel sterker en gegroeid tegenover twee jaar geleden. Ik zie dat ook bij mijn eigen kinderen.”

Het groeiproces van de vrouwen had een onmiskenbaar effect op de kinderen. Die kregen meer ruimte om keuzes te maken. Verschillende kinderen schreven zich in voor een jeugdbeweging of dagactiviteit. Zowel jongens als meisjes mochten hobby’s uitoefenen. Meisjes mochten ook mee op kamp.

‘De kinderen werden gesprekspartners.’

De kinderen werden gesprekspartners, die verantwoordelijkheid kregen en op een positieve manier leerden overleggen en onderhandelen. Sommigen kozen om naar een andere school te gaan, zelfs naar totaal andere onderwijstypes zoals een Freinet- of Steinerschool.

Hun gedrag thuis en op school verbeterde, hun schoolresultaten ook. Ze kregen steeds meer positieve reacties uit hun omgeving. De kinderen gaven zelf aan dat ze zich meer gehoord voelden, erbij hoorden, respect, erkenning, affectie en meer liefde ervaarden. Ze werden zelfstandiger.

Opvoeding

© Unsplash / Myles Tan

Methodische aanpak

Dit resultaat kwam niet toevallig tot stand, maar is het gevolg van een zeer methodische aanpak. De basis was een warm onthaal: de deelnemers moesten zich op elk moment welkom voelen en konden altijd bij de begeleiding terecht. Zeker op momenten dat ze het moeilijk hadden.

Er werd veel aandacht aan besteed om elkaar beter te leren kennen en te vertrouwen. Elke bijeenkomst startte met een rondje waarin iedereen kon vertellen over haar gemoedstoestand, vragen kon stellen, recente ervaringen delen… Er werd tijd en ruimte voorzien voor wat er echt leefde.

‘Er was veel ruimte voor wat echt leefde.’

De bijeenkomsten werden thematisch opgebouwd en evolueerden van minder beladen onderwerpen naar meer gevoelige of abstracte thema’s. Voorbeelden zijn: positief opvoeden, kinderen op school, opvoeding in verschillende culturen, de eigen persoonlijkheid, zelfbeeld, ouders, socialisatie, gender, (homo)seksualiteit, religie, vrijwilligerswerk, participatief burgerschap en economisch en cultureel kapitaal.

Eigen leerproces in handen

De vrouwen werden telkens gestimuleerd hun eigen leerproces in handen te nemen.

Tijdens elke bijeenkomst werden actieve werkvormen gebruikt, zoals opdrachten, rollenspel, spiegeloefeningen, zelftesten, empathisch luisteren, gezelschapsspelen, creatieve oefeningen, uitstappen en interviews. Soms waren er theoretische uiteenzettingen en thuislectuur.

Elk thema werd benaderd vanuit de ervaring van de deelneemsters. Zij kozen zelf waarrond ze wilden werken, spraken hun verwachtingen uit, bepaalden hun streefdoelen en prioriteiten. Via brainstorming formuleerden ze de doelstellingen van elk individu en van de groep.

‘Ze kozen zelf waarrond ze wilden werken.’

Elke deelneemster maakte een tijdspad op, maakte verslag van vorderingen en tegenslagen en hield een logboek bij. Wie niet goed kon schrijven, gebruikte pictogrammen. In het logboek hielden ze hun leerdoelstellingen en verbeterpunten bij. Ze noteerden er welke keuze of verandering hen trots maakte. Wanneer iets niet lukte, werd in groep samen nagedacht hoe dat kwam, en hoe het verholpen kon worden.

De begeleiding volgde de voortgang van de vrouwen nauwgezet op. Het effect van het leerproces werd gemeten om zo een goed mogelijk beeld te krijgen van de beginsituatie, het leerproces en de eindfase. De duidelijke doelen en de werkingsstructuur maakten het mogelijk om flexibel in te spelen op de thema’s die zich elke bijeenkomst aandienden, en op het leerproces van de jonge moeders.

Inspelen op wat leeft

Op drie jaar tijd kwam de groep meer dan vijftig keer samen. Elke bijeenkomst werd een nieuw thema aangesneden.

Zo vertelde een deelneemster dat haar zoontje van zes altijd zo druk was. Ze zag de momenten van samenzijn eerder als een last en keek daar tegenop. Zij kreeg de opdracht om na te denken over hoe ze op een leuke manier quality time kan doorbrengen met haar zoontje en om dat tien dagen vol te houden.

‘Nu gingen we als gezin samen op stap.’

Op een volgende bijeenkomst bracht ze verslag uit. “Het was zwaar. Ik wilde het heel goed doen en nam de taak heel ernstig op. Mijn zoontje mocht in het weekend in mijn slaapkamer komen en mee in bed liggen. Dat was voordien verboden terrein.”

“Door het mooie weer ben ik veel naar het park gegaan met mijn zoon, terwijl vroeger enkel de papa dat deed. Nu gingen we als gezin op stap. Zo kon ik met mijn zoontje schommelen en van de glijbaan gaan. Dit was niet enkel voor mijn zoontje een fijn moment, het was ook voor mij een nieuwe belevenis, vol emoties en ontroering.”

Noden en behoeften

“Elke dag voor het slapengaan vertelde ik in bed een verhaal. Voordien vertelde ik slechts om de zoveel tijd een verhaal in de zetel. Nu wil mijn zoon elke avond een verhaaltje. Ik had bewust veel tijd gemaakt om te luisteren naar mijn zoon. Hij komt nu thuis, vertelt spontaan meer dan anders en gaat dieper in op de gesprekken. Hij vertelt wat hem bezighoudt, wat hij leuk en minder leuk vindt op school. Zelfs tijdens het wandelen praten we nu met elkaar.”

‘We praten nu met elkaar.’

“Dit is echt nieuw voor mij. Voordien werd er nauwelijks gecommuniceerd. Ik gaf vooral instructies. Als banketbakster annuleerde ik tijdens de huiswerkopdracht verschillende bestellingen om aan de noden van mijn zoon tegemoet te komen. Onrechtstreeks werd ik zo ook bewust van mijn eigen noden en behoeften, die ik op dat moment nog niet had uitgeklaard.”

Ze deelde haar ervaringen via WhatsApp, waardoor de hele groep betrokken raakte. Zij steunden niet alleen de mama, maar reflecteerden ook over hun manier van omgaan met hun kinderen.

Rellen

Actuele gebeurtenissen waren ook regelmatig een thema. Zoals de rellen na de overwinning van Marokko op het WK voetbal in Brussel. Wat een feest moest worden, mondde uit in schermutselingen met de politie.

De deelneemsters werd gevraagd om daar over na te denken. Wat zijn volgens hen de belangrijkste factoren dat deze jongeren amok maken? En wat moet daaraan gebeuren?

‘Dit is een andere manier van denken.’

Ze kwamen samen tot verschillende conclusies. Ze vinden dat ouders hun kinderen beter moeten opvolgen, deze jongeren altijd harder zullen moeten knokken om iets te bereiken, de school jongeren moet stimuleren en niet stigmatiseren. Er is volgens de moeders ook nood aan een effectief gelijkekansenbeleid, de media moet tonen wat de jongeren wel goed doen en de politie mag deze jongeren niet altijd viseren.

Een deelneemster vond het een fijne oefening: “Echt een andere manier van nadenken. Je leert alles in overweging te nemen in de plaats van één oorzaak te zoeken. Dit kunnen we gebruiken als we voor iets niet meteen een oplossing vinden. Ook geschikt om onze kinderen te leren omgaan met conflicten.”

Een uitdaging voor het beleid

De kinderarmoede in Vlaanderen stijgt, de kansarmoede neemt toe. Vaak gaat het om gezinnen met een migratie-achtergrond. Het risico op generatiearmoede moet gekeerd worden. Dat kan door vrouwen sterker te maken, waardoor ze ook als moeder aan veerkracht winnen.

De groepspraktijk van Kind en Preventie toont dat niet alleen de moeders sterker worden, ook hun omgeving en hun kinderen worden er beter van. Deze groep betekende voor elke deelneemster en voor al hun kinderen een keerpunt in hun leven.

De aanpak heeft zijn waarde bewezen. De organisatie en begeleiding van zo’n groep vraagt een groot engagement in tijd en middelen. Deze methodiek verder uitbouwen vergt een langetermijnvisie en structurele middelen.

Op basis van de opgebouwde deskundigheid kunnen we nu groepsbegeleiders vormen die samen met maatschappelijk kwetsbare jonge moeders een leerproces willen aangaan. Kind en Preventie wil die uitdaging graag opnemen. Voor kwetsbare vrouwen is het een referentie-ervaring voor hun verdere leven. Voor de samenleving is het een krachtige hefboom tot sociale inclusie en een beter welzijn voor iedereen.

Reacties [1]

  • Marcel De Beukeleer

    Wat voor moeders met een migratieachtergrond geldt, geldt ook voor alle ouders met opvoedingsnood. Wanneer gaat men in Vlaanderen eens werk maken van een structurele ouderbegeleiding? Zoals Alice Van der Pas in haar tiendelig werk ‘Ouderbegeleiding’ aantoonde help je de kinderen het best door de ouders te begeleiden. Wordt het geen tijd dat Vlaanderen – zoals in de meeste westerse landen – de omslag van jeugdhulp naar ouderhulp maakt?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.