Twee koppen groter
Op zijn voorhoofd stonden druppeltjes zweet. Stresszweet. Soms krijgt hij dat nog. Het is het enige wat zijn emotie af en toe verraadt. Verder is hij één blok zelfbeheersing.
En blok mag je letterlijk nemen: twee koppen groter dan mij, dubbel zo breed en gespierd. Je kan er een plank op stuk kan slaan. Hij is het type waarmee je geen ambras wil maken. Hij is kampioen in gevechtssporten. Dat zegt hij tijdens zijn sollicitatiegesprek. Het is voor hem een uitlaatklep, stelt hij ons gerust.
‘Hij is één blok zefbeheersing.’
Hij woonde een aantal jaren in Engeland. Hij denkt en spreekt dus vaak in het Engels. Daar kan ik binnen onze huiswerkbegeleiding wel wat mee. Hij heeft niet het juiste diploma maar heeft wel heel wat nuttige vormingen gevolgd.
Het gesprek verloopt zo goed dat ik hem vraag hoe het komt dat hij solliciteert voor een contract van één jaar. Hij haalt zijn schouders op: “Faut demander à Actiris”.
Geheim
Een dag later krijg ik een bezorgde telefoon van de personeelsmedewerker die zijn contract in orde brengt. Ze vond op internet krantenartikels waarin de nieuwe collega wordt vermeld. Internet is a bigger bitch than karma. “Zijn contract is nog niet getekend. Je kan je nog bedenken.”
Ik moet toch even slikken wanneer Google zijn niet zo fraaie geheimen prijsgeeft. Hij heeft serieuze feiten op zijn naam staan. Details zijn hier niet aan de orde, maar ze zijn voldoende om mij eventjes rillingen te bezorgen.
Wij werken met kwetsbare kinderen en jongeren. Onze taak is om hen sterker te maken en soms ook te beschermen. Iemand met zijn achtergrond voor onze jongens en meisjes zetten, is ongetwijfeld een risico.
Wollig
Mijn buikgevoel, gebaseerd op jaren ervaring, maakt echter een evidente keuze. We werven hem aan en gaan hem een jaar lang hullen in ons deken van liefde.
‘Internet is a bigger bitch than karma.’
Dat klinkt zeer wollig. I know. Ik hoor je nu al zuchten over dat zwakke, weke jeugdwerk. Maar maak je geen zorgen. Ik knuffel geen bomen en zing ook niet Kumbaya.
Het deken van liefde is een doelbewuste en effectieve methode van begeleiden. Het is een basishouding die ik me doorheen de jaren heb eigen gemaakt. En het werkt.
Merci
Hij bedankt mij uitvoerig na ons eerste gesprek. Ik smeet hem onaangekondigd mijn bedenkingen in het gezicht. Ik zeg dat ik twijfel om zijn contract te ondertekenen.
‘Een kleine jongen met veel levenservaring.’
We praten met elkaar, open en zonder taboes of verborgen agenda’s. Zijn pokerface blijft in de plooi maar kan niet verbergen dat in dat jonge lijf een kleine jongen zit met de levenservaring van een bejaarde. De basis van mijn deken van liefde is gelegd: eerlijk zeggen waar het op staat. Gedrag in vraag stellen of zelfs veroordelen, maar nooit de persoon.
Bizar
Hij mag beginnen. We gooien hem meteen voor de leeuwen. De vakantieateliers worden zijn ding. Dat betekent lange dagen met veel overenergieke kinderen. Maar hij zoekt zijn weg. Hij observeert. Als een spons slorpt hij op wat hij ziet. Gaandeweg gaat hij enthousiast mee in the flow.
‘Hij gaat enthousiast mee in de flow.’
Op vrijdagavond gaan we samen op café om de week te verteren. “En fait, j’ ai une question. Comment ça ce fait que tout le monde est si gentil et ouvert? C’est bizarre.”
We vertellen hem over ons deken. Bij ons is iedereen gelijk in zijn imperfecte mens-zijn. Iedereen krijgt hetzelfde warm onthaal. Het is de huiscultuur. Dan kan je niet anders dan aan een nieuwelingen geven wat je ook zelf kreeg: een deken van liefde.
Alleen op de wereld
De weken gaan voorbij en ik zie hem groeien. Fouten maken, dat ook natuurlijk. Te laat komen of gewoon niet opdagen zonder verwittigen. Afspraken niet naleven. Hij gaat soms kopje onder in de wereld van het jeugdwerk waarin we hem onderdompelden.
‘Meestal is zijn blik strak en gefocust.’
Ik laat niks passeren, spreek hem telkens aan op zijn gedrag. Gaandeweg toont hij welke last hij alleen moet dragen. Ik krijg puzzelstukjes van een twintigjarige kerel die er al heel vroeg alleen voor stond.
Van iemand die toch zijn wrok wist in te slikken en zijn vader in zijn laatste zieke levensmaanden bijstond. Die de begrafenis alleen moest regelen. Afwezige familieleden die plots opdoken wanneer het over cijfers ging. Verhalen over schulden en verhuizen.
Vraagstukken die ik – hulpverlener met jaren ervaring – moet opzoeken wegens te ingewikkeld. Slechts één enkele keer komen er tranen. Meestal is zijn blik strak en gefocust op een betere toekomst.
Blauwdruk
Na een paar maanden geeft hij mij drie volgeschreven A4’s: ‘The Blueprint’. Het is de uitgeschreven versie van een project dat hij wil opstarten voor jongeren die op de dool zijn. Hij vertrekt vanuit zijn eigen ervaringen maar wil zo graag teruggeven. “Everybody should have at least the opportunity to realize what they want instead of what they’re given by birth.”
‘De zachte aanpak lijkt niet meer ok.’
Hij benadert zijn project op zeer persoonlijke wijze, zonder theoretische onderbouw maar er vaak boenk op. “Er zijn niet genoeg activiteiten en projecten voor deze jongeren. In plaats van hulp of steun krijgen ze labels, vooroordelen en afwijzing. Daarom is het mijn plicht om andere jongeren in die positie dezelfde mogelijkheden te geven dan die ik kreeg.”
Ons deken van liefde wordt spontaan doorgegeven. Terwijl ik dit neerpen voel ik zelfs enige gêne om het zo te benoemen. De zachte aanpak lijkt tegenwoordig niet meer ok. Sinds wanneer gaan we er eigenlijk vanuit dat ‘goed zijn voor de ander’ niet de juiste basishouding is?
Kilte verjagen
Ok. Het werkt niet altijd of niet altijd meteen. We moeten soms kloven van ontbrekende liefde van ouders overbruggen. We moeten vaak het gat dichten in het vertrouwen waarvoor scholen moeten zorgen. We krijgen weinig tijd maar wel complexe situaties.
‘We krijgen weinig tijd maar wel complexe situaties.’
We kunnen vanuit onze job niet elke negatieve ervaring uit het verleden ongedaan maken. Het vraagt massa’s geduld. En je moet soms kei eerlijk durven zijn. Ook over jezelf en jouw (voor)oordelen. Het deken heeft veel kilte te verjagen.
Maar altijd hard tegen hard, werkt niet. Dan kruipt ieder in zijn defensief hoekje. Dat wordt harder tegen harder. Niemand hoort nog wat de ander zegt. Twee tegenovergestelde partijen met elk hun doel.
We moeten het net andersom doen. Samen durven kijken naar de hele klotezooi, mensen zin geven om te veranderen, luisteren hoe we daarbij kunnen helpen. En volhouden als het niet meteen lukt. Dan krijgt een mens vanzelf zin om beter te doen, voor zichzelf en de ander.
Reacties [2]
Annelies, je hebt mooie woorden gevonden om te beschrijven wat ik denk dat onze missie zou moeten zijn. Erken de mens die tegenover je zit, zelfs als dat betekent dat je soms onorthodox aan de slag moet. Dankje ! Meike
Heel erg mooi geschreven en hartverwarmend Annelies ! Geeft telkens weer zin om uit onze comfort zone te kruipen en het anders te doen dan dat de maatschappij voorschrijft. Je bent een inspiratie voor velen, maar bovenal een wondermooie ziel.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies