Achtergrond

‘High care high risk-faciliteit voor jongeren is nodig’

Elien Craenhals, Inge Glazemakers

Sommige jongeren met ernstige psychische problemen hebben een intensieve behandeling nodig, gecombineerd met een hoog veiligheidsniveau. Op dit moment ontbreekt dat aanbod, waardoor deze jongeren nergens terecht kunnen. Daarom wil de Vlaamse regering werk maken van ‘een high care high risk-faciliteit’. Onderzoekers Elien Craenhals en Inge Glazemakers (UAntwerpen) vinden dat een goede keuze.

high care high risk

© Unsplash / Niloy Biswas

Bang van jou

In een gesloten gemeenschapsinstelling voor jongeren die een delict pleegden, interviewden we Robby (18).Om privacyredenen gebruiken we pseudoniemen.Hij kreeg in zijn vorige jeugdhulpvoorziening te horen: “We willen niet meer met je werken, want we zijn bang van jou.” Zo belandde hij in de gemeenschapsinstelling.

‘Daarna was er niets anders meer voor haar.’

Mama Jolanda vertelt ons dan weer dat haar dochter naar huis werd gestuurd, niet omdat ze daar klaar voor was, maar wel omdat de hulpverleners haar niet verder konden helpen. “Verschillende instellingen probeerden alles wat er binnen hun mogelijkheden viel, maar het lukte niet. Daarna was er niets anders meer voor haar.”

Carroussel van doorverwijzingen

Deze jongeren en hun ouders hebben vaak al een carroussel van doorverwijzingen achter de rug. Een gebrek aan gepaste hulpverlening of infrastructuur, het niet in huis hebben van de nodige expertise, of een overschrijding van de draagkracht van een team professionals vormen regelmatig de aanleiding om jongeren door te verwijzen.

Jongeren met hoge noden op vlak van beveiliging en een ernstige psychische kwetsbaarheid vormen zo’n groep. Uit onderzoek weten we dat veel jongeren die omwille van een delict in een gemeenschapsinstelling verblijven, geestelijke gezondheidsproblemen hebben. Te vaak krijgen ze te horen dat de ondersteuningsmogelijkheden uitgeput zijn.

Op grenzen botsen

Hier botsen jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg op hun grenzen. Er werden al heel wat initiatieven genomen om die grenzen te verleggen. De intersectorale samenwerking tussen de gemeenschapsinstelling en een outreachend team van de geestelijke gezondheidszorg is daar een mooi voorbeeld van. Met ondersteuning van een psychiater en diverse therapeuten kunnen jongeren therapie, medicatie of een combinatiebehandeling krijgen.

Dit samenspel van verschillende visies en werkwijzen vinden alle betrokken professionals enorm waardevol. Outreachmedewerker Giulia: “Doordat wij als gezondheidswerkers in de gemeenschapsinstelling aanwezig zijn, kan er soms iets bewegen. Het is onmogelijk datzelfde werk te doen buiten de muren van die instelling.”

Onderzoek in twee sectoren

Om de intersectorale samenwerking tussen gemeenschapsinstellingen en de ruime geestelijke gezondheidszorg te versterken, voerden we een onderzoek uit in opdracht van het Agentschap Opgroeien. Samen met beide sectoren gingen we een traject aan waarbij de noden van jongeren, ouders en diverse professionals in kaart werden gebracht. Via interviews, focusgroepen en observatie in de leefgroepen legden we hun ervaringen bloot.

Participatie van de betrokkenen stond centraal: eigen ervaringen delen, andere perspectieven horen en obstakels en bouwstenen van samenwerking benoemen. Dit kan uiteindelijk leiden tot verandering in de praktijk.

Thuishoren

Horen die jongeren hier wel thuis? Deze vraag kwam vaak terug tijdens de gesprekken die we hadden met professionals. Sommige jongeren met agressief gedrag of ernstige psychiatrische problemen belanden in de gemeenschapsinstellingen omdat zij nergens anders terecht kunnen.

‘Er zitten hier ook jongeren die geen straf moeten en gewoon hulp nodig hebben.’

Senn is medewerker van een gemeenschapsinstelling en vertelt: “De zwaarste druk ervaren we niet door het feit dat we meer jongeren hebben gekregen met psychiatrische problematieken. Het probleem situeert zich bij  jongeren die echt niet thuishoren bij ons, maar die door de zwaarte van hun dossier nergens anders naartoe kunnen.”

Zijn collega Bregje vult aan: “De jeugdrechters weten het ook niet meer. Ook zij hebben voor deze jongeren geen geschikte oplossing.”

Ook ouders en jongeren zelf voelen aan dat de noden van sommige jongeren verder gaan dan wat een gemeenschapsinstelling te bieden heeft. Wout (13) verblijft er en stelt vast: “Ik snap dat je in een gemeenschapsinstelling verblijft als straf. Maar er zitten hier ook jongeren die geen straf moeten en gewoon hulp nodig hebben.”

Combinatie van de twee

Een gemeenschapsinstelling is sterk in begeleiding van jongeren in een veilig en gestructureerd kader. De geestelijke gezondheidszorg is vooral gericht op het verbeteren van het mentaal welzijn van jongeren. Vaak zijn het twee verschillende werelden.

Toch hebben een aantal jongeren net die combinatie van intensieve hulp in een beveiligd kader nodig. Deze jongeren lijken noch in de gemeenschapsinstelling, noch elders echt op hun plaats te zitten. En ook al kunnen die instellingen de hulp inroepen van een outreachend GGZ-team, toch lijkt ook dat aanbod van meer intensieve hulp voor deze jongeren nog niet voldoende.

Astrid werkt bij een forensisch kinderpsychiatrische dienst (For-K): “Er is een kleine groep die nergens echt thuishoort. Voor hen vind je enkel oplossingen door de krachten te bundelen en samen zorg aan te bieden.” Omdat professionals de aanvullende expertise van elkaar nodig hebben om gelijktijdig te kunnen inzetten op beveiliging en behandeling, dringt een verregaande intersectorale samenwerking zich op.

High care high risk

Ook de Vlaamse regering heeft die noodzaak begrepen en schuift een oplossing naar voren. Het Vlaams Regeerakkoord 2024-2029 en de beleidsnota’s van de bevoegde Vlaamse ministers van Welzijn en van Justitie spreken over de opstart van een high care high risk-faciliteit: “We maken werk van een high care high risk-faciliteit voor minderjarige delinquenten met zware psychologische problemen.”

Deze faciliteit richt zich op “minderjarigen met zware psychologische problemen, waarbij intensieve behandeling wordt gecombineerd met een hoog niveau van veiligheid, en dit op maat van de doelgroep, meisjes en jongens”. Zo’n faciliteit kan voor een bepaalde groep jongeren met complexe noden een passend antwoord zijn.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Al is die faciliteit er nog niet, ons onderzoek toont waar kritische succesfactoren liggen. Gezamenlijke verantwoordelijkheid is een sleutelbegrip bij het vormgeven van zo’n intense vorm van samenwerking tussen beide sectoren. De jeugdhulp en de geestelijke gezondheidszorg bieden samen de gepaste ondersteuning aan de jongere. Het is een gelijkwaardig samenspel waarbij beide sectoren hun eigen expertise binnenbrengen en samen de verantwoordelijkheid dragen.

‘Voor zo’n zeer ingrijpende maatregel is de input van beide sectoren nodig.’

De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor deze uitdagende groep jongeren begint bij het samen maken van de initiële inschatting van de nood aan een verblijf in zo’n high care high risk-faciliteit. Voor zo’n zeer ingrijpende maatregel is de input van beide sectoren nodig. Ook doorheen het verblijf zullen medewerkers van beide disciplines het traject vormgeven, opvolgen en bijsturen.

Hele reeks uitdagingen

Zo’n verregaande vorm van intersectoraal samenwerken brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Een gemeenschappelijk opgestelde missie, een gedeeld begrippenkader en duidelijke afspraken rond bijvoorbeeld beroepsgeheim zijn onmisbaar. Door elkaar en elkaars werking te kennen, gedeelde ervaringen op te doen en elkaar te ondersteunen in de moeilijke zoektocht naar een passend traject, zal onderling vertrouwen kunnen groeien.

‘Jongeren willen gewaardeerd worden voor wie ze zijn.’

Dat legt de basis voor wat ouders en jongeren belangrijk vinden: oprechte en warme relaties met hulpverleners. Yarah (16) verblijft in een gemeenschapsinstelling en krijgt daar ook begeleiding van GGZ-medewerkers. “Die gesprekken met GGZ-medewerkers gaan over vanalles. Maar het meest over hoe ik me voel en hoe het hier verloopt. We bespreken ook mijn medicatie. We lachen soms. Dus ik voel me gewoon comfortabel bij de kinder- en jeugdpsychiater.”

Samen rond de tekentafel

Jongeren willen gehoord worden en duidelijkheid hebben over hun traject. Bovenal willen ze gewaardeerd worden voor wie ze zijn. Ze willen gezien worden als volwaardig mens, iemand die niet samenvalt met hun gedrag of feiten. Salma (15) verwoordt het als volgt: “Als je in aanraking komt met politie en justitie, ben je daarom nog geen slecht persoon. Je moet eerst iemands verleden kennen en de dingen die er gebeurd zijn, voordat je over iemand kunt oordelen.”

Net zoals in ons onderzoek, zal bij de opstart van zo’n nieuwe high care high risk-faciliteit de inspraak van betrokkenen cruciaal zijn. Laat ons deze intersectorale samenwerking van bij het begin doen gelden en samen rond de tekentafel gaan zitten om mee te bouwen aan herstel en re-integratie van deze jongeren. En dan vallen jongeren als Robby hopelijk niet meer uit de boot.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.