Donderdag 14.02 uur
Op het whiteboard op de muur in een grijs lokaaltje in het statige Vlinderpaleis staan twaalf namen. Allemaal kinderen en jongeren die nood hebben aan hulp, ondersteuning of een crisisplek, omdat het thuis onveilig is. Hun crisistermijn op de plek waar ze op dit moment verblijven zit erop en dus moet er een nieuwe oplossing gevonden worden.
‘Veel tijd om te ademen krijg je hier niet.’
Achter een glazen deur verderop schatten twee consulenten de situatie in van drie kinderen wiens naam pas vanochtend op het bord verscheen. Het loopt thuis niet goed en dus zakten mama, papa en de drie kinderen af naar de gang van de jeugdrechtbank, om er zich samen over hun verhaal te buigen. Inzet van het gesprek: straks het hele gezin weer samen richting het thuisfront of een extra zoektocht naar crisisplekken voor drie kinderen.
Brandjes blussen
De telefoons staan roodgloeiend. Een mama dreigt haar dochter te ontvoeren uit het ziekenhuis. Daar verblijft ze door medische zorgen, zorgen die mama niet alleen kan dragen. Terwijl een van de consulenten checkt bij het ziekenhuis of de moeder al op de gang van de kinderafdeling gesignaleerd wordt, rinkelt aan de andere kant van de tafel de telefoon voor een meisje van vijftien dat betrokken was bij een brandstichting. “Zij was wel degene die het brandje ook meteen bluste. Ze hoopt nu zelf om er met een enkelband vanaf te komen.”
Een van de twee jeugdrechters van permanentie stapt op dat moment het lokaal binnen, terwijl hij zich in de haren krabt. “We hebben een probleem. Een mama wil haar dochter voor de derde keer gedwongen laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis. Op vijf maanden tijd. Dat kunnen we toch niet maken?”
Batterij leeg
Veel tijd om te ademen krijg je hier niet. Niet verwonderlijk dus dat de teams van consulenten die zich op wandelafstand van de jeugdrechters bevinden en meteen aanspreekbaar zijn voor kinderen, jongeren en gezinnen in nood, een beurtrol hebben. Om de zes weken trekken ze zich een hele week terug op de rechtbank en laten ze de zeventig dossiers van kinderen en jongeren die ze elke dag opvolgen, even op hun beloop. Al moet dat met een korrel zout genomen worden: op de zes opengeklapte laptops stromen ook nog mails binnen van die dossiers.
‘Zorgen en problemen van kinderen, jongeren en gezinnen staan hier nooit op pauze.’
Twee vaste telefoons rinkelen onophoudelijk en ook de batterijen van de smartphones die aan het oor van de consulenten gelijmd lijken, lopen hier snel leeg. Zorgen en problemen van kinderen, jongeren en gezinnen staan hier nooit op pauze.
Mama in het ziekenhuis
Terwijl jeugdhulpregisseurs, die geregeld via een Teams-call in het lokaal opduiken, voor vier broers en zussen een verlenging van de plek waar ze verblijven regelen, wordt samen met hen ook gezocht naar een plek voor een baby van enkele maanden oud. Zijn mama is opgenomen in het ziekenhuis en het CIG, een van de vele afkortingen die in het rond zoeven, kan de zorg voor de jongen niet alleen aan. Een CIG: dat is een Centrum voor Integrale Gezinszorg, waar gezinnen samen met hun kinderen wonen en ondersteuning krijgen. Zo krijgen ze een duwtje in de juiste richting om na een tijdje zelf voor een stabiele plek te zorgen.
Nu mama in het ziekenhuis ligt, moet het personeel van het CIG zich alleen over het jongetje ontfermen. Dat valt niet te combineren met alle andere mama’s, papa’s en kinderen die ook nog hun aandacht verdienen. ’s Morgens al belde de consulent het netwerk van de mama af. Bij de meter en peter van de jongen lijkt het gevoel juist te zitten. Omdat mama zaterdag het ziekenhuis zou verlaten, zouden zij die periode even kunnen overbruggen als crisispleeggezin. En dus wordt ook pleegzorg opgebeld met de vraag of ze morgen even een kijkje kunnen gaan nemen bij het gezin.
Door het lint
Het meisje van de brandstichting kent intussen het verdict van de jeugdrechter. Ze hoeft niet naar een gesloten instelling en ook een enkelband krijgt ze niet opgelegd, hoewel ze daar zelf naar vroeg. Ze voelt hoe gemakkelijk ze te beïnvloeden is, schetst de consulent aan haar team. En een enkelband zou ervoor kunnen zorgen dat ze een zichtbaar excuus heeft om nee te zeggen. Met een preek en strikte voorwaarden kan ze terug naar haar vertrouwde bed. “De meisjes die haar meesleurden, mochten ook terug. En dus voelde het verkeerd voor de jeugdrechter om haar zwaarder te straffen”, klinkt het logisch.
‘Zulke taferelen gaan door merg en been, daar kan je je eigenlijk niet tegen wapenen. Hoe lang je hier ook werkt.’
Dat was vanochtend bij een andere puber niet het geval. Nadat ze hoorde dat ze naar de gesloten instelling van Beernem zou worden overgebracht, ging ze helemaal door het lint. “Krijsen, roepen, tieren, stampen, schreeuwen, compleet buiten zinnen”, vertelt Yaël. Met zeventien jaar als consulent op de teller is ze hier een van de anciens. “Zulke taferelen gaan door merg en been, daar kan je je eigenlijk niet tegen wapenen. Hoe lang je hier ook werkt.”
Van crisisplek naar crisisplek
Niet alleen professionals waren toeschouwer van het tafereel. In de wachtkamer net naast het kabinet van een van de jeugdrechters zit nog een ander meisje van vijftien. Ze staat helemaal bovenaan gemarkeerd op het witte bord en dat is geen toeval. “Ze zit hier al twee dagen. In een glazen wachtkamertje van zeven op zeven meter. Te wachten. We proberen zoveel mogelijk bij haar langs te gaan, haar eten en drinken te brengen.”
Al bijna 72 uur wordt er voor het meisje gezocht naar een oplossing. Sinds november al holt ze van crisisplek naar crisisplek. De zorg die ze nodig heeft, die is niet voorhanden. Haar psychische kwetsbaarheden wegen te zwaar voor de jeugdhulp, maar in de kinder- en jeugdpsychiatrie is er ook nergens een stek voor haar. Het is een verhaal dat de week domineerde. De afgelopen twee nachten sliep ze in een B&B. Eindelijk een afkorting die we wel kennen. Via het project ‘Jongeren Uit de Wind’ vangen een handvol bed and breakfasts in Antwerpen jongeren in crisis op tijdens de week. Ze krijgen er een kamer, die eigenlijk bedoeld is voor toeristen, maar tijdens de week enkel stof vangt. Vrijwilligers brengen met hen de avond door en krijgen ook een kamer voor de nacht. Een hartverwarmend initiatief, dat eigenlijk bedoeld was om jongeren uit de jeugdhulp af en toe eens een gevoel van een luxueus nachtje weg te gunnen. Maar nu noodgedwongen wordt ingezet als crisisplek.
De jeugdrechter die het project op poten zette, voelt de bui al hangen. “Zal ik alvast even polsen of we een nieuwe vrijwilliger vinden voor vannacht?”, vraagt hij meelevend, terwijl een van de consulenten met een markeerstift ‘Crisismeldpunt -18 heeft geen oplossing’ op het witte bord pent…
Vrijdag 10.12 uur
De spanning is opnieuw voelbaar in het grijze lokaaltje. Met drie nieuwe gezichten en drie vertrouwde collega’s herhaalt zich de stress die hier ook gisteren tierde. Op het bord: opnieuw namen. Zes. “De vorderingen die vandaag binnenkomen, moeten er nog bij.” De hoop snel de kop indrukken, heet dat.
Twee vertrouwde namen hangen bovenaan, maar de aandacht gaat eerst nog naar een ander dossier. ‘Roofmoord’, staat er naast de naam van een zeventienjarige. “Veel info hebben we nog niet, maar een plek in De Grubbe is al in orde”, wordt gebrieft naar het team. De Grubbe, beter bekend als de gemeenschapsinstelling van Everberg, is de eerste plek waar jongeren terechtkomen die zware feiten pleegden of daarvan verdacht worden. Er is plaats voor drieënvijftig jongens en negen meisjes. Een ticket richting Everberg: die keuze wordt hier gemaakt.
B&B is geen jeugdhulpvoorziening
Het meisje, dat in een ideale wereld nu in de les fysica of geschiedenis zou moeten zitten, wordt voor de derde dag op rij wakker in een gezellige bed and breakfast. Ook gisteren werd er voor haar geen plek gevonden binnen de muren van een jeugdhulpvoorziening en de klok tikt. Dit weekend is een B&B geen optie: er bestaat ook nog zoiets als toeristen in de koekenstad, weet je wel. Binnen- of buitenlanders die de pracht en praal van de kathedraal komen bewonderen en geld in het laatje brengen voor mensen die een slaapplek uitbaten. In het weekend hebben gasten nu eenmaal voorrang op meisjes die dringend hulp nodig hebben. Logisch: een B&B is geen jeugdhulpvoorziening en de uitbaters verdienen nu al heel wat pluimen.
‘Het aantal jongeren in nood valt niet meer te rijmen met het aantal plekken die voor hen voorbestemd is.’
De consulenten zetten alles op alles. Naast het lijstje namen verschijnt een shortlist aan voorzieningen die nu na elkaar worden opgebeld. De zes consulenten trekken alle registers open en smeken, elk aan hun kant van de telefoonlijn, voor een bed, een bad en een stuk brood. Een njet, aangevuld met een steekhoudend argument aan de andere kant van de lijn. Het aantal jongeren in nood valt niet meer te rijmen met het aantal plekken die voor hen voorbestemd is. Leefgroepen kreunen, collega’s vallen uit. Je voelt hoe iedereen wel een oplossing wil bieden, maar op limieten van het haalbare botst. Dit is de jeugdhulp anno 2025.

“Je voelt hoe iedereen wel een oplossing wil bieden, maar op limieten van het haalbare botst. Dit is de jeugdhulp anno 2025.”
© Niels Heselmans
“Ja!” Zou het? “Ik heb iets,” roept een van de consulenten, terwijl de hoorn nog ergens tussen oor en toestel zweeft. “Vanaf maandag heb ik een crisisplek voor twee weken.” De opluchting is van korte duur. “Dan moeten we enkel nog voor dit weekend zoeken.” Iedereen staat weer op scherp: blijven bellen, blijven proberen, blijven zoeken. Wanneer verlies je hier echt de moed?
De week sleept zich naar het einde. Het is een dilemma. Iedereen hunkert naar het eindsignaal, maar daar hoort natuurlijk ook de realiteitscheck bij. “Niemand gaat hier naar huis zonder dat er een oplossing gevonden wordt voor iedereen.”, klopt het team zich op de borst. De afgelopen dagen liepen de overuren op om dat credo vast te houden. Het lijkt hier constant zoeken naar een doelpunt, diep in de extra tijd. Tot het uiterste gaan om jongeren gewoon een dak boven hun hoofd te schenken, terwijl ze eigenlijk verregaande hulp nodig hebben.
Anders is het zonder mij
Intussen heeft ook een viertal agenten zich geïnstalleerd in de gang. Een jongen van net geen achttien met psychische problemen is opgepakt en wordt straks voorgeleid voor de jeugdrechter. Twee consulenten gingen net met hem in gesprek. Terwijl de mama van de jongen nog onderweg is, laat de jeugdadvocaat weten dat het lot van de jongeman binnen een halfuur beslecht moet worden. “Anders is het zonder mij”, klinkt het. Want ook hij holt van de ene zaak naar de andere.
‘De jeugdrechter twijfelt of hij nog iets kan betekenen voor de jongen.’
De jeugdrechter twijfelt of hij nog iets kan betekenen voor de jongen. De consulenten schrijven nog snel een eerste advies uit. Want, ook dat moet hier gebeuren. In elk dossier dat voor de jeugdrechter passeert, geven consulenten hun inschatting mee. Daarin staan de elementen van het eerste luik van een sociaal onderzoek dat ze al op de rechtbank of via de telefoon voerden, door in gesprek te gaan met de jongeren zelf, hun context, de jeugdhulpverleners errond. ‘Collocatie’, zal het advies klinken voor de jongere die geëscorteerd wordt door een politiemacht en een sandwich eist als middageten. De zitting vindt uiteindelijk plaats met een andere jeugdadvocaat. In het bijzijn van zijn mama volgt de mededeling dat een resem voorwaarden geplakt wordt aan een terugkeer naar hun verblijfplek.
Goed nieuws
Onverwachts volgt er dan toch een moment van verademing. “Een leefgroep kan tot maandag overbruggen.” Het is een van de vertrouwensbanden die de afgelopen jaren werd opgebouwd met collega’s die elke dag met deze kinderen en jongeren aan de slag gaan, die voor een doorbraak zorgt voor het pubermeisje dat nog van een laatste lunch geniet in de B&B. “Heb je goed geslapen? Wat heb je gegeten? Wanneer lukt het voor jou om naar de jeugdrechtbank te komen, want ik denk dat ik goed nieuws heb.”
‘Binnen twee weken prijkt haar naam hier opnieuw op het bord. Wat dan?’
De opluchting in het grijze lokaaltje is voelbaar, de stem op de speaker galmt aarzelend. Straks zal het meisje haar koffer met kleren die in een hoekje naast het whiteboard is gestald, opnieuw mee de rechtbank uit zeulen. Niet voor een gezellige B&B, wel voor een kamer in een leefgroep. Maandag gaat ze dan weer naar een andere plek. Voor even toch. Binnen twee weken prijkt haar naam hier opnieuw op het bord. Wat dan?
Kansrijk opgroeien
De deur van de jeugdrechtbank valt in het slot. Twee collega’s blijven nog over in het lokaaltje, waar het stikstofgehalte intussen meerdere rode lijnen heeft overschreden. Terwijl de jeugdadvocaat met een passagier van vijftien naast zich in zijn blinkende cabrio richting een nieuwe crisisbestemming zoeft onder een stralend zonnetje, hakt deze tweedaagse er stevig in.
‘We hebben meer nodig dan die zes helden in dat lokaaltje.’
Kansrijk opgroeien voor elk kind en elke jongere: deze consulenten strijden er elke dag voor. Maar we hebben meer nodig dan die zes helden in dat lokaaltje. Meer nodig dan alle geëngageerde en gepassioneerde professionals en vrijwilligers, binnen en buiten Opgroeien, die elke dag het onderste uit de kan halen. We hebben iedereen nodig om kinderen en jongeren op dat witte bord en overal in Vlaanderen, te bewijzen dat wij er wél voor hen willen zijn.
Reacties [2]
Wat een mooi verhaal met veel vraagtekens. Kan u gewetensvol antwoorden aub? Waarom verdwijnt een audiovisueel verhoor en zet men een kind bij de mishandelende /misbruikende ouder met strafblad?
Waarom worden papieren nooit ondertekent door de verschillende actoren?
Waarom worden kleuters/ baby’s manus milit. ontvoerd of afgenomen zonder bewijzen?
Waarom suggereren consulenten psychische ziekten zonder correcte medische gegevens?
Waarom gebruiken de consulenten valsheden en listig bedrog op de rechtbank?
Waarom krijgen ouders op vraag nooit de juiste papieren of dossiers van opgroeien.
Waarom zijn de handtekeningen niet juridisch inzetbaar en dekt men elkaar in?
Waarom ziet de jeugdadv. het kind 15 min om dan te oordelen en niet op te volgen.
Waarom isoleert men met valsheden een afgenomen kind ? Spelen hierbij de subsidies een rol? Een geplaatst kind 65000 euro kind/ jaar en een kopp kind 135000 euro?!
Wordt de JR. misbruikt? Een onafhankelijk controleorgaan lijkt dringend nodig!
Helaas zo herkenbaar 😢
Toch blijf ik mijn werk in de leefgroep met mijn hart doen. Elk sprankeltje dat we een kind, jongere kunnen geven zorgt dat ik hoop blijf koesteren,
Wanneer zal de overheid inzien dat inzetten op onze kinderen en jongeren inzetten is op de toekomst?