Vaker overgewicht
Ongezonde voedingsmiddelen zijn goedkoop, overal beschikbaar en worden massaal gepromoot. Dat leidt tot een groeiend obesitasprobleem. Obesitas verhoogt het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde kankers. Op termijn zorgt dat voor oplopende gezondheidskosten.
‘Kinderen in armoede hebben vaker overgewicht.’
Mensen in armoede hebben een grotere kans op obesistas. Amerikaans onderzoek legt een duidelijk verband tussen eetgedrag en het beschikbare gezinsinkomen. Naarmate je inkomen daalt, koop je minder groenten en fruit en meer ongezonde snacks en suikerrijke dranken. Onderzoek van de Vlaamse overheid bevestigt dit: kinderen die in armoede leven hebben vaker overgewicht. Vanaf de leeftijd van tien jaar heeft minstens 32 procent overgewicht.
Waarom ongezond?
Waarom maken mensen in armoede vaak ongezondere voedingskeuzes?
“Met wilskracht of motivatie heeft dat alvast niets te maken”, vertelt Tine Vangroenweghe. “Zeker wie kinderen heeft, doet hard zijn best om gezonde maaltijden op tafel te zetten. Jammer genoeg ervaren mensen in armoede veel drempels die een gezonde keuze bemoeilijken. Andere mensen ervaren die ook, maar minder uitgesproken.”
Vangroenweghe werkt bij het Vlaams Instituut Gezond Leven rond gezondheidsongelijkheid en welzijn. In het verleden was ze aan de slag als opbouwwerker bij SAAMO. Daar kwam ze dagelijks in contact met mensen in een kwetsbare positie. Dankzij die dubbele bril schakelt ze vlot tussen theorie en praktijk.
“Voor mensen met een leefloon is het moeilijk tot onmogelijk om gezonde voeding te kopen”, wijst ze meteen op een financiële drempel. “Ook met andere vervangingsinkomens is dat moeilijk. De meeste mensen die gebruikmaken van voedselhulp hebben een uitkering.”
Huishuur of verse groenten
“Wie te weinig geld heeft, moet voortdurend moeilijke keuzes maken”, vervolgt Vangroenweghe. “Koop ik mijn kind nieuwe sportschoenen of vervang ik de kapotte koelkast? Betaal ik naschoolse opvang of werk ik deeltijds zodat ik de kinderen om vier uur van school kan oppikken? Koop ik verse groenten of probeer ik zoveel mogelijk geld opzij te houden voor de huishuur?”
‘Voor mensen in armoede is leven overleven, elke dag.’
“Financiële stress en kortetermijnzorgen nemen al je mentale ruimte in. Voor mensen in armoede is leven overleven, elke dag. Wetenschappers noemen dit psychologie van de schaarste. Logisch dat je dan sneller bespaart op voeding. Met voedingsuitgaven kan je flexibeler omgaan dan met vaste kosten zoals huishuur, een doktersbezoek of schooluitgaven.”
“In theorie kan je gezond eten voor weinig geld”, zegt Van Groeneweghe. “Maar in de praktijk moet je daarvoor boodschappenlijstjes en weekmenu’s opstellen, prijzen per kilogram vergelijken en kiezen voor de juiste supermarkt. Betaalbaar en gezond winkelen is een hele puzzel. Het vergt planning, tijd en mentale ruimte. En er moet ook een goedkope supermarkt in de buurt zijn. Zaken die mensen in armoede vaak missen.”
“Behalve tijd en energie heb je ook een uitgeruste keuken nodig en voldoende toegang tot water, gas of elektriciteit. Diepvriesgroenten zijn bijvoorbeeld heel goedkoop en gezond. Zo kan je veel besparen. Maar wat heb je daaraan als je diepvries stuk is en je de centen mist om een nieuwe te kopen?”
De ervaring van Sandra
“Mijn koelkast is stokoud en verbruikt veel energie”, vertelt Sandra.Sandra wilde enkel met haar voornaam getuigen. Haar volledige naam is wel bekend bij de redactie.“Maar als hij stukgaat, heb ik een probleem. Dan kan ik niet langer restjes of verse producten bewaren.” Sandra woont in Turnhout en heeft een huishoudbudget van zestig euro per week. Gezonde voeding is voor haar een prioriteit, maar ook een grote uitdaging.
“Ik kom uit een arbeidersgezin. Elke vrijdag stond er vis op het programma. Vandaag is vis onbetaalbaar. Ook vers brood werd fors duurder. Dus koop ik noodgedwongen voorverpakt toastbrood. Dat is goedkoop en bewaart langer.”
‘Vers brood werd fors duurder. Dus koop ik noodgedwongen voorverpakt toastbrood. Dat is goedkoop en bewaart langer.’
“Gelukkig heb ik een kleine diepvries. Als de bloemkool in promotie staat, koop ik er een. Ik verwerk die thuis en vries de helft in. Zo gaat niets verloren. Daarnaast koop ik seizoensgroenten, die zijn vaak goedkoper. Toch vind ik winkelen moeilijk. De prijzen stijgen alleen maar. Met enkele euro’s kan ik een pot soep koken, maar het is te weinig om een volwaardige maaltijd op tafel te toveren.”
Tine Vangroenweghe: “Supermarkten verkopen geregeld verse producten aan een lage prijs, alleen verpakt men die producten vaak in grote hoeveelheden. Maar een alleenstaande heeft geen acht kippenfilets nodig. Hoe je voedsel aanbiedt, telt. Verpakkingen richten zich vaak op gezinnen of koppels. Alleenstaanden moeten creatief zijn.”
“Ik ben gelukkig creatief in de keuken”, vertelt Sandra. “Lange tijd werkte ik in de horeca en schoolkeukens. Met restjes weet ik wel raad. Ook omdat ik voldoende tijd heb. Die luxe heeft niet iedereen. Soms kies je noodgedwongen voor een goedkope en snelle oplossing.”
Ontzorgen
Tine Vangroenweghe: “Alleen maar kook- of winkelvaardigheden trainen, is onvoldoende. Je moet ook onderliggende uitsluitingsmechanismen aanpakken. Voorzie voldoende sociale woningen en zorg voor een leefbaar inkomen. Als je mensen ontzorgt, komt er automatisch meer ruimte vrij voor een gezonde levensstijl.”
‘Ouders voelen zich constant tekortschieten. Wat doe je dan als je kind zeurt voor een zakje chips van vijftien cent?’
“We weten bijvoorbeeld dat ouders in armoede sneller toegeven aan het gezeur van hun kinderen om frisdrank en chips. Dat is niet zo vreemd als je weet dat ze op bijna alles ‘nee’ moeten zeggen. Er is geen geld voor een zwembadbezoek, film, of verjaardagsfeestje in een binnenspeeltuin. Ouders voelen zich constant tekortschieten. Wat doe je dan als je kind zeurt voor een zakje chips van vijftien cent?”
Pleister op schuldgevoel
“Een ongezond verzoek inwilligen voelt soms als een pleister op je schuldgevoel. Omgekeerd ervaren kinderen dat zakje chips als het bewijs dat ouders voor hen willen zorgen. Dat psychologisch mechanisme negeren en ouders met de vinger wijzen is te gemakkelijk. Zeker omdat mensen altijd en overal richting goedkope, ongezonde voeding worden gepusht.”
‘Feliciteer kinderen als ze met een gesneden komkommer naar school komen.’
“Ongezonde voedingsreclame speelt daarin een perverse rol. Kinderen zijn erg vatbaar voor de boodschap dat chips lekker, leuk en gezellig zijn, alleen begrijpen ze de commerciële logica achter die boodschap nog niet. Het is geen toeval dat de Wereldgezondheidsorganisatie ongezonde kindermarketing omschrijft als ‘inherente uitbuiting’.”
“Voedingsreclame moet beter gereguleerd worden”, vindt Vangroenweghe. “Tegelijk moeten we als samenleving een gezonde norm zetten. Leer kinderen dat snacktomaatjes in de zetel ook gezellig zijn en dat chips of frisdrank alleen in het weekend thuishoren. Feliciteer hen als ze met een gesneden komkommer naar school komen.”
Brooddozen
“Maar wees ook realistisch”, nuanceert ze. “Als een kind met witte boterhammen naar school komt is dat niet per se slecht. Zeker niet als de brooddoos vorige week nog koude frietjes of pizza bevatte. Of helemaal leeg was. Probeer dat brede perspectief te zien.”
Zeg niet: ‘Bruin brood is beter’, maar: ‘Ik zag dat je dochter met veel smaak haar boterhammen opat deze middag. Tof dat je je best deed om iets mee te geven.’ Het kost veel ouders echt moeite om een gevulde brooddoos mee te geven. Waardeer dan ook de inspanning die ze leveren.”
‘Waardeer de inspanning van ouders. Een voedingsexpert komt uitleggen hoe het moet, komt al snel belerend over. Alsof het zo eenvoudig is.’
“Ontschuldigende, positieve boodschappen leiden tot een echt gesprek. Starten vanuit de doelgroep is cruciaal. Een voedingsexpert die even komt uitleggen hoe het moet, komt al snel belerend of zelfs beledigend over. Alsof het zo eenvoudig is.”
Aanpak Gezond Gewicht
De Nederlandse hoogleraar Jaap Seidell (Vrije Universiteit Amsterdam) onderschrijft die aanpak. Hij is een van de architecten achter Aanpak Gezond Gewicht: een Nederlands overheidsprogramma dat overgewicht bestrijdt in de directe leefomgeving van kinderen en jongeren.
‘Veel scholen verwijderen drank- en snoepautomaten op de speelplaats en zorgen voor drinkwaterfonteinen.’
Seidell: “Een op zeven Nederlandse kinderen is te dik. In steden loopt dat op tot een op drie. Die cijfers schreeuwden om een innovatiever voeding- en gezondheidsbeleid. Maatwerk is cruciaal, net zoals een betrokken doelgroep. Aanpak Gezond Gewicht verbindt wijkbewoners met lokale stakeholders zoals de voetbaltrainer, de kantine-uitbater van de club, crèchemedewerkers, schooldirecteurs en de lokale supermarktbeheerder.”
“Samen brainstormen over maatregelen en ze vervolgens ook samen uitvoeren, verhoogt het draagvlak enorm. Eigenlijk maak je inwoners en betrokkenen mede-eigenaar van het nieuwe gezondheidsbeleid in de wijk.”
Elke wijk is anders
Seidell: “Elke wijk is anders, waardoor je telkens andere klemtonen legt. Misschien is in de ene wijk het gebrek aan fietspaden of overaanbod van fastfoodzaken het probleem, terwijl in een andere de lokale school nog geen voedingsbeleid heeft. Je moet alle drempels systematisch in kaart brengen en vervolgens wegwerken, samen met de bewoners.”
“Dankzij Aanpak Gezond Gewicht investeren Amsterdamse scholen vandaag in gezonde voeding en meer beweging. Veel scholen verwijderen drank- en snoepautomaten op de speelplaats en zorgen voor drinkwaterfonteinen.”
Gezonde afspraken op school of in de sportclub ondersteunen ouders om ook thuis gezonde afspraken te maken. “Maar het volstaat niet”, vervolgt Seidell. “Je moet ook bij gezinnen aan huis komen. Waar loopt men tegenaan? Wat is er nodig om gezondere keuzes te maken?”
Ouder-kindgroepen
“Een van de manieren om gezinnen te bereiken zijn ouder-kindgroepen”, aldus Seidell. “In een Amsterdamse wijk liet men jonge gezinnen een jaar lang ervaringen uitwisselen rond gezondheid en voeding. Met resultaat. Ouders voelden zich sociaal-emotioneel gesteund en zetten hun verworven gezondheidskennis om in de praktijk. Ze apprecieerden de begeleiding en het advies van de experts. Cruciaal bleek de positieve, open houding van die experts.”
‘Wijken die meedoen, leggen betere obesitascijfers voor dan wijken die niet meedoen.’
Seidell is blij dat de Nederlandse overheid eindelijk een breed gezondheids- en voedingsbeleid voert, inclusief een strengere regulering van ongezonde kindermarketing. “Het project werpt vruchten af. Wijken die meedoen, leggen vijf tot tien jaar na de start van het programma betere obesitascijfers voor dan wijken die niet meedoen.”
Intussen doen in Nederland 150 lokale besturen mee en bereikt het programma meer dan twee miljoen kinderen.
Fastfood aan de Vlaamse schoolpoort
Voorlopig mist Vlaanderen een voedingsbeleid met de schaal van Aanpak Gezond Gewicht. Scholen doen hun best om frisdrank- en snoepautomaten te verwijderen, maar net buiten de schoolmuren zie je een omgekeerde evolutie. In de buurt van scholen duiken steeds meer fastfoodzaken en gemakswinkels op, zegt Sciensano.
‘In de buurt van scholen duiken steeds meer fastfoodzaken op.’
Opvallend: hoe lager de sociaaleconomische status van de leerlingen, hoe ongezonder de voedselomgeving rond hun school. Toeval? Vermoedelijk niet. Sciensano nam het commercieel gedrag van fastfoodzaken onder de loep. Vier van de zeven onderzochte ketens positioneren de meerderheid van hun vestigingen op minder dan 500 meter van een basisschool.
Alternatieven
Daartegenover staan kleine projecten zoals Slaatje Praatje, Brooddoosnodig en Smakelijke School. In de Antwerpse wijk Luchtbal dacht onderzoeker Tinne Hoskens (Universiteit Antwerpen) via participatief actieonderzoek na over een toegankelijker en gezonder voedselaanbod.
‘Waarom deelt men geen voedselbonnen uit waarmee je gezonde voeding kan kopen in de supermarkt?’
Haar onderzoek vertrok vanuit de drempels die wijkbewoners ervaarden. Dat leidde tot enkele veelbelovende ideeën zoals een coöperatieve winkel, kofferbakverkoop en gemeenschapstuinen. In 2021 won Hoskens de Vlaamse scriptieprijs.
“Ook Vlaanderen zou dergelijke pistes kunnen onderzoeken”, pikt Vangroenweghe in. “Vorig jaar bracht de Vlaamse overheid lokale voedselomgevingen in kaart. Dat kan een startpunt zijn voor een voedingsbeleid op maat. Veel gemeenten doen hun best om de voedingskloof te verkleinen, maar de situatie verschilt sterk van regio tot regio. Een integrale aanpak die breed inzet op alle drempels, is meer uitzondering dan regel.”
Op de wachtlijst voor een moestuin
Dat geldt ook voor Turnhout, waar ervaringsdeskundige Sandra woont. “Ik zou graag groenten kweken, maar dat lukt niet”, vertelt ze. “Onze gemeente verhuurt stukjes grond aan 25 tot 100 euro per jaar. De wachtlijst is echter zeer lang. Je moet ook een eenmalige waarborg van 100 euro neerleggen. Dat is veel geld.”
Sandra: “Waarom deelt men geen voedselbonnen uit waarmee je gezonde voeding kan kopen in de supermarkt? Dat is eervoller dan aanschuiven bij de voedselbedeling. Verse producten zoals aardappelen zijn daar bovendien snel weg. Als je achteraan in de rij staat, moet je het doen met wat overschiet.”
Buurtrestaurant
Sandra gaat vier keer per week eten in t HERT, een buurtrestaurant van armoedevereniging ‘t Antwoord. Voor drie euro krijg je er een voorgerecht, warme maaltijd en dessert. Met verse ingrediënten. Op de toonbank ligt gratis vers fruit. Sandra werkt er als vrijwilliger in de keuken: “Zonder dat restaurant zou ik het niet redden”, bekent ze. “Voor drie euro kan ik niet koken.”
Coördinator Chris Dielis: “We draaien grotendeels op voedseloverschotten van twee lokale supermarkten. Een sympathisant levert ook verse groenten uit zijn moestuin. Zo kunnen we de prijs stevig drukken. In veel sociale restaurants betaal je zes tot acht euro voor een warme maaltijd. Veel geld voor wie het niet breed heeft.”
“We bereiken vooral mensen met een beperkt budget”, vertelt Dielis. “Ondanks onze laagdrempelige aanpak, merk je dat mensen vaak moeilijk de stap zetten. Dat valt nog meer op bij de voedselbedeling naast het restaurant. Mensen proberen zo onzichtbaar mogelijk binnen te glippen en snel weer te verdwijnen.”
“Ons restaurant maakt een verschil voor velen, al kunnen we nog groeien. Supermarkten gooien nog altijd enorm veel eten weg. De overheid moet investeren in lokale netwerken van supermarkten, voedingsbedrijven en lokale initiatieven die gezonde voeding toegankelijker maken. Breng de juiste mensen samen.”
Ook lagere middenklasse
“Iedereen is van harte welkom in ‘tHERT. Ons restaurant helpt mensen even vooruit, maar je verandert natuurlijk niets aan de onderliggende armoedeproblematiek. Men moet structureler ingrijpen. Verlaag de BTW op groenten en fruit en trek de laagste inkomens op”, adviseert ze.
“Ons publiek groeit, en wordt diverser”, merkt Dielis. “Vroeger zag je hier vooral mensen die al lange tijd in armoede leven. Maar steeds vaker klopt ook de lagere middenklasse aan. Door alle prijsstijgingen flirt een grote groep mensen constant met armoede. Een kapotte auto of wasmachine kan voldoende zijn om definitief kopje onder te gaan.”
Reacties [2]
Bij ons in Sliedrecht wordt ongezond eten gepromoot. Op zondag zijn alleen snackbars en fastfoodketens open, maar geen supermarkten waar je gezond voedsel kunt kopen. Er zijn genoeg mensen die alleen.op zondag tijd hebben.om noodschappen te doen en vaak is het ook te druk in de supermarkt
1) het voorverpakt bruin toastbrood van 0,99€ is even gezond als het zgz vers brood van 2,10€…
Praat de gebruikers aub geen schuldgevoel aan… De meerprijs van dat vers brood zit hem in de energiefactuur…
De industriële bakkerij heeft een enorm grote productiehoeveelheid, waardoor de energieprijs per brood kleiner is…
2) ouders complimenteren ivm de inhoud van de brooddoos geeft hen het gevoel dat hun kind extra in het oog wordt gehouden. Opnieuw een stressfactor…
Er zijn ook kinderen die hun (dure) gezonde snacktomaatjes gewoon weggooien…
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies