Inclusief onderzoek
16 maart 2020. Een nationale lockdown snijdt van de ene dag op de andere alle fysieke banden met familie en vrienden door. Online media waren nog nooit zo belangrijk.
‘In dit onderzoek zwaaien personen met een beperking mee de plak.’
Voor u en ik is dit waarschijnlijk geen groot probleem. Maar wat betekent dit voor volwassenen met een licht verstandelijke beperking die begeleid zelfstandig wonen? Welke rol spelen internet en sociale media in hun leven?
In het onderzoek ‘Online care for specials’ van de onderzoeksgroep Digitale Inclusie (UCLL) zwaaien personen met een verstandelijke beperking mee de plak. Inclusief onderzoek, onderzoek voor en door ervaringsdeskundigen, staat nog in de kinderschoenen. Maar we probeerden het gewoon.
Photovoice
We wilden vijf volwassenen met een licht verstandelijke handicap zelf aan het woord laten over of en hoe ze internet en sociale media gebruiken. We gebruikten daarbij de ‘photovoice’ methode.
Photovoice is een toegankelijke maar intensieve methode. De deelnemers gingen allen gedurende twee weken met een fototoestel op pad. Aan de hand van foto’s brachten ze hun gebruik van online media in kaart.
Om het verhaal (de ‘voice’) achter de foto’s te weten te komen, werden de beelden nadien in een individueel gesprek met de onderzoekers besproken. Tot slot koos iedere deelnemer één favoriete foto waaraan een bijpassende uitspraak werd gekoppeld. Hieronder laten we hen aan het woord.
L. aan het woord: praten met vrienden
“Ik zit voornamelijk op Facebook op mijn smartphone en laptop. Hier praat ik met anderen en speel ik spelletjes als ik mij verveel. Ik deel soms ook foto’s van op reis. Ook mijn profielfoto pas ik regelmatig aan. Ik voeg niet iedereen toe als vriend, want ik vind het belangrijk om de persoon eerst in het echt te ontmoeten.”
‘Ik post niet superveel op Facebook omdat ik dit niet goed kan.’
“Ik post niet superveel op Facebook omdat ik dit niet goed kan, maar ik vind het wel gemakkelijk om te gebruiken. Ik reageer wel op berichten van anderen, bijvoorbeeld bij een verjaardag of wanneer er een post is over diertjes. Via Messenger praat ik met mijn vrienden. Ik vind het fijn om een smartphone te hebben om mijn gedachten af en toe eens te verzetten.”
D. aan het woord: online reclame maken
“Ik werk in een bar en vind dit heel fijn. Ik post dan ook regelmatig iets op Facebook wanneer we iets speciaals verkopen, zoals biologische appelsappen. Ik maak graag online reclame, post reviews van dingen die ik gedaan heb en plaats foto’s op Instagram. Ik ben vaak online actief.”
“Messenger gebruik ik veel om te praten met collega’s, vrienden, familie, maar ook met professionals, zoals iemand waarbij ik een cursus gevolgd heb of mijn begeleiders.”
“Ik gebruik ook Hoplr om in contact te komen met de mensen uit mijn buurt en om nieuwe mensen te leren kennen. Zo blijf ik ook up-to-date van de dingen die gebeuren in mijn buurt. Mijn droom is om in de toekomst de Facebookpagina van mijn werk te beheren.”
T. aan het woord: Gmail en Hotmail
“Ik maak veel gebruik van Hotmail en Gmail. Gmail gebruik ik voornamelijk om te communiceren binnen mijn vzw. Hotmail vind ik eerder voor privézaken, zoals contacten met familie of de verantwoordelijke van de thuishulp. Ook communiceer ik via mail met de mensen van mijn werk. Ik vind het voordelig omdat het gratis is, in tegenstelling tot de post. En je krijgt ook sneller een reactie op een e-mail dan bijvoorbeeld op een bericht via Facebook.”
‘Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn.’
“Ik bekijk veel muziek en series online en filmpjes op Youtube, maar ik laat geen comments achter. Soms deel ik clips op Facebook. Ik gebruik Facebook ook om activiteiten te delen, te chatten en vrienden toe te voegen. Want een mens is niet gemaakt om alleen te zijn. Ik vind het gemakkelijker om te praten via Messenger omdat personen hun telefoon niet altijd opnemen. Ik post ook graag foto’s op Facebook en Instagram. Ik vind het leuk om fotoalbums aan te maken en te delen.”
J. aan het woord: virtueel leven
“Ik zit veel op de computer, maar kies bewust niet voor een smartphone. Ik geef de voorkeur aan face-to-face gesprekken omdat ik het belangrijk vind om emoties af te lezen van het gezicht van mijn gesprekspartner. Ik vind een smartphone onpersoonlijk.”
“Daarnaast doe ik wel veel op mijn computer. Ik ontvang mails van bijvoorbeeld de vakbond, het ziekenhuis of begeleid wonen. Dit vind ik gemakkelijker dan bellen. Ik kan je wel 1000 keer bellen zonder dat je opneemt. Maar een mail, die lees je. Dat is het verschil. Daarnaast heb je bij een mail ook ‘een bewijs’, in tegenstelling tot telefonische communicatie.”
‘Ik kan je wel 1000 keer bellen zonder dat je opneemt. Maar een mail, die lees je.’
“Mijn grootste bezigheid zijn mijn spelletjes. Ik speel GTA 5 via de Playstation en simultaan chat en bel ik met mijn collega-gamers via mijn computer. Ik speel graag GTA 5 omdat ik in dit leven niet de luxe heb die ik zou willen. In dit spel is dit wel mogelijk.”
“Facebook gebruik ik om te praten met goede vrienden. Daarnaast download ik ook veel films en luister ik graag naar muziek op YouTube. Ik gebruik het internet ook voor praktische zaken zoals online shoppen en bankieren.”
P. aan het woord: Facebook als uitlaatklep
“Ik kan goed met ICT werken en beheer verschillende Facebookpagina’s en websites. Ik maak mensen graag bewust van de gevaren van sociale media. Zo deel ik bijvoorbeeld op Facebook waarschuwingen over afpersingsmails. Ik woon alleen en Facebook helpt om me minder eenzaam te voelen. Het geeft me het gevoel dat ik toch contact heb met de buitenwereld. Het is bovendien een manier om contact te houden met de mensen die ik weinig zie.”
“Facebook gebruik ik soms als uitlaatklep, omdat ik mijn gevoelens moeilijk kan tonen. Dan post ik een afbeelding of spreekwoord over iets dat ik zelf moeilijk verwoord krijg. Zo kan ik op begrip rekenen van mijn omgeving. Als er positief gereageerd wordt, geeft me dat een boost.”
‘Ik beheer verschillende websites.’
“Eerder dan zelf iets over mijn leven te vertellen, zal ik volgen en kijken wat anderen posten. Ik heb wel een aantal gesloten vriendengroepen. Ik post soms ook foto’s op Instagram, want ik maak graag foto’s.”
“Daarnaast volg ik ook een aantal mensen via Twitter. Daar communiceer ik soms ook met klantendiensten van grote bedrijven. Ik gebruik YouTube om entertainende filmpjes te bekijken, maar ook om info op te zoeken over bijvoorbeeld camera’s.”
Wat betekent dit voor de praktijk?
Hoewel er onderling sterke verschillen zijn, valt het op dat alle deelnemers online actief zijn. Het internet speelt een belangrijke rol in hun leven. Sociale professionals moeten zich hiervan bewust zijn en deze digitale kanalen inzetten doorheen hun begeleiding. Ze moeten op zoek gaan naar een geschikt medium dat de voorkeur wegdraagt van hun cliënt.
‘Het valt op dat alle deelnemers online actief zijn. Het internet speelt een belangrijke rol in hun leven.’
Hetzelfde medium kan door verschillende cliënten voor een ander doel gebruikt worden. Voor de ene is Facebook bijvoorbeeld een manier om sociale isolatie tegen te gaan. Voor de andere is het een bron van vermaak. Het kan een belangrijk middel zijn tegen verveling en zo het emotioneel welbevinden verhogen.
Naast Facebook blijken ook andere kanalen gekend bij mensen met een licht verstandelijke beperking. Velen zijn zich zeer bewust van de mogelijkheden van de verschillende kanalen en kunnen duidelijk verwoorden waarom ze een bepaald kanaal al dan niet verkiezen.
Bied keuzevrijheid
Hoewel veel cliënten zelf al goed de weg vinden in de digitale wereld, kan je als sociale professional voor anderen nog een belangrijke rol spelen. Zo kan je diegenen die zelf de weg niet vinden in het wereldwijde web informeren over welke kanalen er bestaan om te communiceren met anderen en om stil te staan bij de mogelijkheden en beperkingen van al die kanalen.
‘Laat cliënten experimenteren.’
Als je cliënt graag wil beeldbellen, kan je bijvoorbeeld Skype of WhatsApp voorstellen. Cliënten die liever een boodschap neerschrijven, kan je leren werken met Hotmail of Gmail. Bied hen die keuzevrijheid en sluit aan bij de communicatievorm die ze zelf verkiezen.
Op ontdekking
Tot slot is het belangrijk dat professionals hun cliënten niet afremmen in het ontdekken van het internet of uitproberen van sociale media. Laat hen experimenteren met het online aankopen van producten, internetbankieren of laat hen zelf informatie opzoeken die aansluit bij hun interesses.
Dat geeft cliënten het gevoel dat ze erbij horen. Het verhoogt hun autonomie en keuzevrijheid. Uiteraard is het belangrijk om steeds waakzaam te blijven en cliënten ook bewust te maken van de gevaren van e-commerce en e-banking.
Reacties [1]
Leuk artikel! Op mijn website https://steffie.nl heb ik ook allerlei handige digitale tools, speciaal gemaakt voor en door mensen met een verstandelijke beperking!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies