Verhaal

Actrice Mira Bryssinck: ‘Ik strijd voor inclusie’

Peter Jan Bogaert

Mira Bryssinck (30) is actrice, theatermaker en docente. Ze geeft straks de openingslezing van het 13de DisABILITY Filmfestival in Leuven. “Er zijn al veel verhalen verteld over personen met een beperking, maar nog altijd veel te weinig met en vooral door mensen met een beperking.”

Mira Bryssinck

© ID / Sammy Van Cauteren

Actrice met een beperking

In Leuven kan je van 8 tot 12 mei terecht op het DisABILITY filmfestival voor tien films, documentaires, workshops en lezingen. Tien keer met personen met een handicap in de hoofdrol. Eén van hen is actrice en theatermaker Mira Bryssinck. Zij verzorgt de openingslezing.

‘De strijd van personen met een handicap hangt samen met die andere gevechten waar het schoentje knelt: ouderen, mensen van kleur, queers en transpersonen…’

Bryssinck speelt, schrijft en geeft ook les. Theater zit in haar bloed. Als kind speelde ze mee in producties van het jeugdkunstencentrum Kopergietery. Ze studeerde af aan het KASK in Gent, was te zien in de tv-serie Tytgat Chocolat en werkte mee aan diverse voorstellingen bij onder andere Compagnie Cecilia, Het GEVOLG en Par Hasard, haar eigen collectief.

Hoewel ze altijd huiverde om zich te profileren als actrice met een beperking, staat ze de jongste maanden toch vaak op de barricaden. “Een uit de hand gelopen activistisch parcours”, zoals ze het zelf noemt. “Omdat het nodig is. Omdat er te weinig gebeurt.”

Waarover ga je het hebben tijdens de lezing?

“De lezing heet ‘Van-over-naar-met-en-door’. Zowel in de samenleving als in de kunsten, wordt er heel veel gepraat en gemaakt over mensen met een beperking. We moeten evolueren naar meer verhalen met en door mensen met een beperking.”

“Dat gaat veel meer verschillende narratieven en perspectieven met zich meebrengen, want nu krijg je toch vooral cliché bevestigende story’s of verhalen die nuance missen. We kunnen meer dan dat. Vernieuwing, ook artistiek, kan je alleen maar krijgen als  je nieuw licht werpt op verhalen of nieuwe verhalen op nieuwe manieren vertelt. Dat doe je ook door het patroon te veranderen van wie het vertelt.”

“Mijn werk is sowieso eerder bespiegelend, de lezing zal dat ook zijn. Niet enkel kritiek geven, maar ook en vooral bevragen. Je kan enkel tot gesprek komen als je elkaar bevraagt. De strijd van personen met een handicap hangt sowieso samen met die andere gevechten waar het schoentje knelt: ouderen, mensen van kleur, queers en transpersonen… Al die strijden hebben met elkaar te maken. Ook daar zou er meer verbinding mogen zijn.”

Die strijd is heel hard nodig, zeg je.

“Ja. Stand-upcomedian William Boeva zei het ooit: het is perfect mogelijk om in je leven niemand tegen te komen met een beperking: er zijn aparte scholen, aparte voorzieningen, aparte hobbyclubs.”

“Mensen met een beperking hebben soms het gevoel dat ze zich moeten wegsteken of hun handicap moeten sublimeren. Dat is iets wat ik bij mezelf wel herken. Het is belangrijk om al die zaken invoelbaar en zichtbaar te maken, en letterlijk inclusief te maken. Dus ja, ik strijd voor inclusie.”

Hoe vul jij het woord inclusie in?

“Inclusie betekent voor mij insluiten, omarmen. Iedereen kan deel zijn van een groter geheel in de samenleving. Letterlijk: als een bepaalde groep buiten staat, is het niet inclusief.”

‘Inclusie betekent insluiten, omarmen. Iedereen kan deel zijn van een groter geheel in de samenleving.’

“Heel veel groepen zitten op dit moment in een aparte zone. De kunsten kunnen een belangrijke rol spelen om dat onrecht te bestrijden. Bovendien is inclusie praktisch van aard: het is mogelijk om een werkveld, een productielogica, de inrichting van openbare gebouwen aan te passen aan de noden van mensen.”

Is een apart filmfestival voor mensen met een beperking dan wel aangewezen?

“Het is belangrijk dat het er is. Om het thema zichtbaar te maken. Om het anders zijn en mogen zijn te vieren. Dit festival kan de strijd ondersteunen. Bovendien is het festival echt inclusief: mensen met en zonder beperking komen er samen.”

“Het filmcircuit is sowieso een gebeuren voor mensen zonder beperking. Het is niet evident om naar een filmzaal te gaan in een rolstoel bijvoorbeeld. Maar ik hoop oprecht dat er binnen een aantal jaren geen apart festival meer nodig zal zijn.

Een van de thema’s van het festival is dit jaar ‘kijken en staren’. Wat is het verschil?

“Er zijn verschillende blikken van mensen. Je ontwikkelt daar een soort van antennetjes voor. Je voelt intuïtief of iemand kijkt uit nieuwsgierigheid of om contact te leggen. Of om te bevestigen dat zij ook een beperking hebben of iemand kennen met een beperking.”

‘Je hebt mensen die staren, langer kijken dan nodig, waarbij de focus ligt op mijn fysieke beperking.’

“Je hebt ook mensen die staren, langer kijken dan nodig, waarbij de focus ligt op mijn fysieke beperking. Mijn manier van lopen wordt dan afgecheckt of er wordt gekeken naar mijn steunbeugels. Bij staren word je niet als persoon bekeken, enkel de beperking telt. De bevestiging dat we niet elkaars gelijken zijn.”

“Waar mijn lezing over gaat is de blik van mensen met een beperking op de samenleving. Welke perspectieven brengen we mee? Op welke manier maken we ons evident in verhalen en niet meer als curiosum? En hoe kunnen we kijken naar een samenleving in de toekomst die beperking erkent maar ook voorbij de beperking kijkt?”

Kijken naar iemand met een beperking kan ook een uitnodiging zijn, een open vraag tot contact.

“Zeker, er kan dan iets positiefs ontstaan, een glimlach, herkenning of een gesprek. Kinderen kunnen zelfs in hun staren ontwapenend zijn. Het is een kans om het gesprek aan te gaan over het anders zijn. Dat merk ik vaak bij het lesgeven. Maar volwassenen kijken en vragen niet altijd op een oordeelloze manier.”

‘Ik ben tamelijk streng voor mezelf, wat niet altijd de meest gezonde reflex is.’

“Belangrijk is te weten wie de regie houdt, en of het gesprek nu of op een later moment kan plaatsvinden. Alles is context. Het kan bijvoorbeeld heel indringend zijn als er meteen wordt gepolst naar mijn beperking of mijn medisch traject. Dat is intieme informatie. Op sommige momenten ben ik ook meer gewapend tegen starende blikken dan andere dagen. Als ik toevallig slecht geslapen heb, kan ik er minder tegen.” (lacht)

Mira Bryssinck

Mira Bryssinck: “Er is een probleem met tv-programma’s als ‘Down The Road’. Als je het auteurschap van mensen met een beperking zou stimuleren, dan krijg je een andere soort reality-tv.”

© ID / Sammy Van Cauteren

Je bent net dertig jaar geworden, een mijlpaal in je leven. Waar sta je?

(lacht) “Bedankt dat je het vraagt. Over het algemeen ben ik wel tevreden. Ik ben tamelijk streng voor mezelf, waardoor ik te veel focus op wat beter kan. Wat niet altijd de meest gezonde reflex is.”

“Ik geloof wel sterk in de dingen die ik doe. Ik ben met Fred Libert en Laura Vroom ook een eigen collectief gestart – Par Hasard. We maken eigen werk, maar zijn ook een platform, een ruggensteun, voor andere creatievelingen. Anders blijft iedereen op zijn eiland zitten. Die verbinding zoek ik graag op.”

“Ik ben ook blij met mijn bijkomende lerarenopleiding. Ik leer veel van de dialoog tussen docenten, leerlingen en cursisten. En ik zit mee in ‘Het Scheldeoffensief’ waar cursussen gegeven worden aan mensen met en zonder beperking, een heel inclusieve groep. Blij dat ik ook daar een radertje mag zijn in een groter geheel waardoor acteurs met een beperking hun weg vinden naar het theaterlandschap.”

Je bent ook opgegroeid in een sociaal geëngageerd nest.

“Mijn papa heeft mee Villa Voortman in Gent opgericht, een sociaal-artistieke werkplaats voor mensen met een psychische problematiek, mama werkt in een organisatie voor welzijn in de kinderopvang en mijn zus werkt in de psychiatrie.”

‘We moeten luisteren naar wat de andere echt zegt.’

“Die sociale gedrevenheid hebben we thuis meegekregen. We hebben altijd geleerd om rond te kijken in de samenleving naar wat nog niet in elkaar klikt, waar nog verbinding nodig is. En dan niet om mensen een stem te geven, maar wel mensen te ondersteunen om hun stem te nemen.”

Dat is een belangrijk onderscheid.

“Ja, daar gaat de lezing ook over. Veel organisaties zeggen dat ze een stem willen geven, terwijl iedereen eigenlijk al een stem heeft. Wat we nodig hebben is de ruimte om naar elkaars stem te luisteren. De ruimte om te horen wat de ander echt zegt. Veel mensen zwijgen omdat hun innerlijk lied niet hoorbaar is.”

‘We hebben acteurs, regisseurs en makers nodig met een beperking.’

“Voor een eerdere rede op de openingsavond van het Theaterfestival heb ik me laten inspireren door het boek  ‘Afhankelijkheidsverklaring’ van dramaturge en performer Rebekka de Wit: ‘Mijn lichaam is te specifiek om speler te zijn. Laat het maar. Te traag om te schrijven. Laat het maar. Te chaotisch om te maken. Laat het maar. Ik zie geen mensen op de televisie die op mij lijken, laat het maar.’”

“We hebben acteurs, regisseurs en makers nodig met een beperking. Als we hun stem beluisteren dan ontstaan er nieuwe verhalen.”

Je hebt al eerder gerefereerd naar William Boeva. Hij is vaak scherp als het over inclusie aankomt. Tv-programma’s als ‘Down the road’ mogen dan wel goed gemaakt zijn, het is geen inclusie zegt hij.

“We kennen elkaar en zitten inhoudelijk op dezelfde lijn. Hij is rechtuit, formuleert het wat scherper waardoor mensen soms overrompeld zijn. Ik zeg het met andere woorden, maar we delen heel vaak dezelfde mening.”

‘Men vertrekt nog te vaak vanuit een eendimensionaal beeld op de beperking. Terwijl het leven zoveel diverser en complexer in elkaar zit.’

“Er is een probleem met tv-programma’s als ‘Down The Road’ en andere. Als je het auteurschap van mensen met een beperking zou stimuleren, dan krijg je andere verhalen, een andere soort reality-tv. Als je letterlijk kijkt vanuit een ander kader, krijg je ook een ander, rijker beeld.”

“Nu zie je altijd dezelfde patronen terugkeren: ofwel krijg je het beeld van iemand zielig waar je medelijden mee moet krijgen, ofwel wordt de klunzigheid als een soort grap in beeld gebracht, ofwel komt er een portret van de grote held die ondanks de beperking alles overwint en aanbeden wordt om zijn moed en doorzettingsvermogen. Dat zijn geen realistische beelden.”

“Men vertrekt nog te vaak vanuit een eendimensionaal beeld op de fysieke of mentale beperking. Terwijl het leven zoveel diverser en complexer in elkaar zit. In mijn relaties of vriendschappen komt de hulpvraag ook niet altijd van mij bijvoorbeeld.”

Je bent hier wel echt mee bezig, he?

(knikt) “Ik denk graag na over de samenleving, al zijn oplossingen niet altijd even simpel. Ik heb heel lang de boot afgehouden om zo openlijk activistisch te zijn in deze strijd, omwille van mijn artistieke integriteit. Maar ik blijf op mijn honger zitten en dan neem ik de handschoen op.”

Denk je dat het binnen twintig jaar anders zal zijn?

“Ik hoop dat we dit gesprek dan niet meer zullen voeren, dat het een evidentie is. Zeker op vlak van toegankelijkheid van gebouwen hoop ik dat we veel verder staan. Ik was onlangs in Berlijn, wat een verschil is dat met veel plekken in Vlaanderen.”

“Daarnaast hoop ik dat er bij leidinggevenden in de theaterwereld, maar niet alleen daar, veel meer mensen met een beperking zullen zijn. Al hoop ik nog meer dat de samenleving tout court minder hiërarchisch wordt. Ik zou graag meer gedeeld leiderschap zien, met organisaties die ook laagdrempeliger worden, zowel letterlijk als figuurlijk. We moeten anders met elkaar omgaan.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.