Opinie

‘Er is genoeg voor iedereen’

Stefanie De Bock

We belanden van de ene crisis in de andere. Volgens Stefanie De Bock (vzw de Transformisten) biedt enkel een fundamentele ommezwaai soelaas: “We moeten de fetisj van voortdurende economische groei in vraag durven stellen.” Deel- en repareerinitiatieven zijn een stap in de goede richting.

economie van genoeg

© Kevin Faingnaert

Polycrisis

Dat ons huidige economische model in crisis is, mag duidelijk zijn. Experten noemen het een ‘polycrisis’: een tijd waarin heel wat crisissen zich op hetzelfde moment afspelen en elkaar versterken. Neem bijvoorbeeld de klimaatcrisis die de sociale crisis versnelt: zij die het minst bijdragen aan de opwarming van de aarde, worden het hardst getroffen.

‘Hoog tijd om naar de kern van het probleem te gaan: het economisch systeem.’

De maatregelen die regeringen op Vlaams, federaal en Europees niveau vandaag nemen, zijn symptoombestrijding en verergeren vaak zelfs de grote crisissen die er al heersen. We naderen belangrijke kantelmomenten, zowel op vlak van de klimaatcrisis als op vlak van ongelijkheid.

Fetisj

Hoog tijd dus om naar de kern van het probleem te gaan: het economische systeem. Willen we de zorg voor onze planeet combineren met een kwaliteitsvol leven voor iedereen, dan moeten we de fetisj van voortdurende economische groei in vraag durven stellen. Die stimuleert het willen hebben van meer spullen en creëert zo een permanent en onbevredigd verlangen naar meer dan wat je nodig hebt.

Daardoor bevinden we ons in een continue staat van rusteloosheid, eigen aan het economische systeem dat zelf rusteloos is en steeds meer wil. Die dwanggedachte geeft ons het gevoel dat er nooit genoeg is, dat we steeds meer nodig hebben. Op die manier putten we niet alleen de planeet, maar ook onszelf uit.

De Britse econoom Tim Jackson vat het goed samen: “People are persuaded to spend money we don’t have, on things we don’t need, to create impressions that won’t last, on people we don’t care about”.

Er zijn alternatieven

Niet alleen kritische denkers, maar ook gerenommeerde organisaties zoals de OESO en de VN stellen een economie met groei als enige doel in vraag. Zowel in de academische wereld als op het werkterrein bestaat een rijkdom aan kennis over hoe iedereen een kwaliteitsvol leven kan hebben, zonder iemand achter te laten.

Er is geen kant-en-klaar stappenplan, maar er zijn bouwstenen en er zijn kaders waarbinnen zich nu al alternatieven ontwikkelen. Die zijn gebaseerd op het idee dat er al meer dan genoeg is, maar dat het rechtvaardig (her)verdeeld moet worden, met zorg voor de planeet.

Economie van genoeg

Al in de jaren ’70 werd in Nederland een krachtige term gevonden voor die nieuwe economie: een economie van genoeg. Vanuit socio-culturele organisatie de Transformisten dragen we dat alternatief op een actuele manier uit door de spotlights te richten op pioniers die het vandaag al anders doen.

Een van die pioniers is de beweging van deel- en repareerinitiatieven. Iedereen heeft weleens een voorwerp dat defect of versleten is, of heeft spullen in de kast liggen die hij amper gebruikt. In plaats van iets nieuws te kopen, kijken deze initiatieven of ze het kapotte voorwerp kunnen repareren, of iets kunnen delen, zodat niet iedereen het hoeft te kopen.

‘Een van die pioniers is de beweging van deel- en repareerinitiatieven.’

Tegelijkertijd zorgen ze voor een radicale herverdeling van spullen. Wie te veel heeft, doneert, wie iets nodig heeft kan kiezen. Dat maakt hen ook sociaal. Meer nog dan in te zetten op premies voor mensen die al een investering kunnen doen – denk bijvoorbeeld aan de premies voor zonnepanelen en elektrische wagens – zetten ze in op de actuele noden en behoeften van iedereen. Daarnaast brengen ze mensen van verschillende achtergronden samen.

Wie deelt en repareert, ontdekt hoeveel keuze er al is, hoe we al een overvloed kennen zonder de aarde verder te moeten uitputten door meer consumptie en productie. Niet winst, maar zorg staat centraal: zowel voor mensen en spullen als voor de planeet.

Experimenten rekken onze verbeelding op

De initiatieven experimenteren door zichzelf de vraag te stellen: Hoeveel is genoeg? Wat hebben we écht nodig? Zo dagen ze ons uit om niet enkel na te denken over een bovengrens, maar ook een ondergrens van een kwaliteitsvol leven. Ze binden de strijd aan met overconsumptie en armoede.

‘Hoeveel hebben we écht nodig?’

Ze tonen hoe het anders kan en geven ze mensen een handelingsperspectief om opnieuw hun eigen keuzes te bepalen. Ze maken de alternatieven ook tastbaar.  Dankzij deze initiatieven is het makkelijker om een andere wereld in te beelden. Ze rekken als het ware onze verbeelding op richting een wereld waarin de mythe van de schaarste niet heerst en waar rechtvaardigheid vanzelfsprekend is.

Nieuwe wereld

Net dat streeft een economie van genoeg ook na. Deel- en repareerinitiatieven zijn maar een stukje van een grote puzzel. Als we alles willen veranderen, hebben we iedereen nodig.

In een economie van genoeg hebben ook sociale professionals een belangrijke opdracht. We moeten durven inzetten op praktijken die zowel persoonlijk gedrag als het eisen van structurele oplossingen vooropstellen. Die twee gaan hand in hand en solidariteit staat hierbij centraal. Ook internationaal.

Een nieuwe wereld loert om de hoek. Hoe sterker onze solidariteit is en hoe luider het alternatief klinkt, hoe moeilijker het wordt voor blinde beleidsvoerders om onze basisrechten verder af te breken. Er is namelijk meer dan genoeg.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.