Wonen is essentieel
Nieuwkomers doorlopen allerlei stappen om actief te kunnen deelnemen aan de samenleving. Een woning zoeken is een essentiële eerste stap. Zonder woning kunnen ze namelijk moeilijk een job vinden, naar school gaan of zich inschrijven bij de mutualiteit. Helaas is de zoektocht naar een plek om te wonen vaak een zwaar parcours met vele drempels.
Participatieorganisatie LEVL organiseerde in het najaar van 2022 een bevraging bij een driehonderdtal nieuwkomers. Met de bevraging wil LEVL de persoonlijke verhalen over de woonnoden van nieuwkomers zichtbaar maken en gerichte en concrete oplossingen aanreiken.
Moeizame zoektocht
De zoektocht naar een woning werd door 47 procent van de deelnemers aan de enquête ervaren als negatief. De oorzaken van die slechte ervaringen zijn uiteenlopend. Het gaat om aanhoudende weigeringen wegens een te laag inkomen of de aard van het inkomen, het uitblijven van een reactie van de verhuurder en in sommige gevallen vormen van misbruik.
‘Voor een tewerkstelling heb je een domicilieadres nodig.’
Nieuwkomers hebben vaak een precair inkomen, waardoor ze vaak geweigerd worden door eigenaars of verhuurkantoren. De aard van het inkomen mag officieel geen reden zijn voor een weigering. Worden mensen er wel op afgewezen, dan is dat discriminatie. Toch zien we dat mensen met een leefloon, een arbeidscontract van bepaalde duur of een RVA-uitkering regelmatig worden afgewezen.
Nieuwkomers kunnen vaak geen vast contract voorleggen. Voor een tewerkstelling heb je namelijk een domicilieadres nodig en voor een woning vragen sommige huiseigenaars (onterecht) een arbeidscontract van onbepaalde duur. Het is een vicieuze cirkel.
Misbruik
Nieuwkomers hebben vaak een beperkte kennis van de Belgische woningmarkt en de huurwetgeving. Sommigen vermoeden dat verhuurders gebruik maken van hun onwetendheid als nieuwkomer om bepaalde regels op te leggen, die niet correct of legaal zijn.
Dat leidt tot bizarre situaties. Zo vertelt een van de deelnemers: “De eigenaar zei dat hij verwittigd moest worden als iemand bleef overnachten, al was het maar voor één nacht. De logé moest dan betalen. Hij zou de buren vragen om me te controleren.”
‘De eigenaar zei dat hij verwittigd moest worden als iemand bleef overnachten.’
De schaarste op de huurmarkt werkt mee misbruik in de hand. Zo vragen malafide verhuurders online een voorschot voor de woning met de boodschap dat die anders aan een andere huurder wordt verhuurd. En dat nog voordat de potentiële huurder de woning in het echt heeft gezien.
Brugfiguren
De zoektocht werd bij sommigen vergemakkelijkt door de hulp van een ondersteuner of begeleider. Dit kan bijvoorbeeld een trajectbegeleider of buddy zijn, maar ook een familielid dat al langer in België woont. Ze zijn een brugfiguur tussen de nieuwkomer en de makelaar of eigenaar.
Met de hulp van een brugfiguur is er meer vertrouwen tussen beide partijen en loopt de communicatie vlotter. Zo vond 34 procent van de nieuwkomers een woning met hulp van familie of kennissen. 17 procent kreeg hulp van een organisatie of instantie.
‘34 procent vond een woning met hulp van familie of kennissen.’
Ook sociaal werkers kunnen de rol van een brugfiguur opnemen. Een van de respondenten verwoordt het als volgt: “Uiteindelijk was het onze sociaal werker die de huisbaas wist te overtuigen. Hij had ons eerst het huis geweigerd toen we het alleen bezochten.”
Slechte bedoelingen
Een grote groep nieuwkomers krijgt echter geen ondersteuning van zulke brugfiguren. Integendeel, ze hebben een precair netwerk aangezien ze nieuw zijn in het land. Ze kunnen op niemand terugvallen. Dat maakt hen een makkelijk doelwit voor mensen met slechte bedoelingen.
Zo werd een van de deelnemers aangespoord om een woning te accepteren waarin die geen interesse had: “De tussenpersonen waren heel vriendelijk, maar wanneer ik bij het bezichtigen van de woning toch niet tevreden was, werden ze kwaad. Ik moest de woning nemen. Ik denk dat ze geld krijgen van de eigenaar als ik de woning huur. Maar er was van alles niet in orde.”
Onbewuste praktijktesten
Maar liefst 59 procent van de nieuwkomers botste op discriminatie tijdens de zoektocht naar een huurwoning. Dat gebeurde vooral in de eerste selectiefase, wanneer ze een woning willen bezichtigen of interesse tonen om te huren. En erg subtiel was dat niet altijd. Soms was het antwoord van de huisbaas simpelweg: “Ik verhuur niet aan immigranten.”
‘Ik verhuur niet aan immigranten.’
Hoewel niet alle deelnemers aangeven dat ze geconfronteerd werden met discriminatie, blijkt uit de groepsgesprekken dat ook zij die zeiden geen discriminatie mee te maken, wel getuigen over een oneerlijke behandeling op basis van raciale criteria. Met andere woorden: toch discriminatie.
Onbewust voeren sommige nieuwkomers ook zelf een soort praktijktest uit. Praktijktesten zijn een wetenschappelijke methode waarbij er wordt nagegaan in welke mate twee bijna identieke personen ongelijk behandeld worden.
Zo wist een van de deelnemers dat hij meer kans zou maken door zijn vriendin te laten bellen: “Toen ik belde, was de woning verhuurd. Ik heb mijn Nederlandse vriendin laten bellen en dan konden we de woning wel nog bezichtigen.”
Dit doen de nieuwkomers echter niet om discriminatie zichtbaar te maken of te melden, zoals bij praktijktesten georganiseerd door het middenveld, lokaal bestuur of academici. Ze doen het omdat ze proactief hun kansen op de woonmarkt willen verhogen.
Geen baat bij een melding
Ondanks de veelheid aan discriminerende voorvallen, melden de nieuwkomers dit amper. Hoe dat komt? De nieuwkomers beseffen dat er niet daadkrachtig zal opgetreden worden. Velen leggen zich erbij neer.
‘Ik kan beter zwijgen en verder zoeken, anders vind ik nooit een woning.’
En omdat veel nieuwkomers in een overlevingsmodus zitten, hebben ze het gevoel dat melding doen hen niet zal vooruithelpen, integendeel: “Ik kan het niet bewijzen. Het is woord tegen woord. En ik moet echt een woning huren. Dus ik kan beter zwijgen en verder zoeken, anders vind ik nooit een woning.”
Wonen is een recht
Het recht op degelijke huisvesting is vastgelegd in de Belgische grondwet. De overheid moet het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen kunnen garanderen. Samen met onze partners van het Vlaams Huurdersplatform, ORBIT vzw, Netwerk tegen Armoede, Welzijnszorg en SAM, steunpunt Mens en Samenleving, schuiven we daarom enkele oplossingen naar voren.
‘De overheid moet het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen kunnen garanderen.’
Op dit moment moet een sociale huurder aantonen dat die, binnen een jaar nadat de huurovereenkomst gestart is, voldoende Nederlands spreekt. Net omdat wonen een recht is, vragen we om andere zaken, zoals taalvaardigheid niet aan dit recht te koppelen.
Tekort aan sociale huisvesting
Koppel ook geen voorrangsregels van lokale binding aan sociale huisvesting. Kandidaat-huurders voor een sociale woning mogen niet afgewogen worden op basis van hoelang ze al in de gemeente wonen. Nieuwkomers kunnen hun lokale binding niet aantonen, aangezien zij hun weg nog maar pas zoeken in ons land.
Het onderliggende probleem is eigenlijk niet wie voorrang heeft op wie op de sociale woonmarkt, maar het grote tekort aan sociale woningen. Investeer hierin. Het tekort mag in geen geval een excuus zijn om voorrangsregels te implementeren bij kwetsbare mensen.
‘Het onderliggende probleem is niet wie voorrang heeft op wie.’
Wegens de lange wachtlijsten voor sociale huisvesting zijn kwetsbare groepen, waaronder nieuwkomers, aangewezen op de private huurmarkt. Veel nieuwkomers kunnen niet anders dan een te groot budget van hun inkomen aan huur besteden of wonen in woningen van slechte kwaliteit. Er is nood aan concrete structurele maatregelen om de private huurmarkt te versterken voor de meest kwetsbare groepen.
Discriminatie vaststellen
De discriminatie die nieuwkomers ervaren is meervoudig. In de praktijk zien we dat een buitenlandse naam, huidskleur, herkomst, spreken van een andere taal, of een inkomen dat niet afkomstig is vanuit arbeid nog te vaak redenen zijn om te discrimineren. Deze uitsluitingsmechanismen werken op elkaar in en versterken elkaar.
Zowel particulieren als de sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen inspanningen leveren om woningen open te stellen voor iedereen. Ook vanuit de overheid zijn extra inspanningen nodig. Juridische en proactieve praktijktesten laten toe om inbreuken op de non-discriminatieregelgeving vast te stellen.
In Vlaanderen bestaat een groeiend draagvlak voor praktijktesten: verscheidene lokale besturen nemen het heft in eigen handen en organiseren praktijktesten. Het gaat niet om burgers of makelaars in de val te lokken. Het gaat om bewustmaking en sensibilisering. Meermaals praktijktesten laten plaatsvinden, doet op zich ook discriminatie dalen. Vlaanderen kan proactieve praktijktesten een volwaardige plaats geven in haar woonbeleid. Voor degene die hardleers zijn en blijven discrimineren, is er zo een stok achter de deur en kan er een juridisch gevolg aan gegeven worden.
Makkelijker melden
Discriminatie is duidelijk aanwezig op de huisvestingsmarkt, bewijst veelvuldig onderzoek in de Vlaamse steden. Het is geen klein individueel incident.
De bestrijding ervan mag niet afhangen van meldingen van individuen. We weten bovendien dat meldingen slechts het topje van de ijsberg zijn. De meldpunten discriminatie zijn daarnaast weinig gekend, zeker bij kwetsbare groepen, zoals nieuwkomers. We willen in de nabije toekomst ook graag samenzitten met het pas opgerichte Vlaams Mensenrechteninstituut.
Een kwaliteitsvolle en betaalbare woning vinden mag niet afhangen van je afkomst, culturele achtergrond, taal, naam of verblijfsstatus. Huisvesting is een basisrecht voor ieder van ons.
Reacties [4]
woon in een sociale woning en ik kan hier verhaal neerschrijven dat nog erger id dan huismelkrij .. mijn gezondheid is hier aangetast door hun schimmels en ook misbruik meegemaakt mijn kind en ik gaan hier achteruit mentaal fysiek en mentaal maar is dit of op straat staan want geen 1instantie help 1 politiek spel zou graag dit keer meer aan licht willen komen niet voor mij maar voor alle slachtoffers
Zo, werd in een algemene vergadering van mede-eigenaren, negatief beslist over de, te renoveren sociale huurstudio’s, in hun appartementsblok. Deze studio’s waren bedoeld voor 6 personen met autisme, waaronder mijn zoon. Zonder in detail te treden, heeft dit voor veel leed en verdriet gezorgd in mijn gezin. Mijn zoon met autisme ziet zo zijn kans tot zelfstandig wonen, op loopafstand van onze gezinswoning, na 10 jaar wachten, in rook opgaan. Ik ben er van overtuigd dat discriminatie hier een grote rol gespeeld heeft.
het is ver gekomen dat anderen beslissen wie in mijn huis komt wonen
Beste Jan, zo werkt het helemaal niet. U hebt wel zelf de keuze maar u mag niemand discrimineren op basis van bijv. afkomst. Dat is niet hetzelfde.
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies