Prikkelarm
In het project ‘van overprikkeld naar geborgen’ verkent het Kinderrechtencommissariaat de beleving van kinderen en jongeren over afzondering.
‘Wat geeft rust als het te veel wordt?’
Het Kinderrechtencommissariaat organiseerde een participatietraject in een Onthaal-, Orientatie- en Observatiecentrum (OOOC) in de jeugdhulp, een Multifunctioneel Centrum in de zorg voor kinderen met een handicap en een campus in de kinder- en jeugdpsychiatrie.Het traject past in het groter project ‘Prikkels tussen pijn en passie’ dat op 19 oktober 2018 van start ging.
Als eerste was OOOC Potgieter in Antwerpen aan de beurt. Jongeren en begeleiders getuigen over hun beleving van afzondering in de ‘prikkelarme ruimte’, een ruimte met zachte wanden zodat een jongere zich niet kan verwonden. Twee vragen lagen voor: Wat geeft rust als het even allemaal te veel wordt? Wat heb je nodig om je veilig te voelen?
Digitaal verhaal
Zes jongeren en twee begeleiders maakten onder begeleiding van creatief collectief Mixtories elk een digitaal verhaal. Eén van de jongeren had zelf een verplichte afzondering in Potgieter meegemaakt. Hier zijn verhaal.
Vier mensen reflecteren op dit digitaal verhaal.
Bart D’Heer, directeur Potgieter
De confrontatie tussen ‘het allemaal goed voor hebben’ als hulpverlener en de uiteindelijke beleving van de jongere is een eyeopener.
De perceptie van deze jongere is anders dan van hulpverleners. Zijn woorden en beleving staan haaks op de hulpverleningstaal die sociale professionals gebruiken. Hard te horen als hij spreekt om in de prikkelarme ruimte geduwd te worden.
Hulpverleners noemen dit ‘volgens geijkte procedures een jongere op een professionele en humane manier begeleiden naar de prikkelarme ruimte’. Dat verschil in perceptie bleef bij mij het meest ‘plakken’.
We zijn ervan overtuigd dat binnen onze voorziening een prikkelarme ruimte, zelden, doch noodzakelijk nodig is. We moeten jongeren beschermen tegen heel specifieke, zware en gerichte agressie tegen zichzelf of anderen. Het is in dat opzicht goed om horen dat jongeren heel duidelijk op de hoogte worden gebracht van de aanwezigheid van zo’n ruimte in huis.
‘We hebben een prikkelarme ruimte nodig.’
Ons ultieme doel is om bij agressie jongeren er toe te bewegen dat ze op eigen initiatief en op zelfstandige basis de prikkelarme ruimte gebruiken om hun agressie te kanaliseren. Ze kunnen dan tot rust te komen. We zetten als hulpverlener steeds in op herstel en zoeken naar manieren om jongere terug te ‘borgen’ in ons huis.
Ik ben fier op onze jongeren, fier op onze begeleiders, fier op ons beleid om open, eerlijk en transparant te kunnen communiceren via zo’n digital story. Jongeren en begeleiders een stem geven in een gevoelig en beladen thema met dergelijk mooi en eerlijk resultaat, verdient alle respect.
‘We moeten jongeren een stem geven over dit beladen thema.’
Respect dat we moeten verzilveren door zeer goed te luisteren naar de boodschap die jongeren en begeleiders ons meegeven. Laten we met hun stem en boodschap verder aan de slag gaan.
Ignaas Devisch, professor ethiek en filosofie (UGent)
Ik denk aan verdriet en eenzaamheid. Eenzame opsluiting is, zeker voor kinderen, een verschrikkelijke ervaring die we zo goed als we kunnen moeten verbannen. Hoe zwaar ook, in crisismomenten blijft verbinding nodig, geen afzondering. Blijven praten en contact maken is dan de boodschap.
‘Eenzame opsluiting is een verschrikkelijke ervaring.’
Ik denk ook aan wat zich dan door het hoofd van die jongere moet afspelen. Hoe verlaten kun je je voelen? Gevangen in een kamer omdat je jezelf niet meer de baas bent, omdat je beschadigd bent en er nog niet hebt leren mee omgaan.
Ik denk aan hoop dat we hier stappen in vooruit kunnen zetten en betere manieren vinden om jongeren te leren omgaan met geweld. Eenzaam isoleren en afsluiten is niet langer van deze tijd.
Eveline Meylemans, jongerenadviseur bij de Vlaamse jeugdraad
Bij het bekijken van het filmpje blijf ik lang aan E. denken. Hij vertelt en verbeeldt zijn gevoelens over een enorm ingrijpende ervaring. Hij laat ons zien hoe het is om als jongere zodanig in de knoop te liggen met jezelf dat anderen beslissen om het over te nemen. Je moet sterk zijn om je zo kwetsbaar op te stellen.
‘Je moet sterk zijn om je zo kwetsbaar op te stellen.’
Ook het beeld van de deur van de prikkelarme ruimte die op springen staat, blijft me bij. Als symbool voor een inwendige wolk van emoties die binnen E. woedt en blijft woeden, tot hij op een gegeven moment openbreekt. Het stormt. “Ik heb gehuild, ik heb gebruld, ik heb geschreeuwd, ik heb geslagen.” Kan zoveel emotie ooit passen in een afgesloten kamer?
Hebben wij niet allemaal nood om af en toe eens te stormen? Natuurlijk moet het veilig blijven voor onszelf en anderen. Maar staat veilig synoniem aan afgesloten en alleen?
We hebben allemaal behoefte aan een omgeving, aan een ruimte, aan mensen bij wie we kunnen stormen. Ik bekijk het relaas van E. dan ook als een appel naar voorzieningen en de samenleving. Een appel om samen met jongeren en hun omgeving op zoek te gaan naar manieren om veilig te razen, naar plekken waar je kan stormen zonder te hard te botsen, naar mensen bij wie pijn gevoeld en geuit kan worden. Naar fysieke en mentale omgevingen waar jongeren gewoon zichzelf kunnen zijn.
‘Er is nood aan een maatschappelijke dialoog.’
De deur van de afzonderingskamer die op springen staat, symboliseert voor mij ook een debat dat meer dan ooit op openbreken staat. Een debat over hoe we omgaan met rust en afzondering van jongeren die het moeilijk hebben, agressief uit de hoek komen en met zichzelf geen weg meer weten.
Het gaat om een dialoog die niet alleen in de hulpverlening maar ook en vooral maatschappelijk gevoerd moet worden: Hoe kijken we naar jongeren in deze kwetsbare situaties? Hoe gaan we met hen om?
Met de figuurlijke kamer op springen, moet dit debat vooral ook ver buiten de Brusselse vergaderzalen gevoerd worden. Samen met de jongeren om wie het gaat. Laat deze deur voor hen niet in het slot vallen.
Lut Celie, coördinator van De Bleekweide, een begeleidingscentrum voor kinderen en jongeren met emotionele pijn en verlies
Van afzonderingsruimte naar gevoelsplek.
Een jongere wordt kwaad. Om zijn redenen. Zijn kwaadheid ontspoort en ontploft en richt zich naar buiten. Een afzonderingsruimte wordt aangereikt. Een afzonderingsruimte is een ‘tijdelijke opsluiting in een kale ruimte’, lees ik ergens. Opsluiting. Afzondering.
‘Kan een afzonderingsruimte een gevoelsplek worden?’
Kalm worden, ‘slecht’ gevoel wegdrukken. Alleen.
Toch is zijn behoefte duidelijk. Hij wil zijn emoties ‘laten loskomen’. Hij huilt, brult, schreeuwt en slaat wild om zich heen.
Kan een afzonderingsruimte een gevoelsplek worden of een stoom-afplek? Een plek waar kwaadheid mag zijn, en energie mag vrijkomen? Waar jongeren leren omgaan met agressie-signalen in een omgeving waar geen oordeel bestaat over emoties. Waar men beseft dat een gevoel mag geuit worden.
‘Wie de plek gebruikt, weet best waarom hij die plek nodig heeft.’
Een bozenmuur, een bokszak, een ruimte waar de jongere mag brullen. Helpt het? Jawel, het kan een alternatief zijn. Het helpt vooral als de jongere zich bewust wordt van zijn agressie-signalen én de plek kent waar hij zijn gevoelens kan loslaten. Hij kent die mogelijkheid, meer nog: hij is betrokken bij het gebruik van de plek omdat hij er mee afspraken over maakte. Wie de plek gebruikt, weet best waarom hij die plek nodig heeft.
Geen kapotte handen. Geen doktersbezoek wegens kneuzingen of verwondingen.
Leren omgaan met kwaadheid, woede en agressie. Het is een uitdaging voor iedereen.
Reacties [1]
Prikkelarme ruimte, afzonderingsruimte, rustruimte,… een moeilijk debat waarin veel nuance nodig is. In de reacties merk ik de voorzichtige benadering van begeleiders die zeer nabij in zo’n situaties van agressie en heftige emoties proberen om samen met deze jongeren in complexe situaties een ‘uitweg’ te zoeken. Een toevlucht nemen tot een prikkelarme ruimte is daarbij nooit een eerste optie…µ
Knap van E. en van OOOC Potgieter om zich in dit artikel kwetsbaar op te stellen. Dank ook!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies