Vertrekken is complex
Familiaal geweld kan iedereen overkomen. Het kan je buur treffen, een familielid of jezelf. Toch zijn sommige mensen meer kwetsbaar. Zo zijn vrouwen de grootste slachtoffers van familiaal geweld.
‘Er zijn verschillende redenen waarom iemand niet onmiddellijk weggaat bij een gewelddadige partner.’
Een veelgehoorde en normatief geladen vraag is dan: “Waarom gaat ze niet weg?” Als er tekenen van geweld zijn, wordt vaak verwacht dat het slachtoffer onmiddellijk vertrekt. Maar de werkelijkheid is veel complexer. Er zijn verschillende redenen waarom iemand niet onmiddellijk weggaat bij een gewelddadige partner: liefde, angst, schaamte, taboe, kinderen…
Een vaak vergeten factor is de manier waarop systemen, zoals de wet en overheidsinstellingen, slachtoffers belemmeren om de partner te verlaten.
Gezinshereniging
Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen die in de context van gezinshereniging migreren naar bijvoorbeeld België of Nederland. Zij ervaren vaak extra obstakels die het moeilijker maken om hulp te zoeken en veilig weg te gaan, zoals taalbarrières, onzekerheid over hun verblijfsstatus en een gebrek aan sociale netwerken.
Vooral huwelijksmigratie brengt een aantal specifieke onzekerheden en kwetsbaarheden met zich mee, die het risico op familiaal geweld vergroten of in de hand werken.
Huwelijksmigranten zijn mensen die naar België komen met een verblijfsvergunning op grond van hun huwelijk met een partner die legaal in België leeft. Voordat huwelijksmigranten een permanente verblijfsvergunning kunnen krijgen, moeten ze een aantal jaar wettelijk samenwonen met hun partner.
‘Het lot van hun verblijfsvergunning ligt in de handen van de partner.’
Sinds de verstrengde wetgeving rond gezinshereniging in 2011 is deze termijn in België verhoogd van drie naar vijf jaar. Dit zorgt voor veel onzekerheid en druk op de relatie. Vooral geïmmigreerde partners worden hierdoor geraakt, aangezien het lot van hun verblijfsvergunning in de handen wordt gelegd van hun partner. Als hun partner de relatie wil stopzetten voor er vijf jaar voorbij is, dan is de kans groot dat deze migranten worden teruggestuurd naar het land van herkomst.
Kortom, de huidige regelgeving plaatst de migrant in een afhankelijke positie. Deze kwetsbaarheid leidt bij deze, vooral vrouwelijke, huwelijksmigranten tot veel stress.
Schijnfeminisme
De angst om teruggestuurd te worden naar het land van herkomst, komt niet uit het niets. Vooral psychologisch weegt het door, omdat ze het vaak ervaren als een tweevoudige mislukking. Enerzijds loopt hun relatie stuk en anderzijds moeten ze afscheid nemen van hun toekomst in een nieuw land. Terugkeren kan nog veel andere negatieve gevolgen hebben. Vooral vrouwen lopen de kans om uitsluiting te ervaren bij terugkeer naar het thuisland voor economische, culturele, familiale of politieke redenen.
Het idee om de voorwaarden van gezinshereniging voor huwelijksmigranten te verstrengen is meer dan alleen discriminerend. Het vertrekt ook vanuit een schijnfeministisch ideaal dat claimt misbruik tegen te gaan, jonge vrouwen te beschermen en gendergelijkheid te doen toenemen.
Uit Belgisch onderzoek naar huwelijksmigratie en integratie van Marokkaanse vrouwen blijkt dat deze verstrengde wetgeving juist genderongelijke resultaten heeft, waaronder een verhoogd risico op huiselijk geweld.
Goede intenties, negatieve effecten?
Na de vele gesprekken met Marokkaanse huwelijksmigranten uit het onderzoek van Amal Miri, medeauteur van dit artikel, bleek immers dat het binnen de huwelijken misloopt door perverse effecten van dit verstrengde beleid. Een goed voorbeeld hiervan is de verhoging van de leeftijd waarop getrouwde partners gebruik mogen maken van huwelijksmigratie. Beide partners moeten nu 21 jaar of ouder zijn, of, als ze tussen de 18 en 20 jaar oud zijn, minstens een jaar hebben samengewoond.
‘Ze moesten na hun huwelijk nog 3 jaar ver van elkaar wonen.’
Dat kan een negatieve invloed hebben op het verloop van de relatie. Zo sprak Miri in haar onderzoek een jonge Marokkaanse vrouw die op 17-jarige leeftijd een 22-jarige man leert kennen, waarmee ze een lange-afstandsrelatie begint. Hij woonde toen in België.
Als zij 18 jaar wordt, trouwen ze in Marokko en willen ze de procedure opstarten voor gezinshereniging in België. Echter bleek al snel dat dit pas kan wanneer beide partners 21 jaar zijn, wat betekende dat ze nog minstens 3 jaar ver van elkaar moesten wonen.
Getreiterd en gemanipuleerd
Na een aantal jaren wachten, wordt de druk op hun langeafstandsrelatie steeds groter. De partner in België begint na twee jaar een nieuwe relatie met een collega in de buurt. De procedure voor gezinshereniging liep nog en ondanks de geheime relatie wilde de Belgische partner toch dat zijn vrouw bij hem kwam wonen.
De gezinshereniging lukte en de relatie die de man had, kwam na een jaar aan het licht. De vrouw wilde daarna niet langer samenwonen met hem, omdat ze zich bedrogen voelde. Helaas zijn ze niet als vrienden uiteen kunnen gaan en werd de vrouw door haar man mentaal getreiterd en gemanipuleerd om te voorkomen dat ze hem zou verlaten.
Wat onderzoeker Amal Miri vooral bij is gebleven, is hoe de jonge vrouw maar bleef herhalen dat die wachttijd de relatie kapot had gemaakt. Dat dat veel pijn en onrecht met zich meebracht en dat vooral zij daar de grote dupe van was geworden, zelfs al was er geen sprake van een schijn- of gedwongen huwelijk.
Afhankelijkheid als bedreiging
“Mijn man was een erg jaloers type en als ik wilde gaan werken of veel met vriendinnen was, dan dreigde hij met scheiden”, vertelt een van de andere vrouwen uit Miri’s onderzoek.
Het citaat toont hoe partners de verblijfsvergunning gebruiken als manipulatietool om huwelijksmigranten te controleren. Die dreiging van gedwongen terugkeer kan huwelijksmigranten niet alleen doen aarzelen om hun partner te verlaten, maar ook om huiselijk geweld te melden.
‘De dreiging van gedwongen terugkeer kan huwelijksmigranten doen aarzelen om familiaal geweld te melden.’
In België kunnen huwelijksmigranten in het geval van huiselijk geweld een aanvraag indienen voor een onafhankelijke verblijfsvergunning. Dit geeft hun de juridische ruimte om uit de situatie te stappen, zonder dat ze onmiddellijk het risico lopen hun verblijfsstatus te verliezen.
Complexe route
De wetgeving is bedoeld om hen van huiselijk geweld te beschermen, maar het verkrijgen van bescherming via deze route is complex en weinig bekend. Zo ligt de bewijslast bij het slachtoffer en moet deze dus kunnen aantonen dat er sprake is van geweld. Dat vormt een grote uitdaging aangezien familiaal geweld meestal in de privésfeer plaatsvindt en er vaak weinig concreet bewijs is, vooral als het gaat om mentale mishandeling of isolatie.
‘Familiaal geweld vindt meestal in de privésfeer plaats en er is vaak weinig concreet bewijs.’
Bovendien moet er een proces-verbaal worden opgesteld om de feiten te documenteren. Hoe duidelijker de impact van het geweld aangetoond kan worden, hoe groter de kans op succes. Artsen kunnen behandelingen en letsels bevestigen, psychologen of sociaal werkers kunnen psychologische schade aantonen, maar helaas wordt de kans op succes kleiner als er te veel tijd verstrijkt.
Ook getuigen kunnen helpen door verklaringen af te leggen, maar deze dienen vaak ter ondersteuning van de claims en zijn meestal niet voldoende om de zaak te bewijzen. Nog een uitdaging: typisch voor familiaal geweld, en vooral voor psychologisch geweld, is dat het sluimerend en verborgen kan zijn. Daardoor heeft zelfs de directe omgeving zoals buren of collega’s er geen weet van en kunnen zij dus niet helpen.
Misbruik van rechten
Deze problemen met familiaal geweld bij huwelijksmigratie werden bevestigd in zowel Belgisch als Nederlands onderzoek. Zo deelden vrouwen in België vaak dat ze in de eerste jaren van hun huwelijk (verplichte) lessen inburgering en Nederlands volgden. Daardoor zijn ze op financieel vlak en op vlak van zorgvoorzieningen afhankelijk van hun partner, wat de angst om weg te gaan vergroot.
Maar het probleem ligt niet alleen binnen het gezin. Weinig huwelijksmigranten zijn op de hoogte van hun rechten, omdat het beleid deze rechten niet aan de grote klok wil hangen. Waarom? Je raadt het al: uit angst voor ‘misbruik’ van deze rechten. De slachtoffers weten dan vaak ook niet dat ze een aanvraag voor een onafhankelijke verblijfsvergunning kunnen indienen, omdat noch hun partner, noch de overheid, dit aan hen laat weten.
Hoe moet het anders?
Ook al zijn wij als onderzoeksters ons ervan bewust dat misbruik van migratiewetgeving kan voorkomen, toch willen we ervoor waarschuwen dat het verstrengde beleid niet voor iedereen een goede oplossing is en zelfs tot nog meer tot huiselijk geweld kan leiden.
Wij pleiten voor een betere ondersteuning van huwelijksmigranten, vooral in de eerste jaren na aankomst in België. Zoals eerder vermeld, zijn financiële afhankelijkheid van de Belgische partner en juridische desinformatie een probleem.
‘Zorg ervoor dat migranten zo snel mogelijk kunnen integreren.’
Zorg daarom voor duidelijke uitleg rond de wetgeving en de uitzonderingen in geval van huiselijk geweld, nog voordat huwelijksmigranten beginnen aan de inburgeringscursus. Daarvoor zou bijvoorbeeld een sociaal werker aan huis kunnen langskomen om hen wegwijs te maken.
Verder moeten de inburgeringscursus en lessen Nederlands gratis of goedkoper worden. Dit traject kost momenteel 360 euro en zou volgens ons maximaal 100 euro moeten kosten, zodat migranten zo snel mogelijk kunnen integreren. Dat heeft langdurig positieve consequenties voor hun onafhankelijkheid.
En als er sprake is van familiaal geweld, moet het slachtoffer sneller geloofd worden, en moet het dus minder lastig worden om misbruik te bewijzen – vooral in het geval waar isolatie of psychisch geweld plaatsvond. Hun verhaal vertellen is al traumatisch genoeg.
Reacties