Eenzaamheid in onze samenleving
‘Bijna de helft van de Belgen voelt zich eenzaam’, kopten de kranten in de zomermaanden. Eenzaamheid is een reëel probleem. Het heeft een grote impact op ons geluksgevoel. Bovendien gaat eenzaamheid, zeker als de gevoelens niet weg gaan, samen met zowel fysieke als mentale gezondheidsproblemen.
De kost van eenzaamheid voor de samenleving is hoog. Enkele internationale onderzoeken bevestigden al meermaals dat het effect van chronische eenzaamheid minstens zo nefast is voor onze levensverwachting als het effect van zwaar roken.Holt-Lunstad, J., Smith, T. B., and Layton, B. J. (2010) ‘Social Relationships and Mortality Risk: A Meta analytic Review’ PLoS Medicine, 7(7).
Eenzaamheid aanpakken en voorkomen is dan ook een maatschappelijke prioriteit. Of dat zou het toch moeten zijn. Maar dat is niet zo eenvoudig. Want eenzaamheid is een complex gegeven.
Subjectief
Heel wat factoren bepalen het risico op eenzaamheid: persoonlijkheid, achtergrondkenmerken (opleidingsniveau, geslacht…), gezondheid, socio-economische status, levensloop (partner, echtscheiding, kinderen…) of de samenleving.
‘Eenzaamheid is een complex probleem.’
Deze factoren beïnvloeden elkaar dan ook nog eens. Er is dus niet zoiets als ‘de oplossing’ voor eenzaamheid.
Bovendien kan je niet aan iemand zien of die zich eenzaam voelt. Het is iets subjectief, een gevoel. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een gebrek dat we in onze sociale relaties ervaren.De Jong-Gierveld, J., van Tilburg, T., and Dykstra, P. (2006), ‘Loneliness and social isolation’, in A. Vangelisti and D. Perlman (Red.), Cambridge handbook of personal relationships, Cambridge, Cambridge University Press.
Verborgen
Dit gebrek kan gaan over het aantal sociale relaties, maar ook over de kwaliteit van relaties.
Je kan dus veel sociale contacten hebben, maar je toch eenzaam voelen omdat je een hechte band mist. Omgekeerd kan je weinig sociale relaties hebben, maar je hier best goed bij voelen. Dan spreken we niet van eenzaamheid, maar van sociaal isolement.
In onze hypersociale maatschappij is eenzaamheid een groot taboe. Wie zich eenzaam voelt, voelt zich vaak mislukt. Mensen geven zelden hardop toe dat ze zich eenzaam voelen. Eenzaamheid blijft dan verborgen, maar het leed is er wel.
Verkeerde aanpak
Iets doen aan eenzaamheid is op zich al complex, maar bovendien maken we het onszelf soms extra moeilijk. Al te vaak schieten we onze pijlen af op verkeerde doelen of doelgroepen.
‘We schieten onze pijlen af op verkeerde doelen.’
Zo is ons doel vaak eenzaamheid aanpakken, maar we vergeten preventie. Daarnaast richten we ons doorgaans tot de oude alleenstaande burger. Nochtans tonen verschillende onderzoeken, waaronder het recente geluksonderzoek, aan dat het niet deze leeftijdsgroep is die zich het meest eenzaam voelt, integendeel.
Bovendien proberen we meestal het aantal contacten van de doelgroep te verhogen. Maar meer contact met vrienden of buren is niet altijd wat nodig is.Masi, C. M. (ea) (2011), ‘A Meta-Analysis of Interventions to Reduce Loneliness’, Personality and Social Psychology Review, Inc, 15(3).Er is namelijk een onderscheid tussen sociale en emotionele eenzaamheid.
Twee soorten eenzaamheid
Sociale eenzaamheid is het gemis aan contacten met vrienden, familie en kennissen. Emotionele eenzaamheid is het gemis aan een hechte, affectieve band met iemand. Deze rol wordt vaak vervuld door de partner, maar kan ook door een goede vriend of vriendin ingevuld worden.
Het onderscheid tussen sociale en emotionele eenzaamheid toont dat wie zich emotioneel eenzaam voelt, niet noodzakelijk gebaat is bij meer sociale contacten.
‘Sociale eenzaamheid is het gemis aan contacten met vrienden, familie en kennissen. Emotionele eenzaamheid is het gemis aan een hechte, affectieve band.’
Het klopt dus niet dat eenzaamheid in onze samenleving iets is van de oude dag. En ook met de oplossingen die we vaak voor ogen hebben, namelijk meer contacten, slaan we de bal mis.
Rol voor sociale professionals
Hier ligt een uitdaging: de hardnekkige mythes rond eenzaamheid doorprikken, zodat we onze pijlen beter kunnen richten.
‘Sociale professionals komen veel in contact met risicogroepen.’
Een belangrijke rol in het juister richten van die pijlen is weggelegd voor sociale professionals. Enkele recente internationale onderzoeken bevestigen hun potentieel in de aanpak en preventie van eenzaamheid.Kadowaki, L., Wister A.V. and Chappell, N.L. (2015), ‘Infuence of Home Care on Life Satisfaction, Loneliness, and Perceived Life Stress’, Canadian Journal on Aging, 34, 75-89.
Vanuit hun opdracht komen ze vaak in contact met potentiële risicogroepen voor eenzaamheid. Een zwakke gezondheid en een lagere socio-economische status zijn twee belangrijke risicofactoren.
Eenzaamheid onder thuiszorgcliënten
Ons onderzoek naar eenzaamheid en sociaal isolement, uitgevoerd in opdracht van Thuiszorg Kempen, een thuiszorgorganisatie van 20 Kempense OCMW’s, onderschrijft dit.
Thuiszorg Kempen wilde een zicht krijgen op het sociaal netwerk en de beleving van eenzaamheid van cliënten. We wilden verzorgenden stimuleren om hierover het gesprek aan te gaan en de nodige gegevens te verzamelen. Daarom werkten we een interview uit met concrete, gesloten vragen en open vragen. De verzorgenden namen de interviews af.
Het aantal bevraagde cliënten is hoog, van de 647 cliënten werden er 543 effectief bevraagd, wat neerkomt op 81 procent.
Doordat de vragenlijst niet afgenomen werd door een neutraal persoon, kunnen de resultaten vertekend zijn. Er kleeft nog een sterk taboe op het thema eenzaamheid. Dat maakt het voor cliënten mogelijk minder evident om hierover te spreken met hun verzorgende.
‘35% ervaart minstens sterke sociale eenzaamheid.’
De resultaten schetsen een beeld over het sociale leven van de cliënten van Thuiszorg Kempen, maar zijn niet noodzakelijk representatief voor alle cliënten van thuiszorgorganisaties in Vlaanderen. Toch bieden de resultaten nuttige inzichten voor de praktijk.
Veel eenzaamheid
We weten dat er een taboe heerst op eenzaamheid. Daarom peilden we er indirect naar, zonder het woord ‘eenzaamheid’ te noemen. Hiervoor gebruikten we de internationaal gevalideerde eenzaamheidsschaal.
Uit de bevraging blijkt dat meer dan de helft van de bevraagde cliënten sterke of zeer sterke emotionele eenzaamheid ervaart. En maar liefst één op drie (35 procent) ervaart sterke tot zeer sterke sociale eenzaamheid.
Op basis van de schaal kunnen we een totaalbeeld van eenzaamheid berekenen. 13 procent van de bevraagde cliënten kent de hoogste score van eenzaamheid. Dit betekent dat ze zich zowel sterk sociaal als sterk emotioneel eenzaam voelen.
Slechts 17 procent voelt zich helemaal niet eenzaam, noch op sociaal of emotioneel vlak.
Cliënten ervaren vooral ’s avonds, in het weekend en op feestdagen gevoelens van eenzaamheid. 29 procent van de cliënten antwoordde op de vraag wanneer ze zich eenzaam voelen “nooit.”
Dit is hoger dan de 17 procent waarvan we indirect vaststelden dat ze zich niet eenzaam voelen. Dat bevestigt het taboe.
Beduidend hoger
Wanneer we de cijfers uit het onderzoek met de cliënten van Thuiszorg Kempen vergelijken met die voor de gemiddelde Belg, zien we dat bij de thuiszorgcliënten de eenzaamheid een pak hoger ligt. Bijna de helft van de Belgen voelt zich soms tot vaak eenzaam.
Hoewel er een verschil in vraagstelling naar eenzaamheid bestaat, zijn de verschillen frappant. Waar 54 procent van de Belgen zegt zich nooit tot zelden eenzaam te voelen, ligt dit percentage in deze steekproef op slechts 29 procent.
‘De eenzaamheid ligt hoger dan bij gemiddelde Belg.’
Op basis van een eigen onderzoek uit 2011 bij Belgische 18- tot 79-jarigen dat de eenzaamheidsschaal gebruikte, kunnen we de vergelijking maken naar types eenzaamheid.
De graad van sociale eenzaamheid bij de cliënten van Thuiszorg Kempen ligt ook hier beduidend hoger. De helft van de bevraagde Belgen bleek zich niet sociaal eenzaam te voelen en 13 procent zeer sterk.Heylen, L. (2013), ‘Eenzaamheid, van alle leeftijden (?) Risicofactoren voor sociale en emotionele eenzaamheid in België’, Welzijn en Zorg in Vlaanderen. Wegwijzer voor de sociale sector 2013-2014, Kluwer, Mechelen.
Voor emotionele eenzaamheid zijn de verschillen met de rest van de bevolking nog frappanter. 65 procent van de bevraagde Belgen voelt zich niet emotioneel eenzaam en slechts 7 procent zeer sterk.
Dit staat in schril contrast met de bevraagde thuiszorgcliënten, waarvan 26 procent zich niet emotioneel eenzaam voelt en maar liefst 25 procent zeer sterk.
Risicofactoren
Dat veel van de bevraagde thuiszorgcliënten alleen wonen, niet werken, gescheiden of weduwe of weduwnaar zijn kan dit verschil verklaren. Bovendien gaat het om personen met een zorgvraag. Dat zijn allemaal risicofactoren voor eenzaamheid.
Binnen de groep van cliënten vallen een aantal dingen op. Zo bestaat er een negatief verband tussen iemands leeftijd en diens emotionele en sociale eenzaamheid. Hoe ouder iemand is, hoe minder emotionele en sociale eenzaamheid.
Onder de 80-plussers is het aandeel mensen dat zich sterk emotioneel of sociaal eenzaam voelt, opvallend lager dan in de jongere groepen.
In de leeftijdsgroep van 50 tot 69 jaar is het aandeel dat zich sterk of zeer sterk emotioneel of sociaal eenzaam voelt het hoogste.
Dus, in tegenstelling tot het gangbare beeld, is eenzaamheid niet iets van de oude dag. Opvallend is dat dit hardnekkige idee ook leeft bij de cliënten zelf: zeven op tien gaat akkoord met de stelling dat eenzaamheid vooral iets van ouderen is.
Burgerlijke staat
Wanneer we kijken naar de burgerlijke staat, zien we dat bij gescheiden personen 55 procent zeer sterke emotionele eenzaamheid ervaart. Dit percentage is opvallend hoger dan in de andere categorieën.
‘55% van de gescheiden personen is emotioneel eenzaam.’
Ongehuwde of gescheiden cliënten kennen vaker sociale eenzaamheid dan andere groepen cliënten. 31 procent van de ongehuwde en 44 procent van de gescheiden cliënten voelt zich sterk sociaal eenzaam.
Bij cliënten wiens partner overleed, ervaart een kleiner deel dan verwacht zeer sterke sociale eenzaamheid: slechts 12 procent. Dit percentage ligt zelfs lager dan bij de gehuwde cliënten (16 procent). De gescheiden personen zijn vaak jongere cliënten dan de weduwes en weduwnaars.
Wat betekent de professional?
Cliënten van de bevraagde thuiszorgorganisatie kennen een hoog risico op eenzaamheid, zo tonen de cijfers duidelijk aan. Hun verzorgenden kunnen mogelijk van betekenis zijn voor de aanpak en preventie van eenzaamheid. Vervullen ze die rol? Hoe zien cliënten dit zelf?
Om een beeld te krijgen van wat de verzorgende voor de cliënt betekent, werd in een open vraag gepeild naar wat de cliënten zouden missen indien de verzorgende acht weken niet zou komen. Niet minder dan 56 procent van de cliënten verwees naar ‘de babbel’ die ze met de verzorgende hebben.
Ook het eten en koken werd vaak vermeld. Andere antwoorden waren: ‘alles’, strijken, gezelligheid, boodschappen, poetsen, huishouden, vriendschap en wandelen.
De babbel
In dit onderzoek komt duidelijk naar voor dat cliënten ‘de babbel’ als grootste meerwaarde zien van de hulpverlening. Het is echter niet zo evident om gevoelige onderwerpen aan te snijden tijdens zo’n babbel. Verzorgenden zouden dan ook vanuit hun organisatie hierin moeten ondersteund worden, zodat ze blijvend kunnen inzetten op deze babbels.
‘De babbel is de grootste meerwaarde van de hulpverlening.’
Zo kunnen ze achterhalen hoe het gesteld is met het sociale netwerk van mensen en hoe eenzaam ze zijn. Maar ook onderwerpen, zoals het levenseinde, toekomstperspectief of nieuwe partners, passen in dit rijtje van gevoelige onderwerpen.
En vaak staan verzorgenden voor langere periodes in contact met cliënten in hun thuiscontext. Dit biedt de mogelijkheid om tijdens de uitvoering van de job, in de marge, te babbelen.
Laagdrempelig
‘Een babbel’ is een laagdrempelige manier om een band te ontwikkelen, omdat het tijdens de dagelijkse activiteiten plaatsvindt, zoals koken, strijken of het huishouden.
Je kan het vergelijken met wandeltherapie: net door lichamelijk bezig te zijn ontstaat er ruimte en rust om over zaken te praten. Een gewone babbel kan veel betekenen voor cliënten. Het is een goede ingangspoort voor een meer diepgaand gesprek.
Het kan deels de emotionele eenzaamheid verzachten. De waarde van het menselijke contact op zich, of ‘de babbel’, zoals de cliënten van Thuiszorg Kempen het zelf noemen, mag niet onderschat worden.Kadowaki, L., Wister A.V. and Chappell, N.L. (2015), ‘Infuence of Home Care on Life Satisfaction, Loneliness, and Perceived Life Stress’, Canadian Journal on Aging, 34, 75-89.
‘Een gewone babbel kan veel betekenen voor cliënten. Het is een goede ingangspoort voor een meer diepgaand gesprek.’
Verzorgenden kunnen daarnaast van betekenis zijn voor het sociale welbevinden van hun cliënten door sociale contacten te faciliteren. Zeker in de aanpak en preventie van sociale eenzaamheid is dit van belang.
Dit gaat van het ondersteunen bij mobiliteitsproblemen om op een sociale activiteit te geraken tot samen een wandeling doen zodat de cliënt ook met anderen eens een praatje kan slaan.
Meer oog voor eenzaamheid
In 2016 kregen meer dan 108.000 Vlaamse gezinnen minimaal vier uur hulp per week van gezinszorg.
Organisaties in de thuiszorg hebben het potentieel om een belangrijke schakel te zijn in de aanpak en preventie van eenzaamheid.
Dit impliceert dat dit thema ook opgenomen wordt in het beleid van organisaties in de thuiszorg. Verzorgenden moeten het mandaat krijgen om de diversiteit aan taken op te kunnen nemen, zowel vanuit de meer praktische als sociale invalshoek.
Ondersteuning
Maar naast het mandaat moeten ze ook voldoende ondersteuning en handvatten krijgen om met thema’s als eenzaamheid aan de slag te kunnen. Vormingen kunnen hardnekkige mythes doorprikken, zodat de pijlen juister gericht kunnen worden.
Studies tonen keer op keer aan dat de oudste ouderen niet het meest eenzaam zijn. Zet daarom heel gericht in op eenzaamheid bij personen die gescheiden zijn, hun partner verloren hebben of jongere ouderen.
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies