Populisten van repliek dienen
De Nederlandse historicus Leo Lucassen moet een waaier aan visitekaartjes in zijn bureaulade hebben. Hij is hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de universiteit van Leiden, directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.
Hij schrijft bijna maandelijks opiniestukken voor Nederlandse kranten als De Volkskrant, NRC en Trouw en publiceerde vorig jaar met zijn broer Jan Lucassen een boek over de impact van migratie op Amsterdam sinds de 16e eeuw. Hij is een regelmatige gast op radio en tv en hij is al jaar en dag een actief twitteraar over het gepolariseerde onderwerp migratie.
Hij dient graag populisten van repliek, wat hem de titel van activistische wetenschapper heeft opgeleverd. “Iemand moet het doen, halve en hele onwaarheden met feiten te lijf gaan”, zegt Lucassen daarover. Maar, zo zegt hij, hij spreekt als wetenschapper, welke conclusie mensen daaruit trekken is aan hen.
Politieke onwil
Over wat aan de grondslag ligt van de asielopvangcrisissen die zich zowel in Nederland als België afspelen, moet hij niet lang nadenken. “Politieke onwil”, zegt Leo Lucassen meteen tijdens ons Zoomgesprek op een novembermiddag.
‘Het is zo klaar als een klontje: deze opvangcrisis is perfect oplosbaar’
Een kleine situatieschets: de gelijkenis tussen zowel de Nederlandse als Belgische opvangcrisis is verbluffend. Terwijl in ons land asielzoekers sinds dit najaar bot vangen bij het aanmeldpunt in het Klein Kasteeltje, botsten in Nederland mensen vooral in de voorbije zomer op gesloten deuren van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Dat is, net zoals in België, te wijten aan een tekort aan opvangplaatsen.
In België blijft de oplossing nog op de straat liggen. In Nederland komen asielzoekers vandaag terecht in tijdelijke noodopvanginitiatieven. Ze krijgen daarmee een dak boven het hoofd maar een structureel antwoord blijft uit. Zowel Brussel als Den Haag wijzen naar de ‘hogere instroom van asielaanvragers die onze landen treft’.
Noodscenario’s liggen klaar
“Het is zo klaar als een klontje: deze opvangcrisis is perfect oplosbaar”, zegt Lucassen. Hij heeft het, voor alle duidelijkheid, in de eerste plaats over de Nederlandse situatie. Als Lucassen spreekt over oplossingen, zegt hij dat niet zomaar. Hij verwijst naar noodscenario’s die voorliggen. “De adviescommissie van de Nederlandse staatssecretaris Asiel en Migratie (Erik van der Burg, red.) heeft al jaren geleden uitgetekend hoe je de opvang het beste structureel kunt organiseren, namelijk door een goede buffer in stand te houden. Als je vervolgens niets met die plannen doet, kun je alleen maar van onwil spreken.”
‘Er is onterechte angst voor het fameuze aanzuigeffect.’
Die onwil, zegt de academicus, is niet alleen ingegeven door de vrees voor extreemrechts en daaraan gekoppelde electorale strategieën. Er is ook de onterechte angst voor het fameuze aanzuigeffect. “Rechtse én linkse politieke partijen delen een diepgewortelde overtuiging dat een goed draaiend asielsysteem meer asielzoekers aantrekt. Maar dat is wetenschappelijk nooit aangetoond. De praktijk is veel ingewikkelder en wordt vooral bepaald door wat er in herkomstgebieden gebeurt.”
Geen kwestie van reisbrochures
“Mensen kiezen niet om te vluchten naar land A of B omdat er een goed opvangsysteem is”, zegt Lucassen. “Het begint met oorlog en vervolging. Zij die vluchten doen dat vooral binnen het eigen land of regio. De kleine minderheid die erin slaagt om naar Europa te gaan, laat zich leiden door bestaande sociale netwerken van landgenoten, welke taal in een land gesproken wordt, en natuurlijk ook of ze er kunnen werken. Het feit dat het in het Verenigd Koninkrijk heel eenvoudig is om een zaak op te starten is bijvoorbeeld een sterke pullfactor.”
‘Vluchtelingen willen in de eerste plaats naar een veilige omgeving.’
Lucassen wijst er bovendien op dat zeker vluchtelingen niet zomaar te kiezen hebben. “Ze willen in de eerste plaats naar een veilige omgeving. Het is niet zo dat ze met een Neckermann-brochure op de schoot een selectie maken. De meesten komen niet met het vliegtuig of de trein naar hier, maar met mensensmokkelaars die hen vaak op een willekeurige plaats droppen.”
De hoogleraar stelt vast dat de omgekeerde aanpak alvast niet lijkt te werken. Sinds de chaos in Ter Apel twee jaar geleden begon, zijn er niet minder mensen naar Nederland gekomen, zegt hij. “Zelfs als we van onze asielsystemen een puinhoop maken, blijkt dat geen effect op de aantallen te hebben.”
Kunnen cijfers liegen?
Onze beleidsmakers wijten de opvangcrisis aan de hogere instroom van asielzoekers. Ook zij geven dus aan dat er niet minder mensen naar België en Nederland komen. Integendeel. Alleen zou die instroom volgens publieke berichtgeving dit jaar weer die van 2015 benaderen. Dat klopt dan ook weer niet, aldus Lucassen.
“Toen de Immigratie- en Naturalisatiedienst in oktober de cijfers voorlegde, bleek dat ze de nareizigers (gezinsherenigers, red.) meetelden. Dan kom je natuurlijk aan hogere aantallen.”
In werkelijkheid gaat het om aanzienlijk lagere cijfers, verduidelijkt de academicus. “Nederland komt tegen eind 2022 waarschijnlijk uit op ongeveer 34.000 eerste asielaanvragen. Dat is het gemiddelde van de jaren negentig. Voor wie wil teruggrijpen naar piekjaar 2015: toen waren er 43.000 eerste asielaanvragen en in 1994 maar liefst 52.000.”
Lucassen herinnert dat Oekraïners geen deel uitmaken van de asielaanvragers. Zij genieten immers van een tijdelijk Europees beschermingsstatuut, zowel in Nederland als België.
Verdeelmechanismen
Zowel de Belgische als de Nederlandse regeringen en bevoegde staatssecretarissen kunnen het niet genoeg gezegd hebben: de interne Europese solidariteit loopt mank als we kijken naar de verdeling van de opvang van asielzoekers over de EU-lidstaten. “Sommige lidstaten krijgen inderdaad meer asielaanvragers dan andere”, bevestigt Lucassen.
‘Met een totale bevolking van 450 miljoen mensen vangt Europa jaarlijks een half miljoen asielzoekers op. Dat kunnen we zeker aan.’
“Tegelijk is de Europese Unie de rijkste regio ter wereld. Met een totale bevolking van 450 miljoen mensen vangen we jaarlijks een half miljoen asielzoekers op. Dat kunnen we zeker aan, ook als die verdeelsleutels niet zo goed werken.”
“En het veelgehoorde argument dat ons socialezekerheidsstelsel door de knieën zou zakken, is niet erg overtuigend als je bedenkt dat dit in de jaren negentig, met veel hogere aantallen en een slechter draaiende economie ook niet is gebeurd.”
Menselijkheid en eigenbelang
De hoogleraar pleit voor een feitelijkere discussie, maar ook voor meer menselijkheid, maar wil niets opdringen. We moeten zelf verzinnen welke samenleving we willen, klinkt het nuchter. Maar, voegt Lucassen toe, ook wie eigenbelang vooropstelt zou wel eens tot andere keuzes kunnen komen dan alleen maar de muren hoger optrekken.
“Willen we door Brussel wandelen langs bedelende kinderen en portalen waar mensen op kartonnen bedden slapen? Ik vind het persoonlijk een menselijke plicht om mensen minstens de meest basale zorgen te geven. Maar het is ook in het belang van de samenleving om mensen niet aan de straat over te leveren maar mee te laten doen.”
Het discours moet ook eerlijker, vindt Lucassen. We moeten ons de vraag stellen wie onze muren metselt, wie in onze havens en in onze huishoudens werkt. “Mensen zonder wettig verblijf mogen niet deelnemen aan de samenleving maar ze mogen wel deel uitmaken van onze economie. We creëren openingen in het illegale arbeidscircuit omdat we goedkope arbeid nodig hebben. Het is een kwestie van rechtvaardigheid dat je dat op een bepaald moment valideert, door mensen volwaardig burgerschap te gunnen. Doe je dat niet, dan creëer je een klasse van vierderangsburgers, waar je enkel van profiteert.”
De positieve kijk
Migratie heeft ook positieve kanten. Dat is een pleidooi waar Lucassen vaak op terugkomt, gekoppeld aan de noden op onze arbeidsmarkt en met het oog op de vergrijzing. Ook hier kan het volgens de hoogleraar geen kwaad om pragmatisch te zijn. “We zullen arbeidskrachten nodig hebben, en niet alleen voor de knelpuntberoepen.”
“Die krapte op de arbeidsmarkt zal niet verdwijnen. Dat betekent dat onze regeringen echt sneller en veel efficiënter moeten inzetten op integratie. We moeten dus af van die lange proceduretijden en het verhaal omgooien. Als we dat willen tenminste.”
‘De meerderheid van die mensen heeft het volste recht om naar hier te komen.’
In het boek ‘Migratie als DNA van Amsterdam’ vertelt Leo Lucassen, samen met zijn broer Jan, hoezeer de geschiedenis van Amsterdam is verweven met allerlei migratiestromen. Zonder die migratiemobiliteit, schrijven de broers, had Amsterdam nooit de dominante, welvarende en dynamische positie kunnen bereiken die de stad al eeuwen kenmerkt.
We moeten volgens Lucassen die verhitte debatten over migratie omkeren en echt inzien dat migratie sowieso een sterk economisch karakter heeft. “Daarbij moet je de asielzoekers, goed voor ongeveer 10 procent van de instromers, buiten beschouwing laten. De meeste migranten die naar België en Nederland komen zijn EU-burgers die vrij kunnen bewegen binnen de EU. Daarnaast heb je de gezinsherenigers van arbeidsmigranten die zich hier vestigen. De meerderheid van die mensen heeft het volste recht om naar hier te komen, via geijkte procedures.”
Jawel, it’s the economy again
“De focus in de discussies over ‘eigen volk eerst’ of ‘open grenzen’ ligt maar op één vlak: migratie, en dan nog vooral op de 10 procent asiel. Dat klopt niet. Wie vindt dat het hier te druk of te divers wordt moet niet aan de migratieknop maar aan de knop van de economie draaien. We moeten ons ook de vraag stellen welke economie we willen en welke prijs we bereid zijn te betalen voor arbeid.”
‘Wie bang is voor migratie en verlies van welvaart, zal moeten snijden in de economie. Jammer, maar je kan niet het ene willen en het andere laten.’
Lucassen wijst op hoe economisch belangrijke sectoren in Nederland volop draaien op goedkope buitenlandse arbeidskrachten. “In de sectoren van distributie, logistiek, slachthuizen, land- en tuinbouw werken vooral Polen, Roemenen en Bulgaren. Ze doen dat in arbeidsomstandigheden met hyperflexibele werkschema’s waar de meeste Nederlanders voor passen. Wie arbeidsmigratie dus een probleem vindt, zal moeten ingrijpen in die sectoren.”
“Tegenstanders van migratie zullen zich de vraag moeten stellen welke economie ze willen, of die nog competitief moet blijven, welke luxes ze willen inleveren en welke arbeidsverhoudingen ze verkiezen.” Alleen hoor je daar geen enkele rechtse partij over, zegt Lucassen. “Wie bang is voor migratie en verlies van welvaart, zal moeten snijden in de economie. Jammer, maar je kan niet het ene willen en het andere laten.”
Populistisch discours verdoezelt
In het gepolariseerde discours over migratie ligt de focus bij de tegenstanders van migratie hoofdzakelijk op asielzoekers, zegt Lucassen. “De idee is dat vluchtelingen indringers zijn die onze stabiele samenleving bedreigen. Dat is niet nieuw want ook in de jaren negentig werd er negatief gesproken over migratie en vluchtelingen.”
Het verschil met vandaag is dat het discours, sinds 9/11, veel grimmiger en soms uitgesproken apocalyptisch is geworden. “We kregen meer ontmenselijking van immigranten, de samenleving werd nog meer islamofoob. Een deel van de bevolking ziet immigranten als een regelrechte bedreiging voor hun eigen status. Dat zie je heel goed bij de whitesupremacybeweging in de VS. Die vreest dat gekleurde migranten en hun nakomelingen zich niet meer aan de segregatie houden en hen op de sociale ladder zullen passeren. Dat is een belangrijke drijfveer om in complotideeën te geloven.”
‘Sinds 9/11 werd het discours grimmiger en soms apocalyptisch.’
“Vandaag weet quasi iedereen wat men bedoelt met de term ‘omvolking’. De idee dat Nederlanders of Belgen vreemdelingen of minderheden in eigen land dreigen te worden, hoorde je nauwelijks in de jaren negentig.” De populistische framing van migranten als bron van alle kwaad vertroebelt de werkelijke oorzaak van het ongenoegen, zegt Lucassen. “Er is een toenemende ongelijkheid. Dat is geen gevolg van migratie maar van decennia neoliberale politiek.”
Drie tips voor politici
Voor hij naar een volgende afspraak moet rennen, vragen we Lucassen of hij ook tips heeft voor politici. Want hoe ga je als politicus vandaag om met dat fel polariserende onderwerp migratie? Hij hoeft niet lang na te denken. “Het is sowieso nuttig om je bij de feiten te houden, maar ook om het fenomeen migratie in een breder en historisch perspectief te plaatsen.”
“Ik herinner ook aan waar we het daarnet over hadden: we moeten het debat voeren over de belangrijkste oorzaak van de immigratie, namelijk de structuur van onze economie en onze arbeidsmarkt.”
“Verder kan het geen kwaad het non-discriminatiebeginsel uit onze grondwet serieuzer te nemen. Politici hebben de taak om vormen van stigmatisering, uitsluiting en institutionele discriminatie te benoemen en bestrijden. Dat impliceert dat ze afstand moeten nemen van radicale partijen die migranten en hun nakomelingen demoniseren en als een existentieel probleem afschilderen.”
Reacties
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies