Veel verloren kansen en talenten
Vanuit het Brusselse onderwijsteam van Groep INTRO, een organisatie die inzet op een inclusieve samenleving, ondersteunen we Brusselse jongeren en scholen. We zoeken hoe scholen de nodige kansen kunnen geven aan jongeren, om met de juiste kwalificaties en vaardigheden de schoolbanken te verlaten. Haken jongeren af op school, dan gaan er veel kansen en talenten verloren.
‘Het schooljaar is pas halfweg en Noah was al meer dan twintig dagen ongewettigd afwezig.’
Neem bijvoorbeeld Noah, hij volgt de opleiding kantoor.De gebruikte namen zijn fictief.Het schooljaar is pas halfweg en Noah was al meer dan twintig dagen ongetwettigd afwezig. De school en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) laten Noah en zijn ouders weten dat ze bezorgd zijn. Na een begripvolle reactie van de moeder verwatert het contact. Op de laatste telefoontjes volgt geen reactie meer. Intussen is Noah vaker niet dan wel op school.
12.000 Brusselse jongeren zijn ongewettigd afwezig
Noah is geen alleenstaand geval. Wie zich inschrijft in een school, moet naar school. Toch werden er In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het schooljaar 2022-2023 maar liefst 12.320 jongeren geregistreerd als ongewettigd afwezig. Daarvan zijn 1.202 jongeren meer dan 30 keer ongewettigd afwezig. Dat is het dubbele van het Vlaamse gemiddelde.
Het gaat hierbij natuurlijk niet alleen over jongeren die niet langer gemotiveerd zijn om naar school te gaan, het gaat ook om jongeren die om uiteenlopende redenen te laat komen en daardoor een afwezigheidscode krijgen. Daarnaast is er ook sprake van luxeverzuim: jongeren die buiten de vakantieperiode enkele dagen of weken op reis gaan. Dit is echter een kleine minderheid van deze groep.
Doktersbriefje
In de realiteit liggen de cijfers van problematische afwezigheid nog hoger. Ook achter heel wat gewettigde afwezigheden schuilt een afhaken op school. Een doktersbriefje krijgen is geen moeilijke opdracht.
‘Problematische afwezigheden worden vaak niet opgevolgd.’
Een Brusselse school vertelt hierover in een intern schooldocument: “Vooral bij leerlingen die een medisch attest hebben is het moeilijk om dat afhaken op school aan te pakken. Die groep verschuilt zich achter een gewettigde afwezigheid. We zien deze aantallen toenemen en maken ons daardoor ook zorgen om de motivatie, mentale gezondheid en thuissituatie van deze leerlingen. Helaas krijgen we op deze ernstige gevallen weinig vat.”
Contact herstellen
NAFT is een Vlaams project om vroegtijdig schoolverlaten en schooluitval tegen te gaan in het secundair onderwijs, via ondersteuning van leerlingen, klassen, leerkrachten en scholen. CLB-medewerkers melden trajecten aan vanuit hun eerstelijnsfunctie, het opvolgen van de afwezigheden is in de eerste plaats een taak van de school en het CLB.
De grote personeelstekorten binnen onderwijs zorgen er echter voor dat deze opvolging te vaak achterwege blijft. Omdat afwezigheden zo hoog zijn in Brussel, werd een werkgroep opgericht door de Brusselse CLB’s en heeft Groep INTRO als NAFT-partner een convenant afgesloten met de Vlaamse overheid voor een innovatief project rond het opvolgen van problematische afwezigheden binnen NAFT.
Gedurende drie schooljaren gaan we elk schooljaar met een aantal scholen aan de slag. Scholen en CLB’s kunnen problematische afwezigheden bij ons aanmelden. Via verschillende stappen pogen we het contact met de leerling te herstellen. Ook voor ons blijft het zoeken, maar al doende leerden we de afgelopen jaren veel bij.
De ogen niet (meer) sluiten
We werken zo veel mogelijk preventief. We zijn in de scholen aanwezig en gaan met iedereen in gesprek: van leerlingen over het schoolteam tot de poetshulp en de directie. We maken hen duidelijk dat we de ogen niet sluiten voor ongewettigde én problematische afwezigheden.
‘We zijn in de scholen aanwezig en gaan met iedereen in gesprek.’
We gaan in overleg met het schoolteam, zowel met het onderwijzend als ondersteunend personeel. De gesprekken geven het thema aandacht en laten het leven binnen de school. Een Brusselse school vertelt ons dat het bespreekbaar maken van deze problematiek al een belangrijke actie was. Hierdoor kan er werk gemaakt worden van een warm onthaal binnen de school.
Goed registreren
We maken ook werk van een goede registratietool. Want zonder cijfers kan je geen beleid voeren. In principe registreert de school dagelijks afwezigheden, soms elk lesuur opnieuw. Maar voor een aantal scholen is het registeren een complexe opdracht omwille van onregelmatige lessenroosters, verschillende ingangen van de school en weinig gebruiksvriendelijke registratiesystemen. En wordt er dus vaak niet (volledig) geregistreerd.
Zo is er een school waar elke leerling drie verschillende registraties krijgt: een op papier bij binnenkomen in de school, een op papier bij aanwezigheid in de klas en nog een laatste online in het informaticasysteem van de school. Dit vraagt veel tijd en personeelsinzet. In een andere school is een eenvoudige scan door de leerling op een centraal punt voldoende om een zicht te hebben op aan- en afwezigheden.
Investeren in een efficiënt elektronisch registratiesysteem is noodzakelijk om afwezigheden snel duidelijk te krijgen. In zo’n systeem moeten jongeren met hun gsm aan het onthaal een code scannen. Dit zorgt ervoor dat het school in real time weet wie aanwezig is, wie te laat en wie er niet is. Op die manier kan je afwezigheden snel opsporen en opvolgen.
Eerst preventie, dan aanklampen
We gaan in gesprek met leerlingen, ook tijdens de speeltijden en pauzes. Op school worden we vaak aangesproken door leerlingen: “Bij mij ben je nog niet moeten komen, hé meneer?” Of er wordt gefluisterd: “Voorzichtig, want als je niet op school bent, komt die gast bij je thuis.”
Preventie lost niet alle problematische afwezigheden op. Als jongeren ongewettigd afwezig zijn, dan is snel en aanklampend reageren de boodschap. Blijkt dat een jongere afwezig is, dan gaan we onmiddellijk over tot actie. We wachten niet tot de jongere veelvuldig afwezig is. Afwachten en toekijken geeft jongeren het gevoel niet opgevolgd te worden. Of nog sterker: het gevoel dat niemand op school hen mist.
‘Afwachten en toekijken geeft jongeren het gevoel niet opgevolgd te worden.’
We bellen onmiddellijk met de jongere en/of zijn ouders. Het vertrekpunt van dat gesprek is duidelijk: “Je schreef je in in deze school, dus verwachten jou er ook, liefst vandaag nog.” Uiteraard luisteren we ook naar de jongere en zijn gezin. We vragen: “Hoe komt het dat je niet op school bent?” De juiste formulering kan nieuwe perspectieven bieden: “We missen je in de klas” of “Kunnen we ergens mee helpen?”.
Brent
Zo is er Brent. Hij was op korte tijd al tien keer ongewettigd afwezig. Toen we hem belden, bleek hij geen reden te hebben voor zijn afwezigheid. Vanaf dat contact is hij consequent aanwezig op school, hij voelde immers dat zijn afwezigheid werd opgemerkt.
‘We missen je in de klas.’
Pierre was deze week plots drie keer onwettig afwezig. Tijdens een telefoongesprek met mama bleek dat zijn vader onverwacht was overleden. Niemand op school wist dit. We brachten een gesprek tot stand tussen de mama en de leerlingbegeleider. Dat leidde tot meer begrip voor de moeilijke situatie van Pierre.
Op huisbezoek
Een telefoongesprek toont dat de school geïnteresseerd is in haar leerlingen en ouders. Blijft de telefoon onbeantwoord, dan schakelen we over naar een huisbezoek. Zo krijg je een meer volledig beeld en ervaar je hoe de leerling thuis woont en leeft.
Sarah heeft op een korte tijd vijf codes ongewettigd afwezig verzameld. Ze woont alleen met haar mama op twee minuten wandelen van de school. Tijdens een huisbezoek blijkt dat Sarah luizen heeft en niet naar school durft. We regelen een bezoek aan de luizenkapper.
‘Blijft de telefoon onbeantwoord, dan schakelen we over naar een huisbezoek.’
Thomas heeft tien codes. Tijdens het huisbezoek stellen we vast dat hij worstelt met angsten. We verplichten hem niet om meteen mee naar school te gaan, maar bespreken met hem hoe hij zich beter kan voelen in de klas. Twee dagen later is Thomas terug op school.
Moussa is bijna achttien en vertelt dat hij niet meer gemotiveerd is om naar school te komen. De ouders en school schrikken van die boodschap. Tijdens het huisbezoek vertellen we hem dat hij zich inschreef in de school en dus ook aanwezig moet zijn. Maar we vragen hem ook hoe hij zelf zijn toekomst ziet. Door dat gesprek heeft hij nu meer inzicht in de gevolgen van zijn afwezigheid.
Niet altijd complex
Opvolging hoeft niet altijd veelvuldig en complex te zijn. Veelal volstaat een telefoongesprek of huisbezoek om jongeren weer op school te krijgen.
Het is pas wanneer het probleem te lang wordt verwaarloosd dat jongeren in complexe situaties belanden die om een veel intensievere begeleiding vragen (armoede, verwaarlozing…). Samenwerking met andere organisaties is dan een must. We signaleren die problematiek aan de school en stemmen hierrond af. Waar nodig gebeurt een doorverwijzing om gepaste begeleiding in te schakelen.
Oproep aan het beleid
Werkt onze aanpak? We vroegen aan drie Brusselse scholen om ons cijfers te bezorgen over het aantal problematische afwezigheden voor en na de uitvoering van ons project. De resultaten zijn bijzonder hoopgevend: de cijfers dalen. Dat succes is het gevolg van een doordachte combinatie: inzetten op preventie via een kordaat maar warm beleid, korte opvolging van problematische afwezigheden en snel ingrijpen waar dat nodig is. Volgend schooljaar plannen we een meer uitgebreide en wetenschappelijke evaluatie.
We roepen scholen en het bredere onderwijsveld op om volop de kaart van vroegtijdig en snel ingrijpen te kiezen. Vermijd escalatie van afwezigheden, schooluitval en vroegtijdig schoolverlaten. En vooral: kies voor Noah, Thomas, Sarah, Moussa, Pierre en de bijna 12.000 andere Brusselse jongeren die afwezig zijn op school. En hun veelvoud in Vlaanderen.
Reacties [1]
Ik kan dit alleen maar aanmoedigen! Zelf moest ik de school verlaten in het 5de middelbaar toen m’n vader stierf. Ik was enig kind. Moeder had angst om niet toe te komen met het reserve spaargeld en ik toen heel gemakkelijk werk krijgen… Ik ben blijven werken en heel m’n leven heb ik bijgestudeerd wat ik kon. Relaties beleefd die toxisch waren omdat altijd in contact wou zijn met mensen die wel langer konden studeren. Ik ben nu 80Jaar en volg nog academie , dat geeft me een meer zinvol bestaan. Toch blijf ik op de achtergrond van mensen met een echt diploma!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies