Boek

‘Dat je een psychopaat helemaal niet kan behandelen, is een hardnekkige mythe’

Donna Kerseboom

Zware criminelen krijgen al snel het label van ‘psychopaat’. En veel mensen denken dat er aan psychopathie niks te doen valt. De werkelijkheid is gelukkig genuanceerder. Professor forensische en criminologische psychologie Kasia Uzieblo (VUB, De Forensische Zorgspecialisten) schreef er een boek over.

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Clichés over psychopathie

“Ik bots enorm op de clichés die over psychopathie bestaan,” begint Kasia Uzieblo ons gesprek bij haar thuis. Ze vertelt over de periode waarin ze haar boek ‘Psychopaten: wie zijn ze?’ schreef. De media hadden het wekenlang over de ontvoering en dood van kleuter Dean.

‘Kenmerken van psychopathie zijn onder andere prikkelhonger, een gebrek aan empathie en manipulatief gedrag.’

“Zelfs collega’s gingen publiekelijk over tot het labelen van de verdachte als ‘psychopaat’. Nochtans kan je zo’n label niet plakken zonder de persoon te onderzoeken. Het kan bovendien enorm schadelijk zijn voor het verdere verloop van de rechtszaak.”

Uzieblo is klinisch psycholoog, gespecialiseerd in forensische psychologie. Ze doet al sinds 2004 onderzoek naar psychopathie, is professor criminologische en forensische psychologie aan de VUB, en geeft trainingen aan professionals over de materie.

Ze begeleidt criminelen, waaronder psychopaten, doorheen hun herstel in een Nederlands forensisch psychiatrisch centrum met psychopaten. Uzieblo wordt door justitie ook ingeschakeld om vermoedelijke psychopaten te diagnosticeren. Ze durft zichzelf voorzichtig expert psychopathie noemen.

Wat is psychopathie?

“Het is een persoonlijkheidsproblematiek die zich in verschillende gradaties kan voordoen. Kenmerken van psychopathie zijn onder andere prikkelhonger, een gebrek aan empathie en manipulatief gedrag. Je moet veel van deze kenmerken vertonen en in sterke mate, om het label ‘psychopaat’ te krijgen.”

“Er zijn mensen met een aantal psychopathische kenmerken die geen of maar weinig schade berokkenen aan zichzelf en anderen. Ze zijn misschien wat impulsiever of weinig empathisch. Maar ze functioneren wel. En dan heb je de situaties waar iedereen aan denkt bij het woord ‘psychopaat’: mensen met extreme gedragsproblemen. Zij zijn manipulatief, vertellen leugens, stellen zich dominant op, vertonen weinig emoties.”

“Soms vinden ze zelfs de woorden niet om emoties te beschrijven. Al lukt het nog wel eens om een emotie te labelen zoals: ‘Die zal zich vast verdrietig voelen’. Toch voelt dat dan oppervlakkig, alsof ze een lesje opzeggen.”

Zijn alle psychopaten misdadigers?

“Niet alle criminelen hebben een hoge mate van psychopathie, maar ik ga er wel vanuit dat heel wat mensen met psychopathie ooit enige criminele feiten hebben gepleegd.”

‘Soms vinden ze zelfs de woorden niet om emoties te beschrijven.’

“Ik werk mee aan een onderzoek onder de algemene bevolking waarin we psychopathische persoonlijkheidskenmerken bevragen. Dat zijn anonieme enquêtes. Ik zet daarin altijd de vraag of mensen al eens antisociaal of crimineel gedrag hebben vertoond. En ook of ze daarvoor gevat zijn.”

“Er is een verband tussen de mensen die aangeven dat ze iets crimineels hebben gedaan, ook al zijn ze er niet voor gepakt, en de aanwezigheid van psychopathische kenmerken. Dus voor mij zijn die twee vaak vervlochten met elkaar. Als je deze antisociale trekken in hogere mate hebt, dan is de stap naar criminaliteit doorgaans niet zo groot.”

Je schrijft dat we moeten oppassen om mensen te snel psychopaat te noemen. Waarom?

“Omdat er dan al snel gezegd wordt dat die persoon per definitie onbehandelbaar is, wat niet klopt. De implicaties daarvan zijn zeer groot.”

‘Als vrouw en moeder heb ik liever de zekerheid dat men zijn best heeft gedaan om de kans op herval te beperken.’

“Ik begrijp dat slachtoffers van een ernstig misdrijf de dader het liefst voor eeuwig en altijd opgesloten zien. Maar voor de meeste daders zal dat niet opgaan. Ofwel komen ze voorwaardelijk vrij, ofwel zitten ze hun volledige straf uit.”

“Als burger, als moeder, als vrouw, heb ik liever de zekerheid dat men alles heeft gedaan om de kans op herval te beperken. Dat we niet hopeloos toekijken en denken dat er met daders toch niks aan te vangen is. Die houding verontrust mij.”

“Als er in de media luid wordt geroepen dat iemand een psychopaat is, dan wordt het lastig om neutraal te blijven.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Wat zijn de concrete gevolgen van zo’n overhaast label?

“Als er in de media luid wordt geroepen dat iemand een ‘psychopaat’ is, dan wordt het lastig om neutraal te blijven. Met welke bril gaan juryleden, rechters, advocaten maar ook hulpverleners dan naar die persoon kijken?”

‘Je zou onschuldig moeten zijn totdat het tegendeel wordt bewezen.’

“Men gaat er dan sneller vanuit dat iemand schuldig zal zijn. Dat gaat in tegen de principes van ons rechtssysteem. Je bent onschuldig tot het tegendeel wordt bewezen.”

Waarom plakken we dat label dan zo graag?

“Mensen proberen dingen te begrijpen. Hoe kan het dat iemand zoiets gruwelijks doet? Het voelt veiliger als je die persoon dan zo ver mogelijk van je afschuift. Met het label ‘psychopaat’ zeg je: ‘Hij lijkt helemaal niet op mij.’”

Bijzonder hoe veel dat over onszelf zegt.

“Laten we eerlijk zijn. Ook wij zijn niet altijd empathisch of reageren wel eens impulsief of antisociaal. We erkennen niet graag dat antisociale kantje in onszelf. Maar bij deze groep mensen is dat veel erger. Met grotere gevolgen.”

Er zijn ook professionals die een verkeerd beeld hebben van psychopathie. Hoe komt dat?

“Ook bij sociale professionals bestaan er hardnekkige mythes over psychopathie. Maar ik vind het onze verantwoordelijkheid vanuit justitie en de geestelijke gezondheidszorg om mensen niet op basis van een label af te schrijven. Ook vanuit menselijk oogpunt is dat belangrijk.”

“En ja, er zijn personen met een hoge mate van psychopathie die hervallen. We merken in onze praktijk dat de kans dat deze groep daders hervalt groter is in vergelijking met andere gedetineerden. Daar moet je realistisch en transparant in zijn. Maar dat betekent niet dat alle psychopaten per definitie hervallen.”

“Bovendien kunnen we mensen behandelen. Nieuw onderzoek op dit vlak bereikt professionals niet genoeg. Al heb ik er begrip voor dat je als hulpverlener niet altijd tijd en ruimte hebt om de nieuwste inzichten uit je vakgebied te verzamelen. Daarom is het onder meer mijn taak om die boodschap tot bij hen te krijgen.”

“We erkennen niet graag het antisociale kantje in onszelf.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Toen ik in je boek las dat psychopaten weinig emoties kennen en moeilijk relaties kunnen onderhouden, vond ik dat best triest.

“Wat je nooit hebt ervaren, kun je misschien ook niet missen… Maar we hebben eens een patiënt gehad met een hoge score voor psychopathie die dat wel besefte. Hij zag dat hij niet hetzelfde leven kon lijden als de mensen rondom hem. Een leven met liefde, geborgenheid, een gezin.”

“Ergens merkte je dat er droefheid achter zijn woorden zat, maar dat was zo weer voorbij. Al heb ik wel geleerd om daar genuanceerd naar te kijken. Ik ga er niet zomaar vanuit dat mensen het niet anders willen.”

Kan je psychopathie ook vaststellen bij iemand die geen misdaden heeft begaan?

“Om de diagnose te stellen gebruiken we een checklist waarmee we vaststellen hoeveel psychopathische persoonlijkheidskenmerken iemand heeft en in welke mate. Om die test te doen, heb je veel dossierinformatie nodig. Anders heb je geen zicht op de aanwezigheid van persoonlijkheidskenmerken doorheen iemands leven.”

‘Het is niet omdat iemand geen crimineel feit pleegt, dat hij geen antisociaal gedrag stelt.’

“In de reguliere zorg heb je zulke dossiers vaak niet. Wanneer iemand een crimineel feit gepleegd heeft, zeker wanneer het om moord of een ander zeer ernstig delict draait, dan krijg je wel meer informatie. Er wordt bijvoorbeeld een moraliteitsonderzoek gevoerd, waarin de omgeving van die persoon bevraagd wordt.”

“Maar dat betekent niet dat psychopathische persoonlijkheidstrekken niet aanwezig zijn bij anderen. Alleen zit het verschil in de ogenschijnlijke afwezigheid van crimineel gedrag. Ik zeg zeer bewust ogenschijnlijk, want het is niet omdat iemand niet met politie of justitie in contact komt, dat hij geen crimineel feit heeft gepleegd. En zelfs als iemand geen misdrijven pleegt, valt niet uit te sluiten dat zo iemand antisociaal gedrag stelt of uit eigenbelang over de grenzen van anderen gaat.”

Hoe kunnen we personen met psychopathie het best helpen?

“De meeste mensen waarmee wij werken, hebben doorheen hun leven veel trauma’s opgelopen. Ik heb al de ergste verhalen gehoord. Die trauma’s hebben invloed op de ontwikkeling van psychopathische kenmerken. Het voorkomen, detecteren en goed behandelen van die trauma’s en psychopathische kenmerken is cruciaal.”

“De wachtlijsten zijn daarin een groot probleem. Zelfs als mensen vroeg om hulp vragen, vinden ze die niet altijd. Dat is tragisch.”

“Wachtlijsten zijn een groot probleem. Zelf als mensen vroeg om hulp vragen, vinden ze die niet altijd. Dat is tragisch.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Stel dat je als hulpverlener vermoedt dat iemand psychopathische trekken heeft. Wat doe je dan best?

“Die vraag krijg ik vaak tijdens mijn trainingen. We merken dat professionals vooral botsen op het manipulatieve en impulsieve gedrag van deze mensen. Men laat zich manipuleren en meevoeren met emoties die er niet zijn.”

“Zo ken ik een casus van iemand die jarenlang naar een therapeut ging, goed over emoties leek te kunnen praten, maar ondertussen wel de gruwelijkste feiten pleegde. Die therapeut snapte niet waar dat vandaan kwam, omdat ze altijd zulke goede gespreken hadden.”

‘Mijn advies aan hulpverleners is: betrek collega’s.’

“Uit interviews met professionals blijkt dat overleg met collega’s daarom erg belangrijk is. Als je als hulpverlener enkel vertrouwt op jezelf, dan kan het fout lopen. Je merkt dan dat een hulpverlener zich laat meezuigen in dat manipulatieve gedrag en ervan overtuigd raakt dat die persoon vooruitgang boekt. Als je dan afstand neemt, blijkt dat niet te kloppen. Mijn advies aan hulpverleners is: betrek collega’s.”

Ben je soms bang tijdens de gesprekken die je voert?

“Ik heb me wel eens onveilig gevoeld. In de gevangenis had ik een gesprek met een cliënt die mij eerst verheerlijkte, ik werd bijna op handen gedragen. Maar het andere moment viel hij mij verbaal aan. Hij heeft me niet fysiek aangevallen, maar er wel impliciet mee gedreigd.”

“In die gevangenis zat je als hulpverlener met je rug naar de muur en de cliënt zat tussen jou en de deur. Bovendien kon je zelf de deur niet openen. Er was wel een belknop, maar je moest wachten op de beveiliger om de deur open te doen. En deze beveiliger liet een beetje lang op zich wachten.”

“Het was diagnostisch gezien wel een waardevol gesprek. De man toonde zeer duidelijk zijn impulsiviteit, korte lontje en oppervlakkigheid in emotie. Maar het kwam wel binnen.”

Denk je nooit: waarom doe ik dit?

“Toch wel. Dan stel ik me de vraag of ik wel aan de juiste kant sta. ‘Kan ik niet beter slachtoffers helpen?’ Maar ik doe mijn job vanuit een preventief oogpunt, om toekomstige slachtoffers te voorkomen.”

“Het gaat ook over fascinatie, je moet geboeid zijn door het thema om het vol te houden. En ik ben onderzoeker, dus er zijn nog zeer veel vragen die ik beantwoord wil zien. Als ik die drive niet meer heb, dan is het tijd om te stoppen.”

Reacties [1]

  • Carine

    Misschien te simplistisch en te ver gezocht: zou ‘t kunnen dat psychopaten hun gedrag juist vertonen vanuit een diep verlangen om te kunnen voelen?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.