Fietslessen voor volwassenen
Door de toenemende etnisch-culturele diversiteit en migratie zien we steeds meer mensen die in hun land van herkomst niet hebben leren fietsen. Ook het veranderen van levensstijl kan maken dat je pas op latere leeftijd leert fietsen.
‘Niet iedereen leerde op jonge leeftijd fietsen.’
Soms moeten mensen noodgedwongen leren fietsen omwille van gezondheidsredenen of omdat de levenspartner die met de auto reed plots wegvalt.
De fiets is een relatief goedkoop, milieuvriendelijk en snel vervoermiddel waarmee je zelfstandig van A naar B kan gaan. In heel wat gemeenten worden betaalbare of gratis fietslessen georganiseerd. Leren fietsen is een zichtbaar resultaatgericht proces. Maar het vraagt volharding. Na de fietslessen moet je in staat zijn om veilig en correct op straat te fietsen.
Leuvense fietsschool
Mobiel 21, een Leuvense beweging voor duurzame mobiliteit, voelde zich aangesproken om hierrond aan de slag te gaan. In 2012 richtte Mobiel 21 samen met socioculturele partners een fietsproject op. Fietsschool Leuven werd geboren en bestaat ondertussen vier jaar. De school leverde al 355 geslaagde fietsers op die een succesvol lestraject volgden. Bijna alle fietsdeelnemers (91%) zijn vrouwen van buitenlandse origine.
Ondertussen ondersteunde Mobiel 21 de opstart van fietsinitiatieven in andere gemeenten. Wat leveren zo’n fietslessen voor volwassenen op? Maakt het mensen trots? Breidt het hun netwerken uit? Blijven ze fietsen nadat de lessen afgelopen zijn? Mobiel 21 zocht het uit met een kleinschalig onderzoek, in samenwerking met de Wetenschapswinkel.
Ik geraak er niet
Vervoersarmoede speelt nog altijd een cruciale rol in het dagelijks leven van mensen in armoede.Mobiel 21 (2015), Dossier Vervoersarmoede vandaag, Leuven, Mobiel 21.Deze groep verplaatst zich het minst, minder snel en met een kleiner bereik dan de gemiddelde Vlaming. Vervoersarmoede betekent dat je door je beperkte mobiliteit op een of meerdere domeinen van het maatschappelijk leven wordt uitgesloten.
Wie onvoldoende mobiel is, ondervindt verschillende problemen. Alles wordt moeilijker, van boodschappen doen tot het volgen van onderwijs, buitenshuis werken, toegang tot zorg, cultuur beleven of het uitbouwen van een sociaal leven.Meert, H. (2003), ‘Maken we vooruitgang in het bestrijden van vervoersarmoede in Vlaanderen?’, in Armoede en Sociale Uitsluiting. Eindverslag van het derde Vooruitgangscongres inzake de Bestrijding van Armoede en Sociale Uitsluiting in Vlaanderen, Brussel, Vlaamse Overheid, 26-37.Vervoersarmoede heeft dus een grote impact op welzijn en zelfontplooiing.
Mobiliteit als rode draad
Vooral op het platteland neemt vervoersarmoede een centrale plaats in. In afgelegen en uitgestrekte gebieden is het verdwijnen van basisvoorzieningen in combinatie met de afname van openbaar vervoer een zorgelijke tendens. Het bepleiten van basismobiliteit voor iedereen is geen overbodige luxe om maatschappelijke isolatie te vermijden.
‘Vervoersarmoede heeft een grote impact op welzijn.’
Vervoersarmoede is een vorm van sociale uitsluiting op vlak van alle mobiliteitsmogelijkheden: openbaar vervoer, auto, motor, voetganger en de fiets. Het beperkt zich niet alleen tot het al dan niet kunnen aanschaffen en onderhouden van een vervoermiddel. Je moet ook vertrouwd zijn met het vervoersaanbod, het kennen, begrijpen en durven gebruiken. Daarvoor moet er in de eerste plaats al een collectief vervoersaanbod in je buurt bestaan of moet je beroep kunnen doen op je eigen netwerk.
Vervoersarmoede is daarom veel meer dan enkel een tekort aan vervoermiddelen. Motility schijnt een licht op de complexiteit van vervoersarmoede. Het theoretisch concept helpt om inzicht te krijgen in de mate van vervoersarmoede.
Motility
Motility is een relatief nieuw sociologisch concept dat gebruikt wordt om ‘potentiële mobiliteit’ uit de drukken.Flamm, M. and Kaufmann, V. (2006), ‘Operationalizing the concept of motility: a qualitative study’, Mobilities, 1, 2, 167-189.Centraal staat het vermogen van het individu of een groep om zich in de openbare ruimte te organiseren en zo zijn potentieel om te zetten in een mogelijke verplaatsing.
‘Motility gaat over potentiële mobiliteit.’
Dit potentieel moet niet noodzakelijk tot een verplaatsing leiden. Motility gaat verder dan enkel toegankelijkheid en bereikbaarheid. De beweegredenen achter de keuzes die je maakt en de interactie met de ruimte spelen meer een rol dan enkel de omgeving op zich.
Vier dimensies
Motility wordt opgesplitst in vier elementen: toegang hebben tot verschillende mobiliteitsvormen, effectief gebruik maken van een vervoermiddel, het zich eigen maken van de keuze voor de fiets als vervoermiddel en de competentie om mobiliteit via kennis te herkennen en te gebruiken.
Die vier dimensies beïnvloeden elkaar. Om te kunnen fietsen, moet je het geleerd hebben, toegang hebben tot een geschikte fiets en beseffen dat dit tot je vervoersopties behoort. Het louter aanleren van fietsvaardigheden is onvoldoende om vervoersarmoede tegen te gaan. Ons onderzoek bevestigt dat alle dimensies van motility een rol spelen.
Sociale impact
Hoe sociale impact van fietseducatie meten? Je kan daarvoor gebruik maken van wetenschappelijke concepten zoals motility en psychologisch empowerment. Vervolgens kan je die concepten kwalitatief onder het vergrootglas houden.
Fietseducatie omvat het hele aanbod rond leren fietsen. Van fietslessen over verkeerseducatie tot eventuele extra oefentrajecten, fietsuitstappen en fietsherstel. Fietseducatie vindt plaats in een breed gamma aan socioculturele en sportieve initiatieven. Hetzij (semi)-professioneel of op de schouders van vrijwilligers, maar altijd vanuit een sterke gedrevenheid.
Fietsen maakt je sterk
Als volwassene leren fietsen, is niet evident. Het vergt een fysieke inspanning met minstens blauwe plekken op de schenen en verkrampte ledematen. Mentaal vraagt het om je angst los te laten, je kwetsbaar op te stellen en geduldig te oefenen. Telkens opnieuw.
‘Als volwassene leren fietsen, is niet evident.’
Leren gebeurt in stapjes en daar is doorzettingsvermogen voor nodig. Zoals fietsen voor heel wat mensen vanzelfsprekend is, gaat het niet kunnen fietsen voor sommigen soms gepaard met onzekerheid en schaamte omdat hun kinderen vaak wel fietsen. Kinderen zijn over het algemeen niet bang om thuis of op school met de fiets te experimenteren.
Fietsmonitor
Een ondersteunende fietsmonitor die rustig de gespannen deelnemers instrueert, motiveert en demonstreert is een must. Voor het eerst fietsen in druk verkeer brengt stress met zich mee. De fietsmonitor is een belangrijke schakel en stelt de deelnemers gerust.
Het voordeel van fietslessen is dat alle deelnemers een gemeenschappelijk doel hebben. Dat doel kan de lesgever optimaal gebruiken om elkaar te steunen zodat het een groepsdoel wordt. Wie vooruitgang boekt, krijgt een schouderklopje. Wie nog niet zo mee is, krijgt een duwtje in de rug.
Het belang van fietseducatie
We bezochten een fietsproject in Molenbeek. Daar bleek dat het inzetten van een fietsmonitor bij een specifieke gemeenschap van kansarme vrouwen succesvol is. Dit wordt door de literatuur bevestigd.Martens, K. (2004), ‘Bicylce lessons, activity participation and empowerment’, Case Studies on Transport Policy, 2, 89-95.Fietsen werkt voor deze vrouwen taboedoorbrekend en emanciperend.
‘Fietsen werkt taboedoorbrekend.’
Een fietsmonitor zegt het zo: “Fietsen zorgt echt voor een mentaliteitsverandering, zeker bij de Maghrebijnse vrouwen. Ze leven voor zichzelf en niet voor anderen. Ze gaan fietsen voor hun eigen gezondheid en plezier. Dat lijkt simpel maar kost tijd. Het taboe rond fietsen bestaat nog maar is heel wat minder.”
Wachtlijsten
Ook de fietslessen die georganiseerd worden in de settings buiten het wijkgericht basiswerk draaien goed. Dit bewijzen het groot aantal instromers in de Mechelse fietsschool. Fietsen zit in de lift. Het groepsaspect van fietseducatie vinden alle deelnemers ontzettend waardevol. Leren gebeurt in groep en met elkaar. Aanmoedigende woorden van anderen zorgen voor extra leermotivatie. Een positief groepsklimaat is net zoals in elke les ook hier een basisvoorwaarde.
De meest voorkomende intrinsieke motivatie om te leren fietsen, is om met de (klein)kinderen te gaan fietsen in de vrije tijd of om de kinderen net als andere ouders ’s ochtends aan de schoolpoort af te zetten. Ouders die elke dag fietsende kinderen en ouders zien, worden dubbel geconfronteerd met iets wat zij niet kunnen.
‘De grootste motivators zijn kinderen.’
Andere redenen zoals tijdswinst, boodschappen doen, gezondheid of verplaatsingen naar het werk, zijn een extra stimulans. Jonge vrouwen vertelden dat ze graag willen fietsen om erbij te horen. “Iedereen fietst hier. Waarom kan ik niet fietsen? Ik denk dat als je kinderen hebt, je automatisch gaat leren fietsen. Kinderen willen graag in het park fietsen.”
Wanneer ze dan kunnen fietsen, overvalt hen een gevoel van enorme trots. Dat doet hen stilstaan bij de eigen mobiliteitspositie en potentieel. Er gaat letterlijk een wereld open. Een nieuw verworven onafhankelijkheid.
De fiets empowert
De fietsdeelnemers doen voor het eerst aan bewuste zelfontwikkeling. Het overwinnen van angst om te vallen of uitgelachen te worden, is al een enorme stap vooruit. Ze worden onafhankelijker maar zijn ook in staat om zelf beslissingen te nemen die een impact hebben op hun leven. “Ik ben altijd bezig met kinderen en thuis. Ik heb nooit iets voor mezelf gedaan. Door te fietsen heb ik gemerkt dat ik iets voor mezelf kan doen,” zegt Sihame, een beginnende fietser.
‘Fietsen geeft je impact op je leven.’
De fietsdeelnemers zijn enorm fier op hun doorzettingsvermogen. Psychologisch empowerment start al van bij de aanvang van de fietslessen.VrijBaan team (2011), Vrijbaan Empowerment Methode. Zelfregie, Harderwijk, Wedding.Daar wordt namelijk het gedragsmatige aspect van fietseducatie getriggerd.
De aspecten van motility komen ruimschoots terug in het veldwerk. Het meest voor de hand liggende doel is het veilig en zelfstandig leren fietsen en de mobiliteit verhogen. Organisaties informeren de deelnemers over betaalbare fietsaankopen, uitleensystemen en goedkope en laagdrempelige herstelplaatsen.
Snelle vorderingen
De versterkende elementen van fietseducatie zijn een grote meerwaarde. Fietsen is een resultaatgerichte activiteit die snel vorderingen laat zien. Die kleine stapjes vooruit, zorgen voor een positieve ervaring die fietsdeelnemers zelfvertrouwen geven.
‘Fietsen wakkert een positief identiteitsgevoel aan.’
Ook als het even tegenzit, bieden de fietsmonitor en de medeleerlingen steun. Groepsoriëntatie zien we niet direct terug in de vorm van sociale impact maar wel als een relevant empowerend aspect van fietseducatie.
Dat fietsen een positief identiteitsgevoel kan aanwakkeren, is een krachtig nevenverschijnsel. Je komt tot de vaststelling dat je misschien wel tot meer in staat bent. De betekenisvolle uitspraak: “Ik had nooit gedacht dat ik ooit zou kunnen fietsen,” dook veelvuldig op tijdens de focusgroepen.
Inspiratiebron
Leren fietsen kan uitgroeien tot een succeservaring. Dat kan een inspiratiebron zijn voor mensen in armoede of mensen met weinig zelfvertrouwen. Fietsdeelnemers leren niet enkel veilig fietsen maar groeien ook als mens. Sociale competenties en het gevoel een verschil te kunnen maken in de dingen die ze doen, worden aangescherpt. Door te fietsen word je een zichtbaar deel van de gemeenschap waarbij je letterlijk aan het stuur van je leven staat.
‘Fietseducatie opent de deur naar participatie.’
We merken dat fietsen een gunstig effect kan hebben op de participatie in verschillende levensdomeinen zoals werk, sociale netwerken buiten het gezin, onderwijs en gezondheid. Net op die domeinen waar vervoersarmoede de kans op sociale uitsluiting versterkt, opent fietseducatie de deur naar participatie.
Blijven fietsen
Fietseducatie rendeert pas als mensen blijven fietsen. We merkten dat vrouwen die in een geografisch ongunstig verkeersgebied wonen zoals Deurne-Noord of Molenbeek extra maatschappelijke drempels ervaren om te blijven fietsen. Drukke verkeersassen, slechte infrastructuur, geen of slechte fietspaden, luchtvervuiling en het Brussels heuvelachtig landschap, nodigen niet uit om op de fiets te stappen.
‘Door te fietsen word je zichtbaar.’
Ook ongunstige weersomstandigheden zoals koude, winter, glad weer en sneeuw beïnvloeden de keuze om niet op de fiets te springen. Extra ondersteuning na de fietslessen zoals het project ‘Fietsvriendinnen’ is voor bepaalde vrouwen zeker wenselijk.
Reacties [2]
Als kleuter kreeg ik een kinderfietsje, een doortrapper waar niet mee te remmen viel zonder dat die trappers tegen mijn voeten en enkels aankwamen, met als resultaat pijnlijke enkel. Van toen af aan kreeg ik al een vreselijke hekel aan fietsen. Mijn lagere school was op loop afstand, dus daar had geen fiets voor nodig. Op mijn 9e verjaardag kreeg ik een, jawel een fietsje met terugtrapremmen. Met de mededeling erbij: Als je niet kunt fietsen dan kan je over 3 jaar niet naar de school van je keuze, want dat is te ver om te lopen. Dus toch maar leren fietsen. Die 5 Km naar die school toen vond ik en vreselijk iets. Ik had een goede conditie maar niet met fietsen. De school daarna kon met de trein en de rest te voet. Nadien werk gevonden op 500 Mtr afstand, Vanaf toen nooit meer gefietst. Heb ooit wel een keertje weer geprobeerd te fietsen. maar ik reed na 100 Mtr de struiken in. Dat rotding remde niet toen ik terug trapte. Fietsen of een andere twee wieler? Nooit meer.
Beste,
Enkele maanden geleden heeft een cliënt van onze dienst (en vrouw met een verstandelijke beperking) leren fietsen met een driewieler bij de preventiedienst van de stad Turnhout. Wanneer ze de technische kant onder de knie had ben ik met haar wekelijks blijven oefenen zodat ze zich veilig in het verkeer kon bewegen.
De vrijheid die het kunnen fietsen haar geeft is enorm, ze fietst nu dagelijks met veel plezier. Ondanks het feit dat ze al twee maal gevallen is start ze telkens opnieuw. Wanneer haar fiets stuk is komt er een mobiele fietsenmaker aan huis
zodat ze nooit lang moet wachten om weer te starten.
Groet,
Pascale Van Mechelen
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies