Hoe belangrijk is het Kinderrechtencommissariaat?
Caroline Vrijens: “Zeer belangrijk. We bestaan in juli van dit jaar 25 jaar. Het Kinderrechtenverdrag verplicht lidstaten om een onafhankelijke instantie te hebben die toeziet op het respect voor de kinderrechten. In een ideale wereld is de waardering voor kinderrechten vanzelfsprekend en heb je geen Kinderrechtencommissariaat nodig. Is er toch een conflict, dan wordt dat opgelost met oog voor het belang van het kind. Maar in zo een wereld leven we voorlopig nog niet.”
‘Onze klachtenlijn ontvangt elke dag meerdere meldingen.’
“Al is er aandacht voor kinderrechten, toch ontvangt onze klachtenlijn elke dag meerdere meldingen en signalen van jongeren, ouders, grootouders en professionals. Ze ervaren problemen op school, in het gezin, de hulporganisatie, het openbaar vervoer, de sportvereniging of het asielcentrum. Ondanks interne klachtenprocedures en participatieprocessen vinden ze niet meteen een weg om die op te lossen.”
Hoe volgen jullie de klachten op?
“Ons team van klachtenbehandelaars klaart eerst uit wat het probleem is en of het al besproken werd. Levert bijvoorbeeld een gesprek tussen een jongere en zijn school over een betwistbare schorsing weinig op, dan gaat onze klachtenbehandelaar bemiddelen.”
“Het Kinderrechtenverdrag is onze baken. Het is niet omdat binnen de school alles technisch, juridisch of administratief in orde is, dat ook gehandeld of beslist wordt volgens de geest van het Kinderrechtenverdrag. We nemen dan de ruimte om in actie te schieten en om in een conflict het perspectief en het belang van kinderen en jongeren naar voor te schuiven. Zo trachten we vastgelopen situaties om te buigen naar een oplossing zodat jongeren en scholen of voorzieningen opnieuw verder kunnen.”
Maar jullie zijn toch meer dan een klachtenbehandelaar?
“Naast dat klachtenteam, hebben we ook een adviesteam. Onze beleidsadviseurs maken standpunten, adviezen en dossiers op om ook in wetten en regels voldoende aandacht te hebben voor de belangen van kinderen. Zo werken we op dit moment bijvoorbeeld rond de plaats van jongeren in de echtscheidingsprocedure of stelden we recent een adviesnota op over de rechten van het ongeboren kind.”
‘De slepende wachtlijsten in de jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg en zorg voor personen met een handicap zijn echt ontploft.’
“Die combinatie tussen individuele klachtenbehandeling en beleidsgericht advieswerk is een sterke tandem. We kunnen binnen scholen bijvoorbeeld aan de slag gaan rond pesten of racisme, maar we kunnen ook stimuleren dat onze wetgeving daar meer aandacht voor heeft. Het zit in ons DNA om ook kinderen en jongeren daarbij te betrekken.”
In jullie jaarverslag staat de wachtlijstenproblematiek in de schijnwerper. Waarom?
“Te veel kinderen en jongeren lijden onder dat lange wachten en dat blijft onaanvaardbaar.”
“Vluchtelingengezinnen kunnen niet bouwen aan hun toekomst omdat ze moeten wachten op een beslissing over hun asielaanvraag. Kinderen met specifieke onderwijsnoden vinden geen school in de buurt en hebben dus dagelijks een extreem lange busrit voor de boeg. Om nog maar te zwijgen over de slepende wachtlijsten in de jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg en zorg voor personen met een handicap: die zijn echt ontploft.”
Dat viel te verwachten met de coronacrisis en de alarmerende berichten over stijgende eenzaamheid bij jongeren en geweld in gezinnen?
“We krijgen tijdens de opeenvolgende coronagolven inderdaad veel klachten van ouders en kinderen die het moeilijk hebben. Goed luisteren is dan belangrijk, maar niet voldoende. Helaas volgt er dan te vaak een grote leemte.”
“Een schooldirecteur deelde met ons haar ongerustheid over het aantal leerlingen dat met donkere gedachten rondloopt. Vroeger kon ze snel crisishulp inschakelen. Door corona moeten deze jongeren nu drie weken wachten op dringende zorg. Dan kan je nog moeilijk over crisishulp spreken.”
‘Wie zorg nodig heeft, moet die krijgen. Punt andere lijn.’
“Ook kinderpsychiaters en CLB’s trokken doorheen deze pandemie meermaals aan onze mouw met dezelfde boodschap over ongeziene druk op de al gekende wachtlijsten. De samenleving stond niet klaar om dat op te vangen. Nochtans is het niet zo moeilijk: wie zorg nodig heeft, moet die krijgen. Punt andere lijn.”
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoe los je dat op?
“Wachtlijsten zijn een capaciteitsprobleem dat je niet alleen oplost door het over een andere boeg te gooien. Terecht wordt meer ingezet op preventie en vroegdetectie. Initiatieven zoals ’De eerste 1000 dagen’ of ‘OverKop-huizen’, juich ik toe. Op termijn kunnen ze de druk op wachtlijsten verminderen. Maar de grote groep jongeren die vandaag op intensievere ondersteuning wacht, heeft daar geen boodschap aan.”
“Naast dat capaciteitsprobleem, moeten we vooral de achterliggende structurele uitdagingen benoemen. We mogen ons geen zand in de ogen strooien: ook de slagkracht van preventieve initiatieven staat of valt met de bereidheid van onderwijs, welzijn en gezondheid om de handen in elkaar te slaan. In een context van verschillende expertises, organisatieculturen en beleidsbevoegdheden is dat niet evident. We blijven struikelen over samenwerking.”
Waarom blijft samenwerken zo moeilijk?
“Je kan die vraag ook omkeren: waarom loopt samenwerking in sommige gevallen wel goed? Kijk naar ‘Eén gezin – één plan’: het principe is daar dat organisaties zich consequent en doorgedreven moeten plooien naar de noden van het gezin, niet omgekeerd.”
“Met ‘Vroeg en nabij’ lanceerde Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke recent een ambitieus en vernieuwend plan dat dezelfde logica volgt en waarbij men zo vroeg mogelijk wil tussenkomen. De keuze om over de grenzen van bevoegdheden, departementen, sectoren en disciplines heen samen te werken, ligt meer dan ooit op tafel.”
Verandering gaat traag. Is geduld ook voor de kinderrechtencommissaris een deugd?
“Je moet vaak moedig op dezelfde nagel blijven kloppen. Maar zo raakt de nagel telkens een beetje beter verankerd.”
“Een voorbeeld: in 2010 legde het Kinderrechtencommissariaat de basis van de Commissie van Toezicht, een groep vrijwillige maandcommissarissen die gesloten jeugdhulpvoorzieningen bezoekt en er spreekt met jongeren over de leefomstandigheden. Opgericht in 2017 timmert die commissie nu vijf jaar aan de versterking van kinderrechten in deze complexe leefomstandigheden. Geduld en doorzetting worden beloond.”
Jullie werken vooral rond problemen en klachten. Zet die negatieve insteek ook de nodige verandering in gang?
“We zetten bewust ook in op positieve verhalen over kinderrechten. Een jaarverslag moet problemen benoemen, maar mag niet het gevoel geven dat het altijd en overal fout gaat. Daarom brengen we ook het verhaal van hoe een jongen met autisme dankzij een coach zijn weg vindt in het openbaar vervoer. Of we tonen een buitenschoolse opvang die gespecialiseerd is in de opvang van jonge kinderen met een beperking.”
‘Mistoestanden moet je op tafel durven leggen.’
“Maar als kinderrechten geschonden worden, is het onze taak om dat in the picture te zetten. Een kinderrechtencommissaris is de belangenbehartiger van kinderen en jongeren en moet zich ook zo profileren. Mistoestanden moet je op tafel durven leggen. Vaak is dat de enige weg om een megafoon te geven aan jongeren wiens stem ongehoord blijft.”
Kijken we dan zo vaak over de hoofden van kinderen heen?
“De coronacrisis illustreert pijnlijk hoe groot dat probleem blijft: te vaak gingen ook kinderrechten in lockdown. Er blijft te weinig aandacht voor de nefaste gevolgen van isolerende beschermingsmaatregelen op kinderen en jongeren. Voor jongeren worden vaak andere gewichten gehanteerd dan voor volwassenen. De voorbije twee maanden konden kinderen en jongeren binnen geen georganiseerde jeugdactiviteiten meer doen maar volwassenen konden wel met hun Covid Safe Ticket op café en naar evenementen.”
‘Het is de verantwoordelijkheid van volwassenen om de impact van deze pandemie voor kinderen zo veel mogelijk te beperken.’
“Het is de verantwoordelijkheid van volwassenen om de impact van deze pandemie voor kinderen en jongeren zo veel mogelijk te beperken. De vele steken die daar vallen, probeert het Kinderrechtencommissariaat mee om te rapen. We maken mee zichtbaar hoe jongeren daaronder lijden. Dat helpt om meer doordachte en afgewogen beslissingen te nemen.”
Er bestaat een plan om het Kinderrechtencommissariaat op te nemen in een groter Vlaams mensenrechteninstituut.
“Dat is een complex proces. In Frankrijk heeft men in 2010 een gelijkaardige beweging gemaakt en het Kinderrechtencommissariaat ingebouwd in een groter mensenrechteninstituut. Dat leverde vooral verliezers op.”
“Kinderen die afhankelijk zijn van anderen, electoraal niet interessant zijn en weinig kanalen hebben om hun belangen en hun perspectief kenbaar te maken, verdrinken meteen onder druk van andere belangen. Verdragstaten moeten het belang van het kind vooropstellen, stelt het Kinderrechtenverdrag. Toch stellen we dagelijks vast dat het belang van het kind ondergesneeuwd raakt. Als je geen aparte instantie hebt om kinderrechten centraal te stellen, verdwijnt dat perspectief meteen naar de achtergrond.”
“Uiteraard is het belangrijk om na te denken hoe we moeten samenwerken met andere instanties om de rechten van kinderen en jongeren nog beter te kunnen beschermen. Maar feit is dat andere landen vandaag jaloers naar onze werking kijken. Dat heeft veel te maken met onze onafhankelijke positie en inbedding binnen het Vlaams Parlement. De uitdaging zal dus zijn om de sterktes en verworvenheden van onze instelling overeind te houden.”
Hoe kijken jongeren naar het Kinderrechtencommissariaat?
“In mei 2020 organiseerden we samen met het Kenniscentrum Kinderrechten en de Kinderrechtencoalitie een bevraging bij kinderen en jongeren over hoe zij zich voelden bij deze virusuitbraak. 44.000 kinderen en jongeren deden mee. Die massale respons toont hoe belangrijk zo’n forum is om de maatschappelijke positie van kinderen en jongeren te versterken. Want we zorgen er ook voor dat al die signalen landen in ons netwerk van mediapartners, koepels, middenveldorganisaties en politici.”
“In die bevraging drukten kinderen en jongeren ook hun waardering uit voor ons werk. Enerzijds geeft dat een boost, anderzijds toont het dat er nog steeds te weinig kanalen zijn voor kinderen en jongeren.”
Ligt een kinderrechtencommissaris wel eens wakker van wat ze hoort en ziet?
“Ik word rusteloos van de verhalen en getuigenissen van kinderen en jongeren die opgroeien in situaties waarin ingebeukt wordt op hun basisvertrouwen, zoals bij familiaal geweld of vechtscheidingen.”
‘De warmte van het gezin, in welke vorm dan ook, is de hoeksteen van alles.’
“De warmte van het gezin, in welke vorm dan ook, is de hoeksteen van alles. Als je thuisnest warmte uitstraalt en je als kind het gevoel hebt graag gezien te worden, dan kan je tegen een stoot. Ervaar je die veiligheid niet, dan heb je als kind weinig mogelijkheden om te ontsnappen. Steeds meer wetenschappers en hulpverleners wijzen op de gevolgen. Die zijn vaak al zichtbaar op zeer jonge leeftijd: baby’s en peuters stellen zorgwekkend gedrag omdat ze tijdens de zwangerschap of vlak na de geboorte die veiligheid niet ervaarden.”
Dat klinkt niet hoopvol.
“Je vroeg me dan ook waarvan ik soms wakker lig. Van nature ben ik eerder positief ingesteld en probeer ik een probleem te beschouwen als een volgende uitdaging.”
“Zo zoeken we als Kinderrechtencommissariaat naar nieuwe kansen doorheen alle moeilijkheden van deze coronacrisis. Omdat jonge mensen die in de jeugdhulp of gehandicaptenzorg verblijven zo lang hun familie niet konden zien, ervaarden hulpverleners nog meer hoe levensnoodzakelijk hun nabijheid is. Scholen ontdekten dat een evenwichtige inzet van afstandsonderwijs voor sommige leerlingen een plus is. Deze virusuitbraak maakte armoede nog meer zichtbaar, en dus ook de urgentie om daarrond te werken.”
Deze gezondheidscrisis dwong ons tot improviseren. Levert dat winnaars op?
“Vaak ligt improviseren dichtbij innoveren. Het kan nooit kwaad om vaste verworvenheden op losse schroeven te zetten. Dat daagt onze flexibiliteit uit.”
“We zullen onze samenleving fundamenteel moeten herdenken en dat biedt ook voor kinderen en jongeren nieuwe kansen. Ze zijn in deze crisis te vaak kop van jut. Maar daardoor groeit het besef dat opgroeiende jongeren ook in moeilijke omstandigheden recht hebben op de essentie van jong zijn: ongedwongen en zorgeloos in het leven staan. Volwassenen dragen een grote verantwoordelijkheid om dat mogelijk te maken.”
Reacties [1]
Afstandsonderwijs is een TROEF! Te weinig scholen zien dat in. Een leerling in quarantaine, die school WIL lopen, moet dat STEEDS kunnen. Schoollopen is meer dan de leerstof aangeboden krijgen om alleen thuis te verwerken. De leerling betrekken bij de lessen in de klas, ook al is het virtueel, lukt prima met de huidige technische middelen. Jammer dat leerkrachten het te vaak niet zien zitten om eigen redenen, te lastig, te dit of te dat, en het virtueel schoollopen beperken tot het minimum. De overige uren dat het kind virtueel niet welkom is op school, dat het geen appèl krijgt of je hoort erbij, beschadigt zeer sterk het zelfbeeld van het kind, maar ook van zijn verantwoordelijkheid om zijn best te doen voor school. Die uren worden snel ingevuld door gamen en andere virtuele spelletjes, waar het wél welkom is, onder zijn gelijken uitgedaagd wordt en wél scoort. Het schoolritme en -structuur zijn essentieel voor het welzijn van kinderen. Virtueel lesgeven kan NIET beperkt worden!
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies