Nachtmerrie
Er is niks krachtiger dan het mobiliseren van een nachtmerrie. Onrustige beelden en gevoelens van angst sluipen binnen. De realiteit wordt uiteindelijk een spiegel van die nachtmerrie.
We worden wakker met aanslagen in steden rond de wereld en in Parijs. En zoals steeds roept geweld, meer geweld op. Een menselijke tragedie wordt een oorlogszuchtige farce.
‘Een menselijke tragedie wordt een oorlogszuchtige farce.’
Dat geweld doorbreekt de afstand tussen ‘hier’ en ‘daar’. Hier en daar zijn toenemende anachronismen. De Duiste cultuurfilosoof Peter Sloterdijk verwijst naar “de verschuiming van de wereld”. Onze veilige zeepbellen en sferen worden opengebroken. De zeepbel waarin we leven, spat open.
Maar net omdat we hier en daar intens zijn vervlochten, is het antwoord dat geformuleerd wordt op geweld zo belangrijk. Wat willen we ‘hier’ terug krijgen wat we ‘daar’ doen?
Onze waarden
Sommige politici en opiniemakers doen er alles aan om de krachttermen op te drijven: ‘Een derde wereldoorlog’, ‘het einde der tijden’, ‘totale oorlog’, ‘wijken opkuisen’ of erger nog ‘Molenbeek bombarderen’ aldus de Franse auteur Eric Zemmour. De mythe dat het gaat om een botsing tussen beschavingen wordt een zoveelste keer herhaald.
Zeker wanneer geframed wordt dat het gaat om een aanslag op ‘onze waarden’. Dat geeft de indruk dat geweld wordt aangedaan aan ‘wie we zijn’ en vooral niet om ‘wat we doen’. De anderen zijn dan fundamenteel anders.
Die framing geeft machthebbers niet alleen legitimiteit, het biedt hen een kans de moeilijke wereld daarbuiten simpel voor te stellen. Voor elk probleem is er een duidelijke schuldige en een duidelijke oplossing.
Politiek van simplismen
Islamspecialisten, radicaliseringsexperten en kenners van het Midden-Oosten en Sint-Jans-Molenbeek verrijzen als paddenstoelen uit de grond. De politiek van simplismen, die meestal de accuraatheid van een weerbericht weerspiegelen, krijgen we als boemerang in het gezicht terug.
‘Kenners van Molenbeek verrijzen als paddenstoelen uit de grond.’
Simplisme onttrekt onze blik aan veel andere oorzaken van conflict, die meestal alles te maken hebben met ‘wat we doen’, of minstens met ‘wat we in het verre of recente verleden gedaan hebben’.
Het opdrijven van geweld is geen oplossing van ‘hier’ om ‘daar’ geweld te verhinderen of te stoppen. Het is een voorzet tot het verder circuleren van geweld in een geglobaliseerde wereld.
Angst in onze jeugdwerkingen
Maar hoe bedenkelijk de beeldvorming, de woorden en simplistische analyses ook zijn over oorzaak en oplossing van conflicten, toch doen ze hun werk. Ze hebben een performatieve kracht.
‘De angst uit zich ook in onze jeugdwerkingen.’
De angst en onzekerheid uit zich ook in onze jeugdwerkingen. De verhalen komen bij Uit De Marge binnen. Vragen van jongeren over religie, identiteit, vluchtelingen en solidariteit maar ook vragen over geweld uiten zich op de meest confronterende manieren. En naast verhalen van jongeren met wie we werken, ook de twijfel van jeugdwerkers over wat daarmee te doen.
Sommige jongeren voelen zich aangevallen en geviseerd op basis van hun identiteit. Ze worden gezien als potentiële ‘radicalen’. Ze moeten zich verantwoorden of sorry zeggen voor wat een kleine minderheid van radicale jihadistische salafisten doen.
Preventief deradicaliseringsbureau
Onze werkingen worden geconfronteerd met directe en indirecte besparingen. Maar (de)radicalisering is in Vlaanderen het nieuwe normaal. Het dringt onze werkingen binnen.
Extra centen zijn mogelijk wanneer werkingen intekenen op een projectoproep zoals ‘Positieve identiteitsontwikkeling in het kader van deradicalisering’ van Vlaams minister voor inburgering Liesbeth Homans.
‘Deradicalisering is het nieuwe normaal.’
De oproep focust uitsluitend op moslims. Qua framing kan dat tellen, zeker voor onze jongeren. Maar evenzeer voor het jeugdwerk. Het jeugdwerk dreigt te worden verengd tot een preventief deradicaliseringsbureau.
Dat dit perspectief de vertrouwensrelatie met kinderen en jongeren en de identiteit van het jeugdwerk onder druk zet, moeten we maar relativeren.
Echter, de effecten van het (de)radicaliseringsdiscours op onze jongeren, zijn minstens even ernstig als radicalisering zelf. Het wantrouwen wordt opgedreven en penetreert de alledaagse ervaringswereld van kinderen en jongeren met wie we werken.Henkens, N., Kastit, I. en Debruyne, P. (2015), ‘Deradicaliseringsbeleid moet radicaal anders’, MO, 26 oktober 2015.
Wantrouwen
Wanneer gewelddadige radicalisering wordt beperkt tot moslimjongeren, vormt dat deel van het probleem.
We sluiten onze ogen niet voor de minderheid van geradicaliseerde jongeren die echt overgaat tot geweld. Want die signalen werden al decennialang gegeven door jeugdwerkers.
We openen vooral de ogen voor de meerderheid van jongeren die door het antiradicaliseringsdiscours en dito praktijk worden gestigmatiseerd. “Nous n’avons rien à voir avec les gens de Daech. Je suis la voie de Dieu. Eux, je ne les écoute pas. Daesh nous met dans la merde”, zei een jongere uit Molenbeek.
Terwijl vluchtelingen de grenzen oversteken, op zoek naar een toekomst in veiligheid, en van ons solidariteit wordt gevraagd, gaan regeringen door met de besparingspolitiek. Voorlopig lijkt het bilan daarvan op het evangelie van Matteus (25:29): ”Want wie heeft zal nog meer krijgen.”
‘Het wantrouwen neemt toe.’
Wie aan de onderkant zit, voelt de schaarste aan middelen. De boodschap dat er aan diezelfde onderkant van de samenleving nog meer kwetsbare mensen bijkomen, zet de spanning aan de onderkant van de samenleving op scherp.
De scherpe taal over nieuwkomers, samen met het geweld en het geweldsopbod creëert een spiraalbeweging waardoor het wantrouwen tussen bevolkingsgroepen alleen maar toeneemt.
Cultuur van het zwijgen
Die negatieve spiraal moeten we doorbreken. Laat ons het geweld bespreekbaar maken, maar dan al het geweld. Dus ook het geweld dat kinderen en jongeren wordt aangedaan.
Het symbolisch geweld door de termen en namen die op hen worden geplakt, door hen het woord opnieuw te ontnemen of door hen in een cultuur van het zwijgen te dringen. Het institutioneel geweld door de discriminatie en het racisme dat ze ondergaan op een amalgaam van maatschappelijke domeinen, niet in het minst in onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het fysieke geweld wanneer politie – bevooroordeeld door de framing – hen weer eens hard aanpakt.
Liggen deze vormen van geweld niet aan de basis van een reële onrechtvaardigheid waardoor een kloof wordt geslagen tussen belangrijke delen van de bevolking en de overheid? Het sociaal contract tussen burger en staat lijkt voor veel kinderen en jongeren een clausule te bevatten die hen veroordeelt tot de marges van onze samenleving.
Vervreemding
Volgens onderzoek is één van de determinerende factoren voor gewelddadige radicalisering die inwerkt op individuele factoren, de gepercipieerde onrechtvaardigheid waarbij de overheid onwillig is om er iets aan te doen.De Waele, M. S. en Pauwels, L. (2014), ‘Youth Involvement in Politically Motivated Violence: Why Do Social Integration, Perceived Legitimacy, and Perceived Discrimination Matter?’, International Journal of Conflict and Violence, 8(1), 134‐153; Pauwels, L. en Svensson, R. (2013), ‘Violent youth group involvement, self‐reported offending and victimisation: An empirical assessment of an integrated informal control/lifestyle model’, European journal on criminal policy and research, 19(4), 369‐386.
‘Antidiscriminatiebeleid is belangrijk.’
Dat heeft impact op jongeren. Ze vervreemden van de samenleving, hun wantrouwen ten aanzien van de overheid neemt toe. Volgens onderzoeken – die gaan over alle vormen van gewelddadige radicalisering – is de relevantie voor het beleid dat ze wel degelijk direct impact heeft op bepalende factoren van gewelddadige radicalisering.
Als de overheid gelijkheid kan omzetten in praktijk – en dus vertrouwen verspreidt – haalt ze een groot deel van die gepercipieerde onrechtvaardigheid weg. Hier zie je hoe belangrijk een antidiscriminatiebeleid is.
Dat is een aanbeveling die uit meerdere onderzoeken komt: antidiscriminatie is belangrijker dan de focus op sociale ongelijkheid en klasse.
Verloren generatie
De opdracht van het jeugdwerk is net om de diverse vormen van geweld duidelijk te maken. En laat dat benoemen een boodschap zijn dat het genoeg is.
‘Weinigen luisteren naar de ‘verloren’ generatie.’
Dat vraagt het doorbreken van de stilte die structureel is ingebakken in maatschappelijke instituties – een dynamiek die duidelijk was in het geval van Sint-Jans-Molenbeek. Allerlei deskundigen vertellen over Sint-Jans-Molenbeek en de verloren generatie, maar weinigen luisteren naar wat die zogenaamde verloren generatie te vertellen heeft.Behalve Radio 1 in een interview met Bruno Bauwens van D’Broej en een aantal Franstalige artikels met jongeren.
En dat beperkt zich niet tot media. Op het congres van Uit De Marge waar jongeren en jongerenwerkers hun stem lieten horen, was er dit jaar welgeteld één politieke vertegenwoordiger. Zijn deze generaties verloren of zijn media en politieke vertegenwoordigers niet in staat ze te vinden?
De vervreemding zet zich door.
Afbouw basiswerk
En is dat laatste niet het gevolg van een beleidstrend met een lange voorgeschiedenis? Doorheen de laatste decennia werd basiswerk afgebouwd. De specialisatie van het sociaal werk naar tweedelijnswerkingen werd doorgeduwd. De voelsprieten aan de basis werden een doelwit van besparingen en hervormingen.
‘Het leefwereldwerk wordt gemarginaliseerd.’
Het werken in de leefwereld, dat hard werk is aan de basis met veel labeur, wordt gemarginaliseerd. Nochtans is het belangrijk in het tegengaan van polarisering en radicalisering.Ponsaers, P., De Ruyver, B., e.a. (2010), Onderzoeksrapport polarisering en radicalisering: een integrale preventieve aanpak, onderzoek in opdracht van Algemene Directie Veiligheid en Preventie FOD Binnenlandse Zaken, Brussel.
De taak voor jeugdwerkers aan de basis is de kloof dichten, de vervreemding tegengaan. Kinderen en jongeren ondersteunen betekent hen handvatten aanreiken om hun verhaal te vertellen, hun standpunten en noden te uiten… ten aanzien van elkaar, hun buurt, hun stad. Ze kunnen zich zo verbinden met elkaar en de samenleving.
Stemmen die moeten klinken
De beste manier om de nachtmerrie te bevechten en de polarisatie tussen radicalen te counteren, is met dromen. Laat ons radicaal dromen van een andere mogelijke wereld. “Omdat dit de tijd is om de beste droom te dromen van alle dromen die er zijn”, zoals schrijver Ben Okri zegt.
‘Laat ons radicaal dromen van een andere wereld.’
Laat ons de dromen van jongeren versterken zodat ze zich een andere wereld kunnen verbeelden. Het zijn ‘onze’ jongeren die de toekomst van de superdiverse samenleving belichamen. Ze dragen vaak het gewicht van deze moeilijke tijd maar ze zijn ook de stem van die tijd.
Het zijn hun stemmen, de alledaagse ervaringen, die worden vergeten. Of die somss moedwillig worden genegeerd. Het zijn die stemmen die we moeten laten klinken. Dit geldt niet alleen voor jeugdwerkers en andere sociaal werkers, maar ook voor leerkrachten, wijkagenten en iedereen die in zijn werk met kinderen en jongeren contact heeft.
De jeugd is de toekomst
Misschien bevatten hun verhalen, geworteld in de superdiverse wijken waar ze wonen, de kiemen van een meer adequaat antwoord? Misschien zijn die jongeren de spiegel van de complexe wereld waarin we leven? Hun verhalen, gevoelens en overtuigingen bevatten vaak elementen die de grenzen tussen ‘hier’ en ‘daar’ doorbreken.
Om te refereren naar de cliché-uitspraak ‘de jeugd is de toekomst’. Misschien zitten in deze verhalen sprankels van hoop om de dominante negatieve framing te doorbreken.
‘De uiteindelijke keuzes zijn voor jongeren zelf.’
Jeugdwerk kan een stuk mee die toekomst vorm geven vanuit de alledaagse leefwereld van kinderen en jongeren. Jeugdwerk is daarin niet onfeilbaar maar daardoor net menselijk.
Spelen, versterken, veranderen
Jeugdwerk kan verantwoordelijkheid nemen voor het traject dat het met kinderen en jongeren aflegt in hun vrije tijd, in vertrouwen en vanuit hun wensen, behoeftes en noden. We laten ze toe zichzelf te leren kennen en aan positieve identiteitsontwikkeling te doen.
Jeugdwerk helpt hen hun leven en omgeving op te bouwen in een samenleving die hen nog te vaak afbreekt. We versterken hen door alles in het werk te stellen om kinderen en jongeren de wereld mee vorm te laten geven.
“Er is geen ‘politieker’ werk dan basiswerk”, zei Bie Van Craeynest, coördinator van het jeugdhuis Chicago in Brussel. Dat is de taak van het jeugdwerk: spelen, versterken, veranderen.
De uiteindelijke keuzes zijn voor kinderen en jongeren zelf.
Reacties [2]
Ik vrees dat vooroordelen langs beide kanten weinig gaat opleveren. De ander begrijpt het niet, want het eigen gelijk zorgt voor een gekleurde bril. Markant is het rare perspectief in dit stukje dat het de fout is van diegene die roepen om orde, beschaving en tolerantie en niet van een groep die er duidelijk niet bij wil horen en doorschiet in een creatie van een compleet geconstrueerde anti-identiteit. Waarom steeds die meedogenloze zelfkritiek omdat een problematische groep een compleet gebrek aan zelfkritiek etaleert? Dit is geen puberen dat vanzelf overgaat als de hormoontjes uitgewerkt zijn.
Het heeft iets van de mishandelde echtgenote die denkt dat ze zelf provoceert en schuldgevoelens aankweekt omdat haar teerbeminde zijn poten niet kan thuishouden en aan normverlies lijdt.
Bij een conflict verdwijnt de nuance en gaan de extremen mekaar opjagen. In plaats van de extremisten goed te praten, zou men ze beter ridiculiseren. Ridiculiseren is het beste medicijn tegen radicalisering.
Nu maken de ontkenners van het conflict zich belachelijk door hun blindheid en de politiek correcte bril. De zelfreinigende werking van een maatschappij is compleet zoek. Alsof de subjecten geen vrije wil zouden hebben. Integendeel die vrije wil is er wel degelijk en die is vijandig en intolerant. Wie pleit tegen racisme en discriminatie moet consequent durven zijn en ook sektarisch gedrag en onaangepast gedrag durven sanctioneren. Zoniet haakt de weldenkende en welmenende meerderheid af. Je kan alle mensen soms bedriegen, maar je kan niet iedereen altijd bedriegen. De credibiliteit van de tolerantie staat op het spel dankzij deze dubbele standaard. Wie geen win-win kan bieden, zal verdeeldheid zaaien en de meerderheid van zich vervreemden door het vergoelijken van het onaanvaardbare. De stap naar het vergoelijken van andere onaanvaardbare reacties is dan snel gezet. Met de utopie dat de jeugd de toekomst is en dat er een soort teleologische einddoel zou bestaan waar alles peis en vree zal zijn als de utopie maar lang genoeg blind beleden wordt zal het probleem enkel groter worden. Normen zijn per definitie normatief en waarden zijn gedeeld of tegengesteld. Wie dat ontkent bouwt aan een conflictmodel.
Zeer sterke situering van de praktijk, de leefsituatie en de (onzichtbare) achtergronden.
Deze gelden trouwens niet enkel voor deze jongeren. Ook hun (vaak alleenstaande) ouders of naasten delen in de klappen.
Dergelijke discriminatie, de achterstelling en het achterblijven houdt hen (alsook generatiearmen e.d.) overmatig afgescheiden van de gemeenschapsgoederen en de verenigde gemeenschappen.
Het gebrek aan respect, aan waardering en aan volwaardige (h)erkening van ieders menselijke kwaliteiten belemmeren de goesting tot en het geloof in de eigen ontplooiing.
Positieve participatie en respectvolle (zelf)perceptie worden nog meer verdrongen door het appél op verantwoording of (zelf)verdediging.
Mijn uitgestoken hand werd door geen enkele moslim(jongere) gewijgerd. ‘Antwerpenaren’ van ‘eigen volk en bodem’ daarentegen …
Antwerpenaar Brabo hakte ooit de hand af van …
Laten we de handen in elkaar slaan, in plaats van met slaan te hopen op het goede leven.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies