Geen eigen bed
In 2018 sliepen meer dan 10.000 Vlaamse jongeren langer dan zes maand niet thuis bij hun ouders.Schatting van het Agentschap Jongerenwelzijn van juli 2019.Wel in een jeugdhulpvoorziening, een voorziening voor personen met een handicap, in een opvanghuis voor minderjarige vluchtelingen, op een psychiatrische afdeling of in een begeleidingscentrum. Plekken die je in het weekend verlaat, of niet. Waar je tussen mensen van je eigen leeftijd leeft, of niet. Met contact met je ouders, of niet. Waar je buitenshuis naar school gaat, of niet.
Ook voor deze jongeren is vrije tijd belangrijk. Maar hoe sla je bruggen tussen jeugdwerk en jeugdhulp? Rond die vraag ging De Ambrassade aan de slag in het project ‘Maak tijd vrij’. De focus lag op jeugdhulpvoorzieningen. Maar de resultaten zijn ook interessant voor andere organisaties.
Kamp staat op één
Er gebeurt al heel wat rond vrije tijd in jeugdhulpvoorzieningen. Een aantal jeugdwerkvormen vindt makkelijk de weg naar deze voorzieningen, anderen moeilijker.
‘Een aantal jeugdwerkvormen vindt moeilijk de weg naar voorzieningen.’
De jeugdwerkvorm die met stip op één staat bij jongeren in een voorziening is op kamp gaan. Zo doen een aantal jeugdwerkorganisaties er alles aan om jongeren mee op kamp te laten gaan of om hen te laten deelnemen aan andere activiteiten. Denk maar aan jeugdbewegingen zoals Scouts en Gidsen, vakantieorganisaties zoals Kazou of specifieke organisaties zoals Bizon vzw.
Na op kamp gaan, is speelpleinwerking de tweede meest voorkomende jeugdwerkvorm voor jongeren in de jeugdhulp. Op sommige speelpleinwerkingen worden er actief animatoren gerekruteerd in jeugdhulpvoorzieningen. Aan de activiteiten van de speelpleinen nemen er ook soms kinderen en jongeren deel die in een voorziening verblijven.
Experimenteren met vrije tijd
Maar naast kampen en speelpleinwerkingen, zijn er nog veel meer interessante jeugdwerkvormen. Er is voor elk wat wils.
Jongeren die in een voorziening verblijven, komen bijvoorbeeld weinig in aanraking met het jeugdhuis. Nochtans is het voor jongeren vanaf veertien jaar de ideale plek om in een losjes georganiseerde vorm te experimenteren met vrije tijd. Het jeugdhuis biedt de kans om de vrije tijd van deze jongeren verder uit te bouwen, ook al kan de laagdrempeligheid of vrije ruimte, het gebrek aan regels of controle de begeleiders van de voorziening afschrikken.
De brug bouwen
Niet alle jongeren die in de jeugdhulp verblijven vinden eenvoudig de weg naar interessante vrijetijdsactiviteiten. Gelukkig stelden we tijdens het project vast dat het eigenlijk niet moeilijk hoeft te zijn om de brug te slaan tussen jeugdhulp en jeugdwerk.
Het is vooral belangrijk dat een lokale jeugdambtenaar of een van de jeugdhulpbegeleiders geprikkeld raakt om actie te ondernemen. Als ook de jeugdwerkers dan nog eens aankloppen bij de voorzieningen voor rekrutering voor hun werking of kampenaanbod, dan zijn we helemaal vertrokken.
Tips voor jeugdhulpbegeleiders
Wat kunnen jeugdhulpbegeleiders doen om hun jongeren een zo ‘normaal’ mogelijke vrijetijdsbesteding te garanderen? Hoe kunnen deze sociale professionals een duurzame band smeden met het jeugdwerk en andere vrijetijdsorganisaties?Op onze projectwebsite bundelen we ook tips voor jeugdwerkers en lokale jeugdambtenaren.
Als we echt willen ontdekken wat het jeugdwerk kan betekenen voor jongeren uit de jeugdhulp, is het belangrijk dat we vertrekken vanuit de jongeren zelf. Luister dus naar hen. Waar hebben ze nood aan? Waar hebben ze zin in?
‘Zorg dat jongeren dingen kunnen uitproberen voor ze inschrijven.’
Een beetje aanklampend werken kan geen kwaad. Motiveer jongeren om kansen actief op te zoeken en te grijpen. Bij sommige jongeren kan het werken om mee te gaan naar een eerste activiteit, zeker wanneer ze een andere taal spreken. Sommigen weten nog niet wat ze willen doen. Zorg dus dat ze dingen kunnen uitproberen, vooraleer ze inschrijven.
Het enthousiasme van begeleiders over hun eigen ervaringen met jeugdwerk, kan ook overslaan naar de jongeren, getuigt een jongere met jeugdhulpervaring tijdens het project: “Het enthousiasme wakkert dingen bij ons aan. Als je ziet wat het bij mij losmaakte: jaren nadat ik gestopt ben met leidinggeven, ben ik nog altijd actief. Maar als je ziet dat het ons ding niet is, verplicht ons dan niet te hard. Er zijn ook andere dingen die je kan doen in je vrije tijd.”
Welke spelers zijn er?
Verken als jeugdhulpbegeleider de mogelijkheden in je stad of gemeente. Welke spelers zijn er? Wie doet wat? Waar zitten kansen of potentiële samenwerkingen? Kleinere steden of gemeenten hebben vaak zo’n overzicht. Check even wie deze aan jullie kan bezorgen.
Pleeg systematisch overleg met organisaties waar jouw jongeren aan deelnemen. Leer elkaar begrijpen. Inspireer elkaar. Werk samen. Wanneer iedereen zijn expertise samenbrengt, krijg je zo veel meer dan de som van de delen.
‘Inspireer elkaar. Werk samen.’
Sluit aan op bestaande lokale en bovenlokale overlegstructuren waarin welzijn en vrije tijd bijeenkomen, bijvoorbeeld het lokale jeugdwelzijnsoverleg. Zorg voor duurzame vertegenwoordiging. Want zo’n overlegstructuur is vaak de draaischijf voor alle instanties die in ruime zin rond jongerenwelzijn bezig zijn. Het is dé plek voor lokale overheden om vragen en bezorgdheden te kennen en daarop in te spelen.
Kamp is meer dan ontspanning
Heel wat kinderen en jongeren die in voorzieningen verblijven, gaan in de schoolvakanties mee op kamp. Beschouw de kampenorganisaties als partner waarmee je samenwerkt. Zorg dat zij met jullie medewerking de kinderen of jongeren de tijd van hun leven kunnen geven.
Er is een groot aanbod van kampen. Laat de jongere mee beslissen en zorg voor een goeie match met hun interesses en wensen. Laat de keuze niet afhangen van de puur praktische zaken zoals financiële middelen, mogelijkheden van vervoer, de sluiting van de voorziening: oplossingen zijn vaak dichterbij dan je denkt.
‘Zorg voor een goed voor- en nagesprek over het kamp.’
Een kamp of vakantie is vaak meer dan gewoon even een ontspannend moment voor kinderen en jongeren. Ze hebben een heleboel andere effecten: er ontstaan vriendschapsbanden, sociale vaardigheden worden er getraind, het smaakt soms naar meer.
Tijdens het project vertelde een jongere dat de voorziening waar ze verbleef, in de zomer sloot. Dan moest ze mee op kamp. “Ik had daar niks in te zeggen. Dat voelde niet goed. Ik voelde me te veel, een last. Ik was de enige plek waarvan ik zeker was kwijt, ook al was dat een voorziening. Daarom was ik toen ook wat wantrouwig en opstandig, in het begin. Ook omdat ik doorhad dat ik na een week weer afscheid zou moeten nemen van deze nieuwe mensen.”
Zorg voor een goed voor- en nagesprek met de jongere over het kamp. Zorg dat ze op z’n minst weten waar ze zich aan kunnen verwachten. Kijk in hoeverre je tegemoet kan komen aan verwachtingen nadien.
Informatie delen of niet?
Kampenorganisaties geven aan dat ze vaak niet weten dat een jongere in een voorziening verblijft. Soms ontdekken ze het pas tijdens het kamp. De vraag is hier of het relevant of om dit voordien mee te delen of niet. Soms kan het vooroordelen in de hand werken, wat we natuurlijk willen vermijden.
Denk goed en met gezond verstand na over de informatie die je wel of niet deelt met de kampbegeleiding. Is het noodzakelijk dat ze iets weten? Schaadt of baat het de jongere? Heeft een kind bijvoorbeeld veel nood aan structuur en helpt het om vooraf de dag te overlopen, laat dit dan weten om problemen te voorkomen. Of de kampbegeleiding daarom ook moet weten dat het kind in een voorziening woont, laten we hier in het midden.
‘Is het noodzakelijk dat ze iets weten? Schaadt of baat het de jongere?’
Maak afspraken over de informatie die je deelt: wie moet wat weten op het kamp en waarom? Deel geen informatie om te delen. Zorg ervoor dat de organisatie weet wie ze moet contacteren moest meer informatie nodig zijn.
Indien er uitzonderlijk tijdens een kamp een probleem optreedt (ziekte, extreem gedragsprobleem, situatie met de ouders…) moet er altijd iemand uit de voorziening bereikt kunnen worden die de jongere kent en het probleem kan helpen oplossen. Dit kan niet overgelaten worden aan de jeugdwerkbegeleiders. Kampen van het jeugdwerk mogen nooit gereduceerd worden tot opvang.
Andere wereld
De wereld van jeugdwerk en vrije tijd is een andere dan die van jeugdhulp. Het kent een andere manier van werken, een ander jargon, een andere deontologie- en begeleidershouding. Laat dit je niet afschrikken.
Vertrouw op het jeugdwerk. De hulpverleningscontext waarin jongeren verblijven, staat vaak in schril contrast met het experimentele en uitbundige karakter van het jeugdwerk. Jeugdwerk biedt kinderen en jongeren ruimte om te groeien, te spelen, jong te zijn, te ontdekken, te experimenteren, vrienden te maken en als jonge burger deel te nemen aan de samenleving. Los van een behandelingsplan of hulpverleningslogica.
‘In het jeugdwerk benaderen ze je niet als probleem.’
“In de jeugdhulp wordt er gewerkt rond een problematiek. In het jeugdwerk doet dat er niet toe en vragen ze niet naar je achtergrond. Daar benaderen ze je niet als een probleem”, vertelde een jongere ons. “De jeugdwerker van de organisatie waar ik vaak kwam, stond echt open om mij te leren kennen, stond open voor wie ik was. En zij hielp mij toen ik een woning zocht. Dat gaf me echt een heel veilig gevoel. Je moet als ‘instellingskind’ echt zo vaak je verhaal doen, vaak een verhaal dat jou heel hard kwetst. In het jeugdwerk lieten ze mij doen.”
Onthoud vooral: het gaat over gewone jongeren in een ongewone situatie. Deze jongeren moeten in hun vrije tijd gewoon zichzelf kunnen zijn. Laat ons dus samen alles op alles zetten om jongeren in de jeugdhulp hun vrije tijd in te vullen op basis van hun eigen kracht, hun dromen, talenten en interesses.
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies