De andere kant van armoede
Meer dan 56.000 Vlaamse gezinnen waren in 2019 bij OCMW’s en Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) in begeleiding voor schuld- en budgethulpverlening. In 2020 werden in ons land 315.165 mensen met afbetalingsproblemen geregistreerd.
‘Het schuldenprobleem is gigantisch.’
In 2019 waren er 12.399 nieuwe aanvragen bij rechtbanken voor een ‘procedure collectieve schuldenregeling’. Slechts in een derde van die juridische schuldenregeling ging het over kredietproblemen. Veel vaker gaat het om schulden voor energie- en telefoonfacturen, huurgelden of gezondheidskosten.
Het schuldenprobleem is gigantisch, het helemaal in kaart brengen moeilijk. Dat het de andere kant van de armoedemedaille is, is duidelijk. En wat sociaal werkers ook goed weten: dat er een heuse schuldenindustrie bestaat. Wie eenmaal gevangen zit in het schuldenweb, betaalt op een bepaald moment vooral invorderingsrechten, boetes en interesten.
Gerechtsdeurwaarders
De voorbije jaren werkte de dienst schuldbemiddeling van Stad Antwerpen aan een betere samenwerking met gerechtsdeurwaarders. Het kwam de sociaal werkers op kritiek te staan – heulen ze niet met de vijand? – maar vandaag zijn ze overtuigd van het potentieel.
Het model dat uitgewerkt werd met Modero Gerechtsdeurwaarders wordt op dit moment opgeschaald door de Nationale kamer van Gerechtsdeurwaarders. Op het CommunicatiePlatform (CPC) kunnen nieuwe gerechtsdeurwaarders en andere OCMW’s nu intekenen.
Sociaal.Net sprak met deskundige schuldhulpverlening en projectverantwoordelijke Kay Remon en Charis Van Gysel, dossierbegeleidster en al meer dan twaalf jaar actief op de Antwerpse dienst schuldhulpverlening.
Eerst dit: welke mensen kloppen bij jullie aan?
Van Gysel: “Iedereen. Mensen die door een uitkering niet meer in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Waarbij de vaste kosten hoger zijn dan de inkomsten. En dan gaat het niet over luxeproducten, maar bijvoorbeeld energiekosten.”
‘Er zijn mensen die door medische zorgen in de problemen komen.’
“Er zijn mensen die door medische zorgen in de problemen komen, of door gezondheidsissues op een uitkering terugvallen. Maar ook mensen die hun heil aanvankelijk zoeken in leningen of kredieten om schulden af te betalen.”
“Er zijn natuurlijk mensen die boven hun stand leven, maar evengoed mensen uit de eventsector of horeca die vandaag genekt worden door Covid-19. Of mensen uit generatie-armoede die nooit de administratieve of financiële skills hebben geleerd om het zelf te rooien.”
Remon: “De laatste jaren zien we een toename van ‘onbemiddelbare klanten’. Dat is een oneerbiedige naam, maar vat het probleem wel samen. Het zijn mensen voor wie we geen realistische afbetalingsplannen meer kunnen opmaken. In maart was hun aandeel 27 procent van al onze schuldbemiddelingsklanten. Door Covid-19 wordt die problematiek alleen maar groter.”
Voor sommige mensen zijn er geen oplossingen?
Remon: “De enige uitweg die we voor sommigen zien is een collectieve schuldenregeling, de gerechtelijk vorm van schuldhulpverlening. Maar wanneer dat misloopt, volgt een sanctie waardoor de eerst volgende vijf jaar geen nieuwe procedure kan opgestart worden. Als er dan geen oplossingen meer zijn, zit je vast.”
‘Wat doe je met mensen wiens huishuur te hoog is, maar die door gezinsomvang niet naar een kleinere plek kunnen?’
“Wat doe je met mensen wiens huishuur te hoog is, maar die door bijvoorbeeld gezinsomvang niet naar een kleinere plek kunnen? De wachtlijst voor sociale woningen loopt soms op tot vijf tot tien jaar. Wij zien de nood van die mensen. Wij erkennen die ook, maar we weten op dit moment nog niet goed wat we kunnen doen. Daar breken we met heel veel partners het hoofd over.”
Maar laten we het hier eerst hebben over de groep voor wie jullie wel nog uitwegen zien. Een van jullie projecten is de samenwerking met gerechtsdeurwaarders. Vertel.
Remon: “Als Stad Antwerpen willen we garanderen dat mensen zo weinig mogelijk kosten moeten betalen bovenop hun bestaande schulden. We merken dat mensen gevangen geraken in een spiraal van bijkomende invorderingskosten. Dat ze op een bepaald moment alleen maar meer kosten en rentes aan het afbetalen zijn in plaats van hun eigenlijke schulden. Om die kosten te vermijden, werken we nu samen met gerechtsdeurwaarders.”
“We zagen in dat we weinig van elkaar wisten, geen inzicht hadden in elkaars informatie. Daarom hebben we ingezet op samenwerkingsprotocollen met verschillende gerechtsdeurwaarders. Het bekendste is het protocol met Modero.”
Wat is de kern van die samenwerking?
Van Gysel: “In het verleden kregen we voor elke schuldeiser een apart afbetalingsplan. Dat is onoverzichtelijk. Vandaag volgen onze klanten één plan en doen ze één betaling. Ook al is dat voor tien of vijftien verschillende schuldeisers.”
‘We willen garanderen dat mensen zo weinig mogelijk kosten moeten betalen.’
Remon: “De schulden worden in één dossier gegoten. De gerechtsdeurwaarders verdelen het geïnde bedrag onder de schuldeisers. Veelal pondspondsgewijs (naar verhouding, red.), al bekijkt Modero intern hoe zij eventueel kunnen optimaliseren, om bijvoorbeeld kwijtingsrechten en interesten zo laag mogelijk te houden. Zij zien best welke kosten het dringendst zijn en houden het traject zo voordeliger voor onze mensen.”
“Wanneer onze klanten intekenen voor het traject, komt er ook voor twee maanden een stand still. Zodat onze maatschappelijk werkers een sociaal en financieel onderzoek kunnen doen.”
Als ik dat cynisch benader, klinkt dat als: “Stap mee en we laten je even met rust.”
Van Gysel: “Voor de duidelijkheid: ook wij, maatschappelijk werkers, hebben voor deze samenwerking onze bezorgdheden geuit. Het is niet de bedoeling dat wij klanten de rekening presenteren en zeggen: betaal maar. We bekijken de gegrondheid van schulden. Leren mensen wat ze wel en niet moeten betalen.”
Remon: “Sinds we werken met de stand still worden mensen gespaard van extra kosten. Bovendien hebben we zo sinds 2019 bij meer dan 830 mensen een openbare verkoop om schulden af te lossen vermeden.
‘Bij meer dan 830 mensen hebben we een openbare verkoop vermeden.’
Van Gysel: “Modero doet inspanningen. Als ik na zo’n stand still een afbetalingsvoorstel doe, zal Modero bijna altijd akkoord gaan. Hoe bescheiden het geïnde bedrag ook is. Ik doe dit werk al jaren en weet dat dat vroeger veel minder het geval was.”
Remon: “We zien dat het vertrouwen in maatschappelijk werkers gegroeid is. Daardoor kunnen we een extra bufferrol opnemen tussen gerechtsdeurwaarders en klanten. Als ze bij Modero geen betaling ontvangen, zullen ze eerst ons contacteren. Als de maatschappelijk werker van de klant verneemt dat de huidige regeling door gerechtigde redenen moeilijk na te leven is, leeft Modero ons aangepast advies ook na.”
Is dat niet wrang? Als mensen in armoede zelf in gesprek gaan, worden ze niet geloofd. Als sociaal werkers bufferen, kan het plots wel.
Remon: “Goede vraag. Moet er altijd een maatschappelijk werker betrokken zijn voor je op zo’n manier kan werken? Staat het de zelfredzaamheid van mensen in de weg?”
Van Gysel: (pikt in) “Maar we werken met mensen die het overzicht vaak volledig kwijt zijn. Ga dan maar eens op een constructieve manier in gesprek met elke individuele schuldeiser. Wij hebben expertise en inzicht in de schuldenindustrie, we kunnen mensen ontlasten. Als we die positieve rol opnemen, zijn mensen daarbij gebaat.”
Want schulden creëren stress en onder stress neem je de foute beslissingen.
Remon: “Vaak kunnen mensen dat hele schuldenverhaal er niet meer bijnemen. Schuldenlast verkleint de mentale bandbreedte. Het is ook niet evident. Heb je al eens een afrekening van een gerechtsdeurwaarder gezien? Ook ik moet me er na al die jaren vaak nog even rustig bij neerzetten.”
Dan komen we bij de kern van de kritiek: misschien moet dat systeem simpelweg op de schop? In plaats dat jullie het als sociaal werkers mee moeten oplossen?
Remon: “Ook wij vinden dat systeem van invorderingskosten, kwijtingsrechten en rentes buiten proportie. Uiteraard moet dat eenvoudiger, transparanter. Maar het is wettelijk vastgelegd. Dan praat je over het veranderen van wetgeving, en dat zijn processen van lange adem. We willen die ook veranderen, maar in de tussentijd werken we verder aan een betere realiteit.”
‘Wij zijn onze signaalfunctie niet vergeten. Ook wij vinden dat systeem van invorderingskosten buiten proportie.’
“Het is ook niet omdat we op dit project inzetten, dat we onze signaalfunctie vergeten. We hebben een goed contact met het kabinet van schepen van sociale zaken Tom Meeuws (Vooruit). Ook minister van armoedebestrijding Karine Lalieux (PS) is al op bezoek geweest.”
Van Gysel: “Ik weet van hoe ver we komen. Dit protocol is een grote stap voorwaarts. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik met de vijand heul. Ik neem niet de taak van gerechtsdeurwaarders op, maar kan net beter inzetten op het begeleiden van onze klanten.”
Wat is de winst voor gerechtsdeurwaarders? Want zij stappen ook niet uit altruïsme in zo’n project.
Remon: “We moeten daar niet flauw over doen, er zit voor iedereen een win in. Gerechtsdeurwaarders moeten minder nutteloze kosten maken die ze toch niet recupereren. Als wij zeggen dat de klant insolvabel is, is er geen verdere discussie. Dan weten ze dat het geen zin heeft om kosten te maken.”
‘Ik vind het een belangrijk maatschappelijk signaal dat je zegt: schulden moeten afbetaald worden.’
“Wat we wel doen, en dat vind ik maar normaal, is dat we mee evalueren of een klant op termijn niet bepaalde stukken toch kan afbetalen. Ik vind het een belangrijk maatschappelijk signaal dat je zegt: schulden moeten afbetaald worden. Al gaat het natuurlijk over de manier waarop: het moet op een menswaardige manier, met zo min mogelijk extra kosten.”
“Uiteindelijk is de kern van elke samenwerking: op zoek gaan naar gemeenschappelijkheid. Maatschappelijk werkers en gerechtsdeurwaarders hebben andere klanten. Maar we willen allebei dat ze gespaard blijven van extra kosten. En daar slagen we in.”
Dus jullie begrijpen de kritiek maar gaan voor de pragmatische oplossing?
Remon: “Veel kritiek komt voort uit onwetendheid. Als sociaal werkers in een stadscontext is het onze taak om bij te dragen aan het welzijn van mensen, om hen een menswaardig bestaan te garanderen. Voor mensen met schulden is dat niet altijd gegarandeerd. Dus wat kunnen wij doen?”
“Als mensen vaak langer bezig zijn met het afbetalen van de kosten voor schulden, in plaats van hun schulden zelf, moeten we daar iets aan doen. Onze strategie om die negatieve spiraal nu deels te doorbreken, is intensief samenwerken met gerechtsdeurwaarders.”
“Ik vind het niet correct te stellen dat wij meegaan in het verhaal van gerechtsdeurwaarders. We gaan niet mee in hun verhaal, maar hebben leren communiceren. En hoe klef het ook mag klinken: communiceren helpt altijd.”
‘Als mensen langer bezig zijn met het afbetalen van de kosten, in plaats van hun schulden zelf, moeten we daar iets aan doen.’
Van Gysel: “Binnen schuldhulpverlening zijn gerechtsdeurwaarders nu eenmaal een onoverkomelijk gegeven. Ze zijn, net als pakweg de VDAB, een partner. We hebben allemaal minder tijd en dankzij deze samenwerking kunnen we efficiënter werken.”
Dat is een ander punt van kritiek: informatie delen. Is dat wel de rol van een sociaal werker? Zeker in verhouding tot gerechtsdeurwaarders?
Remon: “Privacy is een heel gevoelig punt. Ook intern zijn daar discussies over. Maar dit is wat we doen: we bezorgen Modero updates van lijsten met klanten die bij ons in schuldbemiddeling zijn. Naam, voornaam, rijksregisternummer. Volledig GDPR-proof en met toestemming van onze klanten.”
“De kritiek is dan dat we een armoededatabank creëren, maar dat vind ik de verkeerde insteek. Het levert ons winst op. Als Modero een nieuw dossier ontvangt, kunnen ze direct checken of het om klanten van de stad Antwerpen gaat. Dan beginnen ze niet mee zomaar brieven te sturen, maar nemen ze contact op met ons. Op dat moment vermijden we al extra kosten.”
“Vanaf het moment dat de klant niet meer in begeleiding is, worden de gegevens meteen gewist. Daar zijn duidelijke afspraken over.”
Jullie zijn overtuigd van de waarde van dit project. Uitrollen naar de rest van het land?
Remon: “In Antwerpen is het schuldenprobleem hardnekkig, onder meer door de woonproblematiek. Maar mensen met schulden vind je overal, niet alleen in de stad. Elk lokaal bestuur buigt zich over de vraag: hoe kunnen we er best mee omgaan?”
‘Als een woning 850 euro kost, je leefloon 950 euro bedraagt en er een wachtlijst is voor sociale woningen… dan hebben ook wij geen toverstok. Dat is de armoedeproblematiek in ons land vandaag.’
Van Gysel: “Het is ook het begin van een hoger doel: de schuldenindustrie enigszins veranderen. Stap voor stap. En ja, ook ik was sceptisch. Samenwerken met gerechtsdeurwaarders? En alleen maar winst voor onze klanten? Dat klonk te mooi om waar te zijn. Maar uit de laatste evaluatie blijkt dat alle maatschappelijk werkers de samenwerkingen als positief ervaren.”
Je kan ook pleiten voor hogere uitkeringen. Het zou jullie een hoop werk besparen, niet?
Remon: “Dan heb je het opnieuw over besluitvorming. Maar uiteraard blijven we, zoals ik al zei, onze signaalfunctie opnemen. Op ons netwerkoverleg schulden zitten we regelmatig samen met heel wat Antwerpse partners.”
En schulden kwijtschelden, zoals in het Nederlandse Arnhem? Of is dat te utopisch?
Remon: “Dat gebeurt ook in zekere zin, alleen wordt het niet zo gecommuniceerd. Vorig jaar hebben we dankzij extra middelen energiefacturen van klanten ten laste genomen. Dat is op zich niet utopisch maar kan wel een doorbraak betekenen.”
Maar dan zijn we opnieuw bij het begin van ons verhaal. Als één op vier klanten vandaag ‘onbemiddelbaar’ is, dan is het voor sommigen misschien simpelweg onmogelijk om uit de schulden te blijven?
Van Gysel: “Klopt. Soms is het gewoon dit: de verhouding tussen uitkering en kosten. Wat ik, als individueel begeleider, vandaag het frustrerendst vind, is de woonproblematiek. Voor heel wat problemen in de sociale en financiële situatie, kunnen we middelen inzetten, doorverwijzen. Maar als een woning 850 euro kost, je leefloon 950 euro bedraagt en er een wachtlijst is voor sociale woningen… dan hebben ook wij geen toverstok. Dat is de armoedeproblematiek in ons land vandaag.”
Remon: “We proberen zoveel mogelijk extra instrumenten in te zetten en te ontwikkelen. Maar het is altijd zoeken. Schuldhulpverlening is per definitie een proces, maatwerk. En helaas ook een actueel thema. De schuldenproblematiek zal nog heel lang bovenaan onze agenda staan.”
Reacties [7]
Als ervaringsdeskundige in de structurele en institutionele armoede ken ik dit project heel goed, heb er dan zelf aan meegewerkt, sinds 1986. Alleen spijtig dat het OCMW van Antwerpen meestal zelf de oorzaak is van de schulden en wat doe je dan? Arbeidsrechtbank, waar je bijna altijd gelijk krijgt. En dus betaald de maatschappij het gelag. Durf dit probleem aan te pakken.
jullie gaan die extra mijl en onderzoeken out of the box ideeën, dat vind ik bewonderenswaardig en kom ik niet vaak tegen als ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting. En jullie zijn niet bang om iets helemaal anders te doen en aan te dringen en door te gaan waar nodig. Ik lees ook tussen de regels dat ‘ schaarste’ van Shafir er inzit. Dit is de nieuwe manier , dit is de toekomst, als je niet durft verder denken en doen lost er niks op. Als je vanuit een andere invalshoek naar iets bekend kijkt, kun je tot onverwachte ontdekkingen komen, soms op onverwachte plaatsen.
Een onderbouwde kritische vraagstelling hierover vind je op https://www.samvzw.be/sites/default/files/2020-03/Reactie_SAM_Modero_One_platform.pdf .
Ik lees zeer terechte opmerkingen in het rapport van SAM VZW. Verder ontbreekt alle transparantie of duiding over de door Modero One aangerekende kosten per betaling. Als de gerechtsdeurwaarder alleen de uitvoering staakt maar wel innings- en kwijtingsrechten aanrekent per ‘samengestelde’ afbetaling, dan verdient hij daar over de jaren heen veel meer mee dan door de dwanguitvoering verder te zetten. De macht van het grote getal speelt hier. Kan de vraag niet worden gesteld of de centraliserende gerechtsdeurwaarder, die in casu optreedt voor verschillende schuldeisers en dus de ontvangen betaling verdeelt onder deze schuldeisers, in elk afzonderlijk dossier kwijtings- en inningsrechten aanrekent? Dat lijkt mij een eenvoudige vraag, waarvan het antwoord angstvallig verborgen gehouden wordt.
Dank je wel, Bieke. Soms zijn hulpverleners een beetje naïef. https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/algemeen/de-moneymakers-van-de-schuldenindustrie/10134628.html
Ik heb alle begrip voor constructieve, kritische reacties. Dat is zelfs goed, want het is een belangrijke discussie. Maar ons naïef noemen, terwijl wij ons baseren op bevindingen vanuit de praktijk en constante dialoog, dat begrijp ik niet goed. In het toekomstig platform wordt er zelfs afstand gedaan van de innings- en kwijtingsrechten. Dat is het gevolg van een goede samenwerking en vanuit onze signaalfunctie als sociaal werkers.
De centrale drijfveer van hulpverleners is hulp verlenen. Dit verzoenen met het verdienmodel dat nog steeds samenhangt met de invordering van schulden, is moeilijk te noemen. Overleg door de hulpverleningspraktijk om tot menswaardig bestaan voor de financieel zwakke burger te komen, is inderdaad verdienstelijk. Er blijft weinig zicht op wat zich bij grote marktspelers achter de schermen afspeelt. Dat is inderdaad niet naïef – waarvoor excuus.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies