Veel te verliezen
De term ouderenmis(be)handeling werd niet toevallig gekozen. Hij verwijst naar situaties waarin het geweld ten aanzien van ouderen zowel bewust (mishandeling) als onbewust (misbehandeling) gebeurt.
Dat onderscheid is niet altijd duidelijk omdat deze problematiek zich vaak over een lange tijd ontwikkelt en geleidelijk in elkaar kan overgaan.
‘Het gebeurt vooral in de familie.’
Ouderenmis(be)handeling vindt in meer dan drie kwart van de situaties plaats binnen het kerngezin of de ruimere familie.Jaarverslag 2015 van het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmisbehandeling.Vooral de kinderen zijn pleger, gevolgd door de partner.
Je zal het maar aan je buurvrouw moeten toegeven dat je kinderen een volmacht hebben op je rekening en die leeggeplunderd hebben. Of dat je schoonzoon je uitscheldt voor al wat lelijk is en ermee dreigt het contact met de kleinkinderen te verbreken. Er leeft veel schaamte. En die versterkt het taboe.
Angst speelt de grootste rol in het taboe. Hoe kan je als oudere aan de alarmbel trekken als je blauwe plekken en kneuzingen een gevolg zijn van het feit dat je partner geen kracht meer heeft om je te verzorgen? Hoe ga je om met de angst voor je agressieve en alcoholverslaafde zoon die aan de deur staat? Hij is je enige familie, dus je wil dat contact niet verbreken.
Ouderen zijn vaak afhankelijk van de pleger. Daarom zien slachtoffers geen andere uitweg dan het ondergaan van de situatie. Slachtoffers gaan ook gebukt onder de vrees voor vergelding of conflictescalatie als de waarheid aan het licht komt.
Daarbij komt de angst om controle te verliezen over de eigen situatie. Wat gebeurt er als ik de huisarts inlicht? Zal hij mij laten opnemen in een woonzorgcentrum, terwijl ik dat helemaal niet wil?
De enige uitweg
Ook de pleger heeft zijn redenen om zich te hullen in stilzwijgen. Niet alleen omdat het soms te maken heeft met strafbare feiten (financieel misbruik, fysiek geweld), maar ook met het toegeven van de eigen onkunde of onmacht.
‘Ook de pleger hult zich in stilzwijgen.’
Wat doe je als je dementerende vrouw agressief uithaalt en ’s nachts continu opstaat waardoor je er onderdoor gaat? Uiteindelijk ben je getrouwd in goede en kwade dagen. Je hebt elkaar beloofd nooit naar een rusthuis te gaan. Dan kan fixatie of het toedienen van een te grote hoeveelheid kalmeer- en slaapmedicatie soms de enige uitweg lijken.
En wat te denken van een mentaal beperkte zoon die zorg wil dragen voor zijn moeder en haar eten toedient, maar door zijn handicap dit niet op de gepaste manier doet waardoor mevrouw uiteindelijk ondervoed geraakt?
Onderschat fenomeen
Vorig jaar werden in Vlaanderen 353 nieuwe gevallen van ouderenmis(be)handeling geregistreerd. Dit is een duidelijke onderschatting.
‘32% voelde zich het afgelopen jaar mis(be)handeld.’
Een Europees onderzoek brengt dat in beeld. Bij oudere vrouwen (60+) werd via een anonieme vragenlijst gepolst of en in welke mate zij zich het afgelopen jaar mis(be)handeld gevoeld hadden.België telde op 1 januari 2015 zo’n 2.030.588 inwoners ouder dan 65 jaar.Maar liefst 32% van de deelnemers in België antwoordden bevestigend. Dat is hoger dan het Europees gemiddelde (28,1%). In bijna 6% van de gevallen gaat het over ouderen die frequent en op verschillende manieren (materieel, fysiek, psychisch, seksueel) mis(be)handeld worden.
Wikken en wegen
De meeste slachtoffers zijn afhankelijk van zorg. Veelal zijn al een aantal hulpverleners aan de slag zoals de huisarts, thuisverpleegkundige of sociaal werker. Staan die professionals daar dan op te kijken, zonder iets te doen?
Of je nu arts, oppasvrijwilliger, verpleegkundige of sociaal werker bent, als hulpverlener in de ouderenzorg handelen in een situatie of vermoeden van ouderenmis(be)handeling is geen sinecure.
Het begint al met het opmerken van signalen. Als thuisverpleegkundige zie je misschien wel dat meneer veel blauwe plekken heeft. Maar mag je er direct van uitgaan dat de agressieve zoon er voor iets tussen zit? Wat doe je als sociaal werker wanneer een 80-jarige patiënte na een opname in het ziekenhuis gaat inwonen bij haar kersverse 38-jarige partner die meteen alle professionele thuiszorg aan de deur zet en de rekeningen niet betaalt?
Als hulpverlener moet je dan wikken en wegen op zoek naar antwoorden. Wat zijn mijn plichten als hulpverlener? Hoever kan ik gaan? Wat als de wilsbekwame oudere het contact verbreekt omdat hij niet akkoord gaat met hoe ik als sociale professional de situatie inschat?
Bespreekbaar maken
Hulpverleners hebben nood aan ondersteuning. Ouderenmis(be)handeling roept veel vragen op. Hoe breng ik het thema in gesprek? Benoem ik het expliciet als ‘ouderenmis(be)handeling’? Wie in mijn organisatie is het best geplaatst om zo’n gesprek te voeren: de verzorgende die het dichtste bij de oudere staat of een diensthoofd? Wat zijn good practices om op weg te gaan met de betrokkenen? Wat is de beste oplossing, en voor wie? Welke partners heb ik nodig?
‘Hulpverleners hebben ondersteuning nodig.’
Cruciaal is kwaliteitsvol overleg binnen het team. En een intern protocol van de organisatie kan helpen. Door er als organisatie expliciet aandacht aan te besteden, wordt het thema bespreekbaar bij de medewerkers. Op die manier kunnen ze expertise en deskundigheid uitbouwen en delen.
Wie is het slachtoffer?
Bij ouderenmis(be)handeling kan je er niet omheen om met de hele context van de oudere aan de slag te gaan. Het slachtoffer is afhankelijk van de pleger die in veel gevallen ook inwonend is. Het vraagt een open blik en een berg inlevingsvermogen van de professional om het volledige plaatje te zien. Meer dan eens blijkt dan dat de situatie niet zo zwart-wit is als ze op het eerste zicht lijkt.
Zo kan een thuisverpleegkundige ernstige verwaarlozing vaststellen bij een thuiswonend echtpaar. Meneer is bedlegerig, heeft ernstige doorligwonden en wordt alle contact met de familie ontzegd door zijn echtgenote. We zijn vlug geneigd om mevrouw als de grote schuldige te aanzien. Tot blijkt dat mevrouw gedurende 52 jaar huwelijk gedomineerd werd door haar echtgenoot en regelmatig klappen kreeg waardoor ze het nu niet kan opbrengen om hem met liefdevolle zorg te omringen. Wie is hier het slachtoffer?
Plan van aanpak
In een ideale wereld is de oudere gemotiveerd om grenzen te stellen, laat hij zich niet weerhouden door angst, komt de pleger tot inzicht, worden de plooien gladgestreken en is het probleem van de baan.
‘Het slachtoffer is afhankelijk van de pleger.’
In realiteit is dat een ander paar mouwen. Want wat als de oudere omwille van ziekte niet wilsbekwaam is? Als hij niet meer kan uiten hoe hij de situatie veranderd wil zien en je moet afgaan op de uiteenlopende visies van de kinderen?
Met de uitbreiding van de wet voor juridische bescherming van wilsonbekwame personen in 2014 is een belangrijke stap gezet om niet alleen de materiële of financiële belangen van de oudere te vrijwaren, maar ook aangepaste zorg te kunnen voorzien en garanderen. Daarbij kan rekening gehouden worden met de specifieke context van de oudere.
In zo’n situaties is het belangrijk om met alle aanwezige professionele en niet-professionele betrokkenen een gedragen plan van aanpak uit te werken, om zo de best passende manier te zoeken om de oudere de nodige bescherming te bieden.
Maatwerk
De ervaring leert dat omgaan met ouderenmis(be)handeling maatwerk is. Het betekent een werk van lange adem waarbij je als professional vertrekt vanuit een stevige basis met kennis van zaken, met aandacht voor iedere nuance om zo een kwalitatieve uitkomst voor de gehele context te bereiken.
Het is daarbij nodig om van het overheersende beeld van de zwakke en aftakelende oudere af te stappen. We moeten ons richten naar een positiever mensbeeld: de oudere die, ondanks zijn beperkingen, een eigen stem heeft en respect verdient.
Het is het geloof in de veerkracht van mensen, opgebouwd doorheen het leven, dat ertoe leidt dat we de oudere zelf in het hele verhaal niet vergeten en dat we vooral sámen op weg gaan met alle betrokkenen.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies