Betere sociale bescherming
In een veilige en vertrouwde basisvoorziening zoals een buurt- of dorpshuis, een sociaal restaurant, een inloopcentrum of ruilwinkel ontmoeten kwetsbare mensen elkaar. Verschillende organisaties en vrijwilligers werken er samen. Sommige ontmoetingsplekken werken volgens een eigen methodiek en worden daarbij ondersteund door Samenlevingsopbouw. Die werkingen kregen een eigen naam: ‘de STEK’.
We onderzochten hoe zo’n STEK werkt en of ze ook bijdraagt aan de strijd tegen uitsluiting, armoede en onderbescherming.’Iedereen beschermd, werken aan onderbescherming vanuit geïntegreerde basisvoorzieningen’, CRESC U-Antwerpen i.s.m. SAM Steunpunt Mens en Samenleving en CERA, 1/9/2018-31/8/2019Hoe belangrijk is de keuze om dat te realiseren vanuit een informele setting? Onze bevindingen gelden uiteraard niet alleen voor de STEK, maar ook voor gelijkaardige initiatieven.
Inzetten op informaliteit
Het pleidooi om in te zetten op informaliteit als een essentieel kenmerk van sociaal werk, is niet nieuw.Sennet, R. (2019), Samen. Een pleidooi voor samenwerken en solidariteit, Amsterdam, Meulenhoff.Informaliteit verwijst dan naar het creëren van een plek waar op informele manier betekenis kan worden gerealiseerd voor een grote diversiteit aan bezoekers.
‘Informaliteit is een essentieel kenmerk van sociaal werk.’
Een informele praktijk bouwt aan een plaats waar mensen samenkomen. Ze kunnen er kiezen om al dan niet in interactie te treden met anderen. Mensen staan hier niet onder druk van wat er zich buiten de organisatie afspeelt.
Een open onthaal
Sociale professionals laten hier mensen nieuwe stappen zetten. Dit doen ze door de toegang vrijblijvend te maken, door de voordeur bij wijze van spreken steeds open te zetten en door ervoor te zorgen dat er een ongebonden en ongedwongen sfeer is. Partnerorganisaties van de STEK benoemen dit als een open onthaal.
“Er is hier een gezellige chaos. Aan de tafel zitten geëngageerde vrijwilligers die ook betrokken zijn in de activiteiten, die soep of taart maken en vergaderen. Wat verderop zit iemand liever alleen. Hij kijkt naar iemand die druk aan het bellen is om iets geregeld te krijgen. Ja, overal zit er wat volk. Er staat altijd koffie. Het is een huis.”
Outreachend werken is belangrijk, om mensen te bereiken en de stap te laten zetten. In Gent zoeken ze bijvoorbeeld contact met mensen door op een bankje in de wijk te zitten. Vrijwilligers en sociale professionals spreken er mensen aan over alledaagse en luchtige onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het weer of het uitlaten van de hond.
Vrijwilligers
Vrijwilligers zijn belangrijk in de STEK. Ze versterken het open onthaal. Sommigen komen uit de doelgroep, anderen worden specifiek aangetrokken of bieden zich spontaan aan. Ze zetten hun schouders onder een zeer laagdrempelig aanspreekpunt. Ze zijn vaak een vertrouwd gezicht voor de bezoekers omdat ze in de omgeving wonen of omdat ze vanuit hun ervaringsdeskundigheid met bezoekers in gesprek gaan en problemen oppikken.
Vrijwilligers staan dichter bij de leefwereld van bezoekers dan de sociaal werkers. Hierdoor zijn zij de uitgelezen personen om nieuwe bezoekers te ondersteunen en wegwijs te maken.
Keuzevrijheid
Het is niet vanzelfsprekend dat bezoekers participeren aan de activiteiten. Ons onderzoek toont aan dat het inzetten op keuzevrijheid het blijvend engagement van bezoekers kan versterken. Bezoekers zetten dan zelf de stappen die ze nodig hebben.
Drempels worden overwonnen door de activiteiten zoveel mogelijk af te stemmen op de interesses van bezoekers. Belangrijk hierbij is dat de sociale professional niet aan de slag gaat met wat mensen kunnen, maar met wat mensen interesseert. Een van de respondenten stelt hierbij dat het beter is om te starten vanuit ‘aspiraties’ en ‘dromen’ in plaats van wat mensen in werkelijkheid kunnen.
‘Start vanuit aspiraties en dromen.’
Ook een sociale professional van een Gentse STEK getuigt. “Maandagnamiddag zaten we in de parochiezaal met ‘De Straatwoordenaar’. Dat initiatief trekt met een buitenkeuken mensen aan. Een bewoner van een appartemensblok passeert en we geraken er mee aan de praat. Ik vertel over die buitenkeuken en hij zegt dat hij een oude triporteur heeft. Als we daar nu eens een koffiebar van maken? Dan kunnen we van appartement naar appartement gaan. Uit een simpel gesprek komt er plots een idee en je voelt dat die gast dat echt wilt doen. En dan doen we dat gewoon, dan organiseren we dat gewoon.”
Responsieve nabijheid
Een essentieel onderdeel van de informele praktijk is de aanwezigheid van een deskundige en nabije professional met de juiste basishouding. Professionals die aanwezig zijn, zich aanspreekbaar opstellen en responsief handelen indien er zich problemen stellen. Maar tegelijk ook veel ruimte geven voor het initiatief van bezoekers.
Om informaliteit mogelijk te maken, is het cruciaal dat die sociale professionals mensen ondersteunen en niet dirigeren. Ze leggen geen druk, leggen niets op, maar vertrekken vanuit dagelijkse en ogenschijnlijk gewone interacties. Ze luisteren naar de noden van een ander, zonder er mee samen te vallen.
Ongedwongen en duurzaam
Deze vaardigheid vraagt veel oefening en reflectie. Het is niet evident om mensen de ruimte te geven om hun verhaal te vertellen. Het tempo en de manier waarop samenwerking en verbinding ontstaan, kan je niet zomaar plannen. Informaliteit gaat met andere woorden verder dan het creëren van een informele praktijk. Het gaat ook om het creëren van een ongedwongen, maar tegelijk duurzame relatie.
De bezoekers van de STEK beoordelen dit zeer positief. De sociale professionals geven bezoekers de keuze om al dan niet iets te vertellen en zijn zelf ook transparant in hun communicatie. Ze geven ook duidelijk aan wanneer ze bezoekers wel of niet kunnen verder helpen. “Ik ga zien of iets kan doen voor jou en ik ga je verder helpen als ik dat kan. Als ik je met iets niet kan helpen en het gaat niet door, dan zal ik het je zeggen.”
‘Het is niet evident om mensen de ruimte te geven om hun verhaal te vertellen.’
Wanneer de sociaal werker de bezoekers zelf niet kan verder helpen, dan laat hij de bezoeker niet los. “Je gaat die persoon een stukje meenemen. Een warme overdracht doen. Je neemt die mee, je maakt een afspraak en je levert die af zodanig dat die fysiek op die plaats geraakt.”
Samen werken aan beleid
Deze praktijk van informaliteit maakt het voor sociale professionals mogelijk om samen met bezoekers te werken aan beleid.
De kennis die ze opbouwen over bezoekers en de wijk zorgt ervoor dat ze zicht krijgen op collectieve problemen. Door de gesprekken en alledaagse interacties met bezoekers botsen ze op concrete problemen en vragen. Die gaan vaak over werkloosheid, discriminatie en racisme.
Het is belangrijk om deze thema’s bespreekbaar te maken met beleidsmakers. Het is niet evident om hier ook bezoekers bij te betrekken. Voor de meeste bezoekers vergt het heel wat energie en zelfvertrouwen om in dialoog te gaan met beleidsmakers.
Echte verhalen
De drempel om de stap te zetten naar beleidswerk is groot. Hier hebben sociale professionals een belangrijke opdracht. Zij organiseren de dialoog met het nodig respect voor het tempo van de bezoekers. Dit kan door bezoekers al te begeleiden in het formuleren van hun noden en verwachtingen tegenover het beleid. De sociale professionals creëren daarbij een veilige omgeving, waarbij de praktijk van informaliteit cruciaal is.
Zo hebben professionals in de STEK in Sint-Truiden samen met bezoekers gewerkt rond het realiseren van een toegankelijke hulp- en dienstverlening. “Dan zijn we uiteindelijk met postkaartjes gekomen en hebben de bezoekers dat hier voor burgemeester, schepen en heel veel verschillende diensten voorgelezen. Ze hebben verteld waarom het zo moeilijk is om naar een OCMW te stappen en zelf beleidsvoorstellen gedaan”.
‘Dit samen doen vergroot de impact op het beleid’
Ze zien het als hun taak om gemeenschappelijke problemen van de bezoekers te verzamelen, hen hierrond samen te brengen en daar samen mee aan de slag te gaan. Dit samen doen vergroot de impact op het beleid, omdat verhalen ‘echt’ worden.
“Als sociale professional kan ik aan politici vertellen dat er in verschillende appartementen schimmel op de muur staat. Dan zijn wij gewoon tegen elkaar bezig over iets waarvan we samen weten dat het bestaat. Maar als een bezoekster komt vertellen over het appartement waarin ze woont, is dat anders. Dan geneer je u dood. Dat is juist belangrijk. Dat politiekers dat voelen. Dat dat iets echt wordt. Dat dat iets is dat niet alleen op papier bestaat, maar iets waar een persoon aan gekoppeld is.”
Het heft in handen nemen
De bezoekers vragen ook zelf om aan beleidswerk te mogen doen. De sociale professionals zijn dan goed geplaatst om de dialoog met beleidsverantwoordelijken op gang te brengen. Zo willen bezoekers het heft zelf in handen nemen om mensen van de gemeente aan te spreken over communicatieproblemen tussen de medewerkers van de gemeente en bezoekers.
“Onlangs ging het over het taalprobleem met de gemeente. De sociaal werker is tegen de gemeente gaan zeggen dat ze altijd zeer agressief zijn ten opzichte van vreemdelingen. Hij heeft geprobeerd om te praten met de gemeente en heeft dan iemand uitgenodigd om hier te komen praten met ons. En nu voel ik dat mensen hun best doen om minder agressief te zijn. De sociaal werker is echt een klankbord naar de gemeente.”
Open communicatie
Samen met bezoekers werken aan beleid zorgt er dus voor dat bezoekers in dialoog gaan met beleidsmakers. Ook met medewerkers van hulp- en dienstverleningsorganisaties over moeilijke thema’s en de drempels die ze ervaren. Dit alles dankzij de veilige omgeving die de sociale professionals bieden in de STEK.
De open communicatie vanuit een informele praktijk is de juiste voorwaarde om in een latere fase in samenwerking met de bezoekers structureel te werken aan sociale bescherming.
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies